EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_2011_160_R_0001_01

2011/349/EU: Besluit van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking
Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis

OJ L 160, 18.6.2011, p. 1–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 160/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 7 maart 2011

betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking

(2011/349/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 16, artikel 79, lid 2, onder c), artikel 82, lid 1, onder b) en d), artikel 87, leden 2 en 3, de artikelen 89 en 114 in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Ingevolge de op 27 februari 2006 verleende machtiging aan het voorzitterschap, bijgestaan door de Commissie, zijn de onderhandelingen afgerond die werden gevoerd met het Vorstendom Liechtenstein en de Zwitserse Bondsstaat over een Protocol betreffende de toetreding van Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

(2)

Overeenkomstig Besluit 2008/261/EG (1) en Besluit 2008/262/JBZ (2) van de Raad en behoudens sluiting op een later tijdstip, is het protocol op 28 februari 2008 namens de Europese Unie ondertekend.

(3)

Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 is de Europese Unie in de plaats getreden van de Europese Gemeenschap, waarvan zij de opvolgster is.

(4)

Het protocol dient te worden goedgekeurd.

(5)

Wat de ontwikkeling van het Schengenacquis betreft dat onder titel V van het derde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie valt, dient Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (3), mutatis mutandis te worden toegepast op de betrekkingen met Liechtenstein.

(6)

Het Verenigd Koninkrijk neemt aan dit besluit deel overeenkomstig artikel 5, lid 1, van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehechte Protocol betreffende het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie, en artikel 8, lid 2, van Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (4).

(7)

Ierland neemt aan dit besluit deel overeenkomstig artikel 5, lid 1, van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehechte Protocol betreffende het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie, en artikel 6, lid 2, van Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (5).

(8)

Dit besluit laat de positie van Denemarken overeenkomstig het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken, onverlet,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis en de bijbehorende documenten worden namens de Europese Unie goedgekeurd.

De tekst van het protocol en van de bijbehorende documenten is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing op de gebieden die onder de in artikel 2, leden 1 en 2, van het protocol bedoelde bepalingen vallen alsmede op de ontwikkeling daarvan, voor zover deze bepalingen in Besluit 2000/365/EG en Besluit 2002/192/EG van de Raad worden vermeld.

Artikel 3

De bepalingen van de artikelen 1 tot en met 4 van Besluit 1999/437/EG zijn op dezelfde manier van toepassing op de wijze waarop Liechtenstein wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

Artikel 4

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om namens de Europese Unie de in artikel 9 van het protocol genoemde akte van goedkeuring neer te leggen, waarmee de instemming van de Europese Unie om door het protocol gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht, en om onderstaande kennisgeving te doen:

„Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 is de Europese Unie in de plaats getreden van de Europese Gemeenschap, waarvan zij de opvolgster is, en vanaf diezelfde datum oefent zij alle rechten van de Europese Gemeenschap uit en neemt zij al haar verplichtingen over. Daarom dienen in het protocol en in de overeenkomst, waar passend, verwijzingen naar „de Europese Gemeenschap” te worden gelezen als verwijzingen naar „de Europese Unie”.”.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 6

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 7 maart 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

CZOMBA S.


(1)  Besluit 2008/261/EG van de Raad van 28 februari 2008 betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 83 van 26.3.2008, blz. 3).

(2)  Besluit 2008/262/JBZ van de Raad van 28 februari 2008 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 83 van 26.3.2008, blz. 5).

(3)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

(4)  PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.

(5)  PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.


PROTOCOL

tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis

DE EUROPESE UNIE

en

DE EUROPESE GEMEENSCHAP

en

DE ZWITSERSE BONDSSTAAT

en

HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN,

hierna „de overeenkomstsluitende partijen” genoemd,

GEZIEN de op 26 oktober 2004 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (1) („de associatieovereenkomst”),

ERAAN HERINNEREND dat in artikel 16 van de associatieovereenkomst wordt bepaald dat het Vorstendom Liechtenstein via een protocol tot deze overeenkomst kan toetreden,

GEZIEN de geografische ligging van het Vorstendom Liechtenstein,

OVERWEGENDE dat de nauwe betrekkingen tussen het Vorstendom Liechtenstein en de Zwitserse Bondsstaat hebben geleid tot een ruimte zonder controles aan de binnengrenzen tussen het Vorstendom Liechtenstein en de Zwitserse Bondsstaat,

GEZIEN de wens van het Vorstendom Liechtenstein om met alle Schengenlanden een ruimte zonder grenscontroles tot stand te brengen en te handhaven en om dus betrokken te worden bij het Schengenacquis,

OVERWEGENDE dat bij de op 18 mei 1999 door de Raad van Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst (2), deze beide staten werden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis,

OVERWEGENDE dat het wenselijk is het Vorstendom Liechtenstein op voet van gelijkheid met IJsland, Noorwegen en Zwitserland te betrekken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis,

OVERWEGENDE dat tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein een protocol moet worden gesloten dat soortgelijke rechten en verplichtingen bevat als die welke zijn overeengekomen tussen enerzijds de Raad van de Europese Unie en anderzijds IJsland, Noorwegen en Zwitserland,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap alsmede de besluiten die op grond van deze titel zijn aangenomen, overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken, en dat de besluiten tot ontwikkeling van het Schengenacquis uit hoofde van die titel die Denemarken in zijn nationale wetgeving heeft omgezet alleen verplichtingen volgens internationaal recht kunnen scheppen tussen Denemarken en de andere lidstaten,

OVERWEGENDE dat Ierland alsmede het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland overeenkomstig de besluiten uit hoofde van het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, deelnemen aan enkele bepalingen van het Schengenacquis (3),

