EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009R0543

Verordening (EG) nr. 543/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende gewasstatistieken en houdende intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 837/90 en (EEG) nr. 959/93 van de Raad (Voor de EER relevante tekst )

OJ L 167, 29.6.2009, p. 1–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 03 Volume 027 P. 318 - 328

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 09/10/2015

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/543/oj

29.6.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 167/1


VERORDENING (EG) Nr. 543/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 18 juni 2009

betreffende gewasstatistieken en houdende intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 837/90 en (EEG) nr. 959/93 van de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Handelend overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EEG) nr. 837/90 van de Raad van 26 maart 1990 inzake door de lidstaten te verstrekken statistische informatie over de graanproductie (2) en Verordening (EEG) nr. 959/93 van de Raad van 5 april 1993 betreffende door de lidstaten te verstrekken statistische informatie over andere gewassen dan granen (3) zijn meermaals gewijzigd. Aangezien er nu verdere wijzigingen en vereenvoudigingen nodig zijn, moeten deze verordeningen om redenen van duidelijkheid worden vervangen door een enkele verordening, overeenkomstig het nieuwe beleid inzake vereenvoudiging van de Gemeenschapswetgeving en betere regelgeving (4).

(2)

Gewasstatistieken zijn van essentieel belang voor het beheer van de communautaire markten. Ook is het zeer belangrijk dat naast statistieken van granen en andere akkerbouwgewassen statistieken van groenten en meerjarige teelten in de Gemeenschapswetgeving worden opgenomen.

(3)

Om ervoor te zorgen dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid naar behoren wordt beheerd, verlangt de Commissie regelmatig dat gegevens over het areaal, de opbrengst en de productie van gewassen regelmatig worden verstrekt.

(4)

Verordening (EG) nr. 1166/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven en de enquête naar de productiemethoden in de landbouw (5) voorziet in een programma van communautaire enquêtes om tot 2016 statistieken van de structuur van landbouwbedrijven te verschaffen.

(5)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (6) moet voor alle statistieken die de lidstaten aan de Commissie toezenden en die naar territoriale eenheden zijn ingedeeld, de NUTS worden gebruikt. Met het oog op de opstelling van vergelijkbare regionale statistieken moeten de territoriale eenheden daarom worden gedefinieerd overeenkomstig de NUTS.

(6)

Om de last voor de lidstaten te beperken, mogen de eisen ten aanzien van de regionale gegevens niet verder gaan dan de eisen die zijn vastgelegd in vroegere wetgeving (tenzij in de tussentijd nieuwe regionale niveaus tot stand zijn gekomen). Bijgevolg moet worden toegestaan dat regionale statistische gegevens voor Duitsland en het Verenigd Koninkrijk alleen voor de territoriale eenheden op NUTS-1-niveau worden verstrekt.

(7)

Teneinde de uitvoering van deze verordening te vergemakkelijken, is nauwe samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie noodzakelijk, met name met het permanent comité voor de landbouwstatistiek, dat is opgericht bij Besluit 72/279/EEG van de Raad van 31 juli 1972 (7).

(8)

Om een soepele overgang vanuit de krachtens de Verordeningen (EEG) nr. 837/90 en (EEG) nr. 959/93 toepasselijke regelingen mogelijk te maken, moet deze verordening het mogelijk maken aan lidstaten een ontheffing voor een periode van ten hoogste twee jaar toe te staan, wanneer de toepassing van deze verordening op hun nationaal statistisch systeem grote aanpassingen met zich mee zou brengen en wellicht tot aanzienlijke praktische problemen zou leiden.

(9)

De in deze verordening bepaalde maatregelen voor de productie van statistieken zijn nodig voor de vervulling van de taken van de Gemeenschap. Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor de systematische productie van statistieken over bebouwd areaal, opbrengst en productie in de lidstaten van granen en andere gewassen dan granen, niet voldoende kan worden verwezenlijkt door de lidstaten en derhalve beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in dat artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

(10)

Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek (8) vormt het referentiekader voor de bepalingen van deze verordening, met name met betrekking tot de naleving van normen inzake onpartijdigheid, betrouwbaarheid, relevantie, kosteneffectiviteit, statistische geheimhouding en doorzichtigheid en voor de toezending en bescherming van vertrouwelijke statistische gegevens zoals bepaald in deze verordening, teneinde ervoor te zorgen dat bij de productie en verspreiding van communautaire statistieken geen sprake is van onrechtmatige openbaarmaking of niet-statistisch gebruik.

