ARREST VAN HET GERECHT (Eerste kamer)

19 juli 1999

Zaak T-20/98

Q

tegen

Raad van de Europese Unie

„Ambtenaren — Beroep tot nietigverklaring — Terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen — Artikel 23 van bijlage X bij Statuut”

Volledige Franse tekst   II-779

Betreft:

Beroep tot nietigverklaring van de besluiten van de Raad van 12 maart en 13 juni 1997 houdende terugvordering van de bedragen die aan verzoekster onverschuldigd waren betaald uit hoofde van vergoeding van de huisvestingskosten waarop in een derde land tewerkgestelde personeelsleden recht hebben.

Beslissing:

Het beroep wordt verworpen. Elk der partijen zal de eigen kosten dragen.

Samenvatting

1. Exceptie van onwettigheid – Handelingen waarvan onwettigheid kan worden opgeworpen – Handeling van algemene aard die aan bestreden besluit ten grondslag ligt

   [EG-Verdrag, art. 148 (thans art. 241 EG)]

2. Ambtenaren – Vergoeding van kosten – Huisvestingsvergoeding betaald aan ambtenaren die in derde land zijn tewerkgesteld – Vergoeding die alleen in geval van huur wordt betaald

   (Ambtenarenstatuut, bijlage X, art. 23)

1.  De exceptie van onwettigheid bedoeld in artikel 184 van het Verdrag (thans art. 241 EG) is de uitdrukking van een algemeen beginsel, krachtens hetwelk iedere procespartij met het oog op de nietigverklaring van een voor haar bezwarend besluit de rechtsgeldigheid van de daaraan ten grondslag liggende handelingen incidenteel kan betwisten.

   (punt 47)

   Referentie: Gerecht 27 oktober 1994, Chavane de Dalmassy e.a./Commissie, T-64/92, JurAmbt. blz. II-723, punt 41

2.  Ingevolge artikel 23 van bijlage X bij het Statuut moeten de instellingen de huisvestingskosten van hun in een derde land tewerkgestelde ambtenaren slechts vergoeden ingeval deze ambtenaren huisvesting huren. Met deze bepaling is derhalve in overeenstemming een algemene uitvoeringsbepaling volgens welke geen vergoeding wordt betaald aan een ambtenaar die een goed betrekt waarvan hijzelf of zijn echtgenote eigenaar is.

   (punt 50)