EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R1352

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1352/2013 van de Commissie van 4 december 2013 tot vaststelling van de formulieren waarin is voorzien in Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane

OJ L 341, 18.12.2013, p. 10–31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/01/2021

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2013/1352/oj

18.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 341/10


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1352/2013 VAN DE COMMISSIE

van 4 december 2013

tot vaststelling van de formulieren waarin is voorzien in Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad (1), en met name artikel 6, lid 1, en artikel 12, lid 7,

Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EU) nr. 608/2013 zijn de voorwaarden en procedures bepaald voor het optreden van de douaneautoriteiten wanneer goederen, waarvan wordt vermoed dat zij een inbreuk vormen op een intellectuele-eigendomsrecht, zich onder douanetoezicht of douanecontrole bevinden of hadden moeten bevinden overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (2).

(2)

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 608/2013 kunnen naar behoren gerechtigde personen en entiteiten aan de bevoegde douanedienst een verzoek tot optreden van de douaneautoriteiten richten ten aanzien van die goederen (verzoek tot optreden), evenals een verzoek om verlenging van de termijn waarbinnen de douaneautoriteiten moeten optreden (verzoek om verlenging).

(3)

Om uniforme voorwaarden te waarborgen voor het verzoek tot optreden en het verzoek om verlenging, dienen standaardformulieren te worden vastgesteld.

(4)

Deze standaardformulieren moeten die formulieren vervangen waarin is voorzien door Verordening (EG) nr. 1891/2004 van de Commissie (3) tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1383/2003 (4), die door Verordening (EU) nr. 608/2013 moet worden ingetrokken.

(5)

Verordening (EG) nr. 1891/2004 moet daarom worden ingetrokken.

(6)

Verordening (EU) nr. 608/2013 zal met ingang van 1 januari 2014 van toepassing zijn en daarom dient deze verordening ook vanaf die datum van toepassing te zijn.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek waarnaar in artikel 34, lid 1, van Verordening (EG) nr. 608/2013 wordt verwezen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Het in artikel 6 van Verordening (EU) nr. 608/2013 genoemde verzoek tot optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van de goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht (verzoek tot optreden) wordt gedaan met gebruikmaking van het formulier in bijlage I van deze verordening.

2.   Het in artikel 12 van Verordening (EU) nr. 608/2013 genoemde verzoek tot verlenging van de termijn waarbinnen de douaneautoriteiten moeten optreden (verzoek om verlenging), wordt gedaan met gebruikmaking van het formulier in bijlage II.

3.   De in de bijlagen I en II opgenomen formulieren worden ingevuld aan de hand van de aanwijzingen in bijlage III voor het invullen van de formulieren.

Artikel 2

Onverminderd het bepaalde in artikel 5, lid 6 van Verordening (EU) nr. 608/2013, kunnen de formulieren in de bijlagen I en II van deze verordening indien nodig op duidelijk leesbare wijze met de hand worden ingevuld.

Op deze formulieren mogen geen doorhalingen, overschrijvingen of andere wijzigingen worden aangebracht en de formulieren moeten uit twee exemplaren bestaan.

De met de hand ingevulde formulieren moeten met inkt en in blokletters worden ingevuld.

Artikel 3

Verordening (EG) nr. 1891/2004 wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 december 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 181 van 29.6.2013, blz. 15.

(2)  Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 1891/2004 van de Commissie van 21 oktober 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad inzake het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op bepaalde intellectuele-eigendomsrechten en inzake de maatregelen ten aanzien van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op dergelijke rechten (PB L 328 van 30.10.2004, blz. 16).

(4)  Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op bepaalde intellectuele-eigendomsrechten en inzake de maatregelen ten aanzien van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op dergelijke rechten (PB L 196 van 2.8.2003, blz. 7).


BIJLAGE I

Image 1

Tekst van het beeld

Image 2

Tekst van het beeld

Image 3

Tekst van het beeld

Image 4

Tekst van het beeld

Image 5

Tekst van het beeld

Image 6

Tekst van het beeld

Image 7

Tekst van het beeld

Image 8

Tekst van het beeld

Image 9

Tekst van het beeld

Image 10

Tekst van het beeld

BIJLAGE II

Image 11

Tekst van het beeld

Image 12

Tekst van het beeld

Image 13

Tekst van het beeld

Image 14

Tekst van het beeld

BIJLAGE III

AANWIJZINGEN VOOR HET INVULLEN VAN HET FORMULIER

I.   SPECIFICATIES VAN DE DOOR DE AANVRAGER IN TE VULLEN VAKKEN VAN HET IN BIJLAGE I OPGENOMEN FORMULIER VOOR EEN VERZOEK TOT OPTREDEN

Velden met een asterisk (*) moeten verplicht worden ingevuld.