(11)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (9).

(12)

In het bijzonder moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven om de indieningstabellen te wijzigen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening, onder meer door haar aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing.

(13)

Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten (10) voorziet in de verplichting om relevante statistische gegevens als bepaald in het kader van het Communautair Statistisch Programma, aan de Commissie toe te sturen. Aangezien wordt onderkend dat er behoefte is aan een systematische productie van communautaire statistieken inzake biologische productie en landbouw, wordt verwacht dat de Commissie passende maatregelen, waaronder de indiening van een wetgevingsvoorstel, zal nemen om deze kwestie adequaat aan te pakken.

(14)

Deze verordening laat het door de lidstaten vrijwillig verstrekken van de statistieken van de eerste ramingen voor plantaardige productie (Early Estimates for Crop Products — EECP), onverlet.

(15)

Het permanent comité voor de landbouwstatistiek is geraadpleegd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening stelt een gemeenschappelijk kader vast voor de systematische productie van communautaire statistieken van het bodemgebruik voor de landbouw en de gewasproductie.

Artikel 2

Definities en verduidelijkingen

1.   Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„oogstjaar”: het kalenderjaar waarin de oogst begint;

b)

„oppervlakte cultuurgrond”: het totale areaal aan bouwland, blijvend grasland, meerjarige teelten en tuinen voor eigen gebruik van de bedrijven, ongeacht de exploitatievorm of de vraag of het als gemeenschappelijke grond wordt gebruikt;

c)

„beteeld areaal”: het areaal dat overeenstemt met het totale ingezaaide areaal; na de oogst evenwel zijn vernietigde arealen (bv. door natuurrampen) niet inbegrepen;

d)

„gewasareaal”: het areaal dat overeenstemt met het totale areaal dat is ingezaaid met het oog op de productie van een specifiek gewas in een bepaald jaar;

e)

„geoogst areaal”: het geoogste deel van het gewasareaal. Dit kan daarom gelijk zijn aan of kleiner zijn dan het gewasareaal;

f)

„productieareaal”: voor meerjarige teelten het areaal dat in aanmerking komt om in het referentie-oogstjaar te worden geoogst. Niet inbegrepen zijn alle niet-productieve oppervlakten, zoals nieuwe aanplant die nog niet productief is;

g)

„geoogste productie”: de productie die de verloren gegane hoeveelheden, de direct op de boerderij geconsumeerde hoeveelheden en de in de handel gebrachte hoeveelheden, uitgedrukt in gewichtseenheden van het basisproduct, omvat;

h)

„opbrengst”: de geoogste productie per beteeld areaal;

i)

„gewassen onder glas of andere (betreedbare) beschermingsafdekking”: gewassen die gedurende hun gehele vegetatieve cyclus of voor het grootste deel daarvan onder staand glas of onder een andere hoge vaste of verplaatsbare afdekking (glas of hard of zacht plastic) worden geteeld. Hieronder vallen niet het bedekken van grond met plastic folie en gewassen onder stolpen of in niet voor mensen betreedbare tunnels of onder draagbare glazen ramen. Arealen met gewassen die tijdelijk onder glas en tijdelijk in de open lucht worden geteeld, worden uitsluitend bij het areaal onder glas in aanmerking genomen, behalve wanneer ze maar een zeer korte tijd onder staand glas staan;

j)

„hoofdareaal”: voor een gegeven perceel, het areaal van dat perceel, dat gedurende een bepaald oogstjaar slechts eenmaal wordt gebruikt, en dat ondubbelzinnig door dat gebruik wordt bepaald.

2.   De uitdrukking „elkaar opvolgende gewassen” heeft betrekking op een perceel bouwland dat tijdens een bepaald oogstjaar meer dan eens, maar telkens voor slechts één gewas wordt gebruikt. Dat areaal geldt als beteeld areaal voor elk van de gewassen. De begrippen hoofdareaal en nevenareaal zijn in dit verband niet van toepassing.

De uitdrukking „gecombineerde gewassen” heeft betrekking op een combinatie van gewassen die tegelijkertijd op een perceel bouwland worden geteeld. Het beteelde areaal wordt in dit geval proportioneel tussen de gewassen verdeeld naar het grondoppervlak dat zij innemen. De begrippen hoofdareaal en nevenareaal zijn in dit verband niet van toepassing.

