EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D1281

Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1281 van de Commissie van 29 juli 2019 tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2014/245/EU van de Commissie betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Brazilië als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (Voor de EER relevante tekst.)

C/2019/5805

OJ L 201, 30.7.2019, p. 34–36 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2019/1281/oj

30.7.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 201/34


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/1281 VAN DE COMMISSIE

van 29 juli 2019

tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2014/245/EU van de Commissie betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Brazilië als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus (1), en met name artikel 5, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 5, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 kan de Commissie een gelijkwaardigheidsbesluit nemen waarin zij verklaart dat het juridische en toezichtkader van een derde land waarborgt dat in dat derde land toegelaten of geregistreerde ratingbureaus voldoen aan juridisch bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de in die verordening vastgestelde vereisten en dat zij onderworpen zijn aan feitelijk toezicht en effectieve handhaving in dat derde land. Om als gelijkwaardig te worden beschouwd, moet het juridische en toezichtkader ten minste voldoen aan de voorwaarden in artikel 5, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1060/2009.

(2)

Op 28 april 2014 heeft de Commissie Uitvoeringsbesluit 2014/245/EU (2) vastgesteld, waarin wordt verklaard dat deze drie voorwaarden zijn vervuld en het Braziliaanse juridische en toezichtkader inzake ratingbureaus als gelijkwaardig aan de op dat moment geldende vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 wordt beschouwd.

(3)

Het Braziliaanse juridische en toezichtkader voldoet nog steeds aan de drie voorwaarden die oorspronkelijk in artikel 5, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 waren neergelegd. Verordening (EU) nr. 462/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) heeft echter aanvullende vereisten voor in de Unie geregistreerde ratingbureaus ingevoerd, waardoor het juridische en toezichtkader voor die ratingbureaus strenger is geworden. Deze aanvullende vereisten omvatten juridisch bindende regels voor ratingbureaus inzake ratingoutlooks, beheer van belangenconflicten, vertrouwelijkheidsvereisten, de kwaliteit van ratingmethodologieën en de presentatie en openbaarmaking van ratings.

(4)

Artikel 2, tweede alinea, punt 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 462/2013 bepaalt dat de aanvullende vereisten met ingang van 1 juni 2018 van toepassing zijn bij de beoordeling van de gelijkwaardigheid van de juridische en toezichtkaders van derde landen.

(5)

Tegen deze achtergrond heeft de Commissie op 13 juli 2017 de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) om advies gevraagd over de gelijkwaardigheid van het juridische en toezichtkader van onder meer Brazilië aan deze bij Verordening (EU) nr. 462/2013 ingevoerde aanvullende vereisten, en om zijn oordeel over het wezenlijke belang van eventuele verschillen.

(6)

In haar op 17 november 2017 gepubliceerde technische advies heeft de ESMA geconcludeerd dat het Braziliaanse juridische en toezichtkader niet voldoende bepalingen bevat die zouden kunnen voldoen aan de doelstellingen van de bij Verordening (EU) nr. 462/2013 ingevoerde aanvullende vereisten.

(7)

Bij Verordening (EU) nr. 462/2013 wordt in artikel 3, lid 1, onder w), een definitie van “ratingoutlook” ingevoerd en bepaalde vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 die op ratings van toepassing zijn, zijn nu uitgebreid tot ratingoutlooks. Het Braziliaanse kader erkent ratingoutlooks niet uitdrukkelijk als een afzonderlijk item dat losstaat van ratings, maar de effectencommissie van Brazilië (“Comissão de Valores Mobiliários”) verwacht dat de productie van ratingoutlooks zal voldoen aan al dezelfde vereisten voor de overeenkomstige ratings.

(8)

Om de perceptie van de onafhankelijkheid van ratingbureaus tegenover de beoordeelde entiteiten te verbeteren, worden de regels inzake belangenconflicten in artikel 6, lid 4, en de artikelen 6 bis en 6 ter van Verordening (EG) nr. 1060/2009 bij Verordening (EU) nr. 462/2013 uitgebreid tot belangenconflicten veroorzaakt door aandeelhouders of vennoten die een significante positie binnen het ratingbureau hebben. Het Braziliaanse juridische en toezichtkader vereist dat een ratingbureau passende en doeltreffende organisatorische en administratieve procedures instelt om elk belangenconflict te voorkomen, op te sporen, weg te nemen, te corrigeren en openbaar te maken. Het Braziliaanse juridische en toezichtkader vereist echter niet uitdrukkelijk dat ratingbureaus verantwoording moeten afleggen voor belangenconflicten met betrekking tot aandeelhouders. Er is bijgevolg geen verbod op het afgeven van een rating aan een entiteit indien een bestuurslid van het ratingbureau of een aandeelhouder die meer dan 10 % van het kapitaal of de stemrechten van het ratingbureau bezit, meer dan 10 % van het kapitaal in de beoordeelde entiteit bezit. Er bestaat evenmin een verbod voor een persoon of entiteit die meer dan 5 % van het kapitaal of de stemrechten van een ratingbureau bezit, om consultancy- of adviesdiensten te verlenen aan een beoordeelde entiteit van dat ratingbureau.

