EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CJ0233

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 26 april 2018.
Asociación Nacional de Grandes Empresas de Distribución (ANGED) tegen Generalitat de Catalunya.
Prejudiciële verwijzing – Regionale belasting op grote handelszaken – Vrijheid van vestiging – Bescherming van het milieu en ruimtelijke ordening – Staatssteun – Selectieve maatregel – Brief van de Commissie waarin wordt meegedeeld dat een klacht niet verder wordt behandeld – Bestaande steun.
Zaak C-233/16.

Court reports – general – 'Information on unpublished decisions' section

Zaak C‑233/16

Asociación Nacional de Grandes Empresas de Distribución (ANGED)

tegen

Generalitat de Catalunya

(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Tribunal Supremo)

„Prejudiciële verwijzing – Regionale belasting op grote handelszaken – Vrijheid van vestiging – Bescherming van het milieu en ruimtelijke ordening – Staatssteun – Selectieve maatregel – Brief van de Commissie waarin wordt meegedeeld dat een klacht niet verder wordt behandeld – Bestaande steun”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 26 april 2018

  1. Vrijheid van vestiging–Belastingwetgeving–Vennootschapsbelasting–Nationale regeling betreffende een regionale belasting op grote handelszaken–Toelaatbaarheid

    (Art. 49 VWEU en 54 VWEU)

  2. Steunmaatregelen van de staten–Begrip–Selectiviteit van de maatregel–Afwijking van het algemene belastingstelsel–Rechtvaardiging ontleend aan de aard en de opzet van het stelsel–Beoordelingscriteria

    (Art. 107, lid 1, VWEU)

  3. Steunmaatregelen van de staten–Bestaande steun en nieuwe steun–Kwalificatie als bestaande steun–Criteria–Steun die voortvloeit uit vrijstellingen van en kortingen op een belasting die op grote detailhandelszaken drukt–Uitgesloten

    [Art. 108, leden 1 en 3, VWEU; verordening nr. 659/1999 van de Raad, art. 1, b), ii), iv) en v), d), en 15, lid 2]

  1.  De artikelen 49 en 54 VWEU moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een belasting als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die op grote handelszaken drukt.

    In het hoofdgeding berust de in geding zijnde wettelijke regeling op een criterium dat betrekking heeft op de verkoopoppervlakte van de zaak, dat geen rechtstreekse discriminatie met zich brengt. Evenmin volgt uit de aan het Hof overgelegde gegevens dat dit criterium in de meeste gevallen staatsburgers van andere lidstaten of vennootschappen met zetel in andere lidstaten benadeelt.

    (zie punten 32, 33, 35, dictum 1)

  2.  Een belasting als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die hoofdzakelijk op grote handelszaken drukt afhankelijk van de verkoopoppervlakte ervan, vormt geen staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU omdat zij voor zaken met een verkoopoppervlakte van minder dan 2500 m2 in een vrijstelling voorziet. Een dergelijke belasting vormt evenmin staatssteun in de zin van die bepaling omdat zij voor zaken waarvan de activiteiten zijn gewijd aan tuinartikelen, de verkoop van voertuigen, bouwmaterialen, gereedschapswerktuigen en industriële componenten in een vrijstelling voorziet of omdat zij zaken waarvan de activiteiten betrekking hebben op de verkoop van meubels, sanitair en deuren en ramen alsook bouwmarkten voor een vermindering van de belastbare grondslag met 60 % in aanmerking laat komen, aangezien die zaken het milieu en de ruimtelijke ordening minder aantasten dan de andere. Het staat aan de verwijzende rechterlijke instantie om te verifiëren of dit laatste ook het geval is. Een dergelijke belasting vormt wel staatssteun in de zin van die bepaling voor zover grote collectieve winkelfaciliteiten met een verkoopoppervlakte van 2500 m2 of meer daarvan zijn vrijgesteld.

    (zie punten 67, 68, dictum 2)

  3.  Zie de tekst van de beslissing.

    (zie punten 72‑74, 81‑83, 86, dictum 3)

Top