Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CJ0104

    Federconsorzi en Liquidazione giudiziale dei beni ceduti ai creditori della Federconsorzi

    Zaak C‑104/14

    Ministero delle Politiche agricole, alimentari e forestali

    tegen

    Federazione Italiana Consorzi Agrari Soc. coop. arl – Federconsorzi

    en

    Liquidazione giudiziale dei beni ceduti ai creditori della Federazione Italiana Consorzi Agrari Soc. coop. arl – Federconsorzi

    (verzoek van de Corte suprema di cassazione om een prejudiciële beslissing)

    „Prejudiciële verwijzing — Artikel 288, derde alinea, VWEU — Bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties — Richtlijn 2000/35/EG — Artikelen 2, 3 en 6 — Richtlijn 2011/7/EU — Artikelen 2, 7 en 12 — Wettelijke regeling van een lidstaat op grond waarvan de interest op een schuldvordering die dateert van vóór die richtlijnen, ten nadele van een schuldeiser van de staat kan worden herzien”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 26 februari 2015

    Harmonisatie van de wetgevingen – Bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties – Richtlijn 2000/35 – Mogelijkheid voor de lidstaten om overeenkomsten gesloten vóór 8 augustus 2002 van de werkingssfeer van die richtlijn uit te sluiten – Nationale wettelijke regeling op grond waarvan de interest op een schuldvordering die voortvloeit uit de uitvoering van een vóór die datum gesloten overeenkomst, ten nadele van een schuldeiser van de staat kan worden herzien – Wijziging tijdens de termijn voor omzetting van richtlijn 2011/7 in nationaal recht – Toelaatbaarheid

    (Art. 288, derde alinea, VWEU; richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad 2000/35, art. 3, lid 3, en 6, en 2011/7, art. 7 en 12)

    Artikel 288, derde alinea, VWEU en de artikelen 3, lid 3, en 6 van richtlijn 2000/35 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties alsook de artikelen 7 en 12 van richtlijn 2011/7 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet ertegen verzetten dat een lidstaat die heeft gebruikgemaakt van de mogelijkheid van artikel 6, lid 3, onder b), van eerstgenoemde richtlijn, tijdens de termijn voor omzetting van laatstgenoemde richtlijn in nationaal recht wettelijke bepalingen vaststelt op grond waarvan de interest op een schuldvordering die voortvloeit uit de uitvoering van een vóór 8 augustus 2002 gesloten overeenkomst, ten nadele van een schuldeiser van de staat kan worden herzien.

    (cf. punt 35 en dictum)

    Top

    Zaak C‑104/14

    Ministero delle Politiche agricole, alimentari e forestali

    tegen

    Federazione Italiana Consorzi Agrari Soc. coop. arl – Federconsorzi

    en

    Liquidazione giudiziale dei beni ceduti ai creditori della Federazione Italiana Consorzi Agrari Soc. coop. arl – Federconsorzi

    (verzoek van de Corte suprema di cassazione om een prejudiciële beslissing)

    „Prejudiciële verwijzing — Artikel 288, derde alinea, VWEU — Bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties — Richtlijn 2000/35/EG — Artikelen 2, 3 en 6 — Richtlijn 2011/7/EU — Artikelen 2, 7 en 12 — Wettelijke regeling van een lidstaat op grond waarvan de interest op een schuldvordering die dateert van vóór die richtlijnen, ten nadele van een schuldeiser van de staat kan worden herzien”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 26 februari 2015

    Harmonisatie van de wetgevingen — Bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties — Richtlijn 2000/35 — Mogelijkheid voor de lidstaten om overeenkomsten gesloten vóór 8 augustus 2002 van de werkingssfeer van die richtlijn uit te sluiten — Nationale wettelijke regeling op grond waarvan de interest op een schuldvordering die voortvloeit uit de uitvoering van een vóór die datum gesloten overeenkomst, ten nadele van een schuldeiser van de staat kan worden herzien — Wijziging tijdens de termijn voor omzetting van richtlijn 2011/7 in nationaal recht — Toelaatbaarheid

    (Art. 288, derde alinea, VWEU; richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad 2000/35, art. 3, lid 3, en 6, en 2011/7, art. 7 en 12)

    Artikel 288, derde alinea, VWEU en de artikelen 3, lid 3, en 6 van richtlijn 2000/35 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties alsook de artikelen 7 en 12 van richtlijn 2011/7 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet ertegen verzetten dat een lidstaat die heeft gebruikgemaakt van de mogelijkheid van artikel 6, lid 3, onder b), van eerstgenoemde richtlijn, tijdens de termijn voor omzetting van laatstgenoemde richtlijn in nationaal recht wettelijke bepalingen vaststelt op grond waarvan de interest op een schuldvordering die voortvloeit uit de uitvoering van een vóór 8 augustus 2002 gesloten overeenkomst, ten nadele van een schuldeiser van de staat kan worden herzien.

    (cf. punt 35 en dictum)

    Top