OVERWEGENDE dat het noodzakelijk is ervoor te zorgen dat de staten die de Europese Unie heeft betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis dit acquis ook toepassen in hun onderlinge betrekkingen,

OVERWEGENDE dat het voor de goede werking van het Schengenacquis vereist is dat dit protocol gelijktijdig wordt toegepast met de overeenkomsten tussen de verschillende partijen die zijn betrokken bij of deelnemen aan de uitvoering en de ontwikkeling van het Schengenacquis ter regeling van hun onderlinge betrekkingen,

GEZIEN het Protocol betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland (4) wordt ingediend,

INDACHTIG HET FEIT dat er een verband bestaat tussen het Schengenacquis en het acquis communautaire inzake de vaststelling van criteria en mechanismen om te bepalen welke staat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat wordt ingediend en inzake de instelling van het Eurodac-systeem,

OVERWEGENDE dat dit verband vereist dat het Schengenacquis gelijktijdig wordt toegepast met het acquis communautaire inzake de vaststelling van criteria en mechanismen om te bepalen welke staat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat wordt ingediend en inzake de instelling van het Eurodac-systeem,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OVER HETGEEN VOLGT:

Artikel 1

In overeenstemming met artikel 16 van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis treedt het Vorstendom Liechtenstein (hierna „Liechtenstein” genoemd) tot de associatieovereenkomst toe onder de in dit protocol vermelde voorwaarden.

Deze toetreding schept wederzijdse rechten en verplichtingen tussen de overeenkomstsluitende partijen volgens de hierbij vastgestelde regels en procedures.

Artikel 2

1.   De in de bijlagen A en B bij de Overeenkomst inzake deelneming aan het Schengenacquis genoemde bepalingen van het Schengenacquis worden, voor zover zij van toepassing zijn op de lidstaten van de Europese Unie, door Liechtenstein uitgevoerd en toegepast onder de in die bijlagen vermelde voorwaarden.

2.   Daarnaast worden de in de bijlage bij dit protocol genoemde bepalingen van de besluiten van de Europese Unie en de Europese Gemeenschap die bepalingen van het Schengenacquis hebben vervangen of ontwikkeld door Liechtenstein uitgevoerd en toegepast.

3.   De besluiten en maatregelen die de Europese Unie en de Europese Gemeenschap aannemen tot wijziging of ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis, en waarop de in de Overeenkomst inzake deelneming aan het Schengenacquis, in samenhang met dit protocol, vastgestelde procedures zijn toegepast, worden onverminderd het bepaalde in artikel 5 ook aanvaard, uitgevoerd en toegepast door Liechtenstein.

Artikel 3

De rechten en verplichtingen die zijn neergelegd in artikel 3, leden 1 tot en met 4, de artikelen 4 tot en met 6, 8 tot en met 10, artikel 11, leden 2 tot en met 4, en in artikel 13 van de Overeenkomst inzake deelneming aan het Schengenacquis, zijn van toepassing op Liechtenstein.

Artikel 4

Het voorzitterschap van het bij artikel 3 van de Overeenkomst inzake deelneming aan het Schengenacquis ingestelde gemengd comité wordt op het niveau van de deskundigen uitgeoefend door de vertegenwoordiger van de Europese Unie. Op het niveau van de hoge ambtenaren en ministers wordt het voorzitterschap afwisselend voor een periode van zes maanden uitgeoefend respectievelijk door de vertegenwoordiger van de Europese Unie en door de vertegenwoordiger van de regering van Liechtenstein of Zwitserland.

Artikel 5

1.   De aanneming van nieuwe besluiten of maatregelen betreffende de in artikel 2 bedoelde aangelegenheden wordt voorbehouden aan de bevoegde instellingen van de Europese Unie. Onder voorbehoud van het bepaalde in lid 2, treden die besluiten of maatregelen gelijktijdig in werking voor de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de betrokken lidstaten alsmede voor Liechtenstein, tenzij in de betrokken besluiten of maatregelen uitdrukkelijk anders is bepaald. In dit verband wordt naar behoren rekening gehouden met de termijn die Liechtenstein in het gemengd comité heeft verklaard nodig te hebben om in staat te zijn aan zijn grondwettelijke verplichtingen te voldoen.

2.

a)

De Raad van de Europese Unie (hierna „de Raad” genoemd) stelt Liechtenstein onverwijld in kennis van de aanneming van de in lid 1 bedoelde besluiten of maatregelen waarop de in dit protocol bedoelde procedures zijn toegepast. Liechtenstein beslist of het de inhoud ervan aanvaardt en of het die in zijn interne rechtsorde omzet. Deze beslissing worden binnen dertig dagen na de aanneming van de betrokken besluiten of maatregelen ter kennis gebracht van de Raad en de Commissie van de Europese Gemeenschappen (hierna „de Commissie” genoemd).

b)

Indien de inhoud van dergelijke besluiten of maatregelen voor Liechtenstein pas bindend kan worden nadat aan zijn grondwettelijke verplichtingen is voldaan, deelt Liechtenstein de Raad en de Commissie zulks bij zijn kennisgeving mee. Liechtenstein deelt de Raad en de Commissie onverwijld schriftelijk mee wanneer aan de grondwettelijke verplichtingen is voldaan. Wanneer geen referendum is vereist, vindt de kennisgeving plaats uiterlijk dertig dagen na het verstrijken van de referendumtermijn. Indien een referendum is vereist, beschikt Liechtenstein voor het verrichten van de kennisgeving over een termijn van achttien maanden vanaf de kennisgeving door de Raad. Vanaf de datum waarop het besluit of de maatregel voor Liechtenstein in werking moet treden, tot de mededeling dat aan de grondwettelijke verplichtingen is voldaan, past Liechtenstein, voor zover mogelijk, het betrokken besluit of de betrokken maatregel voorlopig toe.

