EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22018D0029

Besluit nr. 1/2017 van de Gemengde Commissie EU-EVA „Gemeenschappelijk douanevervoer” van 5 december 2017 tot wijziging van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer [2018/29]

OJ L 8, 12.1.2018, p. 1–76 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2018/29/oj

12.1.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/1


BESLUIT Nr. 1/2017 VAN DE GEMENGDE COMMISSIE EU-EVA „GEMEENSCHAPPELIJK DOUANEVERVOER”

van 5 december 2017

tot wijziging van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer [2018/29]

DE GEMENGDE COMMISSIE,

Gezien de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (1), en met name artikel 15, lid 3, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 15, lid 3, onder a), van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (hierna de „overeenkomst” genoemd) kan de bij die overeenkomst ingestelde Gemengde Commissie (hierna de „Gemengde Commissie” genoemd) bij besluit wijzigingen van de aanhangsels van de overeenkomst vaststellen.

(2)

Bij Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) (het „DWU” — Douanewetboek van de Unie) en de in het kader daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringsverordeningen is de mogelijkheid ingevoerd om het elektronisch vervoersdocument te gebruiken als aangifte voor douanevervoer voor vervoer door de lucht. Die bepalingen zullen uiterlijk op 1 mei 2018 onverkort van toepassing worden. Voorts zal een aantal bepalingen betreffende douanevervoer en de douanestatus van Uniegoederen pas later van toepassing worden, omdat de relevante elektronische systemen moeten worden bijgewerkt of uitgerold volgens het tijdschema in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 van de Commissie (3).

(3)

Om vlotte en efficiënte handelsstromen tussen de Unie en de partijen bij de overeenkomst in een geharmoniseerd rechtskader te verzekeren, moeten de bepalingen in de aanhangsels van de overeenkomst betreffende de regeling gemeenschappelijk douanevervoer en de regels inzake de douanestatus van Uniegoederen in overeenstemming worden gebracht met de desbetreffende bepalingen in de in het kader van het DWU vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringsverordeningen die pas in een latere fase van toepassing zullen zijn. Te dien einde zijn wijzigingen van de aanhangsels van de overeenkomst onontbeerlijk.

(4)

De overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De tekst van aanhangsel I van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (hierna de „overeenkomst” genoemd) wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage A bij dit besluit.

2.   De tekst van bijlage II bij aanhangsel I van de overeenkomst wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage B bij dit besluit.

3.   De tekst van aanhangsel II van de overeenkomst wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage C bij dit besluit.

4.   De tekst van bijlagen B2 bis en B3 bis wordt toegevoegd aan aanhangsel III bis van de overeenkomst overeenkomstig bijlage D bij dit besluit.

5.   De tekst van bijlagen A2, B1 en C7 bij aanhangsel III van de overeenkomst wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage E bij dit besluit.

6.   De tekst van aanhangsel III bis wordt aan de overeenkomst toegevoegd overeenkomstig bijlage F bij dit besluit.

7.   De tekst van bijlagen A1 bis, A3 bis, A4 bis, A5 bis, A6 bis, B5 bis en B6 bis wordt toegevoegd aan aanhangsel III bis van de overeenkomst overeenkomstig bijlage G bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Oslo, 5 december 2017.

Voor de Gemengde Commissie

De voorzitter

Øystein BØRMER


(1)  Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2).

(2)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 van de Commissie van 11 april 2016 tot vaststelling van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet (PB L 99 van 15.4.2016, blz. 6).


BIJLAGE A

Aanhangsel I van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 10, lid 2, onder b), worden de woorden „artikel 55, onder a)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder a)”.

2)

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1, onder a), wordt vervangen door:

„a)

voor goederen vervoerd door de lucht waarbij gebruik wordt gemaakt van de regeling douanevervoer door de lucht op basis van een elektronisch manifest of de regeling douanevervoer op basis van een elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer voor vervoer door de lucht;”;

b)

aan lid 2 wordt de volgende zin toegevoegd:

„Deze ontheffing geldt tot 1 mei 2019 of, in het geval van vergunningen met een beperkte geldigheidsduur, tot het verstrijken van die duur indien deze datum eerder valt.”.

3)

Aan artikel 25 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het nieuw geautomatiseerd systeem voor douanevervoer („NCTS” — New Computerised Transit System) waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 van de Commissie (*1), zijn de nadere informatie en de structuur van de gegevens van de aangifte voor douanevervoer opgenomen in de bijlagen A1 bis en B6 bis bij aanhangsel III van toepassing.

(*1)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 van de Commissie van 11 april 2016 tot vaststelling van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet (PB L 99 van 15.4.2016, blz. 6).”."

4)

Aan artikel 27 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, stelt de reiziger de papieren aangifte voor douanevervoer op overeenkomstig de artikelen 5 en 6 en bijlage B6 bis bij aanhangsel IIII.”.

5)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 29 bis

Indiening van een aangifte voor douanevervoer vóór de aanbrenging van de goederen

Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, kan een aangifte voor douanevervoer worden ingediend vóór de verwachte aanbrenging van de goederen bij het douanekantoor van vertrek. Indien de goederen niet binnen 30 dagen na de indiening van de aangifte voor douanevervoer worden aangebracht, wordt die aangifte geacht niet te zijn ingediend.”.

6)

In artikel 38, lid 6, worden de woorden „aan bijlage II bij dit aanhangsel” vervangen door „aan bijlage II bij aanhangsel I van de overeenkomst”.

7)

Artikel 41 wordt vervangen door:

„Artikel 41

Begeleidingsdocument voor douanevervoer en lijst van artikelen

1.   Het douanekantoor van vertrek verstrekt de aangever een begeleidingsdocument voor douanevervoer. Het begeleidingsdocument voor douanevervoer wordt opgesteld met behulp van het formulier in bijlage A3 bij aanhangsel III en bevat de gegevens die zijn opgenomen in bijlage A4 bij aanhangsel III.

2.   Zo nodig wordt het begeleidingsdocument voor douanevervoer aangevuld met een lijst van artikelen die wordt opgesteld met behulp van het formulier in bijlage A5 bij aanhangsel III en de gegevens bevat die zijn opgenomen in bijlage A6 bij aanhangsel III. De lijst van artikelen maakt integrerend deel uit van het begeleidingsdocument voor douanevervoer.

3.   Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, verstrekt het douanekantoor van vertrek de aangever een begeleidingsdocument voor douanevervoer aangevuld met een lijst van artikelen. De lijst van artikelen maakt integrerend deel uit van het begeleidingsdocument voor douanevervoer.

Het begeleidingsdocument voor douanevervoer wordt opgesteld met behulp van het formulier in bijlage A3 bis bij aanhangsel III en bevat het de gegevens die zijn opgenomen in bijlage A4 bis bij aanhangsel III. De lijst van artikelen wordt verstrekt met behulp van het formulier in bijlage A5 bis bij aanhangsel III en bevat de gegevens die zijn opgenomen in bijlage A6 bis bij aanhangsel III.

Het begeleidingsdocument voor douanevervoer en de lijst van artikelen worden in gedrukte vorm verstrekt.”.

8)

Artikel 42 wordt vervangen door:

„Artikel 42

Overlegging van het begeleidingsdocument voor douanevervoer

Het begeleidingsdocument voor douanevervoer met het MRN van de aangifte voor douanevervoer en andere documenten die het vervoer van de goederen vergezellen, worden op elk verzoek van de douaneautoriteiten overgelegd.”.

9)

Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de volgende alinea's toegevoegd:

„Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, brengt de vervoerder onmiddellijk na het voorval de goederen aan bij en legt hij het begeleidingsdocument voor douanevervoer met het MRN van de aangifte voor douanevervoer over aan de dichtstbijzijnde douaneautoriteit van het land op wiens grondgebied het vervoermiddel zich bevindt in de onder a) tot en met f) van de eerste alinea bedoelde situaties.

Wanneer de douaneautoriteiten op het grondgebied waarvan het vervoermiddel zich bevindt, van mening zijn dat het gemeenschappelijk douanevervoer in kwestie kan worden voortgezet, nemen zij alle maatregelen die zij nodig achten en voeren zij relevante gegevens over de in de eerste alinea van dit lid bedoelde voorvallen in het in artikel 4 bedoelde elektronische douanevervoersysteem in.”;

b)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   De vervoerder is niet verplicht de goederen aan te brengen bij en het begeleidingsdocument voor douanevervoer met daarop de nodige vermeldingen over te leggen aan de in lid 1 bedoelde douaneautoriteit in de volgende gevallen:

a)

voorvallen als bedoeld in lid 1, onder c), als de goederen worden overgeladen vanuit een vervoermiddel dat niet is verzegeld;

b)

voorvallen als bedoeld in lid 1, onder f), wanneer een of meer spoorwagons van een reeks aan elkaar gekoppelde spoorwagons worden losgekoppeld wegens technische problemen;

c)

voorvallen als bedoeld in lid 1, onder f), wanneer de trekker van een wegvoertuig wordt gewisseld zonder dat de aanhangwagens of opleggers worden gewisseld.

Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, is de vervoerder niet verplicht de goederen aan te brengen bij en het begeleidingsdocument voor douanevervoer met het MRN van de aangifte voor douanevervoer over te leggen aan de in lid 1 bedoelde douaneautoriteit op voorwaarde dat de houder van de regeling of de vervoerder namens de houder van de rekening relevante gegevens over het voorval verstrekt aan die douaneautoriteit in de volgende gevallen:

a)

voorvallen als bedoeld in lid 1, onder c), als de goederen worden overgeladen vanuit een vervoermiddel dat niet is verzegeld;

b)

voorvallen als bedoeld in lid 1, onder f), wanneer een of meer spoorwagons van een reeks aan elkaar gekoppelde spoorwagons worden losgekoppeld wegens technische problemen;

c)

voorvallen als bedoeld in lid 1, onder f), wanneer de trekker van een wegvoertuig wordt gewisseld zonder dat de aanhangwagens of opleggers worden gewisseld.”;

c)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   Alle relevante gegevens in het begeleidingsdocument voor douanevervoer over de in lid 1 bedoelde voorvallen worden in het elektronische douanevervoersysteem ingevoerd door, naargelang van het geval, de douaneautoriteiten van het douanekantoor van doorgang dan wel van het douanekantoor van bestemming.

„Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, worden de relevante gegevens over de in lid 1 bedoelde voorvallen in het elektronische douanevervoersysteem ingevoerd door de dichtstbijzijnde douaneautoriteit van het land op wiens grondgebied het vervoermiddel zich bevindt.”;

d)

de leden 4, 5 en 6 worden geschrapt.

10)

In artikel 45 wordt lid 3 vervangen door:

„Het douanekantoor van bestemming bewaart het begeleidingsdocument voor douanevervoer.

Het douanekantoor van bestemming verricht douanecontroles in de eerste plaats op basis van de gegevens van de aangifte voor gemeenschappelijk douanevervoer die het van het douanekantoor van vertrek heeft ontvangen.”.

11)

In artikel 46 wordt aan lid 1 de volgende alinea toegevoegd:

„Het ontvangstbewijs bevat een verwijzing naar het MRN van de aangifte voor douanevervoer.”.

12)

Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, stelt het douanekantoor van bestemming het douanekantoor van vertrek in kennis van de aankomst van de goederen op de dag waarop de goederen en het begeleidingsdocument voor douanevervoer met het MRN van de aangifte voor douanevervoer overeenkomstig artikel 45, lid 1, zijn aangebracht.”;

b)

in lid 2 wordt de volgende alinea ingevoegd als tweede alinea:

„Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, deelt het douanekantoor dat wordt beschouwd als het douanekantoor van bestemming overeenkomstig artikel 45, lid 5, wanneer de regeling gemeenschappelijk douanevervoer bij een ander douanekantoor wordt beëindigd dan het in de aangifte voor douanevervoer opgegeven kantoor, het douanekantoor van vertrek de aankomst mee op de dag waarop de goederen en het begeleidingsdocument voor douanevervoer met het MRN van de aangifte voor douanevervoer overeenkomstig artikel 45, lid 1, zijn aangebracht.”;

c)

aan lid 5 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, wordt het douanekantoor van vertrek, wanneer goederen per spoor worden vervoerd en een of meer spoorwagons wegens technische problemen worden losgekoppeld van een reeks aan elkaar gekoppelde spoorwagons zoals bedoeld in artikel 44, lid 2, onder b), uiterlijk op de twaalfde dag volgende op de dag waarop het eerste deel van de goederen is aangebracht, in kennis gesteld.”.

13)

Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 5 wordt de volgende alinea ingevoegd als tweede alinea:

„Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, verzoekt de douaneautoriteit van het land van vertrek, wanneer het douanekantoor van bestemming na een verzoek overeenkomstig lid 2 onvoldoende informatie heeft verstrekt om de regeling gemeenschappelijk douanevervoer aan te zuiveren, de houder van de regeling om deze informatie binnen 35 dagen na de inleiding van de nasporingsprocedure te verstrekken.”;

b)

In lid 6 worden de woorden „met lid 4” vervangen door „met lid 5”.

14)

Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de alinea wordt lid 1;

b)

aan lid 1 worden de volgende punten toegevoegd:

„h)

de regeling gemeenschappelijk douanevervoer op basis van een elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer voor vervoer door de lucht;

i)

het gebruik van een douaneaangifte met beperkte gegevensvereisten om goederen onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer te plaatsen.”;

c)

de volgende leden worden toegevoegd:

„2.   Er wordt vergunning overeenkomstig lid 1, onder i), verleend voor het gebruik van een douaneaangifte met beperkte gegevensvereisten om goederen onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer te plaatsen voor:

a)

het vervoer van goederen per spoor;

b)

het vervoer van goederen door de lucht wanneer geen gebruik wordt gemaakt van een elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer.

3.   Tot de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, zijn de papieren regeling gemeenschappelijk douanevervoer door de lucht zoals bedoeld in lid 1, onder e), en de papieren regeling gemeenschappelijk douanevervoer per spoor zoals bedoeld in lid 1, onder f), van toepassing. Na deze datums zijn deze regelingen gemeenschappelijk douanevervoer niet meer van toepassing.

Tot 1 mei 2018 is de regeling gemeenschappelijk douanevervoer op basis van een elektronisch manifest voor het vervoer van goederen door de lucht zoals bedoeld in lid 1, onder e), van toepassing op de marktdeelnemers die nog geen upgrade hebben doorgevoerd van de systemen die noodzakelijk zijn voor het gebruik van het elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer voor vervoer door de lucht zoals bedoeld in lid 1, onder h). Na die datum is de regeling gemeenschappelijk douanevervoer op basis van een elektronisch manifest voor het vervoer van goederen door de lucht zoals bedoeld in lid 1, onder e), niet meer van toepassing.

Tot de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, is de vereenvoudiging zoals bedoeld in lid 1, onder i), niet van toepassing.”.

15)

Artikel 56 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de woorden „artikel 55, onder b) en c)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder b) en c)”;

b)

in lid 2 worden de woorden „artikel 55, onder d)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder d)”;

c)

in lid 3 worden de woorden „artikel 55, onder e), bedoelde vereenvoudiging” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder e) en h), bedoelde vereenvoudigingen”;

d)

in lid 4 worden de woorden „artikel 55, onder a) en f)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder a), f) en i)”.

16)

Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de woorden „artikel 55, onder a)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder a)”;

b)

in lid 2 worden de woorden „artikel 55, onder b), c) en d)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder b), c), d) en i)”;

c)

in lid 3 worden de woorden „artikel 55, onder e)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder e)”;

d)

in lid 4 worden de woorden „artikel 55, onder f)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder f)”;

e)

het volgende lid wordt ingevoegd:

„5.   De in artikel 55, lid 1, onder h), bedoelde vergunningen worden verleend aan aanvragers die aan de volgende voorwaarden voldoen:

a)

de aanvrager is gevestigd in het douanegebied van een overeenkomstsluitende partij;

b)

de aanvrager verklaart dat hij regelmatig gebruik zal maken van de regeling gemeenschappelijk douanevervoer;

c)

de aanvrager heeft geen ernstige of herhaalde overtredingen van de douanewetgeving en belastingvoorschriften begaan en heeft geen strafblad met zware misdrijven in verband met zijn economische activiteit;

d)

de aanvrager toont aan dat hij zijn handelingen en de goederenstroom goed onder controle heeft dankzij een handels- en, in voorkomend geval, vervoersadministratie die passende douanecontroles mogelijk maakt;

e)

de aanvrager beschikt over de praktische vakbekwaamheid of beroepskwalificaties die rechtstreeks samenhangen met de verrichte activiteit;

f)

de aanvrager voert een beduidend aantal vluchten uit tussen luchthavens in de overeenkomstsluitende partijen;

g)

de aanvrager toont aan dat hij zal kunnen garanderen dat de gegevens van het elektronische vervoersdocument beschikbaar zijn in het douanekantoor van vertrek op de luchthaven van vertrek en in het douanekantoor van bestemming op de luchthaven van bestemming en dat deze gegevens dezelfde zijn in het douanekantoor van vertrek en het douanekantoor van bestemming.”;

f)

het huidige lid 5 wordt lid 6.

17)

Artikel 61 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de woorden „artikel 55, onder c)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder c)”;

b)

in lid 2 worden de woorden „artikel 55, onder d)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder d)”;

c)

in lid 3 worden de woorden „artikel 55, onder a), b), e) en f)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder a), b), e), f), h) en i)”;

d)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„4.   Indien ofwel een toegelaten afzender zoals bedoeld in artikel 55, lid 1, onder c), of een aanvrager die de in artikel 55, lid 1, onder c), bedoelde vereenvoudiging aanvraagt, eveneens de in artikel 55, lid 1, onder b), bedoelde vereenvoudiging aanvraagt, kan die aanvraag worden ingediend bij de beschikkingsbevoegde douaneautoriteit in het land waar het gemeenschappelijk douanevervoer van de toegelaten afzender zal aanvangen.”.

18)

Artikel 70 wordt geschrapt.

19)

Artikel 71 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„Vergunningen die werden verleend op basis van artikel 44, lid 1, onder a), b), d) of e) van aanhangsel I van de overeenkomst zoals gewijzigd bij Besluit nr. 1/2008, of die werden verleend op basis van artikel 44, lid 1, onder f), punt i) of ii) indien de vereenvoudigde procedure — niveau 1 werd gebruikt, en die geldig zijn op 1 mei 2016 en waarvan de geldigheidsduur niet beperkt is, worden uiterlijk op 1 mei 2019 herbeoordeeld.”;

b)

in lid 2 worden de woorden „artikel 55, onder a), b), d) en e), van de overeenkomst zoals gewijzigd” vervangen door „artikel 44, lid 1, onder a), b), d) en e), van aanhangsel I van de overeenkomst zoals gewijzigd”;

c)

lid 4 wordt geschrapt.

20)

In artikel 73 worden de woorden „bijlage A2 bij” vervangen door „bijlage II bij aanhangsel I van”.

21)

Artikel 74 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 6 wordt de volgende alinea ingevoegd als eerste alinea:

„Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, zien de douaneautoriteiten toe op de vergunning.”.

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„7.   Het toezicht op de vergunning voor goederen die onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer zijn geplaatst met behulp van de in artikel 55, lid 1, onder f), bedoelde vereenvoudiging in de periode tussen het verstrijken van de in artikel 13, lid 2, bedoelde ontheffing en de uitroldatums voor de upgrade van het in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 bedoelde NCTS, wordt gewaarborgd door regelmatige en passende controles.”.

22)

In artikel 81, lid 1, worden de woorden „artikel 55, onder b)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder b)”.

23)

Artikel 82 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2, onder a), worden de woorden „artikel 55, onder b)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder b)”;

b)

in lid 4 worden de woorden „bijlage II bij dit aanhangsel” vervangen door „bijlage II bij aanhangsel I van de overeenkomst”.

24)

In artikel 84 worden de woorden „artikel 55, onder c)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder c)” en de woorden „artikel 55, onder a)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder a)”.

25)

Artikel 86 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de woorden „artikel 55, onder c)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder c)”;

b)

aan lid 3 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, drukt de toegelaten afzender een begeleidingsdocument voor douanevervoer af, op voorwaarde dat hij de kennisgeving van de vrijgave van de goederen voor de regeling gemeenschappelijk douanevervoer van het douanekantoor van vertrek heeft ontvangen.”.

26)

In artikel 87 worden de woorden „artikel 55, onder d)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder d)”.

27)

In artikel 88, lid 1, worden de woorden „artikel 55, onder d)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder d)”.

28)

Artikel 90 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de woorden „artikel 55, onder d)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder d)”;

b)

in lid 2 worden de woorden „artikel 55, onder d)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder d)”.

29)

In artikel 97, lid 3, worden de woorden „lidstaat van de Unie” vervangen door „lidstaat van de Europese Unie”.

30)

Artikel 107 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de woorden „artikel 55, onder c)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder c)”;

b)

in lid 2 worden de woorden „artikel 55, onder d)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder d)”.

31)

De titel van hoofdstuk VII wordt vervangen door:

Papieren regeling gemeenschappelijk douanevervoer door de lucht, regeling gemeenschappelijk douanevervoer door de lucht op basis van een elektronisch manifest en regeling gemeenschappelijk douanevervoer op basis van een elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer voor vervoer door de lucht ”.