„Gewassen met een tweeledig doel”, zijnde gewassen die meer dan één doel hebben, worden volgens de afspraak beschouwd als primair gewas voor hun hoofdgebruik en als secundair gewas voor hun nevengebruik.

Artikel 3

Dekking

1.   De lidstaten produceren statistieken van de in de bijlage genoemde gewassen die op de oppervlakte cultuurgrond op hun grondgebied worden geproduceerd.

2.   De statistieken zijn representatief voor ten minste 95 % van de volgende arealen:

a)

totaal beteeld areaal aan akkerbouwgewassen (tabel 1);

b)

totaal geoogst areaal aan groenten, meloenen en aardbeien (tabel 2);

c)

totaal productieareaal met meerjarige teelten (tabel 3);

d)

oppervlakte cultuurgrond (tabel 4).

3.   Variabelen die in een lidstaat weinig of niet voorkomen, mogen van de statistieken worden uitgesloten, mits de betrokken lidstaat de Commissie uiterlijk aan het eind van het kalenderjaar dat onmiddellijk aan elk van de referentieperioden voorafgaat, op de hoogte stelt van alle desbetreffende gewassen en van de drempel die wordt toegepast voor het geringe voorkomen van elk van die gewassen.

Artikel 4

Frequentie en referentieperiode

De lidstaten verstrekken de Commissie jaarlijks de in de bijlage bedoelde gegevens. De referentieperiode is het oogstjaar. Het eerste referentiejaar is 2010.

Artikel 5

Nauwkeurigheidseisen

1.   Lidstaten die steekproefenquêtes houden met het oog op het opstellen van statistieken, nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de gegevens in tabel 1 aan de volgende nauwkeurigheidseisen voldoen: de variatiecoëfficiënt van de gegevens die op 30 september van het jaar n + 1 moeten worden verstrekt, bedraagt (op nationaal niveau) ten hoogste 3 % van het beteelde areaal voor elk van de volgende voornaamste gewasgroepen: granen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad), drooggeoogste peulvruchten en eiwitrijke gewassen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad en mengsels van granen en peulvruchten), wortelgewassen, handelsgewassen en groen geoogste gewassen.

2.   De lidstaten zien erop toe dat, wanneer zij beslissen andere bronnen van statistische informatie dan statistische enquêtes te gebruiken, deze informatie uit zulke bronnen ten minste van dezelfde kwaliteit is als de informatie uit statistische enquêtes.

3.   Een lidstaat die besluit gebruik te maken van administratieve bronnen, stelt de Commissie vooraf in kennis en levert nadere gegevens aan over de te gebruiken methoden en de kwaliteit van de gegevens van die administratieve bronnen.

Artikel 6

Indiening bij de Commissie

1.   De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) de in de bijlage bedoelde gegevens binnen de voor elke tabel voorgeschreven termijn.

2.   De in de bijlage bedoelde indieningstabellen mogen door de Commissie worden aangepast. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen, onder meer door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 9, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

Artikel 7

Regionale statistieken

1.   De gegevens voor de met „R” gemarkeerde gewassen in de bijlage worden voor de territoriale eenheden op NUTS-1- en NUTS-2-niveau, zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1059/2003 verstrekt. Bij wijze van uitzondering kunnen zij voor Duitsland en het Verenigd Koninkrijk voor de territoriale eenheden op NUTS-1-niveau worden verstrekt.

2.   Variabelen die in een lidstaat weinig of niet voorkomen, mogen van de statistieken worden uitgesloten, mits de lidstaat de Commissie uiterlijk aan het eind van het kalenderjaar dat onmiddellijk aan elk van de referentieperioden voorafgaat, op de hoogte stelt van alle desbetreffende gewassen en van de drempel die wordt toegepast voor het geringe voorkomen van elk van die gewassen.

Artikel 8

Statistische kwaliteit en verslag

1.   Ten behoeve van deze verordening zijn de volgende kwaliteitscriteria van toepassing op de in te dienen statistieken:

a)

„relevantie” dat betrekking heeft op de mate waarin de statistieken voorzien in de huidige en potentiële behoeften van de gebruikers;

b)

„nauwkeurigheid” dat betrekking heeft op de mate waarin de schattingen de onbekende werkelijke waarden benaderen;

c)

„actualiteit” dat betrekking heeft op het tijdsverloop tussen de beschikbaarheid van de informatie en de gebeurtenis die of het verschijnsel dat door de informatie wordt beschreven;

d)

