EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020R0672

Tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak (SURE)

Tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak (SURE)

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2020/672 — de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

  • De verordening strekt tot instelling van het Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE), en bevat de voorwaarden en procedures volgens welke de EU financiële bijstand kan verlenen aan een lidstaat die een ernstige economische verstoring ondervindt of dreigt te ondervinden als gevolg van de COVID-19-uitbraak.
  • De bijstand is hoofdzakelijk bedoeld voor het financieren van werktijdverkortingsregelingen of soortgelijke maatregelen ter bescherming van werknemers en zelfstandigen, en zodoende voor het verminderen van werkloosheid en inkomensverlies. De bijstand kan, in aanvulling daarop, ook worden gebruikt voor de financiering van sommige maatregelen op gezondheidsgebied, met name op de werkplek.

KERNPUNTEN

  • Op grond van artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kan de Raad financiële bijstand van de EU verlenen aan een lidstaat in geval van (ernstige dreiging van) moeilijkheden die worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.
  • Volgens de SURE-verordening kan een lidstaat om financiële bijstand van de EU verzoeken ter ondersteuning van nationale maatregelen, zoals werktijdverkortingsregelingen, om de sociaaleconomische gevolgen van de COVID‐19‐uitbraak aan te pakken, als zijn werkelijke (en mogelijk ook geplande) overheidsuitgaven sinds 1 februari 2020 plots en sterk zijn gestegen.
  • Financiële bijstand wordt op verzoek verstrekt, in de vorm van een lening die in tranches wordt uitbetaald. Hiertoe sluiten de Europese Commissie en de betrokken lidstaat een leningsovereenkomst overeenkomstig artikel 220, lid 5, van het Financieel Reglement van de EU (Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 — zie samenvatting).
  • Om te voorzien in de financiering van het SURE-instrument, wordt de Commissie gemachtigd om op het meest geschikte tijdstip namens de EU op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen leningen op te nemen om de financieringskosten te optimaliseren en haar reputatie als de uitgevende instelling van de EU op de markten te vrijwaren. De lidstaten kunnen een bijdrage aan het SURE-instrument leveren door een tegengarantie te bieden voor het risico dat door de EU wordt gedragen. Dergelijke bijdragen moeten worden verstrekt in de vorm van onherroepelijke, onvoorwaardelijke en afroepbare garanties. Het bedrag van de garantie die elke lidstaat bijdraagt, komt overeen met zijn relatieve aandeel in het bruto nationaal inkomen van de EU, en het totale bedrag aan garanties bedraagt 25 miljard EUR. De Commissie sluit met de bijdragende lidstaat een overeenkomst over de garantie, waarin de betalingsvoorwaarden worden vastgelegd.
  • Het maximumbedrag van de in het kader van SURE beschikbare financiële bijstand bedraagt 100 miljard EUR voor alle lidstaten samen.
  • Het SURE-instrument is bedoeld als aanvulling op de nationale maatregelen van de getroffen lidstaten om de rechtstreekse gevolgen van de COVID-19-uitbraak voor de economie, de samenleving en de gezondheid te beperken.

Procedure voor verzoek om en goedkeuring van financiële bijstand

  • Financiële bijstand wordt beschikbaar gesteld door middel van een uitvoeringsbesluit van de Raad dat op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de betrokken lidstaat wordt vastgesteld.
  • Hiertoe bezorgt de betrokken lidstaat de Commissie de nodige bewijsstukken in verband met de plotse en sterke stijging van de werkelijke (en mogelijk ook geplande) overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen en, in voorkomend geval, met de relevante maatregelen op gezondheidsgebied als gevolg van de COVID-19-uitbraak.

Prudentiële regels

  • De Commissie is van haar kant verplicht uitvoering te geven aan de volgende op de SURE-leningenportefeuille toepasselijke prudentiële regels:
    • het aandeel van de leningen dat wordt verstrekt aan de drie lidstaten die het grootste aandeel van de leningen vertegenwoordigen, mag niet meer dan 60 % van het maximumbedrag bedragen (d.w.z. 60 % van 100 miljard EUR);
    • de door de EU in een bepaald jaar verschuldigde bedragen mogen niet meer dan 10 % van het maximumbedrag van het SURE-instrument bedragen (d.w.z. 10 % van 100 miljard EUR);
    • indien nodig kan de Commissie de betrokken namens de EU aangegane leningen doorrollen.
  • Het uitvoeringsbesluit van de Raad bevat:
    • het bedrag van de lening, de maximale gemiddelde looptijd, de prijsbepalingsformule, het maximale aantal tranches, de beschikbaarheidsperiode en de overige gedetailleerde regels die nodig zijn voor de verlening van de financiële bijstand;
    • een beoordeling of door de lidstaat aan de voorwaarden voor gebruik van het SURE-instrument is voldaan;
    • een beschrijving van de nationale werktijdverkortingsregelingen of soortgelijke maatregelen en, waar passend, van de maatregelen op gezondheidsgebied die ook in aanmerking komen voor financiering op grond van de SURE-verordening.
  • Wanneer de Raad het uitvoeringsbesluit vaststelt, houdt hij rekening met de bestaande en verwachte behoeften van de lidstaat en met verzoeken om financiële bijstand in het kader van SURE die reeds door andere lidstaten zijn ingediend of gepland, met toepassing van de beginselen van gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie.

Beheer, mogelijk gebruik van garanties en beschikbaarheid van het SURE-instrument

  • De Commissie treft met het Europees Stelsel van centrale banken de noodzakelijke regelingen voor het beheer van de leningen. De begunstigde lidstaten openen bij hun nationale centrale bank een speciale rekening voor het beheer van de ontvangen financiële bijstand.
  • In het geval dat de Commissie, ondanks de toepassing van alle prudentiële regels, de door de lidstaten verstrekte garanties moet afroepen, wordt van de Commissie verwacht dat zij, voordat zij deze garanties afroept, onderzoekt of zij de voor de betalingskredieten beschikbare marge onder het plafond van de eigen middelen kan gebruiken in de mate die zij als houdbaar beschouwt, met inachtneming van onder meer alle voorwaardelijke verplichtingen van de EU en de houdbaarheid van de algemene begroting van de EU.
  • Het SURE-instrument wordt beschikbaar zodra alle lidstaten hun deel van de garanties hebben bijgedragen (zie hierboven). De beschikbaarheidsperiode van het SURE-instrument waarin een uitvoeringsbesluit van de Raad tot verlening van de financiële bijstand kan worden vastgesteld, eindigt op 31 december 2022. De Raad kan, op voorstel van de Commissie, besluiten de beschikbaarheidsperiode van het SURE-instrument telkens met een aanvullende periode van zes maanden te verlengen indien de Commissie tot de slotsom komt dat de door de COVID-19-uitbraak veroorzaakte ernstige economische ontwrichting voor de financiering van de relevante maatregelen voortduurt.
  • De verordening is niet van toepassing in het Verenigd Koninkrijk.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is op 20 mei 2020 in werking getreden.

ACHTERGROND

Zie ook:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak (PB L 159 van 20.5.2020, blz. 1-7)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1-222)

Achtereenvolgende wijzigingen in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 zijn in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Derde Deel — Het beleid en intern optreden van de Unie — Titel VIII — Economisch en monetair beleid — Hoofdstuk 1 — Economisch beleid — Artikel 122 (oud artikel 100 VEG) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 98)

Laatste bijwerking 31.08.2020

Naar boven