EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Ouderschapsverlof

Legal status of the document This summary has been archived and will not be updated. See 'Evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers' for an updated information about the subject.

Ouderschapsverlof

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2010/18/EU betreffende de herziene raamovereenkomst inzake ouderschapsverlof

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

De richtlijn implementeert de herziene raamovereenkomst inzake ouderschapsverlof die is afgesloten door de Europese sociale partners op 18 juni 2009.

KERNPUNTEN

  • Werknemers hebben recht op ouderschapsverlof bij de geboorte of adoptie van een kind. Dit verlof kan opgenomen worden tot het kind een bepaalde leeftijd (maximum acht jaar) heeft bereikt die werd vastgesteld door de nationale wetgevingen en/of door collectieve overeenkomsten.
  • Deze richtlijn is van toepassing op alle werknemers, zowel mannen als vrouwen, ongeacht het soort arbeidscontract (met onbepaalde duur, bepaalde duur, deeltijds contract of via een uitzendonderneming).
  • Het ouderschapsverlof moet worden toegekend voor een periode van ten minste vier maanden als een individueel recht van beide ouders. In principe moeten werknemers al hun verlof kunnen opnemen. Het mag dus niet overdraagbaar zijn van de ene ouder op de andere. Toch kan een dergelijke overdracht toegestaan worden op voorwaarde dat elke ouder minstens één van de vier maanden verlof behoudt teneinde een gelijkmatigere opname van ouderschapsverlof door beide ouders te bevorderen. De richtlijn voorziet in minimumnormen, waardoor EU-lidstaten gunstigere regels kunnen toepassen of invoeren.

Uitvoeringsbepalingen van het ouderschapsverlof

  • De voorwaarden van toepassing van het ouderschapsverlof en de omstandigheden voor opname van ouderschapsverlof worden in EU-lidstaten bij wet en/of bij collectieve overeenkomsten vastgesteld. Daardoor kunnen EU-lidstaten en/of sociale partners:
    • voorzien in de toekenning van ouderschapsverlof als vol- of deeltijdverlof, in gedeelten of in de vorm van uitgesteld verlof, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van werkgevers en werknemers;
    • het recht op ouderschapsverlof afhankelijk stellen van een anciënniteitsperiode van ten hoogste één jaar en, waar van toepassing, zal de som van alle opeenvolgende contracten van bepaalde duur bij dezelfde werkgever in aanmerking genomen worden voor de berekening van de anciënniteitsperiode;
    • de omstandigheden definiëren waarin een werkgever bevoegd is om ouderschapsverlof uit te stellen om gerechtvaardigde redenen in verband met het functioneren van de onderneming;
    • bijzondere regelingen toestaan om de goede werking van kleine ondernemingen te garanderen.
  • Werknemers die gebruik wensen te maken van het recht op ouderschapsverlof moeten rekening houden met een kennisgevingsperiode naar hun werkgever toe. De duur van de kennisgevingsperiode moet worden vastgelegd in elke EU-lidstaat rekening houdend met de belangen van zowel werknemers als werkgevers.
  • De richtlijn moedigt EU-lidstaten en/of sociale partners ook aan om bijkomende maatregelen te treffen en/of specifieke voorwaarden te stellen bij de uitvoering van het ouderschapsverlof van adoptieouders en ouders van kinderen met een handicap of langdurige ziekte.

Terugkeer naar het werk en non-discriminatie

  • Na een periode van ouderschapsverlof moet de werknemer het recht hebben op een terugkeer naar zijn/haar arbeidsplaats. Wanneer dit onmogelijk blijkt, moet de werkgever de werknemer een gelijkaardige functie aanbieden die conform het arbeidscontract of de arbeidsrelatie is.
  • Bovendien moeten verworven rechten of rechten in wording van de werknemer bij aanvang van het ouderschapsverlof:
    • ongewijzigd behouden blijven tot het einde van het ouderschapsverlof;
    • van toepassing blijven tot het einde van het ouderschapsverlof, zoals ook alle wijzigingen die voortvloeien uit de wetgeving, collectieve overeenkomsten en/of nationale gebruiken.
  • Werknemers worden eveneens beschermd tegen minder gunstige behandeling of ontslag wegens het aanvragen of opnemen van ouderschapsverlof.
  • EU-lidstaten en/of de nationale sociale partners besluiten over alle kwesties rond sociale zekerheid en inkomen bij ouderschapsverlof. De overeenkomst bevat derhalve geen voorschriften voor de uitbetaling van loon of compensatie tijdens het ouderschapsverlof.
  • Ten slotte moeten werknemers bij hun terugkeer naar het werk het recht krijgen voor een bepaalde periode aangepaste werktijden en/of -patronen aan te vragen. De werkgevers moeten deze aanvragen beoordelen en daarop reageren, rekening houdend met hun eigen behoeften en met die van de werknemers.

Arbeidsverzuim door “overmacht (onvoorziene omstandigheden)

  • Werknemers kunnen eveneens verlof aanvragen wegens overmacht in verband met gezinsomstandigheden. Deze vorm van verlof kan meer bepaald worden aangevraagd in geval van ziekte of een ongeval waardoor de onmiddellijke aanwezigheid van de werknemer bij het gezin vereist is.

Intrekking

De richtlijn zal met ingang van 2 augustus 2022 worden ingetrokken door de richtlijn betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven (2019/1158/EU).

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is sinds 7 april 2010 van toepassing en moest uiterlijk 8 maart 2012 in de lidstaten in nationale wetgeving worden omgezet.

De richtlijn zal met ingang van 2 augustus 2022 worden ingetrokken door de richtlijn betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven (Richtlijn (EU) 2019/1158 – zie samenvatting).

ACHTERGROND

Deze overeenkomst volgt op de raamovereenkomst van 14 december 1995 inzake het ouderschapsverlof, die rechtsgevolg heeft gekregen door Richtlijn 96/34/EG van de Raad.

Ze vertegenwoordigt een instrument voor betere afstemming van beroeps- en gezinsverantwoordelijkheden van werknemers en voor de bevordering van gelijke behandeling van mannen en vrouwen.

Ze werd ingevoerd, in overeenstemming met artikel 155(2) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2010/18/EU van de Raad van 8 maart 2010 tot uitvoering van de door BUSINESSEUROPE, UEAPME, het CEEP en het EVV gesloten herziene raamovereenkomst en tot intrekking van Richtlijn 96/34/EG (PB L 68 van 18.3.2010, blz. 13-20)

Achtereenvolgende wijzigingen en correcties aan Richtlijn 2010/18/EU zijn opgenomen in de basistekst. Deze geconsolideerde versie dient uitsluitend ter informatie.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad (PB L 188 van 12.7.2019, blz. 79-93)

Laatste bijwerking 03.02.2022

Top