32)

In artikel 108, lid 2, worden de woorden „artikel 55, onder e)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder e)”.

33)

In artikel 110, lid 3, worden de woorden „artikel 55, onder e)” vervangen door „artikel 55, lid 1, onder e)”.

34)

Artikel 111 wordt vervangen door:

„1.   Aan een luchtvaartmaatschappij kan vergunning worden verleend om gebruik te maken van een elektronisch manifest als aangifte voor douanevervoer met het oog op het gebruik van de regeling gemeenschappelijk douanevervoer door de lucht.

2.   Zodra zij de aanvraag voor deze vergunning hebben aanvaard, delen de bevoegde douaneautoriteiten dit mee aan de andere landen op het grondgebied waarvan de luchthavens van vertrek en van bestemming, die verbonden zijn via elektronische gegevensuitwisselingssystemen, zijn gelegen.

Indien binnen 60 dagen geen bezwaren zijn ontvangen, geven de bevoegde douaneautoriteiten de vergunning af.

3.   De luchtvaartmaatschappij zendt het in de luchthaven van vertrek opgestelde manifest naar de luchthaven van bestemming met behulp van een elektronisch gegevensuitwisselingssysteem.

4.   De luchtvaartmaatschappij vermeldt een van de volgende tekens naast de desbetreffende artikelen op het manifest:

a)

„T1”, indien de goederen onder de T1-regeling worden vervoerd;

b)

„T2” of „T2F”, naargelang van het geval, indien de goederen met toepassing van de T2-regeling worden vervoerd, en indien het volgens de Uniewetgeving verplicht is deze aantekening aan te brengen;

c)

„TD”, voor goederen die reeds onder een regeling voor douanevervoer zijn geplaatst; in die gevallen brengt de luchtvaartmaatschappij het teken „TD” ook aan op de overeenkomstige luchtvrachtbrief en verwijst zij naar de gebruikte regeling alsmede het nummer en de datum van de aangifte voor douanevervoer of het document van overdracht en de naam van het kantoor van afgifte;

d)

„C” (gelijk aan „T2L”) of „F” (gelijk aan „T2LF”), naargelang van het geval, voor Uniegoederen die niet onder een regeling douanevervoer zijn geplaatst;

e)

„X” voor Uniegoederen waarvan de uitvoer is beëindigd en de uitgang bevestigd en die niet onder een regeling douanevervoer zijn geplaatst.

5.   Het manifest dient eveneens de in artikel 109, lid 1, onder c) tot en met f), en artikel 109, lid 2, bedoelde gegevens te bevatten.

6.   De regeling gemeenschappelijk douanevervoer wordt als beëindigd beschouwd zodra de bevoegde douaneautoriteiten van de luchthaven van bestemming kunnen beschikken over het manifest dat met behulp van een elektronisch gegevensuitwisselingssysteem is verzonden, en de goederen bij hen zijn aangebracht.

7.   De door de luchtvaartmaatschappij gevoerde administratie aan de hand waarvan de bevoegde douaneautoriteiten een doeltreffende controle kunnen verrichten, bevat ten minste de in de leden 2 en 3 bedoelde gegevens.

Indien nodig zenden de bevoegde douaneautoriteiten van de luchthaven van bestemming de relevante gegevens van manifesten die via een elektronisch gegevensuitwisselingssysteem zijn ontvangen, ter controle aan de bevoegde douaneautoriteiten van de luchthaven van vertrek.

8.   De luchtvaartmaatschappij stelt de bevoegde douaneautoriteiten in kennis van alle overtredingen en onregelmatigheden.

9.   De bevoegde douaneautoriteiten van de luchthaven van bestemming stellen de bevoegde douaneautoriteiten van de luchthaven van vertrek en de bevoegde douaneautoriteit die de vergunning heeft afgegeven, zo spoedig mogelijk in kennis van alle overtredingen en onregelmatigheden.”.

35)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 111 bis

Raadpleging voorafgaand aan vergunningen om een elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer voor vervoer door de lucht te gebruiken

1.   Na te hebben onderzocht of is voldaan aan de in artikel 57, lid 4, vastgestelde voorwaarden voor de vergunning voor het gebruik van een elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer voor vervoer door de lucht zoals bedoeld in artikel 55, lid 1, onder h), raadpleegt de tot verlening van de vergunning bevoegde douaneautoriteit de douaneautoriteit van de luchthavens van vertrek en bestemming.

Wanneer de geraadpleegde douaneautoriteit na het in de eerste alinea bedoelde onderzoek vaststelt dat de aanvrager niet aan een of meer voorwaarden en criteria voor de verlening van die vergunning voldoet, bezorgt zij haar resultaten, naar behoren gedocumenteerd en met argumenten onderbouwd, aan de tot verlening van de vergunning bevoegde douaneautoriteit.

2.   De raadplegingstermijn wordt vastgesteld op 45 dagen, te rekenen vanaf de mededeling van de tot verlening van de vergunning bevoegde douaneautoriteit van de voorwaarden die door de geraadpleegde autoriteit moeten worden onderzocht.

3.   De overeenkomstig lid 2 vastgestelde raadplegingstermijn kan in elk van de volgende gevallen door de tot verlening van de vergunning bevoegde douaneautoriteit worden verlengd:

a)

wanneer, gelet op de aard van de te verrichten onderzoeken, de geraadpleegde autoriteit om meer tijd verzoekt;

b)

wanneer de aanvrager aanpassingen uitvoert om te garanderen dat wordt voldaan aan de voorwaarden en criteria zoals bedoeld in lid 1, en deze meedeelt aan de tot verlening van de vergunning bevoegde douaneautoriteit, die de geraadpleegde douaneautoriteit daarvan vervolgens in kennis stelt.

4.   Wanneer de geraadpleegde douaneautoriteit niet antwoordt binnen de overeenkomstig de lid 2 vastgestelde raadplegingstermijn, wordt aan de voorwaarden waarvoor de raadpleging heeft plaatsgevonden, geacht te zijn voldaan.

5.   De in de leden 1 en 4 vastgelegde raadplegingsprocedure kan ook worden toegepast voor de herziening van en het toezicht op een vergunning.

Artikel 111 ter

Formaliteiten voor het gebruik van een elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer voor vervoer door de lucht

1.   De goederen worden voor de regeling gemeenschappelijk douanevervoer vrijgegeven wanneer de gegevens van het elektronische vervoersdocument beschikbaar zijn gesteld aan het douanekantoor van vertrek op de luchthaven op de in de vergunning voorgeschreven wijze.

2.   Wanneer de goederen onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer worden geplaatst, vermeldt de houder van de regeling in het elektronisch vervoersdocument de toepasselijke code naast de desbetreffende artikelen:

a)   „T1”— goederen die niet de douanestatus van Uniegoederen hebben, die onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer worden geplaatst;

b)   „T2”— goederen die de douanestatus van Uniegoederen hebben, die onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer worden geplaatst;

c)   „T2F”— goederen die de douanestatus van Uniegoederen hebben, die worden overgebracht tussen een deel van het douanegebied van de Unie waar de bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (*2) of van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad (*3) niet van toepassing zijn, en een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer;

d)   „C”— Uniegoederen die niet onder een regeling douanevervoer zijn geplaatst;

e)   „TD”— reeds onder een regeling douanevervoer geplaatste goederen;

f)   „X”— Uniegoederen waarvan de uitvoer is beëindigd en de uitgang bevestigd en die niet onder een regeling douanevervoer zijn geplaatst.

3.   De regeling gemeenschappelijk douanevervoer is beëindigd wanneer de goederen bij het douanekantoor van bestemming op de luchthaven zijn aangebracht en de gegevens van het elektronische vervoersdocument aan dat douanekantoor beschikbaar zijn gesteld op de in de vergunning voorgeschreven wijze.

4.   De houder van de regeling stelt de douanekantoren van vertrek en van bestemming onmiddellijk van alle overtredingen en onregelmatigheden in kennis.

5.   De regeling gemeenschappelijk douanevervoer wordt geacht te zijn aangezuiverd, tenzij de douaneautoriteiten informatie hebben ontvangen of hebben vastgesteld dat de regeling niet naar behoren is beëindigd.

(*2)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1)."

(*3)  Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 12).”."



BIJLAGE B

Bijlage II bij aanhangsel I van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer wordt als volgt gewijzigd:

1)

De woorden „DEEL 1” na de titel van bijlage II worden geschrapt.

2)

Punt 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

onder het tweede streepje in punt 2.1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„—

vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, een afdruk van het ED op gewoon papier, gemaakt met behulp van het geautomatiseerde systeem van de marktdeelnemer, zoals bepaald in bijlage B6 bis bij aanhangsel III, of”;

b)

in het derde streepje in punt 2.1 wordt het punt vervangen door een puntkomma;

c)

onder het derde streepje in punt 2.1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„—

vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, een begeleidingsdocument voor douanevervoer (TAD), aangevuld met een lijst van artikelen (LoI).”;

d)

aan punt 2.2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, kunnen ladingslijsten die aan bijlage B5 bis bij aanhangsel III voldoen en op het in bijlage B4 bis bij aanhangsel III opgenomen formulier zijn opgesteld, in de plaats van aanvullende formulieren worden gebruikt als het beschrijvende gedeelte van een schriftelijke aangifte voor douanevervoer, waarvan ze dan integrerend deel uitmaken.”;

e)

aan punt 2.3 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, wordt voor de toepassing van punt 2.1 van deze bijlage de aangifte voor douanevervoer opgesteld overeenkomstig bijlage B6 bis bij aanhangsel III.”.

3)

Onder het eerste streepje in punt 3.1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„—

vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, de aangifte voor douanevervoer wordt opgemaakt en bij het douanekantoor van vertrek ingediend in de exemplaren 1, 4 en 5 van het ED overeenkomstig de ED-overeenkomst of in twee exemplaren van het TAD, indien nodig aangevuld met een LoI, overeenkomstig de bijlagen A3 bis, A4 bis, A5 bis en A6 bis bij aanhangsel III;”.

4)

Punt 19 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in punt 19.1 wordt het vierde streepje punt 19.2;

b)

de volgende punten worden toegevoegd:

„19.3.

De geldigheidsduur van een certificaat van doorlopende zekerheidstelling of een certificaat van ontheffing van zekerheidstelling bedraagt ten hoogste twee jaar. Het douanekantoor van zekerheidstelling kan de geldigheidsduur echter eenmaal met een nieuwe termijn van ten hoogste twee jaar verlengen.

19.4.

Vanaf de datum waarop de intrekking van een vergunning voor doorlopende zekerheidstelling of de intrekking en opzegging van een verbintenis voor doorlopende zekerheidstelling van kracht worden, kan geen gebruik meer worden gemaakt van afgegeven certificaten om goederen onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer te plaatsen, en moeten deze certificaten onmiddellijk door de houder van de regeling bij het douanekantoor van zekerheidstelling worden ingeleverd.

19.5.

Elk land verstrekt de Commissie informatie ter identificatie van de nog geldige certificaten die niet zijn ingeleverd of die als gestolen, verloren of vervalst zijn aangemeld. De Commissie stelt de andere landen hiervan in kennis.”.

5)

Punt 20.1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de volgende alinea wordt ingevoegd als tweede alinea:

„Vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, kan de douaneautoriteit aangiften voor douanevervoer aanvaarden die zijn aangevuld met ladingslijsten die niet voldoen aan alle vereisten in bijlage B5 bis bij aanhangsel III.”;

b)

in het derde streepje wordt het punt vervangen door een puntkomma;

c)

onder het derde streepje wordt de volgende alinea toegevoegd:

„—

vanaf de uitroldatums voor de upgrade van het NCTS waarnaar wordt verwezen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, hierin, voor elk artikel, de in bijlage B5 bis bij aanhangsel III vereiste informatie is opgenomen.”.


BIJLAGE C

Aanhangsel II van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2 bis, lid 1, wordt in het eerste streepje het woord „lidstaat” vervangen door „lidstaat van de Europese Unie”.

2)

Artikel 5, lid 2, wordt vervangen door:

„Een document T2L is voorzien van het teken „T2L” of „T2LF”.”.

3)

In artikel 6, lid 4, worden de woorden „bijlage B5” vervangen door „bijlage B5 bis”.

4)

In artikel 7, lid 1, worden de woorden „artikel 45” vervangen door „artikel 57”.

5)

In artikel 7, lid 2, onder c), worden de woorden „bijlage B5” vervangen door „bijlage B5 bis”.

6)

In artikel 7, lid 3, wordt het woord „ondernemingen” vervangen door „marktdeelnemers”.

7)

(heeft geen betrekking op het Nederlands).

8)

In artikel 8, lid 1, wordt het woord „opgemaakt” vervangen door „afgegeven”.

9)

In artikel 9, lid 7, worden de woorden „een EVA-land” vervangen door „een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer,”.

10)

Artikel 11 wordt geschrapt.

11)

In artikel 14, lid 1, worden de woorden „artikel 45” vervangen door „artikel 57, lid 1, onder d), artikel 57, lid 2, onder d), en artikel 57, lid 6”.

12)

In artikel 14, lid 2, worden de woorden „artikelen 46 tot en met 51” vervangen door „artikelen 59 en 60, artikel 61, lid 3, de artikelen 62 tot en met 69 en artikel 72”.

13)

Artikel 15, onder b), wordt vervangen door:

„b)

de wijze waarop de toegelaten afgever het gebruik van de genoemde formulieren rechtvaardigt;”.

14)

(Heeft geen betrekking op het Nederlands).

15)

In artikel 16, lid 3, worden de woorden „het kantoor van vertrek” vervangen door „de bevoegde autoriteit”.

16)

In artikel 18, lid 2, onder a), worden de woorden „artikel 45” vervangen door „artikel 57, lid 1, artikel 57, lid 2, onder d), en artikel 57, lid 6” en de woorden „artikel 45, lid 1, onder a)” vervangen door „artikel 57, lid 1, onder a)”.

17)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 18 bis

Douanemanifest

1.   De bevoegde autoriteiten van elk land kunnen scheepvaartmaatschappijen vergunning verlenen om het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen te verstrekken aan de hand van een via een elektronisch gegevensuitwisselingssysteem toegezonden douanemanifest dat betrekking heeft op de goederen.

2.   De in lid 1 bedoelde vergunning wordt uitsluitend verleend aan scheepvaartmaatschappijen die voldoen aan de in artikel 57, lid 1, onder a) en b), en artikel 57, lid 2, onder d), van aanhangsel I vastgestelde vereisten.

3.   Afgevers aan wie vergunning is verleend om het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen aan te tonen aan de hand van een scheepvaartmanifest zoals vastgesteld in artikel 10, kunnen ook het in dit artikel bedoelde douanemanifest afgeven.

4.   Het douanemanifest bevat ten minste de in artikel 10, lid 2, genoemde gegevens.”.

18)

In artikel 22, lid 2, wordt het woord „registratie” vervangen door „aanvaarding” en worden de woorden „artikel 18, lid 5” vervangen door „artikel 30, lid 2”.


BIJLAGE D

De volgende bijlagen worden toegevoegd aan aanhangsel III bis van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer:

1)

Bijlage B2 bis

BIJLAGE B2 bis

Deze bijlage is van toepassing vanaf de datum van de uitrol van het PoUS-systeem zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578.

Gemeenschappelijke gegevensvereisten voor T2L/T2LF als bewijs van de douanestatus van Uniegoederen

TITEL I

ALGEMEEN

1.   De gegevenselementen die moeten worden verstrekt voor een T2L/T2LF als een bewijs van de douanestatus van Uniegoederen, zijn opgenomen in de tabel met gegevensvereisten. De specifieke bepalingen met betrekking tot elk gegevenselement in titel I van aanhangsel II doen geen afbreuk aan de status van de in de tabel met gegevensvereisten omschreven gegevenselementen.

2.   De symbolen „A”, „B” of „C” in onderstaande tabel laten onverlet dat bepaalde gegevens alleen worden verzameld wanneer de omstandigheden dit rechtvaardigen. Zij kunnen worden aangevuld met voorwaarden of verduidelijkingen die zijn vermeld in de voetnoten bij de tabel met gegevensvereisten.

3.   De formaten, codes en, indien van toepassing, de structuur van de in deze bijlage beschreven gegevensvereisten zijn gespecificeerd in bijlage B3 bis.

TITEL II

SYMBOLEN

Symbool

Symbolen in de vakken

Omschrijving symbool

A

Verplicht: gegevens die door elk land worden verlangd.

B

Facultatief voor de landen: gegevens waarvan de landen al dan niet kunnen afzien.

C

Facultatief voor de aangevers: gegevens die aangevers vrijwillig kunnen verstrekken, maar waarvan de opgave niet door de landen kan worden verlangd.

X

Vereist gegevenselement op het artikelniveau van een bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen.

Y

Vereist gegevenselement op het rubriekniveau van een bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen.

Elke combinatie van de symbolen „X” en „Y” betekent dat het desbetreffende gegevenselement op elk van de betrokken niveaus door de aangever kan worden verstrekt.

TITEL III

DEEL I

Tabel met gegevensvereisten

(De voetnoten bij deze tabel zijn opgenomen tussen haakjes)

Groep 1 — Informatie over berichten (inclusief codes voor regelingen)

Nr. G.E.

Vak nr.

Naam G.E.

T2L/T2LF

1/3

1/3

Soort bewijs van douanestatus

A

XY

1/4

3

Formulieren

B

(1)

(2)

Y

1/5

4

Ladingslijsten

B

(1)

Y

1/6

32

Artikelnummer

A

(2)

X

1/8

54

Handtekening/Authenticatie

A

Y

1/9

5

Totaal aantal artikelen

B

(1)

Y


Groep 2 — Verwijzingen naar berichten, documenten, certificaten, vergunningen

Nr. G.E.

Vak nr.

Naam G.E.

T2L/T2LF

2/1

40

Vereenvoudigde aangifte/Voorafgaande documenten

A

XY

2/2

44

Aanvullende informatie

A

XY

2/3

44

Voorgelegde documenten, certificaten en vergunningen. Aanvullende referenties.

A

(7)

XY

2/5

 

LRN

A

Y


Groep 3 — Partijen

Nr. G.E.

Vak nr.

Naam G.E.

T2L/T2LF

3/1

2

Exporteur

A

(13)

(51)

XY

3/2

2 (nr.)

Identificatienummer exporteur

A

(52)

XY

3/20

14 (nr.)

Identificatienummer vertegenwoordiger

A

Y

3/21

14

Code status vertegenwoordiger

A

Y

3/43

 

Identificatienummer aanvrager van een bewijs van de douanestatus van Uniegoederen

A

Y


Groep 5 — Data/Tijden/Termijnen/Plaatsen/Landen/Regio's

Nr. G.E.

Vak nr.

Naam G.E.

T2L/T2LF

5/4

50,54

Datum van aangifte

B

(1)

Y

5/5

50,54

Plaats van aangifte

B

(1)

Y

5/28

 

Gevraagde geldigheid van het bewijs

A

Y


Groep 6 — Identificatie van de goederen

Nr. G.E.

Vak nr.

Naam G.E.

T2L/T2LF

6/1

38

Nettomassa (kg)

A

(23)

X

6/5

35

Brutomassa (kg)

A

XY

6/8

31

Omschrijving van de goederen

A

X

6/9

31

Soort verpakking

A

X

6/10

31

Aantal colli

A

X

6/11

31

Verzendingsmerken

A

X

6/14

33(1)

Goederencode — Code van de gecombineerde nomenclatuur

A

(23)

X

6/18

6

Totaal aantal colli

B

Y


Groep 7 — Vervoersinformatie (methoden, middelen en uitrusting)

Nr. G.E.

Vak nr.

Naam G.E.

T2L/T2LF

7/2

19

Container

A

Y

7/10

31

Identificatienummer container

A

XY

DEEL II

Voetnoten

Nummer van de voetnoot

Omschrijving van de voetnoot

(1)

De landen mogen alleen om dit gegevenselement vragen in het kader van de papieren procedure.

(2)

Wanneer de papieren aangifte slechts op één artikel betrekking heeft, kunnen de landen bepalen dat in dit vak niets wordt ingevuld, aangezien het cijfer „1” reeds in vak 5 is vermeld.

(7)

De landen kunnen van deze verplichting afzien indien deze informatie via hun systemen automatisch en ondubbelzinnig uit andere gegevens van de aangifte kan worden afgeleid.

(13)

Voor de lidstaten van de Europese Unie — deze informatie is uitsluitend verplicht in de gevallen waarin het EORI-nummer in de Unie of een door de Unie erkend uniek derdeland-identificatienummer niet is verstrekt. Wanneer het EORI-nummer in de Unie of een uniek derdeland-identificatienummer is verstrekt, hoeft geen naam of adres te worden verstrekt, tenzij een papieren aangifte wordt gebruikt.

(23)

Alleen in te vullen wanneer de wetgeving van de landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer, daarin voorziet.

(51)

Voor landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer — deze informatie is verplicht.

(52)

Voor landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer — deze informatie is verplicht. Het EORI-nummer in de Unie en het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, moeten worden verstrekt. Als er geen EORI-nummer is toegekend, wordt alleen het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, verstrekt.