(9)

Verordening (EU) nr. 462/2013 voert nieuwe bepalingen in om ervoor te zorgen dat vertrouwelijke informatie alleen wordt gebruikt voor doeleinden in verband met ratingactiviteiten en wordt beschermd tegen fraude, diefstal of misbruik. Daartoe moeten ratingbureaus op grond van artikel 10, lid 2 bis, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 ratings, ratingoutlooks en daaraan gelieerde informatie als voorwetenschap behandelen tot aan de openbaarmaking. Het Braziliaanse juridische en toezichtkader biedt aldus bescherming tegen het misbruik van vertrouwelijke informatie.

(10)

Verordening (EU) nr. 462/2013 is erop gericht het niveau van transparantie en kwaliteit van ratingmethodologieën te verhogen. Zij voert in bijlage I, afdeling D, onderafdeling I, punt 3, bij Verordening (EG) nr. 1060/2009 een verplichting voor ratingbureaus in aan een beoordeelde entiteit de mogelijkheid te bieden om vóór de publicatie van de rating of de ratingoutlook te attenderen op eventuele feitelijke fouten. Het Braziliaanse juridische en toezichtkader vereist niet dat ratingbureaus de beoordeelde entiteit informeren voorafgaand aan de publicatie van een rating.

(11)

Verordening (EU) nr. 462/2013 voert in Verordening (EG) nr. 1060/2009 in artikel 8, lid 5a, lid 6, onder a bis) en onder a ter), en lid 7, waarborgen in om ervoor te zorgen dat wijzigingen in ratingmethodologieën niet leiden tot minder strenge methodologieën. Hoewel het Braziliaanse juridische en toezichtkader erin voorziet dat een ratingbureau aan de regulator en de markt alle wezenlijke wijzigingen in zijn methodologieën moet bekendmaken, heeft het geen vereisten voor ratingbureaus om een raadpleging te houden over wijzigingen in methodologieën of om fouten in hun methodologieën te corrigeren. Hoewel de verplichting bestaat mee te delen in welke mate beoordeelde entiteiten beïnvloed worden door wijzigingen in een methodologie, is er geen verplichting om de reden daarvoor toe te lichten of de toezichthouder daarvan in kennis te stellen.

(12)

Verordening (EU) nr. 462/2013 versterkt de vereisten inzake de presentatie en openbaarmaking van ratings. Overeenkomstig artikel 8, lid 2, en bijlage I, afdeling D, onderafdeling I, punt 2a, van/bij Verordening (EG) nr. 1060/2009 moet een ratingbureau bij de gepubliceerde informatie over de ratingmethodologieën, modellen en belangrijke aan ratings ten grondslag liggende aannamen duidelijke en eenvoudig te begrijpen richtsnoeren voegen waarin de aannamen, parameters, beperkingen en onzekerheden van de in het ratingproces gebruikte modellen en methodologieën worden toegelicht. Het Braziliaanse juridische en toezichtkader vereist dat ratingrapporten methodologieën bevatten die zijn gebruikt om de rating te bepalen, om ervoor te zorgen dat externe partijen de redenen voor een rating begrijpen. Voorts is er geen verplichting om te vermelden dat een rating het standpunt van het ratingbureau vertegenwoordigt en dat er slechts in beperkte mate op vertrouwd mag worden.

(13)

Om in de ratingsector de mededinging te versterken en de mogelijkheden voor belangenconflicten te beperken, voert Verordening (EU) nr. 462/2013 in bijlage I, afdeling E, onderafdeling II, bij Verordening (EG) nr. 1060/2009 een vereiste in dat de vergoedingen die ratingbureaus voor ratings en nevendiensten in rekening brengen, niet discriminerend mogen zijn en op werkelijke kosten moeten zijn gebaseerd. Zij schrijft voor dat ratingbureaus bepaalde financiële informatie openbaar moeten maken. Hoewel de Comissão de Valores Mobiliários in het kader van haar toezichtactiviteiten om informatie kan verzoeken, verlangt het Braziliaanse juridische en toezichthoudende kader niet systematisch van ratingbureaus dat zij de toezichthouders of het publiek hun prijsstellingsbeleid verstrekken. Voorts is er geen vereiste dat de vergoedingen die aan klanten in rekening worden gebracht, op kosten zijn gebaseerd en niet discriminerend zijn.

(14)

Gezien de onderzochte factoren voldoet het Braziliaanse juridische en toezichtkader niet aan alle in artikel 5, lid 6, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 vastgestelde voorwaarden voor gelijkwaardigheid. Het kan daarom niet worden beschouwd als gelijkwaardig aan het juridische en toezichtkader dat bij die verordening is ingesteld.

(15)

Uitvoeringsbesluit 2014/245/EU moet daarom worden ingetrokken.

(16)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit 2014/245/EU wordt ingetrokken.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 29 juli 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 302 van 17.11.2009, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit 2014/245/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Brazilië als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (PB L 132 van 3.5.2014, blz. 65).

(3)  Verordening (EU) nr. 462/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus (PB L 146 van 31.5.2013, blz. 1).


Top