Indien Liechtenstein het betrokken besluit of de betrokken maatregel voorlopig niet kan toepassen en dit problemen oplevert voor de werking van de Schengensamenwerking, wordt de situatie door het gemengd comité onderzocht. De Europese Unie en de Europese Gemeenschap kunnen ten aanzien van Liechtenstein evenredige en noodzakelijke maatregelen nemen om de goede werking van de Schengensamenwerking te waarborgen.

3.   De aanvaarding door Liechtenstein van de in lid 2 bedoelde besluiten en maatregelen schept rechten en verplichtingen tussen enerzijds Liechtenstein en anderzijds de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de lidstaten, voor zover zij door die besluiten en maatregelen zijn gebonden, alsook Zwitserland.

4.   Indien:

a)

Liechtenstein kennis geeft van zijn beslissing om de inhoud van een besluit of maatregel in de zin van lid 2 waarop de in dit protocol bedoelde procedures zijn toegepast, niet te aanvaarden, of

b)

Liechtenstein geen kennisgeving doet binnen de in lid 2, onder a), bedoelde termijn van dertig dagen, of

c)

Liechtenstein geen kennisgeving doet uiterlijk dertig dagen na het verstrijken van de referendumtermijn of, in het geval van een referendum, binnen de in lid 2, onder b), vastgestelde termijn van achttien maanden, dan wel niet voorziet in de in datzelfde punt bedoelde voorlopige toepassing vanaf de datum waarop het betrokken besluit of de betrokken maatregel in werking moet treden,

wordt dit protocol geacht te zijn beëindigd, tenzij het gemengd comité, na zorgvuldig onderzoek van de middelen om het protocol voort te zetten, binnen negentig dagen anders besluit. De beëindiging van dit protocol wordt van kracht drie maanden na het verstrijken van de termijn van negentig dagen.

5.

a)

Indien bepalingen van een nieuw besluit of een nieuwe maatregel tot gevolg hebben dat de lidstaten niet langer gemachtigd zijn de uitvoering van een verzoek om wederzijdse rechtshulp in strafzaken of de erkenning van een bevel tot huiszoeking of inbeslagneming van bewijsmiddelen vanuit een andere lidstaat aan de voorwaarden van artikel 51 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst (5) te onderwerpen, kan Liechtenstein de Raad en de Commissie binnen de in lid 2, onder a), bedoelde termijn van dertig dagen meedelen dat het de inhoud van deze bepalingen niet aanvaardt en dat het deze niet zal omzetten in zijn interne rechtsorde, voor zover deze bepalingen van toepassing zijn op verzoeken of bevelen tot huiszoeking en inbeslagneming die betrekking hebben op onderzoeken of vervolgingen van delicten op het gebied van de directe belastingen, die indien zij in Liechtenstein zijn gepleegd naar Liechtensteins recht niet strafbaar zouden zijn met een vrijheidsstraf. In dit geval wordt dit protocol niet geacht te zijn beëindigd, in tegenstelling tot het bepaalde in lid 4.

b)

Op verzoek van een van zijn leden komt het gemengd comité uiterlijk twee maanden na dit verzoek bijeen en bespreekt het, rekening houdend met de ontwikkelingen op internationaal niveau, de situatie die is ontstaan als gevolg van de kennisgeving overeenkomstig het bepaalde onder a).

Zodra het gemengd comité unaniem een akkoord heeft bereikt over de volledige aanvaarding en omzetting door Liechtenstein van de relevante bepalingen van het nieuwe besluit of de nieuwe maatregel, zijn lid 2, onder b), en de leden 3 en 4 van toepassing. De informatie waarnaar in lid 2, onder b), eerste zin, wordt verwezen, wordt binnen dertig dagen na het in het gemengd comité bereikte akkoord verstrekt.

Artikel 6

Bij de nakoming van zijn verplichting met betrekking tot het Schengeninformatiesysteem en het Visuminformatiesysteem, kan Liechtenstein de technische infrastructuur van Zwitserland gebruiken om toegang te krijgen tot deze systemen.

Artikel 7

Voor de administratieve kosten van de toepassing van dit protocol draagt Liechtenstein jaarlijks aan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen een bedrag bij van 0,071 % van 8 100 000 EUR, met dien verstande dat dit bedrag jaarlijks wordt aangepast overeenkomstig het inflatiepercentage voor de Europese Unie.

Artikel 8

1.   Dit protocol laat de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en alle andere tussen de Europese Gemeenschap en Liechtenstein gesloten overeenkomsten onverlet.

2.   Dit protocol laat de overeenkomsten tussen enerzijds Liechtenstein en anderzijds één of meer lidstaten onverlet, voor zover deze overeenkomsten met dit protocol verenigbaar zijn. Indien deze overeenkomsten niet verenigbaar zijn met dit protocol, dan prevaleert het protocol.

3.   Dit protocol laat alle eventuele toekomstige overeenkomsten tussen Liechtenstein en de Europese Gemeenschap of tussen enerzijds de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en anderzijds Liechtenstein of de eventuele overeenkomsten op grond van de artikelen 24 en 38 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, onverlet.

4.   Dit protocol laat de overeenkomsten tussen Liechtenstein en Zwitserland onverlet, voor zover deze overeenkomsten met dit protocol verenigbaar zijn. Indien deze overeenkomsten niet verenigbaar zijn met dit protocol, dan prevaleert het protocol.

