Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Economische en Handelsovereenkomst tussen Canada en de Europese Unie

Economische en Handelsovereenkomst tussen Canada en de Europese Unie

 

SAMENVATTING VAN:

Besluit (EU) 2017/37 inzake het ondertekenen van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada en de Europese Unie (EU) en haar lidstaten

Besluit (EU) 2017/38 — voorlopige toepassing van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada en de Europese Unie en haar lidstaten

Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada en de Europese Unie

WAT IS HET DOEL VAN DE BESLUITEN EN DE OVEREENKOMST?

  • De besluiten dekken het ondertekenen en de voorlopige toepassing van de vrijhandelsovereenkomst tussen Canada en de Europese Unie (EU) en de lidstaten (CETA).
  • De overeenkomst is ontworpen ter ondersteuning van de groei en werkgelegenheid middels verbeterde markttoegang voor goederen, diensten en investeringen. De overeenkomst zet specifieke regels uiteen betreffende handel voor degenen die betrokken zijn in commerciële activiteiten. Zij heeft de potentie om prijzen laag te houden en klanten een bredere keuze aan kwaliteitsproducten aan te bieden, terwijl de normen en regels betreffende voedsel- en productveiligheid, consumentenbescherming, gezondheid, milieu, sociale en arbeidsreglementen enz. in stand worden gehouden.

KERNPUNTEN

De overeenkomst begint met een preambule, waarin de redenen voor en doelstellingen van de overeenkomst en de toewijding van de partijen aan deze doelstellingen uiteen worden gezet. Daarna volgen 30 hoofdstukken, 3 protocollen en ruim 1 000 pagina’s aan bijlagen.

Hoofdstuk 1: Definities en toepassingsgebied

Dit hoofdstuk verklaart de voorwaarden die worden gebruikt in de overeenkomst om Canadese en Europese partners een consensus te geven van de taal die in de overeenkomst wordt gebruikt.

Hoofdstuk 2: Nationale aanpak en markttoegang voor goederen

  • CETA zal de meeste accijnzen, belastingen of andere invoerkosten opheffen op goederen die worden verhandeld tussen de EU en Canada, als de overeenkomst in werking treedt, of geleidelijker. De partijen stemmen ermee in de goederen die zij van elkaar invoeren niet minder gunstig te behandelen dan goederen die in eigen land worden geproduceerd.
  • Er worden tevens bepaalde beperkingen en controles vermeld die CETA zal instellen of in stand zal houden, zoals de rechten van beide kanten beschermen als leden van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), of de oorsprong van de goederen die zij importeren zeker stellen.

Hoofdstuk 3: Rechtsmiddelen in de handel

  • De partners bevestigen hun rechten en plichten onder de WTO-regels. WTO-leden kunnen de negatieve effecten van oneerlijke handelspraktijken in hun binnenlandse industrie tegengaan als, bijvoorbeeld, een andere lidstaat goederen op hun markt “dumpt” die onder de productieprijs van deze goederen zitten, of de productie van dergelijke goederen financiert.
  • Het hoofdstuk bevat ook:
    • voorschriften inzake transparantie, waaronder
      • onderzoek naar mogelijke gevallen van oneerlijke handelspraktijken,
      • maatregelen om deze tegen te gaan;
    • mechanismen voor het delen van advies en informatie om dergelijke praktijken te voorkomen.

Hoofdstuk 4: Technische belemmeringen op handel

  • De partners verbinden zich ertoe om nauwer samen te werken aan technische voorschriften op het testen en certificeren van producten. Het doel is om regelgevende instanties in staat te stellen om:
    • ervaring en informatie te delen;
    • gebieden te identificeren waarop ze nauwer samen kunnen werken.
  • Samenwerking is vrijwillig. De ene noch de andere partij wordt gedwongen normen te verlagen.