„stiptheid” heeft betrekking op het tijdsverloop tussen de datum van de publicatie van de gegevens en de beoogde datum (de datum waarop ze hadden moeten worden gepubliceerd);

e)

„toegankelijkheid” en „duidelijkheid” die betrekking hebben op de voorwaarden en modaliteiten waaronder de gebruikers de gegevens kunnen verkrijgen, gebruiken en interpreteren;

f)

„vergelijkbaarheid” dat betrekking heeft op de meting van het effect van verschillen in de toegepaste statistische begrippen, meetinstrumenten en meetprocedures wanneer statistieken tussen geografische gebieden of sectoren of over een periode worden vergeleken;

g)

„coherentie” dat betrekking heeft op de mate waarin de gegevens geschikt zijn om op betrouwbare wijze op verschillende manieren en voor verschillende doeleinden te worden gecombineerd.

2.   De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) elke drie jaar, en voor de eerste keer uiterlijk 1 oktober 2011, een verslag over de kwaliteit van de toegezonden gegevens.

3.   In het verslag over de kwaliteit wordt aan de hand van de in lid 1 bedoelde kwaliteitscriteria het volgende beschreven:

a)

de opzet van en de toegepaste methodiek over de in deze verordening bedoelde enquêtes;

b)

de nauwkeurigheidsniveaus die bij de in deze verordening bedoelde steekproefenquêtes zijn bereikt;en

c)

de kwaliteit van andere gebruikte bronnen dan enquêtes.

4.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke methodologische of andere verandering die de statistieken aanzienlijk zou kunnen beïnvloeden. Dit geschiedt uiterlijk drie maanden nadat deze verandering in werking is getreden.

5.   Daarbij wordt het beginsel in acht genomen dat de extra kosten en lasten binnen de grenzen van het redelijke moeten blijven.

Artikel 9

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek, dat is opgericht bij artikel 1 van Besluit 72/279/EEG.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De termijn bedoeld in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG wordt op drie maanden vastgesteld.

3.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

Artikel 10

Ontheffing

1.   Wanneer de toepassing van deze verordening op het nationale statistisch systeem van een lidstaat grote aanpassingen met zich meebrengt en wellicht tot aanzienlijke praktische problemen leidt, kan de Commissie overeenkomstig de in artikel 9, lid 2, bedoelde beheersprocedure een ontheffing van de toepassing ervan toestaan tot en met 31 december 2010 of tot en met 31 december 2011.

2.   Uiterlijk op 31 juli 2009 dient een lidstaat daartoe een met redenen omkleed verzoek in bij de Commissie.

Artikel 11

Intrekking

1.   Onverminderd lid 2 worden de Verordeningen (EEG) nr. 837/90 en (EEG) nr. 959/93 op 1 januari 2010 ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar deze verordening.

2.   In afwijking van artikel 12, tweede alinea, blijven de lidstaten waaraan een ontheffing overeenkomstig artikel 10 is toegestaan, de bepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 837/90 en (EEG) nr. 959/93 gedurende de toegestane ontheffing toepassen.

Artikel 12

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2010. Artikel 10 is evenwel van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 juni 2009.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G. PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitter

Š. FÜLE


(1)  Advies van het Europees Parlement van 19 februari 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 8 juni 2009.

(2)  PB L 88 van 3.4.1990, blz. 1.

(3)  PB L 98 van 24.4.1993, blz. 1.

(4)  Interinstitutioneel Akkoord „Beter wetgeven” (PB C 321 van 31.12.2003, blz. 1).

(5)  PB L 321 van 1.12.2008, blz. 14.

(6)  PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1.

(7)  PB L 179 van 7.8.1972, blz. 1.

(8)  PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164.

(9)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(10)  PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Tabel 1

Akkerbouwgewassen

(n.e.g.= niet elders genoemd)

DEEL A

 

Beteeld areaal

(1 000 ha)

Geoogste productie

(1 000 t)

Opbrengst

(100 kg/ha)

Indieningstermijnen

31-jan

30-jun

31-aug

30-sept

31-jan

30-sept

30-sept

31-okt

31-jan

30-sept

31-aug

jaar n

jaar n

jaar n

jaar n

jaar n + 1

jaar n + 1

jaar n

jaar n

jaar n + 1

jaar n + 1

jaar n

 

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

 

LS boven de drempel

LS boven de drempel

LS boven de drempel

Alle LS

Alle LS

Alle LS

Alle LS

Alle LS

Alle LS

Alle LS

LS boven de drempel

Granen voor korrelwinning (inclusief zaden)  (1)