Artikel 9

1.   Dit protocol treedt in werking een maand na de dag waarop de secretaris-generaal van de Raad, die optreedt als depositaris, heeft vastgesteld dat alle formaliteiten zijn vervuld waarmee door of namens de overeenkomstsluitende partijen kenbaar wordt gemaakt dat zij ermee instemmen door dit protocol gebonden te zijn.

2.   De artikelen 1 en 4 en artikel 5, lid 2, onder a), eerste zin, van dit protocol en de rechten en verplichtingen die zijn neergelegd in artikel 3, leden 1 tot en met 4, en in de artikelen 4 tot en met 6 van de Overeenkomst inzake deelneming aan het Schengenacquis zijn vanaf de datum van ondertekening van dit protocol voorlopig van toepassing op Liechtenstein.

3.   Wat de na de ondertekening, doch vóór de inwerkingtreding van dit protocol aangenomen besluiten of maatregelen betreft, gaat de in artikel 5, lid 2, onder a), laatste zin, bedoelde termijn van dertig dagen in op de dag van inwerkingtreding van dit protocol.

Artikel 10

1.   De in artikel 2 bedoelde bepalingen worden door Liechtenstein ten uitvoer gelegd op een datum die de Raad vaststelt met eenparigheid van stemmen van de leden die de regeringen vertegenwoordigen van de lidstaten die alle in artikel 2 bedoelde bepalingen toepassen, na overleg in het gemengd comité, en nadat hij zich ervan heeft vergewist dat Liechtenstein aan de voorwaarden voor de uitvoering van de relevante bepalingen voldoet.

De leden van de Raad die de regeringen van Ierland, respectievelijk het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vertegenwoordigen, nemen aan de aanneming van dit besluit deel voor zover het betrekking heeft op de bepalingen van het Schengenacquis en de daarop gebaseerde of daarmee samenhangende besluiten waaraan deze lidstaten deelnemen.

De leden van de Raad die de regeringen vertegenwoordigen van de lidstaten waarvoor overeenkomstig hun Toetredingsverdrag slechts een deel van de in artikel 2 bedoelde bepalingen van toepassing is, nemen aan de aanneming van dit besluit deel voor zover het betrekking heeft op de bepalingen van het Schengenacquis die reeds van toepassing zijn in deze lidstaten.

2.   De toepassing van de in lid 1 bedoelde bepalingen schept rechten en verplichtingen tussen enerzijds Zwitserland en Liechtenstein en anderzijds tussen Liechtenstein en, naargelang van het geval, de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de lidstaten, voor zover zij door die bepalingen zijn gebonden.

3.   Dit protocol wordt slechts toegepast indien ook de door Liechtenstein te sluiten overeenkomsten in de zin van artikel 13 van de Overeenkomst inzake deelneming aan het Schengenacquis ten uitvoer worden gelegd.

4.   Bovendien wordt dit protocol slechts toegepast indien ook het Protocol tussen de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend, ten uitvoer wordt gelegd.

Artikel 11

1.   Dit protocol kan worden opgezegd door Liechtenstein of Zwitserland dan wel bij besluit van de Raad met eenparigheid van stemmen van zijn leden. De depositaris wordt in kennis gesteld van de opzegging, die zes maanden na de kennisgeving van kracht wordt.

2.   Ingeval Zwitserland dit protocol of de Overeenkomst inzake deelneming aan het Schengenacquis opzegt of ingeval de Overeenkomst inzake deelneming aan het Schengenacquis ten aanzien van Zwitserland wordt beëindigd, blijven de Overeenkomst inzake deelneming aan het Schengenacquis en dit protocol van toepassing op de betrekkingen tussen enerzijds de Europese Unie en de Europese Gemeenschap en anderzijds Liechtenstein. In een dergelijk geval, besluit de Raad na raadpleging van Liechtenstein tot de nodige maatregelen. Die maatregelen zijn evenwel slechts bindend voor Liechtenstein indien deze door hem worden aanvaard.

3.   Dit protocol wordt geacht te zijn beëindigd indien Liechtenstein een van de door Liechtenstein gesloten overeenkomsten in de zin van artikel 13 van de Overeenkomst inzake deelneming aan het Schengenacquis of het in artikel 10, lid 4, bedoelde protocol opzegt.

Artikel 12

Dit protocol is opgesteld in drie exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder dit protocol hebben geplaatst.

Съставено в Брюксел на двадесет и осми февруари две хиляди и осма година.

Hecho en Bruselas, el veintiocho de febrero de dos mil ocho.

V Bruselu dne dvacátého osmého února dva tisíce osm.

Udfærdiget i Bruxelles den otteogtyvende februar to tusind og otte.

Geschehen zu Brüssel am achtundzwanzigsten Februar zweitausendacht.

Kahe tuhande kaheksanda aasta veebruarikuu kahekümne kaheksandal päeval Brüsselis.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις είκοσι οκτώ Φεβρουαρίου δύο χιλιάδες οκτώ.

Done at Brussels on the twenty-eighth day of February in the year two thousand and eight.

Fait à Bruxelles, le vingt-huit février deux mille huit.

Fatto a Bruxelles, addì ventotto febbraio duemilaotto.

Briselē, divtūkstoš astotā gada divdesmit astotajā februārī.

Priimta du tūkstančiai aštuntų metų vasario dvidešimt aštuntą dieną Briuselyje.

Kelt Brüsszelben, a kétezer-nyolcadik év február huszonnyolcadik napján.

Magħmul fi Brussell, fit-tmienja u għoxrin jum ta’ Frar tas-sena elfejn u tmienja.