Indien in een vak een of meer velden zijn gemarkeerd met een plusteken (+) moet ten minste één van deze velden worden ingevuld.

In de vakken „voor intern gebruik van de douane” mogen geen gegevens worden ingevuld.

Vak 1:   Aanvrager

In dit vak moeten gegevens over de aanvrager worden ingevuld. Het moet informatie bevatten over de naam en het volledige adres van de aanvrager, evenals diens telefoonnummer, mobiele telefoonnummer of fax. De aanvrager kan in voorkomend geval zijn fiscaal identificatienummer (Taxpayer Identification Number, TIN) invullen, een ander nationaal registratienummer of zijn registratie- en identificatienummer van marktdeelnemer (Economic Operators Registration and Identification Number, EORI-nr.), wat een nummer is dat uniek is in de hele Unie en dat door de douaneautoriteit in een lidstaat wordt toegekend aan marktdeelnemers die zich met douaneactiviteiten bezighouden. De aanvrager kan in voorkomend geval ook zijn e-mailadres en het adres van zijn website vermelden.

Vak 2:   Unie-/nationaal verzoek

Het juiste vakje moet worden aangekruist om aan te geven of het verzoek een nationaal verzoek of een Unieverzoek betreft, als bedoeld in Verordening (EU) nr. 608/2013, artikel 2, punten 10 en 11.

Vak 3:   Status van de aanvrager

Het juiste vakje moet worden aangekruist om de status van de aanvrager te vermelden, in de zin van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 608/2013. Het verzoek moet vergezeld gaan van documenten waaruit naar genoegen van de bevoegde douanedienst blijkt dat de aanvrager gerechtigd is een verzoek in te dienen.

Vak 4:   Vertegenwoordiger die het verzoek namens de aanvrager indient

Indien het verzoek door de aanvrager wordt ingediend door middel van een vertegenwoordiger, moeten de gegevens van deze vertegenwoordiger in dit vak worden vermeld. Het verzoek moet bewijsstukken omvatten van diens bevoegdheden om als vertegenwoordiger op te treden, in overeenstemming met de wetgeving in de lidstaat waarin het verzoek is ingediend, en het bijbehorende vakje moet worden aangekruist.

Vak 5:   Soort recht waarop het verzoek betrekking heeft

Het soort of de soorten intellectuele-eigendomsrechten (IER) dat/die moet(en) worden gehandhaafd, moet(en) worden aangegeven door het juiste vakje aan te kruisen.

Vak 6:   De lidstaat of, in het geval van een Unieverzoek, de lidstaten waarin om optreden van de douaneautoriteiten wordt verzocht

De lidstaat of, in het geval van een Unieverzoek, de lidstaten waarin om optreden van de douaneautoriteiten wordt verzocht, moet(en) worden aangegeven door het juiste vakje aan te kruisen.

Vak 7:   Vertegenwoordiger voor juridische kwesties

In dit vak moeten de gegevens worden vermeld van de vertegenwoordiger die door de aanvrager is belast met juridische kwesties.

Vak 8:   Vertegenwoordiger voor technische kwesties

Indien de vertegenwoordiger voor technische kwesties een andere is dan de in vak 7 vermelde vertegenwoordiger, moeten in dit vak de gegevens van de vertegenwoordiger voor technische kwesties worden vermeld.

Vak 9:   Gegevens van de aangewezen vertegenwoordigers voor juridische en technische kwesties in geval van een Unieverzoek

In geval van een Unieverzoek moeten de gegevens van de door de aanvrager aangewezen vertegenwoordiger(s) die is (zijn) belast met technische en juridische kwesties in de in vak 6 vermelde lidstaten in een aparte bijlage worden vermeld. Deze bijlage moet de in de vakken 7 en 8 vereiste informatie bevatten. Indien voor meer dan een lidstaat een vertegenwoordiger is aangewezen, moet duidelijk worden aangegeven voor welke lidstaat hij is aangewezen.

Vak 10:   Procedure voor een kleine zending

Indien de aanvrager gebruik wenst te maken van de procedure in artikel 26 van Verordening (EU) nr. 608/2013 voor de vernietiging van goederen in kleine zendingen, moet dit vak worden aangekruist.

Vak 11:   Lijst met rechten waarop het verzoek betrekking heeft

Informatie over het (de) te handhaven recht(en) moet in dit vak worden vermeld.

In de kolom „nr.” moeten opeenvolgende nummers worden ingevuld voor elk van de intellectuele-eigendomsrechten waarop het verzoek betrekking heeft.