TITEL IV

AANTEKENINGEN OP DE GEGEVENSVEREISTEN

DEEL I

Inleiding

De omschrijvingen en aantekeningen in deze titel zijn van toepassing op de gegevenselementen die in de tabel met gegevensvereisten in deel I van hoofdstuk 3 van titel I van deze bijlage zijn genoemd.

DEEL II

Gegevensvereisten

1/3.   Soort bewijs van douanestatus

Vermeld de relevante code.

1/4.   Formulieren

Vermeld het volgnummer van de set in het totale aantal gebruikte sets (formulieren en aanvullende formulieren samen). Bijvoorbeeld: wanneer één formulier en twee aanvullende formulieren worden ingediend, vul dan op het formulier „1/3”, op het eerste aanvullende formulier „2/3” en op het tweede aanvullende formulier „3/3” in.

Wanneer voor het bewijs van de status twee sets van vier exemplaren in plaats van één set van acht exemplaren worden gebruikt, worden deze geacht, wat het aantal formulieren betreft, slechts één set te vormen.

1/5.   Ladingslijsten

Vermeld in cijfers het aantal eventueel bijgevoegde ladingslijsten of door de bevoegde autoriteit toegelaten lijsten van commerciële aard waarin de goederen zijn omschreven.

1/6.   Artikelnummer

Het volgnummer van het artikel in het totale aantal artikelen dat in het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen is vermeld wanneer er meer dan één artikel is.

1/8.   Handtekening/Authenticatie

Handtekening of authenticatie op andere wijze van het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen.

1/9.   Totaal aantal artikelen

Het totale aantal aangegeven artikelen in het betrokken bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. Een artikel wordt omschreven als de goederen in een bewijs van de douanestatus van Uniegoederen die met elkaar alle gegevens met het kenmerk „X” gemeen hebben in de tabel met gegevensvereisten in deel I van hoofdstuk 3 van titel III van deze bijlage.

2/1.   Vereenvoudigde aangifte/Voorafgaande documenten

Vul in voorkomend geval de referentie in van de douaneaangifte op basis waarvan het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen is afgegeven.

Wanneer de MRN van de douaneaangifte voor het vrije verkeer wordt verstrekt en het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen niet alle goederen van de douaneaangifte betreft, vermeld de respectieve artikelnummers in de douaneaangifte.

2/2.   Aanvullende informatie

Vermeld de relevante code.

2/3.   Voorgelegde documenten, certificaten en vergunningen, aanvullende referenties

a)

Identificatie- of referentienummer van tot staving van het bewijs van status voorgelegde Unie- of internationale documenten, certificaten en vergunningen, en aanvullende referenties.

Vermeld met behulp van de relevante codes de krachtens specifieke regels vereiste gegevens, samen met de referentiegegevens van de tot staving van het bewijs van status voorgelegde documenten, en aanvullende referenties.

b)

Identificatie- of referentienummer van tot staving van het bewijs van status voorgelegde nationale documenten, certificaten en vergunningen, en aanvullende referenties.

Vermeld in voorkomend geval het nummer van de vergunning van de toegelaten afgever.

2/5.   LRN

Het lokale referentienummer (LRN) moet worden gebruikt. Dit nummer is nationaal gedefinieerd en wordt in overeenstemming met de bevoegde autoriteiten door de aangever toegewezen om één enkel bewijs van status te identificeren.

3/1.   Exporteur

Vermeld de volledige naam en adresgegevens van de betrokkene.

3/2.   Identificatienummer exporteur

Voor de lidstaten van de Europese Unie — vermeld het EORI-nummer.

Voor de landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer — vermeld het EORI-nummer in de Unie en het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer. Als er geen EORI-nummer is toegekend, wordt alleen het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, verstrekt.

3/20.   Identificatienummer vertegenwoordiger

Deze informatie wordt vereist als deze verschilt van G.E. 3/43 Identificatienummer aanvrager van een bewijs van de douanestatus van Uniegoederen.

Voor de lidstaten van de Europese Unie — vermeld het EORI-nummer.

Voor de landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer — vermeld het EORI-nummer in de Unie en het bedrijfsidentificatienummer in het land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer. Als er geen EORI-nummer is toegekend, wordt alleen het bedrijfsidentificatienummer in het land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, verstrekt.

3/21.   Code status vertegenwoordiger

Vermeld de relevante code waarmee de status van de vertegenwoordiger wordt weergegeven.

3/43.   Identificatienummer aanvrager van een bewijs van de douanestatus van Uniegoederen

Voor de lidstaten van de Europese Unie — vermeld het EORI-nummer.

Voor de landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer — vermeld het EORI-nummer in de Unie en het bedrijfsidentificatienummer in het land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer. Als er geen EORI-nummer is toegekend, wordt alleen het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, verstrekt.

5/4.   Datum van aangifte

Datum waarop het betrokken bewijs van status opgesteld en in voorkomend geval ondertekend of anderszins gewaarmerkt is.

5/5.   Plaats van aangifte

Plaats waar het betrokken bewijs van status is afgegeven.

5/28.   Gevraagde geldigheid van het bewijs

Vermeld de gevraagde geldigheid van het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen, uitgedrukt in dagen.

6/1.   Nettomassa (kg)

Vermeld de nettomassa, uitgedrukt in kilogram, van elk artikel. De nettomassa is de massa van de goederen zonder enige verpakking.

Wanneer de nettomassa meer dan 1 kg bedraagt en een fractie van een eenheid (kg) omvat, mag deze als volgt worden afgerond:

van 0,001 tot 0,499: afronding op de lagere eenheid (kg),

van 0,5 tot 0,999: afronding op de hogere eenheid (kg).

Het verdient aanbeveling een nettomassa van minder dan 1 kg te vermelden als „0”, gevolgd door maximaal 6 decimalen, waarbij elke „0” aan het einde van een hoeveelheid wordt weggelaten (bv. 0,123 = 123 g, 0,00304 = 3 g en 40 mg, en 0,000654 = 654 mg).

6/5.   Brutomassa (kg)

De brutomassa is het gewicht van de goederen, inclusief verpakking maar exclusief transportmaterieel.

Wanneer de brutomassa meer dan 1 kg bedraagt en een fractie van een eenheid (kg) omvat, mag deze als volgt worden afgerond:

van 0,001 tot 0,499: afronding op de lagere eenheid (kg);

van 0,5 tot 0,999: afronding op de hogere eenheid (kg).

Het verdient aanbeveling een brutomassa van minder dan 1 kg te vermelden als „0”, gevolgd door maximaal 6 decimalen, waarbij elke „0” aan het einde van een hoeveelheid wordt weggelaten (bv. 0.123 = 123 gram, 0,00304 = 3 gram en 40 mg, en 0,000654 = 654 mg).

Indien mogelijk mag de marktdeelnemer dit gewicht op artikelniveau vermelden.

6/8.   Omschrijving van de goederen

Hieronder wordt de gebruikelijke handelsbenaming verstaan. Wanneer de goederencode moet worden verstrekt, moet de omschrijving zodanig nauwkeurig zijn dat de goederen aan de hand daarvan kunnen worden ingedeeld.

6/9.   Soort verpakking

Vermeld de code die het soort verpakking specificeert.

6/10.   Aantal colli

Het totale aantal colli op basis van de kleinste externe verpakkingseenheid. Dit is het aantal artikelen dat zodanig is verpakt dat ze niet van elkaar kunnen worden gescheiden zonder de verpakking open te maken, of het aantal stuks, indien onverpakt.

Deze informatie wordt niet verstrekt wanneer de goederen los gestort zijn.

6/11.   Verzendingsmerken

Vrije omschrijving van de merken en nummers op vervoerseenheden of verpakkingen.

6/14.   Goederencode — Code van de gecombineerde nomenclatuur

Vermeld de uit ten minste zes cijfers bestaande code van het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en codering van goederen. Voor nationaal gebruik mag de goederencode tot acht cijfers worden uitgebreid.

7/2.   Container

Vermeld met behulp van de relevante code de veronderstelde situatie bij het overschrijden van de grens van de overeenkomstsluitende partij op basis van de informatie die beschikbaar is op het tijdstip waarop het verzoek om het bewijs wordt ingediend.

7/10.   Identificatienummer container

Merken (letters en/of cijfers) ter identificatie van de transportcontainer.

Voor een andere vervoerswijze dan door de lucht is een container een speciale bak voor het vervoer van vracht, verstevigd en stapelbaar en geschikt voor horizontaal en verticaal overladen.

Bij luchtvervoer zijn containers speciale bakken voor het vervoer van vracht, verstevigd en geschikt voor horizontaal en verticaal overladen.

In het kader van dit gegevenselement worden voor weg- en spoorvervoer gebruikte wissellaadbakken en opleggers als containers beschouwd.

Voor onder de norm ISO 6346 vallende containers wordt, indien van toepassing, naast het identificatienummer van de container ook de door het Internationale bureau voor containers en intermodaal transport (BIC) toegewezen identificator (code) verstrekt.

Voor wissellaadbakken en opleggers wordt de met de Europese norm EN 13044 geïntroduceerde ILU-code voor intermodale laadbakken gebruikt.

”.

2)

Bijlage B3 bis

BIJLAGE B3 bis

Deze bijlage is van toepassing vanaf de datum van de uitrol van het PoUS-systeem zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578.

Formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor T2L/T2LF als bewijs van de douanestatus van Uniegoederen

TITEL I

ALGEMEEN

1.   De in deze bijlage opgenomen formaten, codes en, indien van toepassing, structuur van de gegevenselementen zijn van toepassing ten aanzien van de gegevensvereisten voor het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen zoals bepaald in titel III van bijlage B2 bis.

2.   De in deze bijlage omschreven formaten, codes en, indien van toepassing, structuur van de gegevenselementen zijn van toepassing op het papieren bewijs van de douanestatus van Uniegoederen.

3.   Titel II van deze bijlage bevat de formaten van de gegevenselementen.

4.   Wanneer de gegevens in een bewijs van de douanestatus van Uniegoederen zoals opgenomen in titel III van bijlage B2 bis de vorm van een code aannemen, moet de in titel III van deze bijlage opgenomen codelijst worden toegepast.

5.   Met de omschrijving „type/lengte” in de toelichting bij een kenmerk wordt verwezen naar de vereisten voor het gegevenstype en de gegevenslengte. Voor het gegevenstype worden de volgende codes gebruikt:

a

alfabetisch

n

numeriek

an

alfanumeriek

Het getal na de code geeft de toegelaten gegevenslengte aan. Hierbij geldt het volgende:

de facultatieve twee punten voor de lengte-indicator betekenen dat de gegevens geen vaste lengte hebben, maar dat het maximale aantal karakters wordt aangegeven door de lengte-indicator. Een komma in de gegevenslengte betekent dat het kenmerk decimalen kan bevatten, waarbij het cijfer voor de komma de totale lengte van het kenmerk aangeeft en het cijfer na de komma het maximale aantal cijfers na de decimale punt.

Voorbeelden van veldlengtes en formaten:

a1

1 alfabetisch teken, vaste lengte

n2

2 numerieke tekens, vaste lengte

an3

3 alfanumerieke tekens, vaste lengte

a..4

maximaal 4 alfabetische tekens

n..5

maximaal 5 numerieke tekens

an..6

maximaal 6 alfanumerieke tekens

n..7,2

maximaal 7 numerieke tekens waaronder maximaal 2 decimalen, met een zwevend scheidingsteken.

6.   De kardinaliteit op rubriekniveau die in de tabel in titel II van deze bijlage is vermeld, geeft aan hoe vaak het gegevenselement in een bewijs van douanestatus van Uniegoederen op rubriekniveau kan worden gebruikt.

7.   De kardinaliteit op artikelniveau die in de tabel in titel II van deze bijlage is vermeld, geeft aan hoe vaak het gegevenselement voor het artikel in het betrokken bewijs van douanestatus van Uniegoederen kan worden herhaald.

TITEL II

FORMATEN EN KARDINALITEIT VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEGEVENSVEREISTEN VOOR HET BEWIJS VAN DOUANESTATUS VAN UNIEGOEDEREN

Volg-nummer G.E.

Naam G.E.

Formaat G.E.

(Type/lengte)

Code lijst in titel III (J/N)

Kardi-naliteit rubriekniveau

Kardi-naliteit artikel-niveau

Opmerkingen

1/3

Soort bewijs van douanestatus

an..5

Y

1x

1x

 

1/4

Formulieren

n..4

N

1x

 

 

1/5

Ladingslijsten

n..5

N

1x

 

 

1/6

Artikelnummer

n..5

N

 

1x

 

1/8

Handtekening/authenticatie

an..35

N

1x

 

 

1/9

Totaal aantal artikelen

n..5

N

1x

 

 

2/1

Vereenvoudigde aangifte/Voorafgaande documenten

Categorie document: a1 +

Soort voorafgaand document: an..3 +

Referentie voorafgaand document: an..35 +

Identificator artikelnummer: n..5

Y

9999x

99x

 

2/2

Aanvullende informatie

Gecodeerde versie (Uniecodes): n1 + an4

OF

(nationale codes): a1 + an4

OF

Vrije tekst: an..512

Y

 

99x

De codes zijn nader omschreven in titel III.

2/3

Voorgelegde documenten, certificaten en vergunningen, aanvullende referenties

Soort document (Uniecodes): a1 + an3

OF

(nationale codes): n1 + an3 +

Identificator document: an..35

Y

1x

99x

 

2/5

LRN

an..22

N

1x

 

 

3/1

Exporteur

Naam: an..70 +

Straat en nummer: an..70 +

Land: a2 +

Postcode: an..9 +

Stad: an..35

N

1x

1x

Landcode:

de gebruikte alfabetische codificering voor landen en gebieden is gebaseerd op de huidige tweeletterige ISO-normen (a2), voor zover deze verenigbaar zijn met de voorschriften van Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie (*1). Een geactualiseerde lijst van landcodes wordt op gezette tijden bij verordening van de Commissie bekendgemaakt.

In het geval van groepagezendingen waarbij bewijzen op papier worden gebruikt, kan de code „00200 ” worden gebruikt samen met een lijst van exporteurs in overeenstemming met de aantekeningen bij G.E. 3/1 Exporteur in titel III van bijlage B2 bis bij aanhangsel II.

3/2

Identificatienummer exporteur

an..17

N

1x

1x

 

3/20

Identificatienummer vertegenwoordiger

an..17

N

1x

 

 

3/21

Code status vertegenwoordiger

n1

Y

1x

 

 

3/43

Identificatienummer aanvrager van een bewijs van de douanestatus van Uniegoederen

an..17

N

1x

 

 

5/4

Datum van aangifte

n8 (jjjjmmdd)

N

1x

 

 

5/5

Plaats van aangifte

an..35

N

1x

 

 

5/28

Gevraagde geldigheidsduur van het bewijs

n..3

N

1x

 

 

6/1

Nettomassa (kg)

n..16,6

N

 

1x

 

6/5

Brutomassa (kg)

n..16,6

N

1x

1x

 

6/8

Omschrijving van de goederen

an..512

N

 

1x

 

6/9

Soort verpakking

an..2

N

 

99x

De codelijst komt overeen met de laatste versie van VN/ECE-aanbeveling 21.

6/10

Aantal colli

n..8

N

 

99x

 

6/11

Verzendingsmerken

an..512

N

 

99x

 

6/14

Goederencode — Code van de gecombineerde nomenclatuur

an..8

N

 

1x

 

6/18

Totaal aantal colli

n..8

N

1x

 

 

7/2

Container

n1

Y

1x

 

 

7/10

Identificatienummer container

an..17

N

9999x

9999x

 

TITEL III

CODES VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEGEVENSVEREISTEN VOOR HET BEWIJS VAN DOUANESTATUS VAN UNIEGOEDEREN

Deze titel bevat de codes die moeten worden gebruikt voor standaard papieren bewijzen van douanestatus van Uniegoederen.

1/3.   Soort bewijs van douanestatus

Te gebruiken codes voor T2L-documenten

T2L

Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen

T2LF

Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen die worden verzonden naar, vanuit of tussen gebieden met een bijzonder fiscaal regime

T2LSM

Bewijs van de status van voor San Marino bestemde goederen met toepassing van artikel 2 van Besluit nr. 4/92 van het Samenwerkingscomité EEG-San Marino van 22 december 1992

2/1.   Vereenvoudigde aangifte/Voorafgaande documenten

Dit gegevenselement bestaat uit alfanumerieke codes.

Elke code is opgebouwd uit drie elementen. Het eerste element (an..3), bestaande uit cijfers of letters of een combinatie van cijfers en letters, geeft het soort document aan. Het tweede element (an..35) bevat de voor de identificatie van het document vereiste gegevens, hetzij het referentienummer, hetzij een ander herkenbaar kenmerk. Het derde element (an..5) wordt gebruikt om aan te geven naar welk artikel van het voorafgaande document wordt verwezen.

Wanneer een douaneaangifte op papier wordt ingediend, worden de drie elementen van elkaar gescheiden door streepjes (-).

1.   Eerste element (an..3):

Kies de afkorting van het gebruikte document in de onderstaande „Lijst van afkortingen voor documenten”.

Lijst van afkortingen voor documenten

(numerieke codes afkomstig uit de UN Directories for electronic data interchange for administration, commerce and transport: List of code for data element 1001, Document/message name, coded — versie 2014b.)

Containerlijst

235

Leveringsbon

270

Paklijst

271

Pro-formafactuur

325

Aangifte tot tijdelijke opslag

337

Summiere aangifte bij binnenbrengen

355

Handelsfactuur

380

Housevrachtbrief

703

Mastercognossement

704

Cognossement

705

Housecognossement

714

Vrachtbrief (spoor)

720

Vrachtbrief wegvervoer

730

Luchtvrachtbrief

740

Masterluchtvrachtbrief

741

Verzendingsformulier (postpakketten)

750

Document voor multimodaal/gecombineerd vervoer

760

Goederenmanifest

785

Borderel

787

Aangifte voor douanevervoer-gemengde zendingen (T)

820

Aangifte voor douanevervoer (T1)

821

Aangifte voor douanevervoer (T2)

822

Aangifte voor douanevervoer (T2F)

T2F

Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen T2L

825

Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen T2LF

T2G

TIR-carnet

952

ATA-carnet

955

Kenmerk/datum van inschrijving in de administratie van de aangever

CLE

Inlichtingenblad INF3

IF3

Vereenvoudigde aangifte

SDE

MRN aangifte

MRN

Goederenmanifest vereenvoudigde procedure

MNS

Andere

ZZZ

2.   Tweede element (an..35):

Vermeld hier het identificatienummer of ander herkenbaar kenmerk van het document.

3.   Derde element (an..5):

Het artikelnummer van de goederen in kwestie zoals vermeld in G.E. 1/6. Artikelnummer op het voorafgaande document.

2/2.   Aanvullende informatie

Aanvullende informatie op douanegebied wordt gecodeerd door middel van een code van vijf cijfers. Deze code wordt na de aanvullende informatie vermeld, tenzij de wetgeving van de overeenkomstsluitende partijen voorschrijft dat de code moet worden gebruikt in plaats van de tekst.

Rechtsgrondslag

Onderwerp

Aanvullende informatie

Code

Bijlage B2 bis, titel III

Meerdere documenten en partijen

„Diverse”

00200

Bijlage B2 bis, titel III

Aangever is afzender

„Afzender”

00300

Bijlage B2 bis, titel III

Aangever is exporteur

„Exporteur”

00400

Bijlage B2 bis, titel III

Aangever is geadresseerde

„Geadresseerde”

00500

Bijlage B2 bis, titel III

Verzoek om een langere geldigheidsduur van het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen

„Langere geldigheidsduur van het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen”

40100

2/3.   Voorgelegde documenten, certificaten en vergunningen, aanvullende referenties

a)

Documenten, certificaten en vergunningen van overeenkomstsluitende partijen of internationale organisaties die tot staving van het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen worden voorgelegd, alsook aanvullende referenties moeten worden vermeld door middel van een code zoals omschreven in titel II, gevolgd door een identificatienummer of een ander herkenbaar kenmerk. De lijst van documenten, certificaten en vergunningen en van aanvullende referenties alsook van de overeenkomstige codes is in de Taric-databank opgenomen.

b)

Nationale documenten, certificaten en vergunningen die tot staving van het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen worden voorgelegd, alsook aanvullende referenties moeten worden vermeld door middel van een code zoals omschreven in titel II, eventueel gevolgd door een identificatienummer of een ander herkenbaar kenmerk. De vier tekens vormen volgens de eigen nomenclatuur van elk land vastgestelde codes.

3/2.   Code status vertegenwoordiger

De status van vertegenwoordiger moet worden aangegeven door vóór de volledige naam en het adres een van de volgende codes (n1) te vermelden:

2.

Vertegenwoordiger — directe vertegenwoordiging (de douanevertegenwoordiger handelt in naam en voor rekening van een andere persoon)

3.

Vertegenwoordiger — indirecte vertegenwoordiging (de douanevertegenwoordiger handelt in eigen naam maar voor rekening van een andere persoon)

Wanneer dit gegevenselement op een papieren document wordt gedrukt, wordt het tussen vierkante haken geplaatst (bijvoorbeeld: [2] of [3]).

7/2.   Container

0.

Niet in containers vervoerde goederen

1.

In containers vervoerde goederen

”.

