This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Prohibition on administering hormones (and other substances) to farm animals
Verbod op het toedienen van hormonen (en andere stoffen) aan landbouwhuisdieren
Verbod op het toedienen van hormonen (en andere stoffen) aan landbouwhuisdieren
Verbod op het toedienen van hormonen (en andere stoffen) aan landbouwhuisdieren
SAMENVATTING VAN:
WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?
De richtlijn heeft als doel consumenten te beschermen en de kwaliteit van levensmiddelen te handhaven door een kader te creëren voor het gebruik van voor dieren bestemde hormonen.
KERNPUNTEN
Stoffen
De richtlijn verbiedt het toedienen van bepaalde groeibevorderende stoffen aan landbouwhuisdieren. De verboden stoffen, zoals vermeld in bijlage II, zijn:
Er is ook een lijst van stoffen waarvoor een voorlopig verbod geldt, opgenomen in bijlage III bij de richtlijn. Die lijst bevat stoffen met oestrogene* (andere dan 17ß-oestradiol en esterachtige derivaten daarvan), androgene* of gestagene* werking (afwijkende regelingen zijn mogelijk).
Bij Richtlijn 2003/74/EG werd Richtlijn 96/22/EG gewijzigd, waarbij het verbod op hormonen voor groeibevordering bij dieren werd bevestigd. Ook werden de omstandigheden waaronder 17ß-oestradiol voor andere doeleinden kon worden toegediend aan voedselproducerende dieren aanzienlijk beperkt.
Bij Richtlijn 2008/97/EG werd Richtlijn 96/22/EG gewijzigd en werd de werkingssfeer van Richtlijn 96/22/EG beperkt tot voedselproducerende dieren, waarbij de verboden voor gezelschapsdieren werden ingetrokken.
Omdat 17ß-oestradiol niet essentieel is voor het kweken van voedselproducerende dieren (omdat er alternatieven beschikbaar zijn) en gezien de potentiële risico’s ervan voor de menselijke gezondheid, wordt de stof volledig verboden voor gebruik bij voedselproducerende dieren. De tijdelijke vrijstellingen die waren voorzien voor het gebruik van 17ß-oestradiol worden daarom niet hernieuwd.
Verbod
Door de richtlijn wordt het volgende verboden:
Uitzonderingen
Stoffen met hormonale of thyreostatische werking en ß-agonisten mogen niet worden toegediend aan landbouwhuisdieren. Bepaalde stoffen met hormonale werking en ß-agonisten mogen echter wel worden gebruikt voor therapeutische en zoötechnische doeleinden, mits strikt gecontroleerd.
Invoer
De EU verbiedt de invoer van dieren, vlees of producten van dierlijke oorsprong uit niet-EU-landen die het toedienen van die stoffen voor groeibevordering toestaan. Het EU-verbod is echter niet van toepassing wanneer die landen gelijkwaardige garanties voor uitvoer kunnen bieden, zoals een gescheiden foksysteem.
VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?
De richtlijn is van toepassing sinds 23 mei 1996. De EU-landen moesten de richtlijn vóór 1 juli 1997 omzetten in nationale wetgeving.
ACHTERGROND
Voor meer informatie, zie:
KERNBEGRIPPEN
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Richtlijn 96/22/EG van de Raad van 29 april 1996 betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van ß-agonisten en tot intrekking van de Richtlijnen 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 3-9)
Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 96/22/EG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1-66)
Laatste bijwerking 16.11.2017