In de kolom „soort recht”, moet het soort IER worden vermeld door de toepasselijke afkortingen te gebruiken die in vak 5 tussen haakjes staan.

In de kolom „lijst van goederen waarop het recht betrekking heeft” moet het soort goederen worden vermeld dat onder het relevante IER valt en ten aanzien waarvan de aanvrager het verzoek om handhaving door de douane wenst.

Het deelvak „beperkte behandeling” in de vakken 12 t/m 28

Indien de aanvrager het verzoek wenst te doen dat de door hem in de vakken 12 t/m 28 verstrekte informatie wordt onderworpen aan een beperkte behandeling in de zin van artikel 31, lid 5, van Verordening (EU) nr. 608/2013, moet dit deelvak worden aangekruist.

Bladzijde 2:   Informatie over authentieke goederen in de vakken 12 t/m 19

De aanvrager moet in de vakken 12 t/m 19 in voorkomend geval specifieke en technische gegevens van de authentieke goederen vermelden, informatie die de douaneautoriteiten nodig hebben om de goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op IER gemakkelijk te herkennen en voor de douaneautoriteiten relevante informatie voor de analyse en beoordeling van het risico van inbreuk op het (de) betreffende IER.

Vak 12:   Gegevens over de goederen

Vak 12 moet een beschrijving bevatten van de authentieke goederen, inclusief de uitvoering en grafische symbolen, hun code van de gecombineerde nomenclatuur en hun waarde op de interne EU-markt. De aanvrager moet in voorkomend geval afbeeldingen van deze goederen verstrekken. De informatie moet per soort goederen of assortiment goederen worden geordend.

Vak 13:   Onderscheidende kenmerken van de goederen

Vak 13 moet informatie bevatten over de typische kenmerken van de authentieke goederen, zoals merktekens, etiketten, veiligheidsdraden, hologrammen, knopen, labels en barcodes, onder vermelding van de exacte plaats van de kenmerken op de goederen en hun verschijningsvorm.

Vak 14:   Plaats van productie

Vak 14 moet informatie bevatten over de plaats van productie van de authentieke goederen.

Vak 15:   Betrokken ondernemingen

Vak 15 moet informatie bevatten over erkende importeurs, leveranciers, fabrikanten, vervoerders, geadresseerden of exporteurs. De informatie moet per soort goederen worden geordend.

Vak 16:   Handelaren

Vak 16 moet informatie bevatten over personen of entiteiten die gemachtigd zijn in producten te handelen waarop het gebruik van IER, waarvoor om handhaving wordt gevraagd, van toepassing is. De informatie moet de naam, het adres en registratienummers, zoals het EORI-nummer, van deze personen of entiteiten bevatten. De informatie moet eveneens informatie bevatten over de vraag hoe de licentiehouders kunnen aantonen dat zij gemachtigd zijn gebruik te maken van de IER in kwestie.

Vak 17:   Gegevens over het in- en uitklaren en de distributie van de goederen

Vak 17 moet informatie bevatten over distributiekanalen van de authentieke goederen, zoals informatie over centrale entrepots, verzenddiensten, vervoermiddelen, transportroutes en levering, en de douaneprocedures en -kantoren waar de authentieke goederen worden in- en uitgeklaard.

Vak 18:   Colli

Dit vak dient informatie te bevatten over de verpakking van de authentieke goederen, zoals informatie over het volgende:

a)

de aard van de colli, aangegeven door de in bijlage 38 bij Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (1) vermelde relevante codes;

b)

de typische kenmerken van de colli (bijvoorbeeld merktekens, etiketten, veiligheidsdraden, hologrammen, knopen, labels en barcodes), inclusief de exacte plaats van de kenmerken op het collo;

c)

speciale ontwerpen van het collo (kleur, vorm);

d)

in voorkomend geval, afbeeldingen van deze goederen.

Vak 19:   Begeleidende documenten

Vak 19 moet informatie bevatten over de begeleidende documenten bij de authentieke goederen, zoals brochures, gebruiksaanwijzingen, garantiebewijzen of andere soortgelijke documenten.

Bladzijde 3:   Informatie over inbreukmakende goederen in de vakken 20 t/m 27

De aanvrager moet in voorkomend geval in de vakken 20 t/m 27 informatie vermelden die voor de douaneautoriteiten relevant is voor de analyse en beoordeling van het risico van inbreuk op het (de) betreffende IER.

Vak 20:   Gegevens over de goederen

Vak 20 moet een beschrijving bevatten van de goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht (inbreukmakende goederen), inclusief de uitvoering en grafische symbolen. De aanvrager moet in voorkomend geval afbeeldingen van deze goederen verstrekken. De informatie moet per soort goederen of assortiment goederen worden geordend.

