Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CJ0352

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Prejudiciële vragen – Bevoegdheid van Hof – Uitlegging verzocht vanwege toepasselijkheid op interne situatie van bepaling van recht van Unie die door nationaal recht van toepassing is verklaard – Bevoegdheid tot geven van die uitlegging

    (Art. 267 VWEU)

    2. Harmonisatie van wetgevingen – Gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten – Richtlijn 90/434 – Transacties die fraude of belastingontwijking tot doel hebben

    (Richtlijn 90/434 van de Raad, art. 11, lid 1, sub a)

    Samenvatting

    1. Wanneer een nationale wettelijke regeling zich voor haar oplossingen voor zuiver interne situaties conformeert aan de in het recht van de Unie gekozen oplossingen, teneinde inzonderheid discriminatie ten nadele van de eigen staatsburgers of eventuele distorsies van de mededinging te voorkomen, heeft de Unie er zeker belang bij, dat ter vermijding van uiteenlopende uitleggingen in de toekomst de overgenomen bepalingen of begrippen van het recht van de Unie op eenvormige wijze worden uitgelegd, ongeacht de omstandigheden waaronder zij toepassing moeten vinden.

    (cf. punt 33)

    2. Artikel 11, lid 1, sub a, van richtlijn 90/434 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten, moet aldus worden uitgelegd dat de daarbij ingevoerde faciliteiten niet kunnen worden geweigerd aan de belastingplichtige die, door middel van een juridische constructie bestaande in een fusie van ondernemingen, de heffing van overdrachtsbelasting wilde voorkomen, wanneer deze belasting niet binnen de werkingssfeer van deze richtlijn valt.

    Slechts bij uitzondering en in bijzondere omstandigheden kunnen de lidstaten immers op grond van dat artikel weigeren de richtlijn geheel of gedeeltelijk toe te passen of het voordeel ervan tenietdoen. Bijgevolg moet artikel 11, lid 1, sub a, van richtlijn 90/434, als uitzonderingsbepaling, strikt worden uitgelegd, rekening houdend met de bewoordingen en de doelstelling ervan en met de context waarin het moet worden geplaatst. Door op het punt van de zakelijke overwegingen te wijzen op de herstructurering of rationalisering van de activiteiten van de bij de transactie betrokken vennootschappen, waarbij het vermoeden van belastingfraude of ‑ontwijking niet kan rijzen, is deze bepaling duidelijk toegespitst op het domein van de fusies van vennootschappen en andere reorganisaties en is zij enkel van toepassing op de belastingen waartoe dergelijke transacties aanleiding geven.

    Bovendien bevat richtlijn 90/434 geen volledige harmonisatie van de belastingen die in geval van een fusie of een vergelijkbare operatie tussen vennootschappen in verschillende lidstaten kunnen worden geheven. Met de invoering van concurrentieneutrale voorschriften beperkt deze richtlijn zich ertoe, bepaalde fiscale nadelen die met grensoverschrijdende herstructureringen van ondernemingen verbonden zijn, te verhelpen. Hieruit volgt dat enkel de belastingen waarop richtlijn 90/434 uitdrukkelijk betrekking heeft, in aanmerking komen voor de daarbij ingevoerde faciliteiten en dus binnen de werkingssfeer van de uitzondering bepaald in artikel 11, lid 1, sub a, van deze richtlijn kunnen vallen. Daar er geen enkele aanwijzing in genoemde richtlijn is op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat deze de faciliteiten heeft willen uitbreiden tot andere belastingen, zoals een belasting die wordt geheven in geval van verwerving van een onroerende zaak die in de betrokken lidstaat is gelegen, moeten deze belastingen worden geacht nog steeds onder de fiscale bevoegdheid van de lidstaten te vallen, en kan het voordeel van de bij richtlijn 90/434 ingevoerde faciliteiten niet op grond van artikel 11, lid 1, sub a, van deze laatste worden geweigerd ter compensatie van de niet-betaling van een belasting waarvan de grondslag en het tarief noodzakelijkerwijs verschillen van de belastingen welke van toepassing zijn op fusies van vennootschappen en andere daarop betrekking hebbende reorganisaties.

    (cf. punten 45‑47, 49‑50, 52‑54, 56 en dictum)

    Top