EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22015D2435

Besluit nr. 1/2015 van de Associatieraad EU-Egypte van 21 september 2015 tot vervanging van Protocol nr. 4 bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking [2015/2435]

OJ L 334, 22.12.2015, p. 62–64 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2015/2435/oj

22.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 334/62


BESLUIT Nr. 1/2015 VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-EGYPTE

van 21 september 2015

tot vervanging van Protocol nr. 4 bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking [2015/2435]

DE ASSOCIATIERAAD EU-EGYPTE,

Gezien de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds (1), en met name artikel 27,

Gezien Protocol nr. 4 bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 27 van de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds („de overeenkomst”), wordt verwezen naar Protocol nr. 4 bij de overeenkomst („Protocol nr. 4”), dat de oorsprongsregels bevat en voorziet in cumulatie van oorsprong tussen de Europese Unie, Egypte en andere partijen bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (2) („de Conventie”).

(2)

Krachtens artikel 39 van Protocol nr. 4 kan de bij artikel 74 van de overeenkomst opgerichte Associatieraad besluiten de bepalingen van dat protocol te wijzigen.

(3)

De Conventie strekt ertoe de protocollen inzake de oorsprongsregels die momenteel van kracht zijn tussen de landen van het pan-Euro-mediterrane gebied, door één rechtshandeling te vervangen.

(4)

De Unie en Egypte hebben de Conventie respectievelijk op 15 juni 2011 en 9 oktober 2013 ondertekend.

(5)

De Unie en Egypte hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 23 april 2014 bij de depositaris van de Conventie neergelegd. Bijgevolg is de Conventie op grond van artikel 10, lid 3, ervan voor de Unie en Egypte op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 juni 2014 in werking getreden.

(6)

Protocol nr. 4 moet derhalve worden vervangen door een nieuw protocol dat naar de Conventie verwijst,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Protocol nr. 4 bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing met ingang van 1 februari 2016.

Gedaan te Brussel, 21 september 2015.

Voor de Associatieraad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  PB L 304 van 30.9.2004, blz. 39.

(2)  PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.


BIJLAGE

„PROTOCOL Nr. 4

betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking

Artikel 1

Toepasselijke regels van oorsprong

1.   Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn aanhangsel I en de relevante bepalingen van aanhangsel II van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (1) („de Conventie”), van toepassing.

2.   Alle verwijzingen naar de „desbetreffende overeenkomst” in aanhangsel I en in de relevante bepalingen van aanhangsel II van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels gelden als verwijzingen naar deze overeenkomst.

Artikel 2

Geschillenregeling

1.   Indien er een geschil ontstaat in verband met de controleprocedures in artikel 32 van aanhangsel I van de Conventie dat niet kan worden opgelost door de douaneautoriteit die de controle heeft aangevraagd en de douaneautoriteit die de controle moet uitvoeren, wordt dit aan de Associatieraad voorgelegd.

2.   In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.

Artikel 3

Wijzigingen van het protocol

De Associatieraad kan besluiten de bepalingen van dit protocol te wijzigen.

Artikel 4

Opzegging van de Conventie

1.   Indien ofwel de Europese Unie ofwel Egypte de depositaris van de Conventie schriftelijk te kennen geeft de Conventie op grond van artikel 9 ervan te willen opzeggen, openen de Unie en Egypte onmiddellijk onderhandelingen over oorsprongsregels voor de toepassing van deze overeenkomst.

2.   Tot de inwerkingtreding van deze nieuw overeengekomen oorsprongsregels blijven de op het moment van opzegging geldende oorsprongsregels in aanhangsel I van de Conventie en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II ervan van toepassing op deze overeenkomst. Vanaf de opzegging worden de oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II van de Conventie evenwel zo uitgelegd dat zij uitsluitend bilaterale cumulatie tussen de Europese Unie en Egypte toestaan.”


(1)  PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.


Top