Vak 21:   Onderscheidende kenmerken van de goederen

Vak 21 moet informatie bevatten over de typische kenmerken van de vermoedelijk inbreukmakende goederen, zoals merktekens, etiketten, veiligheidsdraden, hologrammen, knopen, labels en barcodes, onder vermelding van de exacte plaats van de kenmerken op de goederen en hun verschijningsvorm.

Vak 22:   Plaats van productie

Vak 22 moet informatie bevatten over de bekende of vermoedelijke plaats van oorsprong, herkomst en levering van de inbreukmakende goederen.

Vak 23:   Betrokken ondernemingen

Vak 23 moet informatie bevatten over importeurs, leveranciers, fabrikanten, vervoerders, geadresseerden of exporteurs die ervan worden verdacht betrokken te zijn bij de inbreuken op de ter zake geldende intellectuele-eigendomsrechten.

Vak 24:   Handelaren

Vak 24 moet informatie bevatten over de personen of entiteiten die niet gemachtigd zijn in producten te handelen waarop het gebruik van IER, waarvoor om handhaving wordt gevraagd, van toepassing is en die in het verleden in de Unie met dergelijke producten hebben gehandeld.

Vak 25:   Informatie over de distributie van de goederen

Vak 25 moet informatie bevatten over distributiekanalen van de inbreukmakende goederen, zoals informatie over entrepots, verzenddiensten, vervoermiddelen, transportroutes en plaatsen van levering, en de douaneprocedures en -kantoren waar de inbreukmakende goederen worden in- en uitgeklaard.

Vak 26:   Colli

Dit vak moet informatie bevatten over de verpakking van de inbreukmakende goederen, zoals informatie over het volgende:

a)

de aard van de colli, door gebruik te maken van de in bijlage 38 bij Verordening (EEG) nr. 2454/93 vermelde relevante codes;

b)

de typische kenmerken van de colli (bijvoorbeeld merktekens, etiketten, hologrammen, knopen, labels en barcodes), inclusief de exacte plaats van de kenmerken op het collo;

c)

speciale ontwerpen van het collo (kleur, vorm);

d)

in voorkomend geval, afbeeldingen van deze goederen.

Vak 27:   Begeleidende documenten

Vak 27 moet informatie bevatten over de begeleidende documenten bij de vermoedelijk inbreukmakende goederen, zoals brochures, gebruiksaanwijzingen, garantiebewijzen of andere soortgelijke documenten.

Vak 28:   Aanvullende informatie

De aanvrager kan in vak 28 alle aanvullende informatie verstrekken die relevant is voor de analyse en beoordeling door de douaneautoriteiten van het risico van inbreuk op het (de) betreffende IER door de douane, zoals specifieke informatie over geplande leveringen van vermoedelijk inbreukmakende goederen, inclusief specifieke en gedetailleerde informatie over vervoermiddelen, containers en betrokken personen.

Vak 29:   Verbintenissen

Pas de bewoordingen niet aan en vul in dit vak geen gegevens in.

Vak 30:   Handtekening

In vak 30 moeten de in vak 4 vermelde aanvrager of de vertegenwoordiger van de aanvrager de plaats en de datum van de voltooiing van het verzoek vermelden en een handtekening zetten. De naam van de ondertekenaar moet in blokletters worden vermeld.

II.   SPECIFICATIES VAN DE DOOR DE HOUDER VAN HET BESLUIT IN TE VULLEN VAKKEN VAN HET IN BIJLAGE II VERMELDE FORMULIER VOOR EEN VERZOEK OM VERLENGING

Velden met een asterisk (*) moeten verplicht worden ingevuld.

In vakken met velden met een plusteken (+), moet ten minste één van deze velden worden ingevuld.

Vul geen gegevens in de vakken „voor intern gebruik van de douane” in.

Vak 1:   Gegevens over de houder van het besluit

In dit vak moeten gegevens over de houder van het besluit worden ingevuld.

Vak 2:   Verzoek om verlenging

In dit vak moet het registratienummer van het verzoek worden ingevuld, inclusief de eerste twee cijfers met de ISO alpha 2-code die staan voor de lidstaat die het verzoek heeft ingewilligd. Door het juiste vakje aan te kruisen, moet de houder van het besluit eveneens aangeven of hij de in het verzoek vervatte informatie wenst te wijzigen.

Vak 3:   Handtekening

In vak 3 moeten de houder van het besluit of de vertegenwoordiger van de houder van het besluit de plaats en de datum van de voltooiing van het verzoek vermelden en een handtekening zetten. De naam van de ondertekenaar moet in blokletters worden vermeld.


(1)  Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).


Top