Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Verwijdering van gebruikte batterijen

Verwijdering van gebruikte batterijen

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu’s

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

  • De richtlijn verbiedt het in de handel brengen van bepaalde batterijen (of accu’s)* met een kwik- of cadmiumgehalte dat boven een vaste drempelwaarde ligt.
  • Met deze richtlijn wordt gestreefd naar een hoog niveau van inzameling en recycling van afgedankte batterijen, en naar verbetering van de milieuprestatie van alle actoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van batterijen, met inbegrip van de recycling en verwijdering ervan.
  • Het doel is om de hoeveelheid gevaarlijke stoffen — in het bijzonder kwik, cadmium en lood — die in het milieu worden geloosd, terug te dringen; dit dient te gebeuren door het gebruik van deze stoffen in batterijen te verminderen en door de hoeveelheden die worden gebruikt, te verwerken en opnieuw te gebruiken.

KERNPUNTEN

  • De richtlijn is van toepassing op alle typen batterijen, met uitzondering van die welke worden gebruikt in apparatuur die wordt aangewend voor de bescherming van de veiligheid van de EU-landen of voor militaire doeleinden, of in apparatuur die bestemd is om de ruimte te worden ingestuurd. De richtlijn bestrijkt dan ook een ruimer scala van producten dan Richtlijn 91/157/EEG, die van toepassing was op kwik-, lood- of cadmiumhoudende batterijen, maar niet op „knoopcellen”, en die bij de richtlijn wordt ingetrokken.
  • Wat de aanwezigheid van kwik betreft, verbiedt de richtlijn al dan niet in apparaten ingebouwde batterijen die meer dan 0,0005 gewichtsprocent kwik bevatten. Knoopcellen met een kwikgehalte van niet meer dan 2 gewichtsprocent waren tot oktober 2015 vrijgesteld van dit verbod (in het geval van knoopcellen voor gehoorapparaten bleef deze vrijstelling evenwel onder toezicht van de Europese Commissie).
  • Wat cadmium betreft, worden draagbare batterijen, ook die welke in apparaten zijn ingebouwd, met een cadmiumgehalte van meer dan 0,002 gewichtsprocent verboden (met uitzondering van draagbare batterijen voor gebruik in nood- en alarmsystemen of in medische apparatuur). Voor draagbare batterijen voor draadloos elektrisch gereedschap gold tot 31 december 2016 een vrijstelling van dit verbod. Op die manier konden de recyclingsector en consumenten in de gehele waardeketen zich verder aanpassen aan de betreffende vervangingstechnologieën.
  • Om ervoor te zorgen dat een hoog percentage gebruikte batterijen wordt gerecycled, moeten de EU-landen alle mogelijke maatregelen (inclusief economische instrumenten) treffen om gescheiden afvalinzameling te bevorderen en te maximaliseren en te voorkomen dat batterijen als ongesorteerd stedelijk afval worden weggegooid. Ze moeten voorzieningen treffen die eindgebruikers in staat stellen om zich op inzamelpunten in hun nabijheid te ontdoen van gebruikte batterijen, en eisen dat producenten batterijen kosteloos terugnemen. Er moest een inzamelingspercentage worden bereikt van respectievelijk minstens 25 % uiterlijk op 26 september 2012 en minstens 45 % uiterlijk op 26 september 2016.
  • Krachtens Richtlijn 2006/66/EG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2013/56/EU, moet het mogelijk zijn om batterijen op een gemakkelijke en veilige manier uit een apparaat te halen. Apparaten met ingebouwde batterijen moeten daarom vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing waaruit blijkt hoe deze door de eindgebruiker of door een onafhankelijk en gekwalificeerd vakman veilig uit het apparaat kunnen worden gehaald.
  • De EU-landen moeten er ook voor zorgen dat ingezamelde batterijen worden verwerkt en gerecycled volgens de beste beschikbare technieken. De terugwinning van energie wordt niet beschouwd als een recyclingproces.
  • De verwerking houdt minimaal het wegnemen van alle vloeistoffen en zuren in. Batterijen moeten worden verwerkt en opgeslagen (tijdelijke opslag daaronder begrepen) op locaties met ondoordringbare oppervlakken en passende weerbestendige afdekkingen of in hiertoe geschikte containers. Bij de richtlijn worden ook verplichtingen vastgesteld met betrekking tot de rendementen van de recyclingprocessen waaraan batterijen worden onderworpen, afhankelijk van hun chemische samenstelling.
  • De EU-landen mogen afgedankte draagbare batterijen die cadmium, kwik of lood bevatten, op stortplaatsen of ondergronds opslaan wanneer er geen levensvatbare eindmarkt is voor de gerecyclede producten, of als op grond van een gedetailleerde beoordeling van de milieu-, economische en sociale gevolgen wordt geconcludeerd dat recycling niet de beste oplossing is. Bovendien is het verboden om afgedankte industriële en autobatterijen te verwijderen door storting op stortplaatsen of door verbranding. De resten van alle batterijen die zijn verwerkt én gerecycled, mogen echter wel worden verwijderd door storting op stortplaatsen of door verbranding.
  • Verwerking en recycling mogen buiten het betreffende EU-land of zelfs buiten de EU plaatsvinden, mits Verordening (EG) nr. 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (zie samenvatting) wordt nageleefd.
  • De producenten (of namens deze optredende derden) moeten de nettokosten financieren die voortvloeien uit de inzameling, verwerking en recycling van industriële, auto- en draagbare batterijen. De producenten van draagbare batterijen moeten de kosten financieren die voortvloeien uit voorlichtingscampagnes van de overheid over de inzameling, de verwerking en de recycling van alle afgedankte draagbare batterijen. Kleine producenten kunnen van deze verplichting worden vrijgesteld op voorwaarde dat hierdoor de goede werking van de systemen voor inzameling en recycling niet wordt belemmerd. Alle producenten van batterijen moeten worden geregistreerd.
  • Eindgebruikers moeten worden geïnformeerd over verschillende onderwerpen en via verschillende kanalen:
    • over de potentiële effecten van in batterijen gebruikte stoffen op het milieu en de menselijke gezondheid, en over de voor hen beschikbare inzamelings- en recyclingsystemen, via campagnes of rechtstreeks door de distributeurs;
    • informatie over de capaciteit van de draagbare batterij of over de aanwezigheid van chemische stoffen boven een bepaalde drempelwaarde wordt verstrekt via zichtbare, leesbare en onuitwisbare markeringen op de batterijen, accu’s en batterijpakken;
    • om te wijzen op de gescheiden inzameling van batterijen, wordt het symbool van een doorgestreepte vuilnisbak op wieltjes gebruikt.
  • De EU-landen moeten verslag uitbrengen aan de Commissie over de uitvoering van de richtlijn en over de maatregelen die ze nemen ter bevordering van ontwikkelingen die gevolgen hebben voor het effect van batterijen op het milieu (met inbegrip van nieuwe recycling- en verwerkingstechnieken). Sommige aspecten van de richtlijn zijn in 2013 herzien (zie Wijzigingsrichtlijn 2013/56/EU).