(*1)  Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7).


BIJLAGE E

Bijlagen A2, B1 en C7 bij aanhangsel III van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer worden als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage A2 wordt onder de titel van de bijlage de volgende alinea ingevoegd:

„Deze bijlage is niet meer van toepassing vanaf de uitroldatums van de upgrade van het NCTS zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578.”.

2)

In bijlage B1 wordt onder de titel van de bijlage de volgende alinea ingevoegd:

„Deze bijlage is niet meer van toepassing vanaf de uitroldatums van de upgrade van het NCTS zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578.”.

3)

In bijlage C7 wordt punt 1.2 als volgt gewijzigd:

a)

punt 1.2.1 wordt geschrapt;

b)

de cijfers „1.2.2.” worden geschrapt;

c)

de woorden „één kantoor van vertrek” worden vervangen door „één douanekantoor van vertrek”


BIJLAGE F

Het volgende aanhangsel wordt toegevoegd aan de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer:

AANHANGSEL III bis

Dit aanhangsel is van toepassing vanaf de uitroldatums van de upgrade van het NCTS zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578.

AANGIFTEN VOOR DOUANEVERVOER, BEGELEIDINGSDOCUMENTEN VOOR DOUANEVERVOER EN ANDERE DOCUMENTEN

Artikel 1

Dit aanhangsel bevat de bepalingen, formulieren en modellen die nodig zijn voor het opstellen van de aangiften voor douanevervoer, het begeleidingsdocument voor douanevervoer en de andere documenten die overeenkomstig de aanhangsels I en II in het kader van de regeling gemeenschappelijk douanevervoer worden gebruikt.

TITEL I

GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE GEGEVENSVERWERKINGSTECHNIEKEN TEN BEHOEVE VAN DE AANGIFTE VOOR DOUANEVERVOER EN DE OPSTELLING VAN FORMULIEREN

Artikel 2

Aangifte voor douanevervoer

Een aangifte voor douanevervoer zoals omschreven in artikel 25 van aanhangsel I bevat de in bijlage B6 bis opgenomen gegevenselementen en wordt opgesteld volgens het in bijlage A1 bis vastgestelde formaat met behulp van de daarin vastgestelde codes.

Artikel 3

Begeleidingsdocument voor douanevervoer

Het begeleidingsdocument voor douanevervoer wordt verstrekt met gebruikmaking van het formulier in bijlage A3 bis. Het wordt opgesteld en gebruikt overeenkomstig de toelichting in bijlage A4 bis.

Artikel 4

Lijst van artikelen

De lijst van artikelen wordt verstrekt met gebruikmaking van het formulier in bijlage A5 bis. Hij wordt opgesteld en gebruikt overeenkomstig de toelichting in bijlage A6 bis.

TITEL II

FORMULIEREN VOOR:

HET BEWIJS VAN DE DOUANESTATUS VAN UNIEGOEDEREN,

DE AANGIFTE VOOR DOUANEVERVOER VOOR REIZIGERS,

DE BEDRIJFSCONTINUÏTEITSPROCEDURE VOOR DOUANEVERVOER

Artikel 5

1.   De formulieren waarop de documenten ten bewijze van de douanestatus van Uniegoederen worden opgesteld, worden verstrekt met gebruikmaking van het formulier in de aanhangsels 1 tot en met 4 van bijlage I bij de ED-overeenkomst.

2.   De formulieren waarop de aangiften voor douanevervoer voor reizigers en de aangiften voor douanevervoer in het kader van de bedrijfscontinuïteitsprocedure voor douanevervoer worden opgesteld, worden verstrekt met gebruikmaking van het formulier in aanhangsel 1 van bijlage I bij de ED-overeenkomst.

3.   De gegevens worden op de formulieren doorgeschreven door middel van een zelfkopiërend procedé:

a)

voor de aanhangsels 1 en 3, op de in aanhangsel 1 van bijlage II bij de ED-overeenkomst opgenomen exemplaren;

b)

voor de aanhangsels 2 en 4, op de in aanhangsel 2 van bijlage II bij de ED-overeenkomst opgenomen exemplaren.

4.   De formulieren worden ingevuld en gebruikt:

a)

als document ten bewijze van de douanestatus van Uniegoederen overeenkomstig de toelichting in bijlage B2;

b)

als aangifte voor douanevervoer voor reizigers of voor de bedrijfscontinuïteitsprocedure voor douanevervoer overeenkomstig de toelichting in bijlage B6.

In beide gevallen dient, in voorkomend geval, van de codes van de bijlagen A1 bis en B3 gebruik te worden gemaakt.

Artikel 6

1.   De formulieren worden afgedrukt overeenkomstig artikel 2 van bijlage II bij de ED-overeenkomst.

2.   In de linkerbovenhoek van het formulier kunnen de overeenkomstsluitende partijen een teken laten drukken ter identificatie van de betrokken overeenkomstsluitende partij. Zij kunnen eveneens de woorden „GEMEENSCHAPPELIJK DOUANEVERVOER” in plaats van de woorden „UNIEDOUANEVERVOER” laten drukken. De aangiften die van een dergelijk teken of van een dergelijke vermelding zijn voorzien, dienen te worden aanvaard wanneer zij op het grondgebied van een andere overeenkomstsluitende partij worden ingediend.

TITEL III

ANDERE FORMULIEREN DAN HET ENIG DOCUMENT EN HET BEGELEIDINGSDOCUMENT VOOR DOUANEVERVOER

Artikel 7

Ladingslijsten

1.   Het voor het opstellen van ladingslijsten te gebruiken formulier wordt verstrekt met gebruikmaking van het formulier in bijlage B4. Het wordt ingevuld overeenkomstig de toelichting in bijlage B5.

2.   Het voor dit formulier te gebruiken papier is zodanig gelijmd dat het goed te beschrijven is, een gewicht heeft van ten minste 40 g per m2 en zo stevig is dat het bij normaal gebruik niet scheurt of kreukt. De kleur van het papier kan door de betrokkenen zelf worden gekozen.

3.   Het formaat van het formulier is 210 × 297 mm, waarbij in de lengte een afwijking van ten hoogste 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan.

Artikel 8

Kennisgevingen van doorgang

Het voor het opstellen van kennisgevingen van doorgang te gebruiken formulier in het kader van de toepassing van artikel 21wordt verstrekt met gebruikmaking van het formulier in bijlage B8 bij dit aanhangsel.

Artikel 9

Ontvangstbewijzen

Het ontvangstbewijs wordt verstrekt met gebruikmaking van het formulier in bijlage B10.

Artikel 10

Bewijzen van zekerheidstelling per aangifte

1.   Het voor het opstellen van bewijzen van zekerheidstelling per aangifte te gebruiken formulier stemt overeen met het model in bijlage C3.

2.   Het formulier wordt gedrukt op houtpapier, zodanig gelijmd dat het goed beschrijfbaar is, met een gewicht van ten minste 55 g/m2. Het is voorzien van een roodkleurige, geguillocheerde onderdruk die elke vervalsing met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt. De kleur van het papier is wit.

3.   Het formaat van het formulier is 148 × 105 mm.

4.   Het formulier moet voorzien zijn van de naam en het adres van de drukker of van een teken aan de hand waarvan deze kan worden geïdentificeerd, en van een individueel nummer aan de hand waarvan het formulier kan worden geïdentificeerd.

5.   De op bewijzen van zekerheidstelling per aangifte te gebruiken taal wordt bepaald door de bevoegde autoriteiten van het land waaronder het kantoor van zekerheidstelling ressorteert.

Artikel 11

Certificaat van doorlopende zekerheidstelling of van ontheffing van zekerheidstelling

1.   De voor het opstellen van certificaten van doorlopende zekerheidstelling en van ontheffing van zekerheidstelling (hierna „certificaten” genoemd) te gebruiken formulieren stemmen overeen met het model in de bijlagen C5 en C6. Zij worden ingevuld overeenkomstig de toelichting in bijlage C7.

2.   De certificaten worden gedrukt op wit houtpapier met een gewicht van ten minste 100 g/m2. Zij zijn aan de voor- en achterzijde voorzien van een geguillocheerde onderdruk die elke vervalsing met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt. Deze ondergrond is:

groen voor certificaten van zekerheidstelling,

lichtblauw voor certificaten van ontheffing van zekerheidstelling.

3.   Het formaat van de certificaten is 210 × 148 mm.

4.   De overeenkomstsluitende partijen moeten de formulieren voor de certificaten drukken of laten drukken. Elk certificaat is voorzien van een volgnummer.

Artikel 12

Gemeenschappelijke bepalingen bij titel III

1.   Het formulier moet met de schrijfmachine of door middel van een mechanografisch of soortgelijk procedé worden ingevuld. De in de artikelen 7 en 8 bedoelde formulieren kunnen eveneens met de hand worden ingevuld, mits dit op duidelijk leesbare wijze met inkt en in blokletters gebeurt.

2.   Het formulier moet worden ingevuld in een van de officiële talen van de overeenkomstsluitende partijen die door de bevoegde autoriteiten van het land van vertrek wordt aanvaard. Deze bepaling is evenwel niet van toepassing op de bewijzen van zekerheidstelling per aangifte.

3.   De bevoegde autoriteiten van een ander land waar het formulier moet worden voorgelegd, kunnen zo nodig om een vertaling verzoeken in de officiële taal of een van de officiële talen van dat land.

4.   Voor het certificaat van doorlopende zekerheidstelling of van ontheffing van zekerheidstelling wordt de te gebruiken taal bepaald door de bevoegde autoriteiten van het land waaronder het kantoor van zekerheidstelling ressorteert.

5.   In de formulieren mogen geen schrappingen noch overschrijvingen voorkomen. Wijzigingen moeten worden aangebracht door de onjuiste gegevens door te halen en, in voorkomend geval, de gewenste gegevens toe te voegen. Elke aldus aangebrachte wijziging moet worden geparafeerd door de persoon die deze heeft aangebracht, en uitdrukkelijk door de bevoegde autoriteiten worden geviseerd.

6.   Een overeenkomstsluitende partij kan, mits de andere overeenkomstsluitende partijen hiertoe vooraf toestemming verlenen en voor zover dit geen afbreuk doet aan de correcte toepassing van de overeenkomst, bijzondere maatregelen nemen om de fraudebestendigheid van de in deze titel genoemde formulieren te verbeteren.

”.

BIJLAGE G

De volgende bijlagen worden toegevoegd aan aanhangsel III bis van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer:

1)

Bijlage A1 bis

BIJLAGE A1 bis

FORMATEN EN CODES VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEGEVENSVEREISTEN VOOR AANGIFTEN VOOR DOUANEVERVOER

Deze bijlage is van toepassing vanaf de uitroldatums van de upgrade van het NCTS zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, met uitzondering van de bepalingen inzake gegevenselementen betreffende een elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer zoals bedoeld in artikel 55, lid 1, onder h), van aanhangsel I, die uiterlijk vanaf 1 mei 2018 van toepassing zijn.

TITEL I

ALGEMEEN

1.   De in deze bijlage opgenomen formaten, codes en, indien van toepassing, structuur van de gegevenselementen zijn van toepassing ten aanzien van de gegevensvereisten voor aangiften voor douanevervoer, zoals bepaald in bijlage B6 bis.

2.   De in deze bijlage omschreven formaten, codes en, indien van toepassing, structuur van de gegevenselementen zijn van toepassing op aangiften voor douanevervoer die worden gedaan zowel met behulp van elektronische gegevensverwerkingstechnieken als op papier.

3.   Titel II bevat de formaten van de gegevenselementen.

4.   Wanneer de gegevens in een aangifte voor douanevervoer zoals opgenomen in bijlage B6 bis bij dit aanhangsel de vorm van een code aannemen, moet de in titel II opgenomen codelijst worden toegepast.

5.   Met de omschrijving „type/lengte” in de toelichting bij een kenmerk wordt verwezen naar de vereisten voor het gegevenstype en de gegevenslengte. Voor het gegevenstype worden de volgende codes gebruikt:

a

alfabetisch

n

numeriek

an

alfanumeriek

Het getal na de code geeft de toegelaten gegevenslengte aan. Hierbij geldt het volgende:

de facultatieve twee punten voor de lengte-indicator betekenen dat de gegevens geen vaste lengte hebben, maar dat het maximale aantal karakters wordt aangegeven door de lengte-indicator. Een komma in de gegevenslengte betekent dat het kenmerk decimalen kan bevatten, waarbij het cijfer voor de komma de totale lengte van het kenmerk aangeeft en het cijfer na de komma het maximale aantal cijfers na de decimale punt.

Voorbeelden van veldlengtes en formaten:

a1

1 alfabetisch teken, vaste lengte

n2

2 numerieke tekens, vaste lengte

an3

3 alfanumerieke tekens, vaste lengte

a..4

maximaal 4 alfabetische tekens

n..5

maximaal 5 numerieke tekens

an..6

maximaal 6 alfanumerieke tekens

n..7,2

maximaal 7 numerieke tekens waaronder maximaal 2 decimalen, met een zwevend scheidingsteken.

6.   De kardinaliteit op rubriekniveau die in de tabel in titel II van deze bijlage is vermeld, geeft aan hoe vaak het gegevenselement in een aangifte voor douanevervoer op rubriekniveau kan worden gebruikt.

7.   De kardinaliteit op artikelniveau die in de tabel in titel II van deze bijlage is vermeld, geeft aan hoe vaak het gegevenselement voor het desbetreffende artikel in de aangifte kan worden herhaald.

8.   De landen mogen nationale codes gebruiken voor de gegevenselementen 1/11 Aanvullende regeling, 2/2 Aanvullende informatie en 2/3 Voorgelegde documenten, certificaten en vergunningen, aanvullende referenties. De landen delen de Commissie de lijst van nationale codes mee die voor deze gegevenselementen worden gebruikt. De Commissie publiceert de lijst van deze codes.

TITEL II

FORMATEN EN KARDINALITEIT VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEGEVENSVEREISTEN VOOR AANGIFTEN VOOR DOUANEVERVOER

Volg-nummer G.E.

Naam G.E.

Formaat G.E.

(Type/lengte)

Code-lijst in titel III (J/N)

Kardinaliteit rubriek-niveau

Kardinaliteit artikel-niveau

Opmerkingen

1/2

Soort aangifte — aanvulling

a1

Y

1x

 

 

1/3

Aangifte voor douanevervoer

an..5

Y

1x

1x

 

1/4

Formulieren

n..4

N

1x

 

 

1/5

Ladingslijsten

n..5

N

1x

 

 

1/6

Artikelnummer

n...5

N

 

1x

 

1/8

Handtekening/Authenticatie

an..35

N

1x

 

 

1/9

Totaal aantal artikelen

n..5

N

1x

 

 

2/1

Vereenvoudigde aangifte/Voorafgaande documenten

Soort voorafgaand document: an ..3 +

Referentie voorafgaand document: an ..35 +

Identificator artikelnummer: n..5

Y

9999x

99x

 

2/2

Aanvullende informatie

Gecodeerde versie

(Uniecodes): n1 + an4

OF

(nationale codes): a1 + an4

OF

Vrije tekst: an..512

Y

 

99x

De codes zijn nader omschreven in titel III.

2/3

Voorgelegde documenten, certificaten en vergunningen, aanvullende referenties

Soort document

(Uniecodes): a1 + an3

OF

(nationale codes): n1 + an3 +

Identificator document:

an..35

Y

1x

99x

 

3/1

Exporteur

Naam: an..70 +

Straat en nummer: an..70 +

Land: a2 +

Postcode an..9 +

Stad: an..35

N

1x

1x

Landcode:

de gebruikte alfabetische codificering voor landen en gebieden is gebaseerd op de huidige tweeletterige ISO-normen (a2).

In het geval van groepagezendingen waarbij aangiften op papier worden gebruikt, kan de code „00200 ” worden gebruikt samen met een lijst van exporteurs in overeenstemming met de aantekeningen bij G.E. 3/1 Exporteur in titel III van bijlage B6 bis bij aanhangsel III.

3/2

Identificatienummer exporteur

an..17

N

2x

2x

Voor lidstaten van de Europese Unie — het EORI-nummer in de Unie of een door de Unie erkend uniek derdeland-identificatienummer.

Voor landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer — het EORI-nummer in de Unie (mits dit is toegekend en geldig is op het tijdstip van indiening van de aangifte) en het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer.

3/9

Geadresseerde

Naam: an..70 +

Straat en nummer: an..70 +

Land: a2 +

Postcode an..9 +

Stad: an..35

N

1x

1x

Gebruik de landcode zoals omschreven voor G.E. 3/1 Exporteur.

In het geval van groepagezendingen waarbij aangiften op papier worden gebruikt, kan de code „00200 ” worden gebruikt samen met een lijst van geadresseerden in overeenstemming met de aantekeningen bij G.E. 3/9 Geadresseerde in titel III van bijlage B6 bis bij aanhangsel III.

3/10

Identificatienummer geadresseerde

an..17

N

2x

2x

Gebruik het identificatienummer zoals omschreven voor G.E. 3/2 Identificatienummer exporteur.

3/19

Vertegenwoordiger

Naam: an..70 +

Straat en nummer: an..70 +

Land: a2 +

Postcode an..9 +

Stad: an..35

N

1x

 

Gebruik de landcode zoals omschreven voor G.E. 3/1 Exporteur.

3/20

Identificatienummer vertegenwoordiger

an..17

N

2x

 

Gebruik het identificatienummer zoals omschreven voor G.E. 3/2 Identificatienummer exporteur.

3/21

Code status vertegenwoordiger

n1

Y

1x

 

 

3/22

Houder van de regeling douanevervoer

Naam: an..70 +

Straat en nummer: an..70 +

Land: a2 +

Postcode an..9 +

Stad: an..35

N

1x

 

Gebruik de landcode zoals omschreven voor G.E. 3/1 Exporteur.

3/23

Identificatienummer houder van de regeling douanevervoer

an..17

N

2x

 

Gebruik het identificatienummer zoals omschreven voor G.E. 3/2 Identificatienummer exporteur.

3/37

Identificatienummer extra actor(en) in de toeleveringsketen

Code rol: a..3 +

Identificator: an..17

Y

99x

99x

De codes voor de rol van extra actoren in de toeleveringsketen zijn omschreven in titel II.

Gebruik het identificatienummer zoals omschreven voor G.E. 3/2 Identificatienummer exporteur.

5/4

Datum van aangifte

n8 (jjjjmmdd)

N

1x

 

 

5/5

Plaats van aangifte

an..35

N

1x

 

 

5/6

Kantoor van bestemming (en land)

an8

N

1x

 

De structuur van het identificatienummer van het douanekantoor is omschreven in titel III.

5/7

Voorzien kantoor van doorgang (en land)

an8

N

9x

 

Het identificatienummer van het douanekantoor dient de structuur te volgen die is omschreven in G.E. 5/6 Kantoor van bestemming (en land).

5/8

Code land van bestemming

a2

N

1x

 

Gebruik de landcode zoals omschreven voor G.E. 3/1 Exporteur.

5/21

Plaats van lading

Gecodeerd: an..17

OF

Vrije tekst: a2 (landcode) + an..35 (plaats)

N

1x

 

Indien de plaats van lading is gecodeerd volgens UN/LOCODE, is dit gegeven gelijk aan de UN/LOCODE als omschreven in titel III voor G.E. 5/6 Kantoor van bestemming (en land).

Indien de plaats van lading niet is gecodeerd volgens UN/LOCODE, wordt het land waar de plaats van lading zich bevindt, aangeduid met de code zoals omschreven voor G.E. 3/1 Exporteur.

5/23

Plaats van de goederen

Land: a2 +

Soort plaats: a1 +

Kenmerk van de identificatie: a1 +

Gecodeerd:

Identificatie van de plaats: an..35 +

Aanvullende identificator: n..3

OF

Vrije tekst:

Straat en nummer: an..70 +

Postcode an..9 +

Stad: an..35

Y

1x

 

De structuur van de code is omschreven in titel III.

6/1

Nettomassa (kg)

n..16,6

N

 

1x

 

6/5

Brutomassa (kg)

n..16,6

N

1x

1x

 

6/8

Omschrijving van de goederen

an..512

N

 

1x

 

6/9

Soort verpakking

 

N

 

99x

De codelijst komt overeen met de laatste versie van VN/ECE-aanbeveling 21.

6/10

Aantal colli

n..8

N

 

99x

 

6/11

Verzendingsmerken

an..512

N

 

99x

 

6/13

CUS-code

an8

N

 

1x

Code toegekend in het kader van de Europese douanelijst van chemische stoffen (ECICS).

6/14

Goederencode — Code van de gecombineerde nomenclatuur

an..8

N

 

1x

 

6/18

Totaal aantal colli

n..8

N

1x

 

 

7/1

Overlading

Plaats van overlading: Land: a2 +

Soort plaats: a1 +

Kenmerk van de identificatie: a1 +

Gecodeerd:

Identificatie van de plaats: an..35 +

Aanvullende identificator: n..3

OF

Vrije tekst:

Straat en nummer: an..70 +

Postcode an..9 +

Stad: an..35 +

Identiteit nieuw vervoermiddel

Soort identificatie: n2 +

Identificatienummer: an..35 +

Nationaliteit nieuw vervoermiddel a2 +

N

1x

 

Gebruik de landcode zoals omschreven voor G.E. 3/1 Exporteur.