Gedaan te Brussel, de achtentwintigste februari tweeduizend acht.

Sporządzono w Brukseli dnia dwudziestego ósmego lutego roku dwa tysiące ósmego.

Feito em Bruxelas, em vinte e oito de Fevereiro de dois mil e oito.

Încheiat la Bruxelles, la douăzeci și opt februarie în anul două mii opt.

V Bruseli dňa dvadsiateho ôsmeho februára dvetisícosem.

V Bruslju, dne osemindvajsetega februarja leta dva tisoč osem.

Tehty Brysselissä kahdentenakymmenentenäkahdeksantena päivänä helmikuuta vuonna kaksituhattakahdeksan.

Som skedde i Bryssel den tjugoåttonde februari tjugohundraåtta.

За Европейския съюз

Por la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Για την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l'Union européenne

Per l'Unione europea

Eiropas Savienības vārdā

Europos Sajungos vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

På Europeiska unionens vägnar

Image

За Европейската общност

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā

Europos bendrijos vardu

Az Európai Közösség részéről

Għall-Komunità Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Pentru Comunitatea Europeană

Za Európske spoločenstvo

Za Evropsko skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

Image

За Конфедерация Швейцария

Por la Confederación Suiza

Za Švýcarskou konfederaci

For Det Schweiziske Forbund

Für die Schweizerische Eidgenossenschaft

Šveitsi Konföderatsiooni nimel

Για την Ελβετική Συνομοσπονδία

For the Swiss Confederation

Pour la Confédération Suisse

Per la Confederazione svizzera

Šveices Konfederācijas vārdā

Šveicarijos Konfederacijos vardu

A Svájci Államszövetség részéről

Għall-Konfederazzjoni Żvizzera

Voor de Zwitserse Bondsstaat

W imieniu Konfederacji Szwajcarskiej

Pela Confederação Suíça

Pentru Confederația Elvețiană

Za Švajčiarskou konfederáciu

Za Švicarsko konfederacijo

Sveitsin valaliiton puolesta

För Schweiziska edsförbundet

Image

За Княжество Лихтенщайн

Por el Principado de Liechtenstein

Za Lichtenštejnské knížectví

For Fyrstendømmet Liechtenstein

Für das Fürstentum Liechtenstein

Liechtensteini Vürstiriigi nimel

Για το Πριγκιπάτο του Λιχτενστάιν

For the Principality of Liechtenstein

Pour la Principauté de Liechtenstein

Per il Principato del Liechtenstein

Lihtenšteinas Firstistes vārdā

Lichtenšteino Kunigaikštystės vardu

A Liechtensteini Hercegség részéről

Għall-Prinċipat ta’ Liechtenstein

Voor het Vorstendom Liechtenstein

W imieniu Księstwa Liechtensteinu

Pelo Principado do Liechtenstein

Pentru Principatul Liechtenstein

Za Lichtenštajnské kniežatstvo

Za Kneževino Lihtenštajn

Liechtensleinin ruhtinaskunnan puolesta

För Furstendömet Liechtenstein

Image


(1)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

(2)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

(3)  PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20 en PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.

(4)  Zie bladzijde 39 van dit Publicatieblad.

(5)  Het Schengenacquis — Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19).

BIJLAGE

Bijlage bij het Protocol betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis

Liechtenstein zal vanaf de door de Raad overeenkomstig artikel 10 vastgestelde datum de volgende besluiten als bedoeld in artikel 2, lid 2, toepassen:

Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1);

Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad van 13 december 2004 betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten (PB L 385 van 29.12.2004, blz. 1); beschikking van de Commissie van 28 februari 2005 tot vaststelling van de technische specificaties in verband met de normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten (C(2005) 409 definitief) en beschikking van de Commissie van 28 juni 2006 tot vaststelling van de technische specificaties in verband met de normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten (C(2006) 2909 definitief);

Besluit 2005/211/JBZ van de Raad van 24 februari 2005 betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme (PB L 68 van 15.3.2005, blz. 44);

Besluit 2005/719/JBZ van de Raad van 12 oktober 2005 tot vaststelling van de datum voor de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2005/211/JBZ betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme (PB L 271 van 15.10.2005, blz. 54);

Besluit 2005/727/JBZ van de Raad van 12 oktober 2005 tot vaststelling van de datum voor de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2005/211/JBZ betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme (PB L 273 van 19.10.2005, blz. 25);

Besluit 2006/228/JBZ van de Raad van 9 maart 2006 tot vaststelling van de datum voor de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2005/211/JBZ betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme (PB L 81 van 18.3.2006, blz. 45);

Besluit 2006/229/JBZ van de Raad van 9 maart 2006 tot vaststelling van de datum van toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2005/211/JBZ betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme (PB L 81 van 18.3.2006, blz. 46);

Besluit 2006/631/JBZ van de Raad van 24 juli 2006 tot vaststelling van de datum voor de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2005/211/JBZ betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme (PB L 256 van 20.9.2006, blz. 18);

Beschikking 2005/267/EG van de Raad van 16 maart 2005 betreffende de totstandbrenging van een beveiligd op internet gebaseerd informatie- en coördinatienetwerk voor de migratiebeheersdiensten van de lidstaten (PB L 83 van 1.4.2005, blz. 48);

Besluit van de Commissie van 15 december 2005 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Beschikking 2005/267/EG van de Raad betreffende de totstandbrenging van een beveiligd op internet gebaseerd informatie- en coördinatienetwerk voor de migratiebeheersdiensten van de lidstaten (C(2005) 5159 definitief);