X

R

X

R

Granen (met uitzondering van rijst) (1)

X

X

X

X

Zachte tarwe en spelt (1), waarvan:

X

X

X

X

R

X

X

X

R

X

Wintertarwe (1)

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Harde tarwe (1)

X

X

X

X

X

R

X

X

X

R

X

Rogge en mengkoren (1)

X

X

X

X

X

R

X

X

X

R

X

Gerst (1) waarvan:

X

X

X

X

R

X

X

X

R

X

Wintergerst (1)

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Haver (1)

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Andere graanmengsels dan mengkoren (1)

X

X

X

X

Korrelmaïs en zaad-spil-mengsel (1)

X

X

X

X

R

X

X

X

R

X

Sorghum (1)

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Triticale (1)

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Gierst, boekweit, kanariezaad (1)

X

X

X

X

Rijst (1)

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

waaronder:

Indica

X

X

X

X

Japonica

X

X

X

X


DEEL B

 

Beteeld areaal

(1 000 ha)

Geoogste productie

(1 000 t)

Opbrengst

(100 kg/ha)

Indieningstermijnen

31-jan

30-jun

31-aug

30-sept

31-jan

30-sept

30-sept

31-okt

31-jan

30-sept

31-aug

jaar n

jaar n

jaar n

jaar n

jaar n + 1

jaar n + 1

jaar n

jaar n

jaar n + 1

jaar n + 1

jaar n

 

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

 

LS boven de drempel

LS boven de drempel

LS boven de drempel

Alle LS

Alle LS

Alle LS

Alle LS

Alle LS

Alle LS

Alle LS

LS boven de drempel

Drooggeoogste peulvruchten en eiwitrijke gewassen voor korrelwinning

(inclusief zaden en mengsels van granen en peulvruchten)  (1)

X

R

X

X

Erwten (1)

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Tuin- en veldbonen (1)

X

X

X

X

X

X

X

X

Niet-bittere lupinen (1)

X

X

X

X

Andere drooggeoogste peulvruchten, n.e.g.

X

X

Hakvruchten

X

X

X

X

Aardappelen (inclusief primeurs en pootaardappelen)

X

X

X

X

X

X

X

X

Suikerbieten (exclusief zaaizaad)

X

X

X

X

R

X

X

R

Andere hakvruchten, n.e.g.

X

X

Gewassen voor industrieel gebruik

X

X

X

X

Kool- en raapzaad (1)

X

X

X

X

R

X

X

X

R

X

waaronder: winterraap

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Zonnebloempitten (1)

X

X

X

X

R

X

X

X

R

X

Lijnzaad (1)

X

R

X

X

Sojabonen (1)

X

X

X

X

R

X

X

X

R

X

Katoenzaad (1)

X

X

Andere oliehoudende gewassen (1)

X

X

Vezelvlas

X

R

X

X

Hennep

X

X

X

X

Katoenvezel

X

R

X

X

Hop

X

X

X

X

Tabak

X

R

X

R

Aromatische planten, geneeskrachtige kruiden en specerijen

X

X

Energiegewassen n.e.g.

X

X

X

X

Groen geoogste gewassen

X

X

Eenjarige groen geoogste gewassen

X

X

X

X

waarvan: Snijmaïs

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Andere eenjarige groen geoogste gewassen, waarvan:

X

X

X

X

Peulvruchten

X

X

Tijdelijk grasland en begrazing

X

X

NB: De schattingen voor de kolommen 1, 2, 3 en 11 zijn verplicht voor lidstaten met een jaarlijkse gemiddelde nationale productie in de afgelopen 3 jaar van meer dan:

3 000 000 t voor zachte tarwe,

1 000 000 t voor harde tarwe,

900 000 t voor gerst,

100 000 t voor rogge en mengkoren,

1 500 000 t voor korrelmaïs,

200 000 t voor triticale,

150 000 t voor haver,

150 000 t voor sorghum,

150 000 t voor rijst,

70 000 t voor erwten,

50 000 t voor veldbonen,

300 000 t voor raapzaad,

200 000 t voor zonnebloempitten,

60 000 t voor soja,

700 000 t voor aardappelen,

2 500 000 t voor suikerbieten,

en 4 500 000 t voor snijmaïs.