De plaats van overlading dient de structuur te volgen van G.E. 5/23 Plaats van de goederen.

De identiteit van het vervoermiddel dient de structuur te volgen van G.E. 7/7 Identiteit van het vervoermiddel bij vertrek.

De nationaliteit van het vervoermiddel dient de structuur te volgen van G.E. 7/8 Nationaliteit van het vervoermiddel bij vertrek.

Indicator of de zending al dan niet in een container is geladen: n1

Voor de indicator of de goederen al dan niet in een container zijn geladen, dient gebruik te worden gemaakt van de codes voor G.E. 7/2 Container in titel III.

7/2

Container

n1

Y

1x

 

 

7/4

Vervoerswijze aan de grens

n1

Y

 

 

 

7/5

Binnenlandse vervoerswijze

n1

N

1x

1x

Gebruik de in titel III vermelde codes voor G.E. 7/4 Vervoerswijze aan de grens.

7/7

Identiteit van het vervoermiddel bij vertrek

Soort identificatie: n2 +

Identificatienummer: an..35

Y

1x

1x

 

7/8

Nationaliteit van het vervoermiddel bij vertrek

a2

N

1x

1x

Gebruik de landcode zoals omschreven voor G.E. 3/1 Exporteur.

7/10

Identificatienummer container

an..17

N

9999x

9999x

 

7/14

Identiteit van het grensoverschrijdende actieve vervoermiddel

Soort identificatie: n2 +

Identificatienummer: an..35

N

1x

1x

Gebruik voor het soort identificatie de codes als omschreven voor G.E. 7/7 Identiteit van het vervoermiddel bij vertrek.

7/15

Nationaliteit van het grensoverschrijdende actieve vervoermiddel

a3

N

1x

1x

Gebruik de landcode zoals omschreven voor G.E. 3/1 Exporteur.

7/18

Verzegelingsnummer

Aantal verzegelingen: n..4 +

Identificator verzegeling: an..20

N

1x

9999x

1x

9999x

 

7/19

Andere voorvallen tijdens het vervoer

an..512

N

1x

 

 

8/2

Soort zekerheidstelling

an1

Y

9x

 

 

8/3

Referentie zekerheidstelling

GRN: an..24 +

Toegangscode: an..4 +

Valutacode: a3 +

Bedrag van een schuld: n..16,2 +

Douanekantoor van zekerheidstelling: an8

N

99x

 

Gebruik voor de valuta de drieletterige ISO-muntcode (ISO 4217).

Het identificatienummer van het douanekantoor dient de structuur te volgen die is omschreven in G.E. 5/6 Kantoor van bestemming (en land).

8/4

Zekerheid niet geldig in

a2

N

99x

 

Gebruik de landcode zoals omschreven voor G.E. 3/1 Exporteur.

TITEL III

CODES BETREFFENDE DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEGEVENSVEREISTEN VOOR EEN AANGIFTE VOOR DOUANEVERVOER

Deze titel bevat de codes die moeten worden gebruikt op standaard elektronische en papieren aangiften voor douanevervoer.

1/2.   Soort aangifte — aanvulling

D

aangifte voor douanevervoer die wordt ingediend overeenkomstig artikel 29 bis van aanhangsel I van de overeenkomst

1/3.   Aangifte voor douanevervoer

Te gebruiken codes voor douanevervoer:

T

Gemengde zendingen bevattende zowel goederen die de douanestatus van Uniegoederen hebben als goederen die niet de douanestatus van Uniegoederen hebben, die onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer worden geplaatst.

T1

Goederen die niet de douanestatus van Uniegoederen hebben, die onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer worden geplaatst.

T2

Goederen die de douanestatus van Uniegoederen hebben, die onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer worden geplaatst.

T2F

Goederen die de douanestatus van Uniegoederen hebben, die worden vervoerd tussen een deel van het douanegebied van de Unie waar de bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG of Richtlijn 2008/118/EG niet van toepassing zijn, en een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer.

C

Uniegoederen die niet onder een regeling gemeenschappelijk douanevervoer zijn geplaatst in het kader van de toepassing van artikel 55, lid 1, onder h), van aanhangsel I.

TD

Goederen die reeds onder een regeling douanevervoer zijn geplaatst in het kader van de toepassing van artikel 55, lid 1, onder h), van aanhangsel I.

X

Uit te voeren Uniegoederen die niet onder een regeling douanevervoer zijn geplaatst in het kader van de toepassing van artikel 55, lid 1, onder h), van aanhangsel I.

2/1.   Vereenvoudigde aangifte/Voorafgaande documenten

Dit gegevenselement bestaat uit alfanumerieke codes.

Elke code is opgebouwd uit drie elementen. Het eerste element (an..3), bestaande uit cijfers of letters of een combinatie van cijfers en letters, geeft het soort document aan. Het tweede element (an..35) bevat de voor de identificatie van het document vereiste gegevens, hetzij het referentienummer, hetzij een ander herkenbaar kenmerk. Het derde element (an..5) wordt gebruikt om aan te geven naar welk artikel van het voorafgaande document wordt verwezen.

Wanneer een douaneaangifte op papier wordt ingediend, worden de drie elementen van elkaar gescheiden door streepjes (-).

1.   Eerste element (an..3):

Kies de afkorting van het gebruikte document in de onderstaande „Lijst van afkortingen voor documenten”.

Lijst van afkortingen voor documenten

(numerieke codes afkomstig uit de UN Directories for electronic data interchange for administration, commerce and transport: List of code for data element 1001, Document/message name, coded — versie 2014b.)

Containerlijst

235

Leveringsbon

270

Paklijst

271

Pro-formafactuur

325

Aangifte tot tijdelijke opslag

337

Summiere aangifte bij binnenbrengen

355

Handelsfactuur

380

Housevrachtbrief

703

Mastercognossement

704

Cognossement

705

Housecognossement

714

Vrachtbrief (spoor)

720

Vrachtbrief wegvervoer

730

Luchtvrachtbrief

740

Masterluchtvrachtbrief

741

Verzendingsformulier (postpakketten)

750

Document voor multimodaal/gecombineerd vervoer

760

Goederenmanifest

785

Borderel

787

Aangifte voor douanevervoer-gemengde zendingen (T)

820

Aangifte voor douanevervoer (T1)

821

Aangifte voor douanevervoer (T2)

822

Aangifte voor douanevervoer (T2F)

T2F

Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen T2L

825

Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen T2LF

T2G

TIR-carnet

952

ATA-carnet

955

Kenmerk/datum van inschrijving in de administratie van de aangever

CLE

Inlichtingenblad INF3

IF3

Vereenvoudigde aangifte

SDE

MRN aangifte

MRN

Goederenmanifest vereenvoudigde procedure

MNS

Andere

ZZZ

2.   Tweede element (an..35):

Vermeld hier het identificatienummer of ander herkenbaar kenmerk van het document.

Indien naar het MRN wordt verwezen als voorafgaand document, moet het referentienummer de volgende structuur hebben:

Veld

Inhoud

Formaat

Voorbeeld

1

Laatste twee cijfers van het jaar van formele aanvaarding van de aangifte (JJ)

n2

15

2

Identificator van het land waar de aangifte voor douanevervoer is ingediend (tweeletterige landcode)

a2

RO

3

Uniek identificerend kenmerk voor elk bericht per jaar en land

an12

9876AB889012

4

Identificator van de regeling

a1

B

5

Controlecijfer

an1

5

Veld 1 en 2: zie uitleg hierboven.

Veld 3: identificerend kenmerk voor het bericht in kwestie. De wijze waarop het veld wordt gebruikt, valt onder de verantwoordelijkheid van de landen, maar elk bericht dat in de loop van een jaar in het betreffende land is afgehandeld, dient een uniek nummer te krijgen voor de regeling in kwestie.

Landen die het identificatienummer van het bevoegde douanekantoor in het MRN willen opnemen, kunnen hiervoor de eerste zes tekens gebruiken.

Veld 4: in dit veld moet een identificator van de regeling zoals omschreven in onderstaande tabel worden ingevuld.

Veld 5: in dit veld moet een waarde worden ingevuld die een controlecijfer voor het gehele MRN is. Hiermee kunnen fouten bij het invoeren van het gehele MRN worden ontdekt.

Te gebruiken codes in veld 4 Identificator van de regeling:

Code

Regeling

A

Uitsluitend uitvoer

B

Uitvoeraangifte en summiere aangifte bij uitgaan

C

Uitsluitend summiere aangifte bij uitgaan

D

Kennisgeving van wederuitvoer

E

Verzending van goederen in verband met gebieden met een bijzonder fiscaal regime

J

Uitsluitend aangifte voor douanevervoer

K

Aangifte voor douanevervoer en summiere aangifte bij uitgaan

L

Aangifte voor douanevervoer en summiere aangifte bij binnenbrengen

M

Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen

R

Uitsluitend invoeraangifte

S

Invoeraangifte en summiere aangifte bij binnenbrengen

T

Uitsluitend summiere aangifte bij binnenbrengen

U

Aangifte tot tijdelijke opslag

W

Aangifte tot tijdelijke opslag en summiere aangifte bij binnenbrengen

3.   Derde element (an..5):

Het artikelnummer van de goederen in kwestie zoals vermeld in G.E. 1/6. Artikelnummer op het voorafgaande document.

Bijvoorbeeld:

Het betrokken artikel van de aangifte was het 5e artikel op het document voor douanevervoer T1 (voorafgaand document) waaraan het kantoor van bestemming het nummer „238544” heeft toegekend. De code is dan „821-238544-5” („821” voor de regeling douanevervoer, „238544” voor het registratienummer van het document (of MRN voor NCTS-transacties) en „5” voor het artikelnummer).

Wanneer, in het geval van papieren aangiften voor douanevervoer, meer dan een referentienummer moet worden vermeld en de landen verlangen dat de informatie gecodeerd wordt, is code 00200 zoals omschreven in G.E. 2/2 Aanvullende informatie van toepassing.

2/2.   Aanvullende informatie

Aanvullende informatie op douanegebied wordt gecodeerd door middel van een code van vijf cijfers. Deze code wordt na de aanvullende informatie vermeld, tenzij de wetgeving van de overeenkomstsluitende partijen voorschrijft dat de code moet worden gebruikt in plaats van de tekst.

De codes „00200” en „00300” worden uitsluitend gebruikt bij papieren aangiften voor douanevervoer, indien van toepassing.

De codes „20100”, „20200” en „20300” worden gebruikt bij papieren en elektronische aangiften voor douanevervoer, indien van toepassing.

Rechtsgrondslag

Onderwerp

Aanvullende informatie

Code

Bijlage B6 bis, titel III

Meerdere documenten en partijen

„Diverse”

00200

Bijlage B6 bis, titel III

Aangever is afzender

„Afzender”

00300

Artikel 18 van de overeenkomst

Uitvoer uit een overeenkomstsluitende partij of uit de Unie, onderworpen aan beperkingen.

 

20 100

Artikel 18 van de overeenkomst

Uitvoer uit een overeenkomstsluitende partij of uit de Unie, onderworpen aan rechten.

 

20 200

Artikel 18 van de overeenkomst

Uitvoer

„Uitvoer”

20 300

2/3.   Voorgelegde documenten, certificaten en vergunningen, aanvullende referenties

a)

Documenten, certificaten en vergunningen van een overeenkomstsluitende partij of van een derde land die tot staving van de aangifte voor douanevervoer worden voorgelegd, alsook aanvullende referenties moeten worden vermeld door middel van een code zoals omschreven in titel II, gevolgd door een identificatienummer of ander herkenbaar kenmerk. De lijst van documenten, certificaten en vergunningen en van aanvullende referenties alsook van de overeenkomstige codes is in de Taric-databank opgenomen.

b)

Nationale documenten, certificaten en vergunningen die tot staving van de aangifte voor douanevervoer worden voorgelegd, alsook aanvullende referenties moeten worden vermeld door middel van een code zoals omschreven in titel II, eventueel gevolgd door een identificatienummer of ander herkenbaar kenmerk. De vier tekens vormen volgens de eigen nomenclatuur van elk land vastgestelde codes.

3/1.   Exporteur

Wanneer aangiften voor douanevervoer op papier worden gebruikt en de landen verlangen dat de informatie gecodeerd wordt, is in het geval van groepagezendingen code 00200 zoals omschreven in G.E 2/2 (Aanvullende informatie) van toepassing.

3/2.   Identificatienummer exporteur

Voor de lidstaten van de Europese Unie — vermeld het EORI-nummer in de Unie of een door de Unie erkend uniek derdeland-identificatienummer.

Voor de landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer — vermeld zowel het EORI-nummer in de Unie als het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer. Als er geen EORI-nummer is toegekend, wordt alleen het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, vermeld.

3/9.   Geadresseerde

Wanneer aangiften voor douanevervoer op papier worden gebruikt en de landen verlangen dat de informatie gecodeerd wordt, is in het geval van groepagezendingen code 00200 zoals omschreven in G.E 2/2 Aanvullende informatie van toepassing.

3/10.   Identificatienummer geadresseerde

Voor de lidstaten van de Europese Unie — vermeld het EORI-nummer in de Unie of een door de Unie erkend uniek derdeland-identificatienummer.

Voor de landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer — vermeld zowel het EORI-nummer in de Unie als het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer. Als er geen EORI-nummer is toegekend, wordt alleen het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, vermeld.

3/20.   Identificatienummer vertegenwoordiger

Voor de lidstaten van de Europese Unie — vermeld het EORI-nummer in de Unie of een door de Unie erkend uniek derdeland-identificatienummer.

Voor de landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer — vermeld zowel het EORI-nummer in de Unie als het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer. Als er geen EORI-nummer is toegekend, wordt alleen het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, vermeld.

3/21.   Code status vertegenwoordiger

De status van vertegenwoordiger moet worden aangegeven door vóór de volledige naam en het adres een van de volgende codes (n1) te vermelden:

2.

Vertegenwoordiger — directe vertegenwoordiging (de douanevertegenwoordiger handelt in naam en voor rekening van een andere persoon)

3.

Vertegenwoordiger — indirecte vertegenwoordiging (de douanevertegenwoordiger handelt in eigen naam maar voor rekening van een andere persoon)

Wanneer dit gegevenselement op een papieren document wordt gedrukt, wordt het tussen vierkante haken geplaatst (bijvoorbeeld: [2] of [3]).

3/22.   Houder van de regeling douanevervoer

Voor de lidstaten van de Europese Unie — vermeld het EORI-nummer in de Unie of een door de Unie erkend uniek derdeland-identificatienummer.

Voor de landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer — vermeld zowel het EORI-nummer in de Unie als het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer. Als er geen EORI-nummer is toegekend, wordt alleen het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, vermeld.

3/37.   Identificatienummer extra actoren in de toeleveringsketen

Dit gegevenselement bestaat uit twee onderdelen:

1.   Code rol

De volgende partijen kunnen worden opgegeven:

Code rol

Partij

Omschrijving

CS

Groepage-expediteur

Expediteur die afzonderlijke kleinere zendingen samenbrengt in één grotere zending (groepage), die wordt verzonden naar een tegenhanger van de groepage-expediteur, die de gegroepeerde zending opnieuw opsplitst in haar oorspronkelijke delen

MF

Fabrikant

Partij die goederen vervaardigt

FW

Expediteur

Partij die de expeditie van goederen voor zijn rekening neemt

WH

Entrepothouder

Partij die verantwoordelijk is voor goederen die in een entrepot worden opgeslagen

2.   Identificatienummer van de partij

De structuur van dit nummer komt overeen met de structuur zoals omschreven voor G.E. 3/2 Identificatienummer exporteur.

5/6.   Kantoor van bestemming (en land)

De te gebruiken codes (an8) hebben de volgende structuur:

de eerste twee tekens (a2) identificeren het land door middel van de landcode die is vastgesteld voor Identificatienummer exporteur,

de volgende zes tekens (an6) duiden het betrokken kantoor in dit land aan. Hiervoor wordt de volgende structuur aanbevolen:

De eerste drie tekens (an3) geven de UN/LOCODE-plaatsnaam (*1) weer en de laatste drie een nationale alfanumerieke onderverdeling (an3). Indien deze onderverdeling niet wordt gebruikt, moet „000” worden ingevoegd.

Voorbeeld: BEBRU000: BE = ISO 3166 voor België, BRU = UN/LOCODE-plaatsnaam voor de stad Brussel, en 000 omdat de onderverdeling niet wordt gebruikt.

5/23.   Plaats van de goederen

Gebruik de tweeletterige ISO-landcode die wordt gebruikt in veld 1 van G.E. 3/1 Exporteur.

Maak gebruik van de onderstaande codes om het soort plaats aan te duiden:

A

Aangewezen plaats

B

Erkende plaats

C

Goedgekeurde plaats

D

Andere

Gebruik een van de onderstaande identificatoren om de plaats te identificeren:

Code

Identificator

Omschrijving

U

UN/LOCODE

Gebruik de codes zoals omschreven in de UN/LOCODE-codelijst per land

V

Identificatienummer douanekantoor

Gebruik de codes zoals omschreven voor G.E. 5/6 Kantoor van bestemming en land

W

gps-coördinaten

Decimale graden met negatieve getallen voor het zuiden en het westen. Voorbeelden: 44,424896°/8,774792° of 50,838068°/4,381508°

X

Het EORI-nummer in de Unie of een door de Unie erkend uniek derdeland-identificatienummer of het bedrijfsidentificatienummer in landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer

Gebruik het identificatienummer zoals aangegeven in de beschrijving voor G.E. 3/2 Identificatienummer exporteur. Indien de marktdeelnemer verschillende bedrijfsruimten heeft, wordt het nummer aangevuld met een unieke identificator voor de betrokken plaats.

Y

Vergunningnummer

Vermeld het vergunningnummer van de betrokken plaats, dat wil zeggen de vergunning voor de status van toegelaten afzender. Indien de vergunning verschillende bedrijfsruimten betreft, wordt het vergunningnummer aangevuld met een unieke identificator voor de betrokken plaats.

Indien code „X” of „Y” is gebruikt voor de identificatie van de plaats, en er verschillende plaatsen zijn die verband houden met het EORI-nummer of vergunningnummer, mag een aanvullende identificator worden gebruikt om de plaats ondubbelzinnig te identificeren.

7/2.   Container

0.

Niet in containers vervoerde goederen

1.

