EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011L0092

Milieueffectbeoordeling van projecten (MEB)

Milieueffectbeoordeling van projecten (MEB)

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

Deze richtlijn, die bekendstaat als de MEB-richtlijn, heeft als doel:

  • zorgen voor een hoge mate van milieubescherming;
  • ervoor zorgen dat milieuoverwegingen worden verwerkt in de voorbereiding en vergunningen van projecten.

Dit doel wordt bereikt door ervoor te zorgen dat de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten uit bijlagen I en II van de richtlijn (luchthavens, kerninstallaties, spoorwegen, wegen, afvalverwijderingsinstallaties, rioolwaterbehandelingsinstallaties enz.) wordt uitgevoerd.

De MEB-richtlijn is van toepassing op een groot aantal openbare en particuliere projecten.

KERNPUNTEN

Richtlijn 2011/92/EU geeft een definitie van het proces voor milieueffectbeoordeling (MEB) waarmee ervoor wordt gezorgd dat projecten die waarschijnlijk aanzienlijke gevolgen hebben voor het milieu, worden onderworpen aan een beoordeling voordat er een vergunning voor wordt gegeven.

Er werd gewijzigde wetgeving (Richtlijn 2014/52/EU) aangenomen in 2014. In lijn met de behoefte aan slimmere regelgeving:

  • helpt de richtlijn administratieve lasten te verminderen;
  • verbetert de richtlijn het niveau van milieubescherming om zo betere, meer voorspelbare en duurzame zakelijke beslissingen over openbare en particuliere investeringen mogelijk te maken;
  • is in de richtlijn rekening gehouden met dreigingen en uitdagingen die zich hebben voorgedaan sinds de oorspronkelijke voorschriften 30 jaar geleden van kracht werden. Dit betekent dat er meer aandacht wordt gegeven aan aspecten als hulpbronnenefficiëntie, klimaatsverandering en rampenpreventie, die nu beter worden weerspiegeld in het beoordelingsproces.

De belangrijkste wijzigingen zijn de volgende:

  • EU-landen kunnen hun verschillende milieubeoordelingsprocedures vereenvoudigen.
  • Er worden tijdschema’s ingevoerd voor de verschillende stadia van milieueffectbeoordelingen.
  • De screeningprocedure, waarmee wordt vastgesteld of een MEB vereist is, is vereenvoudigd.
  • Beslissingen moeten naar behoren worden gemotiveerd in het licht van de bijgewerkte screeningcriteria.
  • MEB-verslagen moeten inzichtelijker worden gemaakt voor het publiek, met name met betrekking tot beoordelingen van de huidige toestand van het milieu en alternatieven voor het desbetreffende project.
  • De kwaliteit en de inhoud van de verslagen zijn verbeterd. Bevoegde instanties moeten ook hun objectiviteit aantonen om belangenconflicten te voorkomen.
  • De gronden voor vergunningsbeslissingen* moeten duidelijk en transparanter zijn voor het publiek.
  • Als projecten aanzienlijke nadelige gevolgen voor het milieu hebben, zijn opdrachtgevers verplicht om deze gevolgen te vermijden, te voorkomen of te beperken. Deze projecten moeten worden gemonitord.

De milieueffectbeoordeling

De milieueffectbeoordeling werkt als volgt:

  • de opdrachtgever kan de bevoegde instantie verzoeken om te bepalen wat er in de MEB-informatie moet staan die moet worden verstrekt (scopingfase);
  • de opdrachtgever moet informatie verstrekken over de invloed op het milieu (in de vorm van een MEB-verslag dat is opgesteld in overeenstemming met bijlage IV van de richtlijn);
  • de milieuautoriteiten en het publiek, evenals lokale en regionale autoriteiten (en eventuele getroffen EU-landen), moeten worden ingelicht en geraadpleegd;
  • de bevoegde instantie bepaalt of er rekening wordt gehouden met de resultaten van raadplegingen; deze beslissing omvat ook een gemotiveerde conclusie over de aanzienlijke milieueffecten van het project;
  • de instantie informeert het publiek over haar beslissing;
  • het publiek kan de beslissing aanvechten bij de rechtbank.

Openbare raadplegingen

Raadpleging van het publiek is een belangrijk aspect van het MEB-proces. Voor een doeltreffende publieksparticipatie moeten het MEB-verslag en andere informatie zo vroeg mogelijk worden verstrekt. Dit kan elektronisch, middels openbare kennisgevingen of aanplakbiljetten of via plaatselijke kranten plaatsvinden.

Verantwoordelijkheid van nationale autoriteiten

Autoriteiten moeten binnen een redelijke termijn beslissen of ze het project goedkeuren of niet. Ze moeten de inhoud van een positieve beslissing, inclusief de belangrijkste redenen voor hun goedkeuring en eventuele milieuvoorwaarden of andere voorwaarden die ze eraan verbinden, beschikbaar maken voor het publiek en milieu-instanties, lokale en regionale organen. Indien ze de ontwikkeling afwijzen, moeten ze daarvoor een toelichting geven.

EU-landen kunnen strengere voorwaarden voorschrijven en strafsancties opleggen bij eventuele overtredingen.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

Richtlijn 2011/92/EU is van toepassing sinds 17 februari 2012 en codificeert vier eerdere richtlijnen (85/337/EEG, 97/11/EG, 2003/35/EG en 2009/31/EG), waarvan de eerste op 3 juli 1988 in wetgeving is omgezet in de EU-landen.

De wijzigingsrichtlijn 2014/52/EU is van toepassing sinds 25 april 2014 en moest in de EU-landen voor 16 mei 2017 in wetgeving zijn omgezet.

ACHTERGROND

Kijk voor meer informatie op:

KERNBEGRIPPEN

Vergunningsbeslissing: een beslissing van de bevoegde instanties om een project goed te keuren.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (codificatie) (PB L 26 van 28.1.2012, blz. 1-21)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2011/92/EU zijn in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Laatste bijwerking 23.07.2018

Naar boven