Hoofdstuk 5: Overeengekomen acties betreffende sanitaire kwesties en de gezondheid van planten (SPS)

  • De EU en Canada hebben sinds 1998 een Veterinaire Overeenkomst met elkaar. Deze is van toepassing op dieren en producten met componenten van dierlijke oorsprong. Onder CETA vervangt het SPS-hoofdstuk de Veterinaire Overeenkomst, maar het werk dat plaatsvond onder die overeenkomst wordt voortgezet.
  • Maatregelen die door elk van de partners worden genomen om voedselveiligheid en de gezondheid van dieren en planten zeker te stellen, mogen geen ongerechtvaardigde belemmeringen op de handel creëren, maar moeten de handel eerder vergemakkelijken.

Hoofdstuk 6: Vereenvoudiging douane en handel

Dit hoofdstuk is ontworpen om douaneprocedures te stroomlijnen en ze efficiënter te maken. Het garandeert:

  • transparantie – bijv. douanevereisten openbaar maken en informatie online zetten;
  • gestroomlijnde, op risico gebaseerde procedures – bijv. risicomanagement en procedures vóór aankomst in plaats van de noodzaak om elke zending die voor invoer wordt aangeboden te onderzoeken;
  • zekerheid en voorspelbaarheid – bijv. een transparante, efficiënte verzoekprocedure, betrouwbare voorafgaande besluiten betreffende tariefclassificaties.

Hoofdstuk 7: Subsidies

  • De partijen moeten
    • elkaar op de hoogte stellen wanneer zij de productie van goederen subsidiëren;
    • aanvullende informatie bieden over eventuele subsidies die zij aan dienstverlenende bedrijven geven, als de andere partij om dergelijke informatie vraagt.
  • Er is ook een mechanisme opgesteld dat de partijen in staat stelt om advies van elkaar te vragen over subsidies die de handel tussen hen negatief zouden kunnen beïnvloeden, en om oplossingen te vinden als blijkt dat een subsidie dat inderdaad doet. De partijen komen ook overeen dat zij de uitvoer van landbouwproducten naar elkaars markten niet subsidiëren.

Hoofdstuk 8: Investeringen

  • In dit hoofdstuk staan maatregelen beschreven die zijn ontworpen om de deur naar investeringen te openen tussen de partijen en om investeerders te beschermen en zeker te stellen dat regeringen hen eerlijk behandelen.
  • Dit comité:
    • heft de belemmeringen voor buitenlandse investeringen, zoals buitenlandse index-caps of prestatievereisten, op;
    • stelt EU-investeerders in staat om hun kapitaal in Canada terug naar de EU over te dragen, en andersom;
    • creëert transparante, stabiele en voorspelbare richtlijnen voor het beheer van investeringen;
    • garandeert dat regeringen buitenlandse investeerders eerlijk zullen behandelen;
    • installeert een nieuw Investment Court System (ICS) om investeerders in staat te stellen investeringsgeschillen met regeringen snel en op eerlijke wijze op te lossen;
    • bevestigt het recht om op alle niveaus van bestuur regelgevend op te treden.

Hoofdstuk 9: Grensoverschrijdende handel in diensten

  • Dit hoofdstuk maakt het gemakkelijker voor individuen en bedrijven om diensten te leveren aan Canadese klanten, en andersom. De verordening bestrijkt:
    • diensten zoals juridische diensten, boekhouding, transport en telecommunicatiediensten;
    • diensten zoals toerisme, waarbij een Canadese consument fysiek van Canada naar de EU moet gaan om gebruik te kunnen maken van die service, en andersom.
  • De partijen verbinden zich ertoe eerlijke, gelijkwaardige toegang te garanderen tot elkaars servicemarkten.
  • In bepaalde servicesectoren bestaan er voor de partijen uitzonderingen, omdat, bijvoorbeeld, de diensten in kwestie — audiovisuele diensten, bepaalde luchtvaartdiensten — gevoelig zijn. De overeenkomst handhaaft het vermogen van de regering om diensten te regelen en leveren in openbaar belang volledig.

Hoofdstuk 10: Tijdelijke toegang en verblijf voor werknemers binnen de grenzen van het andere land of handelsblok

Dit hoofdstuk biedt juridische zekerheid voor geschoolde werknemers die tijdelijk naar de EU of naar Canada gaan voor zaken. Het beschrijft:

  • de types gedekte professionals, en de sectoren waarin zij kunnen werken;
  • de maximale lengte van hun verblijf;
  • dat EU-professionals verzekerd zijn van gelijkwaardige behandeling in Canada en andersom.