Verordening (EG) nr. 851/2005 van de Raad van 2 juni 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld, wat betreft het wederkerigheidsmechanisme (PB L 141 van 4.6.2005, blz. 3);

Besluit 2005/451/JBZ van de Raad van 13 juni 2005 tot vaststelling van de datum voor de toepassing van enige bepalingen van Verordening (EG) nr. 871/2004 betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme (PB L 158 van 21.6.2005, blz. 26);

Verordening (EG) nr. 1160/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, voor wat betreft de toegang tot het Schengeninformatiesysteem voor de diensten die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 191 van 22.7.2005, blz. 18);

Aanbeveling 2005/761/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot vergemakkelijking van de afgifte van eenvormige visa voor een verblijf van korte duur aan onderzoekers die onderdaan zijn van een derde land en die zich met het oog op wetenschappelijk onderzoek verplaatsen in de Gemeenschap (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 23);

Beschikking 2005/687/EG van de Commissie van 29 september 2005 betreffende het standaardformaat voor verslagen over de activiteiten van de netwerken van immigratieverbindingsfunctionarissen en over de situatie in het ontvangende land ter zake van illegale immigratie (PB L 264 van 8.10.2005, blz. 8);

Besluit 2005/728/JBZ van de Raad van 12 oktober 2005 tot vaststelling van de datum voor de toepassing van sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 871/2004 betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme (PB L 273 van 19.10.2005, blz. 26);

Verordening (EG) nr. 2046/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 betreffende maatregelen ter vereenvoudiging van de procedures voor de aanvraag en afgifte van visa voor de leden van de Olympische familie die deelnemen aan de Olympische en/of Paralympische Winterspelen van 2006 in Turijn (PB L 334 van 20.12.2005, blz. 1);

Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB L 105 van 13.4.2006, blz. 1);

Beschikking 2006/440/EG van de Raad van 1 juni 2006 houdende wijziging van bijlage 12 bij de Gemeenschappelijke Visuminstructies en van bijlage 14 a bij het Gemeenschappelijk Handboek met betrekking tot de legesrechten ter dekking van de administratieve kosten van de behandeling van visumaanvragen (PB L 175 van 29.6.2006, blz. 77);

Besluit 2006/628/EG van de Raad van 24 juli 2006 tot vaststelling van de datum voor de toepassing van artikel 1, punten 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 871/2004 betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme (PB L 256 van 20.9.2006, blz. 15);

Beschikking 2006/648/EG van de Commissie van 22 september 2006 tot vaststelling van de technische specificaties betreffende de normen voor biometrische kenmerken in verband met de ontwikkeling van het visuminformatiesysteem (PB L 267 van 27.9.2006, blz. 41);

Rectificatie bij Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 271 van 30.9.2006, blz. 85);

Beschikking 2006/757/EG van de Commissie van 22 september 2006 tot wijziging van het Sirenehandboek (PB L 317 van 16.11.2006, blz. 1);

Besluit 2006/758/EG van de Commissie van 22 september 2006 tot wijziging van het Sirenehandboek (PB L 317 van 16.11.2006, blz. 41);

Beschikking 2006/684/EG van de Raad van 5 oktober 2006 houdende wijziging van bijlage 2, overzicht A, van de Gemeenschappelijke Visuminstructies betreffende de visumplicht voor houders van Indonesische diplomatieke en dienstpaspoorten (PB L 208 van 12.10.2006, blz. 29);

Beschikking 2006/752/EG van de Commissie van 3 november 2006 tot vaststelling van de locaties voor het Visuminformatiesysteem gedurende de ontwikkelingsfase (PB L 305 van 4.11.2006, blz. 13);

Aanbeveling van de Commissie van 6 november 2006 tot vaststelling van een gemeenschappelijk „Praktisch handboek voor grenswachters (Schengenhandboek)” voor gebruik door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten bij de uitvoering van grenstoezicht op personen (C(2006) 5186 definitief);

Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad van 18 december 2006 betreffende de vereenvoudiging van de uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 89. Rectificatie in PB L 75 van 15.3.2007, blz. 26);

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1);

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4);

Verordening (EG) nr. 1931/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van regels inzake klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen van de lidstaten en tot wijziging van de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst ( PB L 405 van 30.12.2006, blz. 1. Rectificatie in PB L 29 van 3.2.2007, blz. 3);

Verordening (EG) nr. 1932/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 23. Rectificatie in PB L 29 van 3.2.2007, blz. 10);

Verordening (EG) nr. 1988/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2424/2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 411 van 30.12.2006, blz. 1. Rectificatie in PB L 27 van 2.2.2007, blz. 3);

Besluit 2006/1007/JBZ van de Raad van 21 december 2006 tot wijziging van Besluit 2001/886/JBZ betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 411 van 30.12.2006, blz. 78. Rectificatie in PB L 27 van 2.2.2007, blz. 43);

Beschikking 2007/170/EG van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van de netwerkvereisten voor het Schengeninformatiesysteem II (eerste pijler) (PB L 79 van 20.3.2007, blz. 20);

Besluit 2007/171/EG van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van de netwerkvereisten voor het Schengeninformatiesysteem II (derde pijler) (PB L 79 van 20.3.2007, blz. 29);

Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22);

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63);

Besluit 2007/472/EG van de Raad van 25 juni 2007 tot wijziging van het besluit van het Uitvoerend Comité, opgericht bij de Schengenovereenkomst van 1990, betreffende de wijziging van het financieel reglement betreffende de kosten voor de installatie en exploitatie van de technisch ondersteunende functie van het Schengeninformatiesysteem (C.SIS) (PB L 179 van 7.7.2007, blz. 50);

Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 tot instelling van een mechanisme voor de oprichting van snelle grensinterventieteams en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad wat betreft dat mechanisme en de regeling van de taken en bevoegdheden van uitgezonden functionarissen (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 30);

Beschikking 2007/519/EG van de Raad van 16 juli 2007 tot wijziging van deel 2 van het Schengen-raadplegingsnetwerk (Technische specificaties) (PB L 192 van 24.7.2007, blz. 26);

Beschikking 2007/599/EG van de Commissie van 27 augustus 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2007-2013 (PB L 233 van 5.9.2007, blz. 3);

Beschikking 2007/866/EG van de Raad van 6 december 2007 tot wijziging van deel 1 van het Schengen-raadplegingsnetwerk (Technische specificaties) (PB L 340 van 22.12.2007, blz. 92).