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

  • Richtlijn 2006/66/EG is sinds 26 september 2006 van toepassing en moest voor 26 september 2008 in de EU-landen zijn omgezet in nationale wetgeving.
  • Wijzigingsrichtlijn 2013/56/EU is sinds 30 december 2013 van toepassing en moest voor 1 juli 2015 in de EU-landen zijn omgezet in nationale wetgeving.

ACHTERGROND

  • Elk jaar worden er in de EU honderdduizenden tonnen industriële en draagbare batterijen in de handel gebracht. Daarin wordt een ruim scala aan metalen gebruikt, van kwik, lood en cadmium tot nikkel, koper, zink, mangaan en lithium.
  • De verwijdering van het afval van deze producten verontreinigt de atmosfeer (in het geval van verbranding) of de bodem en het water (in het geval van storting op een stortplaats of ondergronds). Met passende voorschriften kan de milieuverontreiniging door deze vorm van afval worden teruggedrongen. Bovendien kunnen dankzij de recycling van het afval duizenden tonnen metalen, waaronder edele metalen zoals nikkel, kobalt en zilver worden teruggewonnen.
  • Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Batterij of accu: bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit een of meer primaire (niet-oplaadbare) batterijcellen of uit een of meer secundaire (oplaadbare) batterijcellen. In het kader van deze richtlijn zijn batterijen en accu’s hetzelfde en wordt hiervoor alleen het woord batterijen gebruikt.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu’s en tot intrekking van Richtlijn 91/157/EEG (PB L 266 van 26.9.2006, blz. 1-14)

Achtereenvolgende wijzigingen in Richtlijn 2006/66/EG zijn in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERD DOCUMENT

Beschikking 2008/763/EG van de Commissie van 29 september 2008 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een gemeenschappelijke methode voor de berekening van de jaarlijkse verkoop van draagbare batterijen en accu’s aan eindgebruikers (PB L 262 van 1.10.2008, blz. 39)

Laatste bijwerking 09.06.2020

Top