In containers vervoerde goederen

7/4.   Vervoerswijze aan de grens

Hiervoor worden de volgende codes gebruikt:

Code

Omschrijving

2

Spoorvervoer

3

Wegvervoer

4

Luchtvervoer

5

Post (actieve vervoerswijze onbekend)

7

Vaste transportinrichtingen

8

Binnenwateren

9

Vervoerswijze onbekend (eigen voortbeweging)

7/7.   Identiteit van het vervoermiddel bij vertrek

Identiteit van het vervoermiddel bij vertrek

Code

Omschrijving

20

Nummer van de wagon

30

Kenteken van het wegvoertuig

40

IATA-vluchtnummer

41

Registratienummer van het luchtvaartuig

81

Naam van het binnenschip

8/2.   Soort zekerheidstelling

Codes zekerheidstelling

Hiervoor worden de volgende codes gebruikt:

Omschrijving

Code

Ontheffing van zekerheidstelling (artikel 75, lid 2, onder c), van aanhangsel I)

0

Doorlopende zekerheid (artikel 75, lid 1, en artikel 75, lid 2, onder a) en b), van aanhangsel I)

1

Zekerheidstelling per aangifte door middel van borgstelling (artikel 20 van aanhangsel I)

2

Zekerheidstelling per aangifte in geld (artikel 19 van aanhangsel I)

3

Zekerheidstelling per aangifte met bewijs van zekerheidstelling (artikel 21 van aanhangsel I)

4

Ontheffing van zekerheidstelling voor het traject tussen het douanekantoor van vertrek en het douanekantoor van doorgang (artikel 10, lid 2, onder b), van de overeenkomst)

7

Zekerheidstelling per aangifte overeenkomstig punt 3 van bijlage I bij aanhangsel I

9

Geen zekerheidstelling vereist voor goederen vervoerd via een vaste transportinrichting (artikel 13, lid 1, onder c), van aanhangsel I)

C

Ontheffing van zekerheidstelling op basis van een afspraak (artikel 10, lid 2, onder a), van de overeenkomst)

A

Geen zekerheidstelling vereist voor goederen die onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer zijn geplaatst overeenkomstig artikel 13, lid 1, onder a), van aanhangsel I

H

TITEL IV

VERMELDINGEN IN DE VERSCHILLENDE TALEN MET BIJBEHORENDE CODE

Vermeldingen in de verschillende taalversies

Code

BG

Ограничена валидност

CS

Omezená platnost

DA

Begrænset gyldighed

DE

Beschränkte Geltung

EE

Piiratud kehtivus

EL

Περιορισμένη ισχύς

ES

Validez limitada

FR

Validité limitée

HR

Ograničena valjanost

IT

Validità limitata

LV

Ierobežots derīgums

LT

Galiojimas apribotas

HU

Korlátozott érvényű

MK (*2)

Ограничено важење

MT

Validità limitata

NL

Beperkte geldigheid

PL

Ograniczona ważność

PT

Validade limitada

RO

Validitate limitată

RS

Ограничена важност

SL

Omejena veljavnost

SK

Obmedzená platnosť

FI

Voimassa rajoitetusti

SV

Begränsad giltighet

EN

Limited validity

IS

Takmarkað gildissvið

NO

Begrenset gyldighet

TR

Sınırlı Geçerli

Beperkte geldigheid — 99200

BG

Освободено

CS

Osvobození

DA

Fritaget

DE

Befreiung

EE

Loobutud

EL

Απαλλαγή

ES

Dispensa

FR

Dispense

HR

Oslobođeno

IT

Dispensa

LV

Derīgs bez zīmoga

LT

Leista neplombuoti

HU

Mentesség

MK (*2)

Изземање

MT

Tneħħija

NL

Vrijstelling

PL

Zwolnienie

PT

Dispensa

RO

Derogarea

RS

Ослобођење

SL

Opustitev

SK

Upustenie

FI

Vapautettu

SV

Befrielse

EN

Waiver

IS

Undanþegið

NO

Fritak

TR

Vazgeçme

Vrijstelling — 99201

BG

Алтернативно доказателство

CS

Alternativní důkaz

DA

Alternativt bevis

DE

Alternativnachweis

EE

Alternatiivsed tõendid

EL

Εναλλακτική απόδειξη

ES

Prueba alternativa

FR

Preuve alternative

HR

Alternativni dokaz

IT

Prova alternativa

LV

Alternatīvs pierādījums

LT

Alternatyvusis įrodymas

HU

Alternatív igazolás

MK (*2)

Алтернативен доказ

MT

Prova alternattiva

NL

Alternatief bewijs

PL

Alternatywny dowód

PT

Prova alternativa

RO

Probă alternativă

RS

Алтернативни доказ

SL

Alternativno dokazilo

SK

Alternatívny dôkaz

FI

Vaihtoehtoinen todiste

SV

Alternativt bevis

EN

Alternative proof

IS

Önnur sönnun

NO

Alternativt bevis

TR

Alternatif Kanıt

Alternatief bewijs — 99202

BG

Различия: митническо учреждение, където стоките са представени (наименование и страна

CS

Nesrovnalosti: úřad, kterému bylo zboží předloženo … (název a země)

DA

Forskelle: det sted, hvor varerne blev frembudt … (navn og land)

DE

Unstimmigkeiten: Stelle, bei der die Gestellung erfolgte … (Name und Land)

EE

Erinevused: asutus, kuhu kaup esitati … (nimi ja riik)

EL

Διαφορές: εμπορεύματα προσκομισθέντα στο τελωνείο … (Όνομα και χώρα)

ES

Diferencias: mercancías presentadas en la oficina … (nombre y país)

FR

Différences: marchandises présentées au bureau … (nom et pays)

HR

Razlike:Carinarnica kojoj je roba podnesena … (naziv i zemlja)

IT

Differenze: ufficio al quale sono state presentate le merci … (nome e paese)

LV

Atšķirības: muitas iestāde, kurā preces tika uzrādītas (nosaukums un valsts)

LT

Skirtumai: įstaiga, kuriai pateiktos prekės (pavadinimas ir valstybė)

HU

Eltérések: hivatal, ahol az áruk bemutatása megtörtént … (név és ország)

MK (*2)

Разлики: Испостава каде стоките се ставени на увид … (назив и земја)

MT

Differenzi: uffiċċju fejn l-oġġetti kienu ppreżentati (isem u pajjiż)

NL

Verschillen: kantoor waar de goederen zijn aangebracht … (naam en land)

PL

Niezgodności: urząd, w którym przedstawiono towar … (nazwa i kraj)

PT

Diferenças: mercadorias apresentadas na estância … (nome e país)

RO

Diferenţe: mărfuri prezentate la biroul vamal … (nume şi ţara)

RS

Разлике: царински орган којем је предата роба … (назив и земља)

SL

Razlike: urad, pri katerem je bilo blago predloženo … (naziv in država)

SK

Rozdiely: úrad, ktorému bol tovar predložený … (názov a krajina)

FI

Muutos: toimipaikka, jossa tavarat esitetty … (nimi ja maa)

SV

Avvikelse: tullkontor där varorna anmäldes … (namn och land)

EN

Differences: office where goods were presented … (name and country)

IS

Breying: tollstjóraskrifstofa þar sem vörum var framvísað … (nafn og land)

NO

Forskjell: det tollsted hvor varene ble fremlagt … (navn og land)

TR

Değişiklikler: Eşyanın sunulduğu idare … (adı ve ülkesi).

Verschillen: kantoor waar de goederen zijn aangebracht…(naam en land) — 99203

BG

Излизането от … подлежи на ограничения или такси съгласно Регламент/Директива/Решение № …,

CS

Výstup ze … podléhá omezením nebo dávkám podle nařízení/směrnice/rozhodnutí č. …

DA

Udpassage fra … undergivet restriktioner eller afgifter i henhold til forordning/direktiv/afgørelse nr. …

DE

Ausgang aus … — gemäß Verordnung/Richtlinie/Beschluss Nr. … Beschränkungen oder Abgaben unterworfen.

EE

… territooriumilt väljumise suhtes kohaldatakse piiranguid ja makse vastavalt määrusele/direktiivile/otsusele nr…

EL

Η έξοδος από … υποβάλλεται σε περιορισμούς ή σε επιβαρύνσεις από τον κανονισμό/την οδηγία/την απόφαση αριθ. …

ES

Salida de … sometida a restricciones o imposiciones en virtud del (de la) Reglamento/Directiva/Decisión no …

FR

Sortie de … soumise à des restrictions ou à des impositions par le règlement ou la directive/décision no

HR

Izlaz iz … podliježe ograničenjima ili pristojbama temeljem Uredbe/Direktive/Odluke br …

IT

Uscita dal … soggetta a restrizioni o ad imposizioni a norma del(la) regolamento/direttiva/decisione n. …

LV

Izvešana no …, piemērojot ierobežojumus vai maksājumus saskaņā ar Regulu/Direktīvu/Lēmumu Nr. …,

LT

Išvežimui iš … taikomi apribojimai arba mokesčiai, nustatyti Reglamentu/Direktyva/Sprendimu Nr.…,

HU

A kilépés … területéről a … rendelet/irányelv/határozat szerinti korlátozás vagy teher megfizetésének kötelezettsége alá esik

MK (*2)

Излез од … предмет на ограничувања или давачки согласно Уредба/Директива/Решение № …

MT

Ħruġ mill-… suġġett għall restrizzjonijiet jew ħlasijiet taħt Regola/Direttiva/Deċiżjoni Nru…

NL

Bij uitgang uit de … zijn de beperkingen of heffingen van Verordening/Richtlijn/Besluit nr. … van toepassing.

PL

Wyprowadzenie z … podlega ograniczeniom lub opłatom zgodnie z rozporządzeniem/dyrektywą/decyzją nr …

PT

Saída da … sujeita a restrições ou a imposições pelo(a) Regulamento/Directiva/Decisão n.o

RO

Ieşire din … supusă restricţiilor sau impunerilor în temeiul Regulamentului/Directivei/Deciziei nr …

RS

Излаз из … подлеже ограничењима или дажбинама на основу Уредбе/Директиве/Одлуке бр…

SL

Iznos iz … zavezan omejitvam ali obveznim dajatvam na podlagi Uredbe/Direktive/Odločbe št. …

SK

Výstup z … podlieha obmedzeniam alebo platbám podľa nariadenia/smernice/rozhodnutia č. ….

FI

… vientiin sovelletaan asetuksen/direktiivin/päätöksen N:o … mukaisia rajoituksia tai maksuja

SV

Utförsel från … underkastad restriktioner eller avgifter i enlighet med förordning/direktiv/beslut nr …

EN

Exit from … subject to restrictions or charges under Regulation/Directive/Decision No …

IS

Útflutningur frá … háð takmörkunum eða gjöldum samkvæmt reglugerð/fyrirmælum/ákvörðun nr. ….

NO

Utførsel fra … underlagt restriksjoner eller avgifter i henhold til forordning/direktiv/vedtak nr. ….

TR

Eşyanın … dan çıkışı.…. No.lu Tüzük/Direktif/Karar kapsamında kısıtlamalara veya mali yükümlülüklere tabidir

Bij uitgang uit de …zijn de beperkingen of heffingen van Verordening/Richtlijn/Besluit nr. … van toepassing. — 99204

BG

Одобрен изпращач

CS

Schválený odesílatel

DA

Godkendt afsender

DE

Zugelassener Versender

EE

Volitatud kaubasaatja

EL

Εγκεκριμένος αποστολέας

ES

Expedidor autorizado

FR

Expéditeur agréé

HR

Ovlašteni pošiljatelj

IT

Speditore autorizzato

LV

Atzītais nosūtītājs

LT

Įgaliotas gavéjas

HU

Engedélyezett feladó

MK (*2)

Овластен испраќач

MT

Awtorizzat li jibgħat

NL

Toegelaten afzender

PL

Upoważniony nadawca

PT

Expedidor autorizado

RO

Expeditor agreat

RS

Овлашћени пошиљалац

SL

Pooblaščeni pošiljatelj

SK

Schválený odosielateľ

FI

Valtuutettu lähettäjä

SV

Godkänd avsändare

EN

Authorised consignor

IS

Viðurkenndur sendandi

NO

Autorisert avsender

TR

İzinli Gönderici.

Toegelaten afzender — 99206

BG

Освободен от подпис

CS

Podpis se nevyžaduje

DA

Fritaget for underskrift

DE

Freistellung von der Unterschriftsleistung

EE

Allkirjanõudest loobutud

EL

Δεν απαιτείται υπογραφή

ES

Dispensa de firma

FR

Dispense de signature

HR

Oslobođeno potpisa

IT

Dispensa dalla firma

LV

Derīgs bez paraksta

LT

Leista nepasirašyti

HU

Aláírás alól mentesítve

MK (*2)

Изземање од потпис

MT

Firma mhux meħtieġa

NL

Van ondertekening vrijgesteld

PL

Zwolniony ze składania podpisu

PT

Dispensada a assinatura

RO

Dispensă de semnătură

RS

Ослобођено од потписа

SL

Opustitev podpisa

SK

Upustenie od podpisu

FI

Vapautettu allekirjoituksesta

SV

Befrielse från underskrift

EN

Signature waived

IS

Undanþegið undirskrift

NO

Fritatt for underskrift

TR

İmzadan Vazgeçme

Van ondertekening vrijgesteld — 99207

BG

ЗАБРАНЕНО ОБЩО ОБЕЗПЕЧЕНИЕ

CS

ZÁKAZ SOUBORNÉ JISTOTY

DA

FORBUD MOD SAMLET SIKKERHEDSSTILLELSE

DE

GESAMTBÜRGSCHAFT UNTERSAGT

EE

ÜLDTAGATISE KASUTAMINE KEELATUD

EL

ΑΠΑΓΟΡΕΥΕΤΑΙ Η ΣΥΝΟΛΙΚΗ ΕΓΓΥΗΣΗ

ES

GARANTÍA GLOBAL PROHIBIDA

FR

GARANTIE GLOBALE INTERDITE

HR

ZABRANJENO ZAJEDNIČKO JAMSTVO

IT

GARANZIA GLOBALE VIETATA

LV

VISPĀRĒJS GALVOJUMS AIZLIEGTS

LT

NAUDOTI BENDRĄJĄ GARANTIJĄ UŽDRAUSTA

HU

ÖSSZKEZESSÉG TILOS

MK (*2)

ЗАБРАНА ЗА УПОТРЕБА НА ОПШТА ГАРАНЦИЈА

MT

MHUX PERMESSA GARANZIJA KOMPRENSIVA

NL

DOORLOPENDE ZEKERHEID VERBODEN

PL

ZAKAZ KORZYSTANIA Z GWARANCJI GENERALNEJ

PT

GARANTIA GLOBAL PROIBIDA

RO

GARANŢIA GLOBALĂ INTERZISĂ

RS

ЗАБРАЊЕНО ЗАЈЕДНИЧКО ОБЕЗБЕЂЕЊЕ

SL

PREPOVEDANO SPLOŠNO ZAVAROVANJE

SK

ZÁKAZ CELKOVEJ ZÁRUKY

FI

YLEISVAKUUDEN KÄYTTÖ KIELLETTY

SV

SAMLAD SÄKERHET FÖRBJUDEN

EN

COMPREHENSIVE GUARANTEE PROHIBITED

IS

ALLSHERJARTRYGGING BÖNNUÐ

NO

FORBUD MOT BRUK AV UNIVERSALGARANTI

TR

KAPSAMLI TEMİNAT YASAKLANMIŞTIR.

DOORLOPENDE ZEKERHEID VERBODEN — 99208

BG

ИЗПОЛЗВАНЕ БЕЗ ОГРАНИЧЕНИЯ

CS

NEOMEZENÉ POUŽITÍ

DA

UBEGRÆNSET ANVENDELSE

DE

UNBESCHRÄNKTE VERWENDUNG

EE

PIIRAMATU KASUTAMINE

ΕL

ΑΠΕΡΙΟΡΙΣΤΗ ΧΡΗΣΗ

ES

UTILIZACIÓN NO LIMITADA

FR

UTILISATION NON LIMITÉE

HR

NEOGRANIČENA UPORABA

IT

UTILIZZAZIONE NON LIMITATA

LV

NEIEROBEŽOTS IZMANTOJUMS

LT

NEAPRIBOTAS NAUDOJIMAS

HU

KORLÁTOZÁS ALÁ NEM ESŐ HASZNÁLAT

MK (*2)

УПОТРЕБА БЕЗ ОГРАНИЧУВАЊЕ

MT

UŻU MHUX RISTRETT

NL

GEBRUIK ONBEPERKT

PL

NIEOGRANICZONE KORZYSTANIE

PT

UTILIZAÇÃO ILIMITADA

RO

UTILIZARE NELIMITATĂ

RS

НЕОГРАНИЧЕНА УПОТРЕБА

SL

NEOMEJENA UPORABA

SK

NEOBMEDZENÉ POUŽITIE

FI

KÄYTTÖÄ EI RAJOITETTU

SV

OBEGRÄNSAD ANVÄNDNING

EN

UNRESTRICTED USE

IS

ÓTAKMÖRKUÐ NOTKUN

NO

UBEGRENSET BRUK

TR

KISITLANMAMIŞ KULLANIM

GEBRUIK ONBEPERKT — 99209

BG

Издаден впоследствие

CS

Vystaveno dodatečně

DA

Udstedt efterfølgende

DE

Nachträglich ausgestellt

EE

Välja antud tagasiulatuvalt

EL

Εκδοθέν εκ των υστέρων

ES

Expedido a posteriori

FR

Délivré a posteriori

HR

Izdano naknadno

IT

Rilasciato a posteriori

LV

Izsniegts retrospektīvi

LT

Retrospektyvusis išdavimas

HU

Kiadva visszamenőleges hatállyal

MK (*2)

Дополнително издадено

MT

Maħruġ b'mod retrospettiv

NL

Achteraf afgegeven

PL

Wystawione retrospektywnie

PT

Emitido a posteriori

RO

Eliberat ulterior

RS

Накнадно издато

SL

Izdano naknadno

SK

Vyhotovené dodatočne

FI

Annettu jälkikäteen

SV

Utfärdat i efterhand

EN

Issued retroactively

IS

Útgefið eftir á

NO

Utstedt i etterhånd

TR

Sonradan Düzenlenmiştir

Achteraf afgegeven — 99210

BG

Разни

CS

Různí

DA

Diverse

DE

Verschiedene

EE

Erinevad

EL

Διάφορα

ES

Varios

FR

Divers

HR

Razni

IT

Vari

LV

Dažādi

LT

Įvairūs

HU

Többféle

MK (*2)

Различни

MT

Diversi

NL

Diverse

PL

Różne

PT

Diversos

RO

Diverse

RS

Разно

SL

Razno

SK

Rôzne

FI

Useita

SV

Flera

EN

Various

IS

Ýmis

NO

Diverse

TR

Çeşitli

Diverse — 99211

BG

Насипно

CS

Volně loženo

DA

Bulk

DE

Lose

EE

Pakendamata

EL

Χύμα

ES

A granel

FR

Vrac

HR

Rasuto

IT

Alla rinfusa

LV

Berams

LT

Nesupakuota

HU

Ömlesztett

MK (*2)

Рефус

MT

Bil-kwantitá

NL

Los gestort

PL

Luzem

PT

A granel

RO

Vrac

RS

Расуто

SL

Razsuto

SK

Voľne ložené

FI

Irtotavaraa

SV

Bulk

EN

Bulk

IS

Vara í lausu

NO

Bulk

TR

Dökme

Los gestort — 99212

BG

Изпращач

CS

Odesílatel

DA

Afsender

DE

Versender

EE

Saatja

EL

Αποστολέας

ES

Expedidor

FR

Expéditeur

HR

Pošiljatelj

IT

Speditore

LV

Nosūtītājs

LT

Siuntėjas

HU

Feladó

MK (*2)

Испраќач

MT

Min jikkonsenja

NL

Afzender

PL

Nadawca

PT

Expedidor

RO

Expeditor

RS

Пошиљалац

SL

Pošiljatelj

SK

Odosielateľ

FI

Lähettäjä

SV

Avsändare

EN

Consignor

IS

Sendandi

NO

Avsender

TR

Gönderici

Afzender — 99213

”.

(*1)  Aanbeveling 16 over de UN/LOCODE — CODE VOOR HANDELS- EN VERVOERSLOCATIES."

2)

Bijlage A3 bis:

BIJLAGE A3 bis

BEGELEIDINGSDOCUMENT DOUANEVERVOER

Deze bijlage is van toepassing vanaf de uitroldatums van de upgrade van het NCTS zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578.

Model van het begeleidingsdocument voor douanevervoer

Image

”.

3)

Bijlage A4 bis:

BIJLAGE A4 bis

TOELICHTING EN NADERE GEGEVENS VOOR HET BEGELEIDINGSDOCUMENT DOUANEVERVOER (TAD)

Deze bijlage is van toepassing vanaf de uitroldatums van de upgrade van het NCTS zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578.

De in deze bijlage gebruikte afkorting „BCP” („bedrijfscontinuïteitsplan”) verwijst naar situaties waarin de in artikel 26 van aanhangsel I omschreven bedrijfscontinuïteitsprocedure van toepassing is.

Het voor het begeleidingsdocument voor douanevervoer te gebruiken formulier mag groen van kleur zijn.

De gedrukte versie van het begeleidingsdocument voor douanevervoer wordt gebaseerd op de gegevens die zijn vermeld op de aangifte voor douanevervoer, eventueel gewijzigd door de houder van de regeling douanevervoer en/of geverifieerd door het douanekantoor van vertrek, en aangevuld als volgt:

1.   Vak MRN

Het MRN moet op de eerste bladzijde en op alle lijsten van artikelen worden gedrukt, behalve wanneer deze formulieren in het kader van het BCP worden gebruikt, in welk geval geen MRN wordt toegekend.

Het MRN wordt ook in de vorm van een streepjescode gedrukt, waarbij de standaard „code 128”, tekenset „B” wordt gebruikt.

2.   Vak Formulieren (1/4):

eerste deelvak: volgnummer van het gedrukte blad,

tweede deelvak: totaal aantal gedrukte bladen (inclusief lijst van artikelen),

Niet gebruiken als er slechts één artikel is.

3.   In de ruimte onder vak Referentienummer/UCR (2/4):

Naam en adres van het douanekantoor waarnaar het terugzendingsexemplaar van het begeleidingsdocument voor douanevervoer moet worden teruggestuurd wanneer het BCP wordt gebruikt.

4.   Vak Kantoor van vertrek (C):

naam van het douanekantoor van vertrek,

identificatienummer van het douanekantoor van vertrek,

datum van aanvaarding van de aangifte voor douanevervoer,

naam en vergunningnummer van de toegelaten afzender (indien van toepassing).

5.   Vak Controle door het kantoor van vertrek (D):

controleresultaten,

de aangebrachte verzegeling of de aanduiding„- -” ter identificatie van de „Vrijstelling — 99201”,

de vermelding „Verplichte route”, indien nodig.

Het begeleidingsdocument voor douanevervoer mag niet worden gewijzigd en aanvullingen of weglatingen mogen niet worden aangebracht tenzij in de overeenkomst anders is bepaald.

6.   Formaliteiten bij voorvallen tijdens het verkeer van goederen

De volgende procedure is van toepassing totdat de douaneautoriteiten met NCTS deze informatie rechtstreeks in het systeem kunnen registreren.

Het is mogelijk dat tussen het tijdstip waarop de goederen het douanekantoor van vertrek verlaten en het tijdstip waarop ze bij het douanekantoor van bestemming aankomen, bepaalde vermeldingen moeten worden aangebracht op het begeleidingsdocument voor douanevervoer dat de goederen vergezelt. Die gegevens hebben betrekking op het vervoer en moeten naarmate het vervoer wordt afgewikkeld, door de vervoerder die verantwoordelijk is voor het vervoermiddel waarop of waarin de goederen zijn geladen, op dit document worden vermeld. Ze mogen op leesbare wijze met de hand worden aangebracht, in inkt en in blokletters.