SLOTAKTE

De gevolmachtigden

van de EUROPESE UNIE

en

van de EUROPESE GEMEENSCHAP

en

van de ZWITSERSE BONDSSTAAT

en

van het VORSTENDOM LIECHTENSTEIN,

hierna „de betrokken partijen” genoemd,

bijeengekomen te Brussel op de achtentwintigste dag van februari van het jaar 2008 voor de ondertekening van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse bondsstaat betreffende de associatie van de Zwitserse Bondsstaat met de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, hebben het protocol vastgesteld.

De gevolmachtigden van de overeenkomstsluitende partijen hebben akte genomen van de volgende verklaringen, die aan deze slotakte zijn gehecht:

Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen betreffende het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie;

Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen betreffende artikel 23, lid 7, van de Overeenkomst van 29 mei 2000 betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (1);

Verklaring van de Europese Gemeenschap en Liechtenstein betreffende de externe betrekkingen;

Verklaring van Liechtenstein betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken;

Verklaring van Liechtenstein betreffende artikel 5, lid 2, onder b);

Verklaring van Liechtenstein inzake de toepassing van het Europese Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken en het Europees Verdrag betreffende uitlevering;

Verklaring van de Europese Gemeenschap betreffende het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013;

Verklaring van de Europese Commissie betreffende de beschikbaarstelling van voorstellen;

Gemeenschappelijke verklaring over gezamenlijke vergaderingen.

За Европейския съюз

Por la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Για την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l'Union européenne

Per l'Unione europea

Eiropas Savienības vārdā

Europos Sajungos vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

På Europeiska unionens vägnar

Image

За Европейската общност

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā

Europos bendrijos vardu

az Európai Közösség részéről

Għall-Komunità Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Pentru Comunitatea Europeană

Za Európske spoločenstvo

Za Evropsko skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

Image

За Конфедерация Швейцария

Por la Confederación Suiza

Za Švýcarskou konfederaci

For Det Schweiziske Forbund

Für die Schweizerische Eidgenossenschaft

Šveitsi Konföderatsiooni nimel

Για την Ελβετική Συνομοσπονδία

For the Swiss Confederation

Pour la Confédération suisse

Per la Confederazione svizzera

Šveices Konfederācijas vārdā

Šveicarijos Konfederacijos vardu

A Svájci Államszövetség részéről

Għall-Konfederazzjoni Żvizzera

Voor de Zwitserse Bondsstaat

W imieniu Konfederacji Szwajcarskiej

Pela Confederação Suíça

Pentru Confederația Elvețiană

Za Švajčiarskou konfederáciu

Za Švicarsko konfederacijo

Sveitsin valaliiton puolesta

För Schweiziska edsförbundet

Image

За Княжество Лихтенщайн

Por el Principado de Liechtenstein

Za Lichtenštejnské knížectví

For Fyrstendømmet Liechtenstein

Für das Fürstentum Liechtenstein

Liechtensteini Vürstiriigi nimel

Για το Πριγκιπάτο του Λιχτενστάιν

For the Principality of Liechtenstein

Pour la Principauté de Liechtenstein

Per il Principato del Liechtenstein

Lihtenšteinas Firstistes vārdā

Lichtenšteino Kunigaikštystės vardu

A Liechtensteini Hercegség részéről

Għall-Prinċipat ta’ Liechtenstein

Voor het Vorstendom Liechtenstein

W imieniu Księstwa Liechtensteinu

Pelo Principado do Liechtenstein

Pentru Principatul Liechtenstein

Za Lichtenštajnské kniežatstvo

Za Kneževino Lihtenštajn

Liechtensleinin ruhtinaskunnan puolesta

För Furstendömet Liechtenstein

Image


(1)  PB C 197 van 12.7.2000, blz. 1.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BETREFFENDE HET EUROPEES AGENTSCHAP VOOR HET BEHEER VAN DE OPERATIONELE SAMENWERKING AAN DE BUITENGRENZEN VAN DE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE

De overeenkomstsluitende partijen nemen er kennis van dat er nadere regelingen zullen worden afgesproken betreffende de participatie van Zwitserland en Liechtenstein in het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie, met als voorbeeld de regelingen die met Noorwegen en IJsland zijn overeengekomen.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BETREFFENDE ARTIKEL 23, LID 7, VAN DE OVEREENKOMST VAN 29 MEI 2000 BETREFFENDE DE WEDERZIJDSE RECHTSHULP IN STRAFZAKEN TUSSEN DE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE

De overeenkomstsluitende partijen komen overeen dat Liechtenstein, onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 23, lid 1, onder c), van de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie, naargelang van het geval, kan eisen dat — tenzij de betrokken lidstaat de toestemming van de betrokkene heeft verkregen — persoonsgegevens alleen na voorafgaande toestemming van Liechtenstein voor de in artikel 23, lid 1, onder a) en b), van deze overeenkomst bedoelde doeleinden mogen worden gebruikt in het kader van procedures waarvoor Liechtenstein de verstrekking of het gebruik van persoonsgegevens had kunnen weigeren of beperken uit hoofde van deze overeenkomst of de in artikel 1 daarvan bedoelde instrumenten.