Hoofdstuk 11: Wederzijdse erkenning van professionele kwalificaties

Dit hoofdstuk creëert voorzieningen die Canada in staat stellen om professionele kwalificaties te erkennen die behaald zijn in de EU, en andersom. De overeenkomst:

  • stelt professionals aan beide kanten van de Atlantische Oceaan in staat om werk te verrichten op elkaars grondgebied;
  • laat het over aan de relevante autoriteiten of professionele instellingen in de EU en Canada om te onderhandelen over een voorstel van wederzijde erkenning dat kan worden geïntegreerd in CETA.

Hoofdstuk 12: Binnenlandse regelgeving

  • Om zeker te stellen dat binnenlandse regelgeving op elk grondgebied niet werkt als een oneerlijke belemmering voor handel, dienen alle aangenomen richtlijnen openbaar te worden gemaakt, gemakkelijk te begrijpen en redelijk te zijn.
  • In sommige gevallen kunnen de autoriteiten in de EU of Canada een vergunning toekennen aan een bedrijf voor het leveren van een dienst of het uitvoeren van een specifieke economische activiteit. In andere gevallen kunnen zij kwalificatievereisten stellen.
  • Er gelden uitzonderingen voor sommige regelgevingsgebieden, zoals waterdistributie of andere openbare dienstverleningen.

Hoofdstuk 13: Financiële diensten

  • Dit hoofdstuk stelt financiële instellingen en investeerders in de EU en Canada in staat te profiteren van eerlijke, gelijkwaardige toegang tot elkaars markten. Er gelden bepaalde voorwaarden en de voorschriften voldoen volledig aan de prudentiële en juridische normen die gelden in de EU en Canada. Bovendien kunnen bedrijven die financiële diensten leveren hun diensten alleen aan de andere partij aanbieden in een beperkt aantal sectoren, zoals bepaalde verzekerings- of bankdiensten.
  • Een Comité voor Financiële Diensten zal de partijen helpen de sector te overzien en te reguleren. Het is hun toegestaan de veiligheid en integriteit van hun financiële systemen te beschermen. Gebieden zoals pensioen en sociale zekerheid zijn hiervan uitgesloten.

Hoofdstuk 14: Internationale zeetransportdiensten

Dit hoofdstuk:

  • zet de regels voor zeetransportmarkt tussen de partijen uiteen;
  • bevat maatregelen om eerlijke en gelijkwaardige toegang tot havens en havendiensten voor commerciële schepen zeker te stellen.
  • biedt definities, zodat de verplichtingen van de partijen duidelijk zijn.

Hoofdstuk 15: Telecommunicatie

De partijen verbinden zich ertoe elkaars ondernemingen eerlijke en gelijkwaardige toegang tot openbare telecommunicatienetwerken en -diensten te geven. De richtlijnen bevestigen het recht van de klant om:

  • zijn/haar nummer te behouden wanneer hij/zij van provider wisselt;
  • telecommunicatiediensten te ontvangen in afgelegen gebieden.

Hoofdstuk 16: Elektronische handel

  • Dit hoofdstuk omvat alle mogelijke werkzaamheden die elektronisch (bijv. online shopping) worden uitgevoerd.
  • Het bevat richtlijnen om zeker te stellen dat persoonlijke informatie op het internet wordt beschermd en dat online diensten geen douanerechten omvatten;
  • De partijen beloven samen te werken betreffende kwesties inzake e-commerce, bijvoorbeeld voor het tegengaan van spam.

Hoofdstuk 17: Mededingingsbeleid

De partijen komen overeen

  • praktijken te verbieden en bestraffen die mededinging en handel (kartels, misbruik van dominante marktpositie, of mededingingsverstorende fusies) verstoren;
  • de regels te respecteren om zeker te stellen dat zij op eerlijke en transparante wijze te werk gaan wanneer zij mededingingswetten toepassen en onderzoek instellen naar bedrijven die deze regels overtreden;
  • het belang van samenwerking tussen respectieve mededingingsautoriteiten te erkennen.