De vervoerder mag de goederen pas overladen nadat hij hiervoor toestemming heeft verkregen van de douaneautoriteiten van het land waar de overlading plaatsvindt.

Indien de douaneautoriteiten van oordeel zijn dat het betrokken gemeenschappelijk douanevervoer, eventueel na het nemen van de nodige maatregelen, op normale wijze kan worden voortgezet, viseren zij het begeleidingsdocument voor douanevervoer.

De douaneautoriteiten van het douanekantoor van doorgang of van het douanekantoor van bestemming, naargelang het geval, moeten de op het begeleidingsdocument voor douanevervoer vermelde gegevens in het systeem invoeren. Deze gegevens mogen ook door de toegelaten geadresseerde worden ingevoerd.

De volgende gevallen kunnen zich voordoen:

Overlading: vul vak 7/1 in.

Vak Overlading (7/1)

De eerste drie regels van dit vak moeten door de vervoerder worden ingevuld wanneer de goederen tijdens het vervoer op of in een ander vervoermiddel of andere container worden overgeladen.

Wanneer de goederen worden vervoerd in containers die bestemd zijn om op wegvoertuigen te worden geladen, mogen de douaneautoriteiten echter toestaan dat de houder van de regeling douanevervoer vak 7/7-/7/8 niet invult indien het om logistieke redenen niet mogelijk is op de plaats van vertrek de identiteit en nationaliteit van het vervoermiddel op de aangifte voor douanevervoer te vermelden, mits zij ervoor kunnen zorgen dat de juiste gegevens betreffende het vervoermiddel achteraf in vak 7/1 worden ingevuld.

Andere voorvallen: vul vak 7/19 in.

Vak Andere voorvallen tijdens het vervoer (7/19)

Vak in te vullen overeenkomstig de geldende voorschriften inzake douanevervoer.

Wanneer de goederen op of in een oplegger zijn geladen en de trekker tijdens het vervoer wordt gewisseld (en de goederen daarbij niet worden behandeld of overgeladen), vermeld in dit vak het kenteken en de nationaliteit van de nieuwe trekker. In dit geval is visering door de bevoegde autoriteiten niet vereist.

”.

4)

Bijlage A5 bis

BIJLAGE A5 bis

LIJST VAN ARTIKELEN

Deze bijlage is van toepassing vanaf de uitroldatums van de upgrade van het NCTS zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578.

Model van de lijst van artikelen

Image

”.

5)

Bijlage A6 bis

BIJLAGE A6 bis

TOELICHTING EN NADERE GEGEVENS BETREFFENDE DE LIJST VAN ARTIKELEN

Deze bijlage is van toepassing vanaf de uitroldatums van de upgrade van het NCTS zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578.

De in deze bijlage gebruikte afkorting „BCP” („bedrijfscontinuïteitsplan”) verwijst naar situaties waarin de in artikel 26 van aanhangsel I omschreven bedrijfscontinuïteitsprocedure van toepassing is.

De hoogte van de vakken van de lijst van artikelen kan worden aangepast. Behalve de bepalingen in de toelichtingen bij de bijlagen A1 bis en B6 bis geldt voor het drukken van de gegevens, die indien nodig gecodeerd worden, het volgende:

1.

Vak MRN — zoals omschreven in bijlage A3 bis. Het MRN moet op de eerste bladzijde en op alle lijsten van artikelen worden gedrukt, behalve wanneer deze formulieren in het kader van het BCP worden gebruikt, in welk geval geen MRN wordt toegekend.

2.

De gegevens in de verschillende vakken op artikelniveau moeten als volgt worden gedrukt:

a)

Vak Soort ag. (1/3) — indien alle goederen waarop de aangifte betrekking heeft dezelfde status hebben, wordt het vak niet ingevuld; in geval van een gemengde zending wordt de status (T1, T2 of T2F) afgedrukt.

b)

Vak Formulieren (1/4):

Eerste deelvak: volgnummer van het gedrukte blad,

Tweede deelvak: totaal aantal gedrukte bladen;

c)

Vak Artikelnr. (1/6) — volgnummer van het betrokken artikel;

d)

Vak BWVK (4/2) — vermeld de code voor de betalingswijze van de vervoerskosten.

”.

6)

Bijlage B5 bis:

BIJLAGE B5 bis

TOELICHTING BIJ DE LADINGSLIJST

Tenzij anders vermeld, is deze bijlage van toepassing vanaf de uitroldatums van de upgrade van het NCTS zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578.

TITEL I

ALGEMEEN

1.   Definitie

De in artikel 7 van aanhangsel IIII bedoelde ladingslijst is een document dat de in deze bijlage omschreven kenmerken bezit.

2.   Vorm van de ladingslijst

2.1.   Alleen de voorzijde van het formulier kan als ladingslijst worden gebruikt.

2.2.   Een ladingslijst bestaat uit:

a)

het opschrift „ladingslijst”;

b)

een vak van 70 mm × 55 mm dat verdeeld is in een bovenvak van 70 mm × 15 mm en een ondervak van 70 mm × 40 mm;

c)

kolommen die, achtereenvolgens, het volgende opschrift dragen:

volgnummer,

merken, nummers, aantal en soort colli, omschrijving van de goederen,

land van verzending/uitvoer,

brutomassa (kg)

voor de douane bestemd vak.

De gebruikers kunnen de breedte van deze kolommen aan hun behoeften aanpassen. De kolom „voor de douane bestemd vak” moet echter altijd ten minste 30 mm breed zijn. De gebruikers kunnen de andere ruimten dan de onder a), b) en c) genoemde ruimten vrij benutten.

2.3.   Onmiddellijk onder de laatst vermelde gegevens dient een horizontale lijn te worden getrokken en dient de niet-benutte ruimte te worden doorgehaald om te voorkomen dat hier later nog gegevens worden toegevoegd.

TITEL II

IN DE VERSCHILLENDE RUBRIEKEN TE VERMELDEN GEGEVENS

1.   Vak

1.1.   Bovenste deelvak

Wanneer de ladingslijst bij een aangifte voor douanevervoer wordt gevoegd, vermeldt de houder van de regeling douanevervoer in het bovenste deelvak „T1”, „T2” of „T2F”.

Wanneer de ladingslijst bij een T2L-document wordt gevoegd, vermeldt de betrokkene in het bovenste deelvak „T2L” of „T2LF”.

1.2.   Onderste deelvak

In dit deelvak moeten de gegevens voorkomen die zijn vermeld in punt 4 van titel III hieronder.

2.   Kolommen

2.1.   Volgnummer

Voor ieder artikel dat op de ladingslijst voorkomt, moet een volgnummer worden vermeld.

2.2.   Merken, nummers, aantal en soort colli, omschrijving van de goederen

Wanneer de ladingslijst bij een aangifte voor douanevervoer wordt gevoegd, worden in deze kolom de gegevens vermeld die overeenkomstig de bijlagen B1 en B6 bis van aanhangsel III zijn vereist. De te vermelden gegevens zijn de gegevens die op de aangifte voor douanevervoer voorkomen in vakken 31 (Colli en omschrijving van de goederen), 44 (Aanvullende informatie/Voorgelegde documenten/Certificaten en vergunningen), en in voorkomend geval, 33 (Goederencode) en 38 (Nettomassa).

Wanneer de ladingslijst bij een T2L-document wordt gevoegd, worden de gegevens vermeld die overeenkomstig bijlage B2 bis bij aanhangsel III zijn vereist.

2.3.   Land van verzending/uitvoer

Vermeld de naam van het land waaruit de goederen worden verzonden/uitgevoerd. Deze kolom hoeft niet te worden ingevuld wanneer de ladingslijst bij een T2L-document wordt gevoegd.

2.4.   Brutomassa (kg)

Vermeld de gegevens van vak 35 van het enig document (zie de bijlagen B2 bis en B6 bis bij dit aanhangsel).

TITEL III

GEBRUIK VAN DE LADINGSLIJSTEN

1.   Het is niet mogelijk bij eenzelfde aangifte voor douanevervoer zowel aanvullende formulieren als ladingslijsten te voegen.

2.   Bij het gebruik van ladingslijsten moeten de vakken 15 (Land van verzending/uitvoer), 32 (Artikelnummer), 33 (Goederencode), 35 (Brutomassa (kg)) en, in voorkomend geval, 44 (Aanvullende informatie/Voorgelegde documenten/Certificaten en vergunningen) van het formulier van de aangifte voor douanevervoer worden doorgehaald en mag vak 31 (Colli en omschrijving van de goederen) niet worden ingevuld wat merken, nummers, aantal en soort colli en omschrijving van de goederen betreft. In vak 31 (Colli en omschrijving van de goederen) van de aangifte voor douanevervoer wordt verwezen naar het volgnummer en de afkorting van de verschillende ladingslijsten.

3.   De ladingslijst moet in evenveel exemplaren worden voorgelegd als het aantal exemplaren van de aangifte voor douanevervoer waarop hij betrekking heeft.

4.   Bij de registratie van een aangifte voor douanevervoer moet de ladinglijst van hetzelfde registratienummer worden voorzien als de formulieren van de aangifte voor douanevervoer waarop hij betrekking heeft. Dit nummer moet worden aangebracht met een stempel waarin de naam van het douanekantoor van vertrek voorkomt, of met de hand. In het laatste geval moet het nummer worden geviseerd met het officiële stempel van het douanekantoor van vertrek.

De ondertekening door een ambtenaar van het douanekantoor van vertrek is niet verplicht.

5.   Wanneer meerdere ladingslijsten bij eenzelfde formulier worden gevoegd dat in het kader van een T1- of T2-regeling wordt gebruikt, moet de houder van de regeling douanevervoer deze van een volgnummer voorzien; het aantal bijgevoegde ladingslijsten moet worden vermeld in vak 4 (Ladingslijsten) van dit formulier.

6.   De punten 1 tot en met 5 zijn van overeenkomstige toepassing wanneer de ladingslijst bij een T2L-document wordt gevoegd.

”.

7)

Bijlage B6 bis

BIJLAGE B6 bis

GEMEENSCHAPPELIJKE GEGEVENSVEREISTEN VOOR EEN AANGIFTE VOOR DOUANEVERVOER

Deze bijlage is van toepassing vanaf de uitroldatums van de upgrade van het NCTS zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578, met uitzondering van de bepalingen inzake gegevenselementen betreffende een elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer zoals bedoeld in artikel 55, lid 1, onder h), van aanhangsel I, die uiterlijk vanaf 1 mei 2018 van toepassing zijn.

TITEL I

ALGEMEEN

1.   De gegevenselementen die voor een regeling douanevervoer kunnen worden gebruikt, zijn vermeld in de tabel met gegevensvereisten. De specifieke bepalingen met betrekking tot elk gegevenselement in titel III doen geen afbreuk aan de status van de in de tabel met gegevensvereisten omschreven gegevenselementen.

2.   De gegevensvereisten zijn van toepassing op aangiften voor douanevervoer die worden gedaan zowel met behulp van elektronische gegevensverwerkingstechnieken als op papier.

3.   Er zijn drie soorten aangiften voor douanevervoer: de standaardaangiften voor douanevervoer, de aangiften voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten en het elektronische vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer. De bepalingen die van toepassing zijn op alle situaties waarin het betrokken gegevenselement wordt gevraagd, zijn opgenomen onder het opschrift „Alle soorten aangiften voor douanevervoer”. Wanneer gegevensvereisten uitsluitend betrekking hebben op één soort aangifte voor douanevervoer dan wel op meerdere, luidt het desbetreffende opschrift „Standaardaangifte voor douanevervoer”, „Standaardaangifte voor douanevervoer en aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten” of „Elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer”.

4.   De symbolen „A”, „B” of „C” in onderstaande tabel laten onverlet dat bepaalde gegevens alleen worden verzameld wanneer de omstandigheden dit rechtvaardigen. Zij kunnen worden aangevuld met voorwaarden of verduidelijkingen die zijn vermeld in de voetnoten bij de tabel met gegevensvereisten.

5.   De formaten, codes en, indien van toepassing, de structuur van de in deze bijlage beschreven gegevensvereisten zijn gespecificeerd in bijlage A1 bis.

TITEL II

SYMBOLEN

Symbolen in de vakken

Symbool

Omschrijving symbool

A

Verplicht: gegevens die door elk land worden verlangd.

B

Facultatief voor de landen: gegevens waarvan de landen al dan niet kunnen afzien.

C

Facultatief voor de aangevers: gegevens die aangevers vrijwillig kunnen verstrekken, maar waarvan de opgave niet door de landen kan worden verlangd.

X

Vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte voor douanevervoer. De informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen.

Y

Vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte voor douanevervoer. De informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen.

Elke combinatie van de symbolen „X” en „Y” betekent dat het desbetreffende gegevenselement op elk van de betrokken niveaus door de aangever mag worden verstrekt.

TITEL III

DEEL I

Tabel met gegevensvereisten

(De voetnoten bij deze tabel zijn opgenomen tussen haakjes)

Groep 1 — Informatie over berichten (inclusief codes voor regelingen)

Nr. G.E.

Naam G.E.

Vak nr.

Standaardaangifte voor douanevervoer

Aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer

1/2

Soort aangifte — aanvulling

1/2

A

Y

A

Y

 

1/3

Soort aangifte voor douanevervoer

1/3

A

XY

A

XY

A

XY

1/4

Formulieren

3

B

(1)

(2)

Y

B

(1)

(2)

Y

 

1/5

Ladingslijsten

4

B

(1)

Y

B

(1)

Y

 

1/6

Artikelnummer

32

A

(2)

X

A

(2)

X

 

1/8

Handtekening/Authenticatie

54

A

Y

A

Y

A

Y

1/9

Totaal aantal artikelen

5

B

(1)

Y

B

(1)

Y

 


Groep 2 — Verwijzingen naar berichten, documenten, certificaten, vergunningen

Nr. G.E.

Naam G.E.

Vak nr.

Standaardaangifte voor douanevervoer

Aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer

2/1

Vereenvoudigde aangifte/Voorafgaande documenten

40

A

XY

A

XY

A

XY

2/2

Aanvullende informatie

44

A

XY

A

XY

A

X

2/3

Voorgelegde documenten, certificaten en vergunningen. Aanvullende referenties.

44

A

(7)

XY

A

(7)

XY

A

X


Groep 3 — Partijen

Nr. G.E.

Naam G.E.

Vak nr.

Standaardaangifte voor douanevervoer

Aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer

3/1

Exporteur

2

B

XY

 

 

3/2

Identificatienummer exporteur

2 (nr.)

B

XY

 

 

3/9

Geadresseerde

8

A

(12)

(51)

XY

A

(12)

(51)

XY

A

(12)

(51)

XY

3/10

Identificatienummer geadresseerde

8 (nr.)

B

XY

B

XY

B

XY

3/19

Vertegenwoordiger

14

A

(13)

(51)

Y

A

(13)

Y

A

(13)

Y

3/20

Identificatienummer vertegenwoordiger

14 (nr.)

A

(52)

Y

A

(52)

Y

A

(52)

Y

3/21

Code status vertegenwoordiger

14

A

Y

A

Y

A

Y

3/22

Houder van de regeling douanevervoer

50

A

(13)

(51)

Y

A

(13)

Y

A

(13)

Y

3/23

Identificatienummer houder van de regeling douanevervoer

50 (nr.)

A

(52)

Y

A

(52)

Y

A

(52)

Y

3/37

Identificatienummer extra actor(en) in de toeleveringsketen

44

C

XY

C

XY

C

XY


Groep 5 — Data/Tijden/Termijnen/Plaatsen/Landen/Regio's

Nr. G.E.

Naam G.E.

Vak nr.

Standaardaangifte voor douanevervoer

Aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer

5/4

Datum van aangifte

50,54

B

(1)

Y

B

(1)

Y

 

5/5

Plaats van aangifte

50,54

B

(1)

Y

B

(1)

Y

 

5/6

Kantoor van bestemming (en land)

53

A

Y

A

Y

A

Y

5/7

Voorziene kantoren van doorgang (en land)

51

A

Y

A

Y

 

5/8

Code land van bestemming

17a

A

XY

A

XY

A

XY

5/21

Plaats van lading

27

B

Y

B

Y

B

Y

5/23

Plaats van de goederen

30

A

Y

(23)

A

Y

(23)

 


Groep 6 — Identificatie van de goederen

Nr. G.E.

Naam G.E.

Vak nr.

Standaardaangifte voor douanevervoer

Aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer

6/1

Nettomassa (kg)

38

A

(23)

X

 

 

6/5

Brutomassa (kg)

35

A

XY

A

XY

A

XY

6/8

Omschrijving van de goederen

31

A

X

A

X

A

X

6/9

Soort verpakking

31

A

X

A

X

A

X

6/10

Aantal colli

31

A

X

A

X

A

X

6/11

Verzendingsmerken

31

A

X

A

X

A

X

6/13

CUS-code

31

C

X

C

X

C

X

6/14

Goederencode — Code van de gecombineerde nomenclatuur

33

A

(37)

X

A

(37)

X

A

(37)

X

6/18

Totaal aantal colli

6

A

Y

A

Y

A

Y


Groep 7 — Vervoersinformatie (methoden, middelen en uitrusting)

Nr. G.E.

Naam G.E.

Vak nr.

Standaardaangifte voor douanevervoer

Aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer

7/1

Overlading

55

A

(38)

Y

A

(38)

Y

 

7/2

Container

19

A

Y

A

Y

 

7/4

Vervoerswijze aan de grens

25

A

(39)

Y

A

(39)

Y

 

7/5

Binnenlandse vervoerswijze

26

B

(40)

Y

 

 

7/7

Identiteit van het vervoermiddel bij vertrek

18(1)

A

(43)

(44)

(45)

XY

A

(43)

(44)

(45)

XY

A

XY

7/8

Nationaliteit van het vervoermiddel bij vertrek

18(2)

A

(46)

(44)

(45)

XY

 

 

7/10

Identificatienummer container

31

A

XY

A

XY

A

XY

7/14

Identiteit van het grensoverschrijdende actieve vervoermiddel

21(1)

B

(46)

XY

 

 

7/15

Nationaliteit van het grensoverschrijdende actieve vervoermiddel

21(2)

A

(46)

XY

 

 

7/18

Verzegelingsnummer

D

A

Y

A

Y

A

Y

7/19

Andere voorvallen tijdens het vervoer

56

A

(38)

Y

A

(38)

Y

 


Groep 8 — Overige gegevenselementen (statistische gegevens, zekerheidstellingen, tariefgerelateerde gegevens)

Nr. G.E.

Naam G.E.

Vak nr.

Standaardaangifte voor douanevervoer

Aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer

8/2

Soort zekerheidstelling

52

A

Y

A

Y

 

8/3

Referentie zekerheidstelling

52

A

Y

A

Y

 

8/4

Zekerheid niet geldig in

52

A

Y

A

Y

 

DEEL II

Voetnoten

Nummer van de voetnoot

Omschrijving van de voetnoot

(1)

De landen mogen alleen om dit gegevenselement vragen in het kader van de papieren procedure.

(2)

Wanneer de papieren aangifte slechts op één artikel betrekking heeft, kunnen de landen bepalen dat in dit vak niets wordt ingevuld, aangezien het cijfer „1” reeds in vak 5 is vermeld.

(7)

De landen kunnen van deze verplichting afzien indien deze informatie via hun systemen automatisch en ondubbelzinnig uit andere gegevens van de aangifte kan worden afgeleid.

(12)

Voor de lidstaten van de Europese Unie — deze informatie is uitsluitend verplicht in de gevallen waarin het EORI-nummer in de Unie of een door de Unie erkend uniek derdeland-identificatienummer van de betrokkene niet is verstrekt. Wanneer het EORI-nummer of het door de Unie erkende unieke derdeland-identificatienummer is verstrekt, dienen geen naam en adres te worden verstrekt.

(13)

Voor de lidstaten van de Europese Unie — deze informatie is uitsluitend verplicht in de gevallen waarin het EORI-nummer in de Unie of een door de Unie erkend uniek derdeland-identificatienummer niet is verstrekt. Wanneer het EORI-nummer in de Unie of een uniek derdeland-identificatienummer is verstrekt, dienen geen naam en adres te worden verstrekt, tenzij een papieren aangifte wordt gebruikt.

(23)

Alleen in te vullen wanneer de wetgeving van de overeenkomstsluitende partijen daarin voorziet.

(37)

Dit deelvak moet worden ingevuld:

wanneer een aangifte voor douanevervoer door dezelfde persoon wordt gedaan samen met of volgend op een douaneaangifte waarop een goederencode is vermeld, of

wanneer de wetgeving van de overeenkomstsluitende partijen daarin voorziet.

(38)

Deze informatie wordt uitsluitend verstrekt bij papieren aangiften.

(39)

De landen kunnen van deze eis afzien voor andere vervoerswijzen dan per spoor.

(40)

Deze informatie moet niet worden verstrekt wanneer de uitvoerformaliteiten worden vervuld op de plaats van uitgang uit het douanegebied van de overeenkomstsluitende partijen.

(43)

Niet gebruiken in geval van vervoer via vaste transportinrichtingen.