Indien Liechtenstein in een bepaald geval weigert in te stemmen met het verzoek van een lidstaat overeenkomstig bovengenoemde bepalingen moet het zijn weigering schriftelijk met redenen omkleden.

ANDERE VERKLARINGEN

VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN LIECHTENSTEIN BETREFFENDE DE EXTERNE BETREKKINGEN

De Europese Gemeenschap en Liechtenstein komen overeen dat de Europese Gemeenschap zich ertoe verbindt derde staten of internationale organisaties waarmee zij overeenkomsten sluit op een met de Schengensamenwerking verband houdend gebied, ertoe aan te zetten soortgelijke overeenkomsten te sluiten met het Vorstendom Liechtenstein, onverminderd de bevoegdheid van het Vorstendom Liechtenstein om dergelijke overeenkomsten te sluiten.

VERKLARING VAN LIECHTENSTEIN BETREFFENDE DE WEDERZIJDSE RECHTSHULP IN STRAFZAKEN

Liechtenstein verklaart dat fiscale delicten die door de Liechtensteinse autoriteiten worden onderzocht geen aanleiding kunnen geven tot het instellen van een beroep bij een ook in strafzaken bevoegde rechter.

VERKLARING VAN LIECHTENSTEIN BETREFFENDE ARTIKEL 5, LID 2, ONDER b)

over de termijn voor aanvaarding van nieuwe ontwikkelingen van het Schengenacquis

De maximumtermijn van 18 maanden in artikel 5, lid 2, onder b), heeft betrekking op de goedkeuring en de uitvoering van het besluit of de maatregel. Hij omvat de volgende fasen:

de voorbereidende fase,

de parlementaire procedure,

de referendumtermijn van 30 dagen,

in voorkomend geval het referendum (organisatie en stemming),

bekrachtiging door de regerende vorst.

De regering van Liechtenstein stelt de Raad en de Commissie onverwijld in kennis van de beëindiging van elk van deze fasen.

De regering van Liechtenstein verbindt zich ertoe alle haar ter beschikking staande middelen aan te wenden om ervoor te zorgen dat de bovenvermelde fasen zo snel mogelijk verlopen.

VERKLARING VAN LIECHTENSTEIN INZAKE DE TOEPASSING VAN HET EUROPESE VERDRAG AANGAANDE DE WEDERZIJDSE RECHTSHULP IN STRAFZAKEN EN HET EUROPEES VERDRAG BETREFFENDE UITLEVERING

Liechtenstein verbindt zich ertoe geen gebruik te maken van de bij de bekrachtiging van het Europese Verdrag betreffende uitlevering van 13 december 1957 en het Europese Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken van 20 april 1959 gemaakte voorbehouden en verklaringen die met deze overeenkomst onverenigbaar zijn.

VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE HET BUITENGRENZENFONDS VOOR DE PERIODE 2007-2013

De Europese Gemeenschap stelt momenteel een Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 in, waarvoor nadere regelingen zullen worden afgesproken met derde landen die zijn betrokken bij het Schengenacquis.

VERKLARING VAN DE EUROPESE COMMISSIE BETREFFENDE DE BESCHIKBAARSTELLING VAN VOORSTELLEN

Wanneer de Commissie aan de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement voorstellen toezendt die met deze overeenkomst verband houden, doet zij een afschrift ervan toekomen aan Liechtenstein.

Deelneming aan de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden

Op 1 juni 2006 machtigde de Raad de Commissie om met de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein onderhandelingen te voeren over de sluiting van een Overeenkomst inzake de wijze waarop deze landen worden betrokken bij de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

Tot de sluiting van een dergelijke overeenkomst, is de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Raad van de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat over de comités die de Europese Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden van toepassing op Liechtenstein, met dien verstande dat wat betreft Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (1), de deelneming van Liechtenstein wordt geregeld overeenkomstig artikel 100 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING OVER GEZAMENLIJKE VERGADERINGEN

De delegaties van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie,

De delegatie van de Europese Commissie,

De delegaties van de regeringen van de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen,

De delegatie van de regering van de Zwitserse Bondsstaat,

De delegatie van de regering van het Vorstendom Liechtenstein,

Stellen vast dat Liechtenstein toetreedt tot het Gemengd Comité dat is ingesteld bij de Overeenkomst inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis en dit via een protocol bij deze overeenkomst,

Hebben besloten de vergaderingen van de gemengde comités die zijn ingesteld bij de Overeenkomst inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis en de Overeenkomst inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, zoals aangevuld bij het Protocol inzake de deelneming van Liechtenstein, ongeacht het niveau van de vergadering, gezamenlijk te organiseren,

Stellen vast dat voor het gezamenlijk beleggen van deze vergaderingen een praktische regeling met betrekking tot het voorzitterschap van deze vergaderingen vereist is wanneer dat voorzitterschap door de deelnemende staten moet worden uitgeoefend krachtens de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, zoals aangevuld bij het Protocol inzake de deelneming van Liechtenstein, of de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop deze landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis,

Nemen kennis van de wens van de betrokken staten om, indien zulks nodig is, de uitoefening van hun voorzitterschap af te staan en het tussen hen te laten rouleren in alfabetische volgorde op naam, vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis en vanaf de inwerkingtreding van het Protocol inzake de deelneming van Liechtenstein.


(1)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).


Top