Hoofdstuk 18: Openbare bedrijven, monopolies en ondernemingen waaraan speciale rechten of privileges zijn toegekend

  • De partijen beloven zich niet in te mengen in of een mogelijk verstoring te veroorzaken van mededingen voor particuliere bedrijven. Beide kanten zullen zeker stellen dat openbare ondernemingen, monopolies en ondernemingen waaraan speciale rechten zijn toegekend niet discriminerend zijn voor goederen, diensten of investeringen van de andere partij.
  • Daarmee wordt gegarandeerd dat mededinging tussen particuliere en openbare bedrijven niet negatief wordt beïnvloed. De richtlijnen stellen zeker dat beide partijen de volledige vrijheid hebben bij het kiezen van de manier waarop zij openbare diensten aan hun burgers leveren.

Hoofdstuk 19: Overheidsopdrachten

Dit hoofdstuk specificeert de gebieden waarin Canadese en EU-ondernemingen goederen en diensten aan elkaars regeringen kunnen leveren, op elk regeringsniveau - nationaal, regionaal en provinciaal, en lokaal. Hiervoor moeten ondernemingen voldoen aan bepaalde richtlijnen betreffende:

  • de waarde van de goederen, diensten of het betrokken contact
  • wie de klant is
  • de goederen en diensten die zijn toegestaan (in de bijlage).

Hoofdstuk 20: Intellectueel eigendom

Dit hoofdstuk:

  • bouwt verder op bestaande internationale intellectuele eigendoms(IE)rechten om regelgeving en normen te ontwikkelen die consistent zijn tussen de partijen;
  • zet de procedures voor bescherming tegen IE-inbreuken uiteen;
  • definieert gebieden waarin beide partijen verder samen kunnen werken.

Hoofdstuk 21: Samenwerking op het gebied van regelgeving

  • Dit hoofdstuk:
    • bouwt verder op een bestaande overeenkomst tussen de partijen voor samenwerking op het gebied van regelgeving,
    • spoort regelgevende instanties aan om ervaringen en informatie uit te wisselen, en identificeert gebieden waarin ze zouden kunnen samenwerken.
  • Alle samenwerking is vrijwillig en regelgevende instanties in de EU en Canada behouden hun bevoegdheid om wetgeving aan te nemen.

Hoofdstuk 22: Handel en duurzame ontwikkeling

In dit hoofdstuk komen de partijen het volgende overeen:

  • zij erkennen dat economische groei, sociale ontwikkeling en milieubescherming met elkaar verweven zijn;
  • zij beloven zeker te stellen dat economische groei hun sociale en milieudoelstellingen ondersteunt;
  • zij creëren een Gezamenlijk Comité voor Handel en Duurzame Ontwikkeling;
  • zij verbinden zich tot het bevorderen van fora met belangengroepen.

Hoofdstuk 23: Handel en arbeid

  • De partners verbinden zich ertoe zich te houden aan de arbeidsnormen die zijn opgesteld door de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), en de fundamentele verdragen te bekrachtigen en toe te passen.
  • Het hoofdstuk:
    • beschermt het recht van beide partijen om regelgeving voor arbeidskwesties in te stellen;
    • zorgt ervoor dat geen van de partijen arbeidsnormen negeert of verlaagt om de handel te stimuleren;
    • garandeert dat niet-gouvernementele organisaties worden betrokken bij het toepassen van de richtlijnen in dit hoofdstuk;
    • moedigt samenwerking met de IAO aan;
    • stelt een mechanisme vast om ervoor te zorgen dat beide partijen de voorschriften van het hoofdstuk omzetten in de praktijk (handhavingsmechanisme).

Hoofdstuk 24: Handel en milieu

  • De partijen komen overeen dat internationale milieuverdragen omgezet worden in de praktijk.
  • De overeenkomst:
    • beschermt het recht van beide kanten om regelgeving in milieukwesties in te stellen;
    • vereist dat beide kanten hun binnenlandse milieuwetten naleven;
    • zorgt ervoor dat geen van de partijen haar wetten kan versoepelen om de handel te stimuleren;
    • bevordert instandhouding en duurzaam management van bossen en visserijen;
    • garandeert dat niet-gouvernementele groepen worden betrokken.