Tabel 2

Groenten, meloenen en aardbeien

 

Geoogst areaal

(1 000 ha)

Geoogste productie

(1 000 t)

Indieningstermijnen

31-maart

jaar n + 1

31-maart

jaar n + 1

 

1

2

GROENTEN, MELOENEN EN AARDBEIEN

X

 

Kool

Bloemkool en broccoli

X

X

Witte kool

X

X

Blad- en stengelgroenten

Selderij

X

X

Prei

X

X

Sla

X

X

waarvan onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking (2)

X

 

Andijvie

X

X

Spinazie

X

X

Asperges

X

X

Witloof

X

X

Artisjokken

X

X

Groenten geteeld voor hun vruchten

Tomaten

X

X

waarvan tomaten voor verse consumptie

X

X

waarvan onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking (2)

X

 

Komkommers

X

X

waarvan onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking (2)

X

 

Augurken

X

X

Meloenen

X

X

Watermeloenen

X

X

Aubergines

X

X

Courgettes

X

X

Rode peper, capsicum

X

X

waarvan onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking (2)

X

 

Wortel, knol- en bolgewassen

Wortels

X

X

Knoflook

X

X

Uien

X

X

Sjalotten

X

X

Knolselderij

X

X

Radijs

X

X

Peulvruchten

X

 

Erwten

X

X

Bonen

X

X

Aardbeien

X

X

waarvan onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking (2)

X

 

Gekweekte paddestoelen

X

X


Tabel 3

Meerjarige teelten

 

Productieareaal

(1 000 ha)

Geoogste productie

(1 000 t)

Indieningstermijnen

31 maart

jaar n + 1

31 maart

jaar n + 1

30-sept

jaar n + 1

 

1

2

3

MEERJARIGE TEELTEN

X

 

 

Fruit van gematigde breedten

Appels

X

X

 

waarvan appels voor verse consumptie

 

X

 

Peren

X

X

 

Abrikozen

X

X

 

Perziken

X

X

 

Nectarines

X

X

 

Kersen, waarvan:

X

X

 

Zure kersen

X

X

 

Pruimen

X

X

 

Kleinfruit

Zwarte aalbessen

X

X

 

Frambozen

X

X

 

Noten  (3)

Walnoten

X

X

 

Hazelnoten

X

X

 

Amandelen

X

X

 

Kastanjes

X

X

 

Fruit van subtropische breedten

Vijgen

X

X

 

Kiwi’s

X

X

 

Avocado’s

X

X

 

Bananen

X

X

 

Citrusvruchten  (3)

X

 

 

Pompelmoezen en pomelo’s

X

 

X

Citroenen en limoenen

X

 

X

Sinaasappelen

X

 

X

Kleine citrusvruchten

X

 

X

Satsuma’s

X

 

X

Clementines

X

 

X

Druiven  (3)

X

X

 

Druiven voor wijn waarvan:

X

X

 

 

Wijn met beschermde oorsprongsbenaming

X

X

 

Wijn met beschermde geografische aanduiding

X

X

 

Andere wijn

X

X

 

Tafeldruiven

X

X

 

Rozijnen

X

X

 

Olijven  (3)

Tafelolijven

X

X

 

Olijven voor het vervaardigen van olie

X

X

 


Tabel 4

Bodemgebruik voor de landbouw

 

Hoofdareaal

(1 000 ha)

Indieningstermijn

30-sept

jaar n + 1

Oppervlakte cultuurgrond

R

Bouwland

R

Granen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad)

X

Drooggeoogste peulvruchten en eiwitrijke gewassen voor korrelwinning

(inclusief zaden en mengsels van granen en peulvruchten)

X

Aardappelen (inclusief primeurs en pootaardappelen)

X

Suikerbieten (exclusief zaaizaad)

X

Gewassen voor industrieel gebruik

X

Verse groenten, meloenen en aardbeien

X

Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen)

X

Groen geoogste gewassen

X

Overige gewassen op bouwland

X

Braakland

R

Blijvend grasland

R

Blijvende gewassen

X

Meerjarige teelten waarvan:

Boomgaarden en kleinfruit

R

Olijfboomgaarden

R

Wijngaarden

R

Boomkwekerijgewassen

X


(1)  De productiecijfers voor deze producten wordt vermeld in gemiddelde vochtigheidsgraad, waarvan elke lidstaat de Commissie in januari/maart van ieder jaar n + 1(kolom 9) in kennis stelt.

(2)  De schattingen zijn verplicht voor lidstaten met een geoogst areaal van 500 ha of meer.

(3)  De schattingen zijn verplicht voor lidstaten met een nationaal productieareaal van 500 ha of meer.


Top