Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CJ0359

    Samenvatting van het arrest

    Zaak C-359/09

    Donat Cornelius Ebert

    tegen

    Budapesti Ügyvédi Kamara

    (verzoek van de Fővárosi Ítélőtábla om een prejudiciële beslissing)

    „Advocaten — Richtlijn 89/48/EEG — Erkenning van hogeronderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten — Richtlijn 98/5/EG — Permanente uitoefening van beroep van advocaat in andere lidstaat dan die waar beroepskwalificatie is verworven — Gebruik van beroepstitel van lidstaat van ontvangst — Voorwaarden — Inschrijving in register van beroepsorde van advocaten van lidstaat van ontvangst”

    Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 3 februari 2011   I - 271

    Samenvatting van het arrest

    1. Vrij verkeer van personen – Vrijheid van vestiging – Werknemers – Erkenning van hogeronderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten – Richtlijn 89/48 – Advocaten – Permanente uitoefening van beroep in andere lidstaat dan die waar beroepskwalificatie is verworven – Richtlijn 98/5 – Uitoefening van beroep onder titel van advocaat van lidstaat van ontvangst

      (Richtlijn 98/5 van het Europees Parlement en de Raad; richtlijn 89/48 van de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2001/19)

    2. Vrij verkeer van personen – Vrijheid van vestiging – Advocaten – Permanente uitoefening van beroep in andere lidstaat dan die waar beroepskwalificatie is verworven – Richtlijn 98/5 – Uitoefening van beroep onder titel van advocaat van lidstaat van ontvangst

      (Richtlijn 98/5 van het Europees Parlement en de Raad; richtlijn 89/48 van de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2001/19)

    1.  Noch richtlijn 89/48 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hogeronderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, zoals gewijzigd bij richtlijn 2001/19, noch richtlijn 98/5 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven, verzet zich tegen een nationale regeling die voor de uitoefening van het beroep van advocaat onder de titel van advocaat van de lidstaat van ontvangst, het lidmaatschap van een organisatie als een orde van advocaten verplicht stelt.

      (cf. punt 42, dictum 1)

    2.  Richtlijn 89/48 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hogeronderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, zoals gewijzigd bij richtlijn 2001/19, en richtlijn 98/5 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven, vullen elkaar aan in die zin dat zij voor de advocaten van de lidstaten voorzien in twee manieren van toegang tot het beroep van advocaat in een lidstaat van ontvangst onder de beroepstitel van die lidstaat.

      Hoewel een gekwalificeerde advocaat uit een andere lidstaat in het kader van de voorwaarden voor toegang tot het beroep van advocaat onder de titel van de lidstaat van ontvangst is vrijgesteld van de voorwaarden van artikel 4, lid 1, sub b, van richtlijn 89/48, ontneemt richtlijn 98/5 hem echter niet de mogelijkheid om met een beroep op richtlijn 89/48 aanspraak te maken op toegang tot het beroep van advocaat onder de titel van die lidstaat, met name wanneer hij nog geen daadwerkelijke en regelmatige werkzaamheid van ten minste drie jaar in de lidstaat van ontvangst kan aantonen.

      (cf. punten 32, 35, dictum 2)

    Top