Hoofdstuk 25: Bilaterale dialogen en samenwerking

  • De partijen komen overeen dat zij nauwer zullen samenwerken op gebieden als wetenschap en bosbouw.
  • Bestaande overeenkomsten over dialoog en samenwerking betreffende handel en economische kwesties zijn geïntegreerd in CETA, zodat alle activiteiten van deze soort dezelfde basis hebben.

Hoofdstuk 26: Administratieve en institutionele maatregelen

Dit hoofdstuk beschrijft hoe de partijen de verschillende comités die de overeenkomst opstelt, organiseren om CETA te beheren en toe te passen, en de juridische aard van hun beslissingen.

Hoofdstuk 27: Transparantie

De partijen komen overeen:

  • de wetten, richtlijnen, procedures en administratieve beslissingen over kwesties die CETA dekt te publiceren en deze beschikbaar te maken voor degenen die betroffen zijn;
  • direct informatie te delen en te reageren op vragen over maatregelen die de manier waarop zij CETA toepassen, beïnvloeden;
  • samen te werken in internationale instellingen om transparantie in internationale handel en investering te bevorderen.

Hoofdstuk 28: Uitzonderingen

De partijen hebben het recht bepaalde gebieden uit te sluiten, uit specifieke hoofdstukken van CETA, of uit de hele overeenkomst, om diverse redenen (bijv. om openbare veiligheid zeker te stellen, belastingontduiking te voorkomen, of culturele identiteit te bevorderen).

Hoofdstuk 29: Geschillenbeslechting

  • Dit hoofdstuk biedt een systeem voor het beslechten van geschillen tussen de partijen over de manier waarop zij CETA toepassen of interpreteren. Indien er geschillen optreden, moeten de 2 partijen eerst duidelijk en per ommegaand met elkaar communiceren om te proberen de geschillen zo snel mogelijk op te lossen. Zij dienen ook experts te raadplegen over het geschil. Pas als deze inspanningen tevergeefs blijken, kunnen zij hun toevlucht zoeken tot de formele procedure die in dit hoofdstuk uiteen is gezet.
  • Het omschrijft tevens de procedures die beide partijen dienen op te volgen om een formeel geschil op te lossen. Het geeft hun de optie een onafhankelijke bemiddelaar te gebruiken om toezicht te houden op het proces.

Hoofdstuk 30: Overige maatregelen

Dit hoofdstuk zet richtlijnen uiteen betreffende het ingaan van de overeenkomst, de introductie van nieuwe lidstaten in de overeenkomst als deze eenmaal is ondertekend, en het aanpassen of beëindigen van de overeenkomst.

VANAF WANNEER ZIJN DE BESLUITEN EN DE OVEREENKOMST VAN TOEPASSING?

Besluit (EU) 2017/37 en Besluit (EU) 2017/38 zijn sinds 28 oktober 2016 van toepassing.

CETA kan pas volledig van kracht worden als alle lidstaten de overeenkomst hebben bekrachtigd in overeenstemming met de in hun land geldende constitutionele vereisten.

ACHTERGROND

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Besluit (EU) 2017/37 van de Raad van 28 oktober 2016 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (PB L 11 van 14.1.2017, blz. 1-2)

Besluit (EU) 2017/38 van de Raad van 28 oktober 2016 betreffende de voorlopige toepassing van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (PB L 11 van 14.1.2017, blz. 1080-1081)

Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (PB L 11 van 14.1.2017, blz. 23-1079)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kennisgeving betreffende de voorlopige toepassing van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (PB L 238 van 16.9.2017, blz. 9-1081)

Kennisgeving betreffende de voorlopige toepassing van de overeenkomst inzake een strategisch partnerschap (SPA) tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Canada, anderzijds (PB L 89 van 1.4.2017, blz. 1)

Laatste bijwerking 09.09.2021

Top