(44)

Wanneer goederen in zogenoemde multimodale vervoerseenheden worden vervoerd, zoals containers, wissellaadbakken en opleggers, kunnen de douaneautoriteiten de houder van de regeling douanevervoer toestaan deze informatie achterwege te laten wanneer het logistieke patroon op de plaats van vertrek het verstrekken van de identiteit en de nationaliteit van het vervoermiddel verhindert op het moment dat de goederen voor douanevervoer worden vrijgegeven, mits de multimodale vervoerseenheden van unieke nummers voorzien zijn en deze nummers in G.E. 7/10 Identificatienummer container vermeld zijn.

(45)

In de volgende gevallen zien de landen af van de eis deze informatie te vermelden op een bij het douanekantoor van vertrek ingediende aangifte voor douanevervoer in verband met het vervoermiddel waarop of waarin de goederen rechtstreeks zijn geladen:

wanneer dit gegevenselement als gevolg van het logistieke patroon niet kan worden verstrekt en de houder van de regeling douanevervoer de AEOC-status in de Unie heeft of een soortgelijke status in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, en

wanneer de relevante informatie indien nodig door de douaneautoriteiten kan worden achterhaald via de administratie van de houder van de regeling douanevervoer.

(46)

Niet gebruiken in geval van vervoer via vaste transportinrichtingen of per spoor.

(51)

Voor de landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer — deze informatie is verplicht.

(52)

Voor de landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer — deze informatie is verplicht. Het EORI-nummer in de Unie en het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, moeten worden verstrekt. Als er geen EORI-nummer is toegekend, wordt alleen het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, verstrekt.

Indien een geadresseerde in een derde land is gevestigd, is dit G.E. niet vereist.

TITEL IV

AANTEKENINGEN OP DE GEGEVENSVEREISTEN

DEEL I

Inleiding

De omschrijvingen en aantekeningen in deze titel zijn van toepassing op de gegevenselementen die in de tabel met gegevensvereisten in deel 1 van titel III van deze bijlage zijn genoemd.

DEEL II

Gegevensvereisten

1/2.   Soort aangifte — aanvulling

Aangifte voor douanevervoer en aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Vermeld de relevante code.

1/3.   Aangifte voor douanevervoer

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Vermeld de relevante code.

1/4.   Formulieren

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Vermeld bij het gebruik van papieren aangiften het volgnummer van de set in het totale aantal gebruikte sets (formulieren en aanvullende formulieren samen). Bijvoorbeeld: wanneer één formulier en twee aanvullende formulieren worden ingediend, vul dan op het formulier „1/3”, op het eerste aanvullende formulier „2/3” en op het tweede aanvullende formulier „3/3” in.

1/5.   Ladingslijsten

Aangifte voor douanevervoer en aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Vermeld bij gebruik van papieren aangiften in cijfers het aantal eventueel bijgevoegde ladinglijsten of door de bevoegde autoriteit toegelaten lijsten van commerciële aard waarin de goederen zijn omschreven.

1/6.   Artikelnummer

Aangifte voor douanevervoer en aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Het volgnummer van het artikel in het totale aantal artikelen dat in de aangifte voor douanevervoer is vermeld wanneer er meer dan één artikel is.

1/8.   Handtekening/Authenticatie

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Handtekening of authenticatie op andere wijze van de aangifte voor douanevervoer

Wanneer het papieren aangiften betreft, moet het voor het kantoor van vertrek bestemde exemplaar van de aangifte de originele handtekening van de betrokkene bevatten, gevolgd door diens volledige naam. Wanneer de betrokkene geen natuurlijke persoon is, dient de handtekening te worden gevolgd door de volledige naam en de functie van de ondertekenaar.

1/9.   Totaal aantal artikelen

Aangifte voor douanevervoer en aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Het totale aantal aangegeven artikelen in de betrokken aangifte voor douanevervoer. Een artikel wordt omschreven als de goederen in een aangifte die met elkaar alle gegevens met het kenmerk „X” gemeen hebben in de tabel met gegevensvereisten in deel 1 van titel III van deze bijlage.

2/1.   Vereenvoudigde aangifte/Voorafgaande documenten

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Vermeld de referentie voor de tijdelijke opslag of de voorafgaande douaneregeling of het desbetreffende douanedocument.

Wanneer bij papieren aangiften voor douanevervoer meer dan een referentienummer moet worden vermeld, kunnen de landen bepalen dat in dit vak de relevante code wordt vermeld en dat een lijst met de betrokken referentienummers bij de aangifte voor douanevervoer wordt gevoegd.

2/2.   Aanvullende informatie

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Vermeld de relevante code.

2/3.   Voorgelegde documenten, certificaten en vergunningen, aanvullende referenties

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Identificatie- of referentienummer van tot staving van de aangifte voorgelegde documenten, certificaten en vergunningen van overeenkomstsluitende partijen of internationale organisaties, en aanvullende referenties.

Vermeld met behulp van de relevante codes de krachtens specifieke regels vereiste gegevens, samen met de referentiegegevens van de tot staving van de aangifte voorgelegde documenten, en aanvullende referenties.

Elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer

Dit gegevenselement omvat het soort en de referentie van het als aangifte voor douanevervoer gebruikte vervoersdocument.

Daarnaast bevat het tevens de verwijzing naar het respectieve nummer van de vergunning van de houder van de regeling douanevervoer. Deze informatie moet worden verstrekt tenzij het met zekerheid uit andere gegevenselementen, zoals het EORI-nummer van de vergunninghouder, kan worden verkregen.

3/1.   Exporteur

Aangifte voor douanevervoer

Vermeld de volledige naam en adresgegevens van de afzender.

Wanneer papieren aangiften voor douanevervoer worden gebruikt, kunnen de landen in het geval van groepagevervoer verlangen dat de relevante code wordt vermeld en de lijst van afzenders bij de aangifte wordt gevoegd.

3/2.   Identificatienummer exporteur

Aangifte voor douanevervoer

Vermeld het EORI-nummer van de afzender of het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer.

3/9.   Geadresseerde

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Vermeld de volledige naam en adresgegevens van de geadresseerde.

Aangifte voor douanevervoer en aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Wanneer papieren aangiften voor douanevervoer worden gebruikt, kunnen de landen in het geval van groepagevervoer verlangen dat de relevante code in dit vak wordt vermeld en de lijst van geadresseerden bij de aangifte wordt gevoegd.

3/10.   Identificatienummer geadresseerde

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Vermeld het EORI-nummer of het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer.

3/19.   Vertegenwoordiger

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Deze informatie wordt vereist als deze verschilt van G.E. 3/17 Aangever of in voorkomend geval G.E. 3/22 Houder van de regeling douanevervoer.

3/20.   Identificatienummer vertegenwoordiger

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Deze informatie wordt vereist als deze verschilt van G.E. 3/18 Identificatienummer aangever of in voorkomend geval G.E. 3/23 Identificatienummer houder van de regeling douanevervoer.

Vermeld het EORI-nummer van de betrokkene of het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer.

3/21.   Code status vertegenwoordiger

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Vermeld de relevante code waarmee de status van de vertegenwoordiger wordt weergegeven.

3/22.   Houder van de regeling douanevervoer

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Vermeld de volledige naam of firmanaam en adresgegevens van de houder van de regeling douanevervoer. Vermeld in voorkomend geval de volledige naam of firmanaam van de gemachtigde vertegenwoordiger die voor rekening van de houder van de regeling de aangifte voor douanevervoer indient.

Wanneer papieren aangiften voor douanevervoer worden gebruikt, moet het voor het douanekantoor van vertrek bestemde exemplaar van de papieren aangifte de originele handtekening van de betrokkene bevatten.

3/23.   Identificatienummer houder van de regeling douanevervoer

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Vermeld het EORI-nummer van de houder van de regeling douanevervoer of het bedrijfsidentificatienummer in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer.

3/37.   Identificatienummer extra actoren in de toeleveringsketen

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Een uniek identificatienummer dat is toegewezen aan een marktdeelnemer van een derde land in het kader van een partnerschapsprogramma met het bedrijfsleven dat is ontwikkeld in overeenstemming met het door de Europese Unie en andere overeenkomstsluitende partijen erkende Framework of Standards to Secure and Facilitate Global Trade van de Werelddouaneorganisatie.

Het identificatienummer van de betrokkene wordt voorafgegaan door een code waarmee zijn rol in de toeleveringsketen wordt gespecificeerd.

5/4.   Datum van aangifte

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Datum waarop de aangifte opgesteld en in voorkomend geval ondertekend of anderszins gewaarmerkt is.

5/5.   Plaats van aangifte

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Plaats waar de papieren aangifte werd afgegeven.

5/6.   Kantoor van bestemming (en land)

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Vermeld met behulp van de relevante code het identificatienummer van het douanekantoor waar het douanevervoer eindigt.

5/7.   Voorziene kantoren van doorgang (en land)

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Vermeld de code van het voorziene douanekantoor dat bevoegd is voor de plaats van binnenkomst in het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij wanneer de goederen onder de regeling douanevervoer worden vervoerd, of van het douanekantoor dat bevoegd is voor de plaats van uitgang uit het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij wanneer de goederen dat gebied tijdens het douanevervoer verlaten via een grens tussen die overeenkomstsluitende partij en een derde land.

Vermeld met behulp van de relevante code de identificatienummers van de betrokken douanekantoren.

5/8.   Code land van bestemming

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Vermeld met behulp van de relevante code het laatste land van bestemming van de goederen.

Het land van de laatst bekende bestemming wordt gedefinieerd als het land waarvan op het tijdstip van de vrijgave voor een douaneregeling bekend is dat de goederen er worden afgeleverd.

5/21.   Plaats van lading

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Vermeld waar nodig met behulp van de relevante code de plaats waar de goederen worden geladen op of in het actieve vervoermiddel waarmee ze de grens van de overeenkomstsluitende partij zullen overschrijden.

5/23.   Plaats van de goederen

Aangifte voor douanevervoer en aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Vermeld met behulp van de relevante code de plaats waar de goederen kunnen worden onderzocht. Deze plaats moet nauwkeurig genoeg omschreven zijn zodat het douanekantoor de fysieke controle van de goederen kan uitvoeren.

6/1.   Nettomassa (kg)

Aangifte voor douanevervoer

Vermeld de nettomassa, uitgedrukt in kilogram, van de goederen waarop het desbetreffende artikel van de aangifte betrekking heeft. De nettomassa is de massa van de goederen zonder enige verpakking.

Wanneer de nettomassa meer dan 1 kg bedraagt en een fractie van een eenheid (kg) omvat, mag deze als volgt worden afgerond:

van 0,001 tot 0,499: afronding op de lagere eenheid (kg),

van 0,5 tot 0,999: afronding op de hogere eenheid (kg).

Het verdient aanbeveling een nettomassa van minder dan 1 kg te vermelden als „0”, gevolgd door maximaal 6 decimalen, waarbij elke „0” aan het einde van een hoeveelheid wordt weggelaten (bv. 0,123 = 123 g, 0,00304 = 3 g en 40 mg, en 0,000654 = 654 mg).

6/5.   Brutomassa (kg)

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

De brutomassa is het gewicht van de in de aangifte vermelde goederen, inclusief verpakking maar exclusief transportmaterieel.

Wanneer de brutomassa meer dan 1 kg bedraagt en een fractie van een eenheid (kg) omvat, mag deze als volgt worden afgerond:

van 0,001 tot 0,499: afronding op de lagere eenheid (kg),

van 0,5 tot 0,999: afronding op de hogere eenheid (kg).

Het verdient aanbeveling een brutomassa van minder dan 1 kg te vermelden als „0”, gevolgd door maximaal 6 decimalen, waarbij elke „0” aan het einde van een hoeveelheid wordt weggelaten (bv. 0,123 = 123 gram, 0,00304 = 3 gram en 40 mg, en 0,000654 = 654 mg).

Vermeld de brutomassa, uitgedrukt in kilogram, van de goederen waarop het desbetreffende artikel betrekking heeft.

Wanneer de aangifte verschillende artikelen bevat en het goederen betreft die zodanig zijn verpakt dat het onmogelijk is de brutomassa van de goederen met betrekking tot een artikel te bepalen, hoeft de totale brutomassa alleen op rubriekniveau te worden ingevuld.

Wanneer een papieren aangifte voor douanevervoer op meerdere artikelen betrekking heeft, moet de totale brutomassa alleen in het eerste vak 35 worden vermeld en kunnen de andere vakken 35 leeg worden gelaten.

6/8.   Omschrijving van de goederen

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

De gebruikelijke handelsbenaming van de goederen in duidelijke en voldoende nauwkeurige termen om identificatie door de douaneautoriteiten mogelijk te maken. Wanneer de GS-code moet worden verstrekt, moet de omschrijving zodanig nauwkeurig zijn dat de goederen aan de hand daarvan kunnen worden ingedeeld.

6/13.   CUS-code

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Het Customs Union and Statistics (CUS)-nummer is de identificator die in het kader van de Europese douanelijst van chemische stoffen (ECICS) voornamelijk aan chemische stoffen en preparaten wordt toegekend.

De aangever kan deze code vrijwillig verstrekken wanneer er geen Taric-maatregel bestaat voor de betrokken goederen, d.w.z. wanneer het minder belastend is om deze code te verstrekken dan een volledige omschrijving van het product.

6/14.   Goederencode — Code van de gecombineerde nomenclatuur

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

In dit deelvak wordt de uit ten minste zes cijfers bestaande code van het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en codering van goederen vermeld. Voor nationaal gebruik mag de goederencode tot acht cijfers worden uitgebreid.

6/18.   Totaal colli

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Vermeld in cijfers het totale aantal colli waaruit de betrokken zending is samengesteld.

6/20.   Colli

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Informatie over het soort en het totale aantal colli op basis van de kleinste externe verpakkingseenheid. Het totale aantal colli betreft het aantal artikelen dat zodanig is verpakt dat ze niet van elkaar kunnen worden gescheiden zonder de verpakking open te maken, of het aantal stuks, indien onverpakt.

Er moet geen informatie over het totale aantal colli worden verstrekt wanneer de goederen los gestort zijn.

Deze informatie omvat ook de vrije omschrijving van de merken en nummers op vervoerseenheden of verpakkingen.

7/1.   Overlading

Aangifte voor douanevervoer en aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

De eerste drie regels van dit vak moeten door de vervoerder worden ingevuld wanneer de goederen tijdens het douanevervoer op of in een ander vervoermiddel of in een andere container worden overgeladen.

7/2.   Container

Aangifte voor douanevervoer en aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Vermeld met behulp van de relevante code de veronderstelde situatie bij het overschrijden van de grens van de overeenkomstsluitende partij op basis van de informatie die beschikbaar is op het tijdstip waarop de formaliteiten voor het douanevervoer worden vervuld.

7/4.   Vervoerswijze aan de grens

Aangifte voor douanevervoer en aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Vermeld met behulp van de relevante code de vervoerswijze die overeenstemt met het actieve vervoermiddel waarop of waarin de goederen het douanegebied van de overeenkomstsluitende partij naar verwachting zullen verlaten.

7/5.   Binnenlandse vervoerswijze

Aangifte voor douanevervoer

Vermeld met behulp van de relevante code de vervoerswijze bij aankomst.

7/7.   Identiteit van het vervoermiddel bij vertrek

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Vermeld de identiteit van het vervoermiddel waarop of waarin de goederen rechtstreeks zijn geladen op het tijdstip waarop de formaliteiten voor douanevervoer worden vervuld (of van het voertuig waarmee het geheel wordt voortbewogen indien er meerdere vervoermiddelen zijn). Indien een trekker en een aanhangwagen verschillende kentekens hebben, vermeld zowel het kenteken van de trekker als dat van de aanhangwagen, alsook de nationaliteit van de trekker.

Naargelang het betrokken vervoermiddel kunnen de volgende gegevens betreffende de identiteit worden vermeld:

Vervoermiddel

Wijze van identificatie

Vervoer over binnenwateren

Naam van het vaartuig

Luchtvervoer

Nummer en datum van de vlucht (indien er geen vluchtnummer is, vermeld het registratienummer van het luchtvaartuig)

Wegvervoer

Kenteken van het voertuig

Spoorvervoer

Nummer van de wagon

7/8.   Nationaliteit van het vervoermiddel bij vertrek

Aangifte voor douanevervoer

Vermeld met behulp van de relevante code de nationaliteit van het vervoermiddel (of van het voertuig waarmee het geheel wordt voortbewogen indien er meerdere vervoermiddelen zijn) waarop of waarin de goederen rechtstreeks zijn geladen op het tijdstip van de formaliteiten voor douanevervoer. Vermeld de nationaliteit van de trekker indien een trekker en een aanhangwagen van verschillende nationaliteiten worden gebruikt.

Wanneer goederen door middel van een aanhangwagen en een trekker worden vervoerd, vermeld de nationaliteit van zowel aanhangwagen als trekker. Vermeld de nationaliteit van de aanhangwagen wanneer de nationaliteit van de trekker niet bekend is.

7/10.   Identificatienummer container

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Merken (letters en/of cijfers) ter identificatie van de transportcontainer.

Voor een andere vervoerswijze dan door de lucht is een container een speciale bak voor het vervoer van vracht, verstevigd en stapelbaar en geschikt voor horizontaal en verticaal overladen.

Bij luchtvervoer zijn containers speciale bakken voor het vervoer van vracht, verstevigd en geschikt voor horizontaal en verticaal overladen.

In het kader van dit gegevenselement worden voor weg- en spoorvervoer gebruikte wissellaadbakken en opleggers als containers beschouwd.

Voor onder de norm ISO 6346 vallende containers wordt, indien van toepassing, naast het identificatienummer van de container ook de door het Internationale bureau voor containers en intermodaal transport (BIC) toegewezen identificator (code) verstrekt.

Voor wissellaadbakken en opleggers wordt de met de Europese norm EN 13044 geïntroduceerde ILU-code voor intermodale laadbakken gebruikt.

7/14.   Identiteit van het grensoverschrijdende actieve vervoermiddel

Aangifte voor douanevervoer

Vermeld de identiteit van het grensoverschrijdende actieve vervoermiddel waarmee de buitengrens van de overeenkomstsluitende partij wordt overschreden.

Bij gecombineerd vervoer of wanneer meerdere vervoermiddelen worden gebruikt, is het actieve vervoermiddel datgene waarmee het geheel wordt voortbewogen. Bij een vrachtwagen op een zeeschip bijvoorbeeld is het actieve vervoermiddel het schip. In het geval van een trekker en een oplegger is het actieve vervoermiddel de trekker.

Naargelang het betrokken vervoermiddel worden de volgende gegevens betreffende de identiteit vermeld:

Vervoermiddel

Wijze van identificatie

Binnenwateren

Naam van het vaartuig

Luchtvervoer

Nummer en datum van de vlucht (indien er geen vluchtnummer is, vermeld het registratienummer van het luchtvaartuig)

Wegvervoer

Kenteken van het voertuig

Spoorvervoer

Nummer van de wagon

7/15.   Nationaliteit van het grensoverschrijdende actieve vervoermiddel

Aangifte voor douanevervoer

Vermeld met behulp van de relevante code de nationaliteit van het actieve vervoermiddel waarmee de grens van de overeenkomstsluitende partij wordt overschreden.

Bij gecombineerd vervoer of wanneer meerdere vervoermiddelen worden gebruikt, is het actieve vervoermiddel datgene waarmee het geheel wordt voortbewogen. Bij een vrachtwagen op een zeeschip bijvoorbeeld is het actieve vervoermiddel het schip. In het geval van een trekker en een oplegger is het actieve vervoermiddel de trekker.

7/18.   Verzegelingsnummer

Alle soorten aangiften voor douanevervoer

Deze gegevens moeten worden verstrekt als een toegelaten afzender een aangifte indient waarvoor zijn vergunning het gebruik van een verzegeling van een bijzonder model verplicht stelt, of indien een houder van de regeling douanevervoer toestemming heeft gekregen om een verzegeling van een bijzonder model te gebruiken.

7/19.   Andere voorvallen tijdens het vervoer

Aangifte voor douanevervoer en aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Vul dit vak in in overeenstemming met de bestaande verplichtingen op grond van de regeling gemeenschappelijk douanevervoer.

Wanneer de goederen op of in een oplegger zijn geladen en de trekker tijdens het vervoer wordt gewisseld (en de goederen daarbij niet worden behandeld of overgeladen), vermeld in dit vak het kenteken van de nieuwe trekker. In dit geval is visering door de bevoegde autoriteiten niet vereist.

8/2.   Soort zekerheidstelling

Aangifte voor douanevervoer en aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Vermeld met behulp van de relevante code het voor het douanevervoer gebruikte soort zekerheidstelling.

8/3.   Referentie zekerheidstelling

Aangifte voor douanevervoer en aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Vermeld het referentienummer van de zekerheidstelling en, indien van toepassing, de toegangscode en het kantoor van zekerheidstelling.

8/4.   Zekerheid niet geldig in

Aangifte voor douanevervoer en aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten

Wanneer een zekerheid niet geldig is voor een of meer overeenkomstsluitende partijen, voeg na „Niet geldig voor” de relevante codes toe van de betrokken overeenkomstsluitende partij(en).

”.

(*2)  Deze code heeft geen invloed op de definitieve naam van het land, die aan het einde van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties zal worden vastgesteld.


Top