EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_2007_183_R_0051_01

Besluit 2005/495/GBVB van de Raad van 11 oktober 2005 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Brunei, Singapore, Maleisië, Thailand en de Filipijnen betreffende de deelname van die staten aan de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA)
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Brunei Darussalam betreffende de deelname van Brunei Darussalam aan de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA)
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore betreffende de deelname van de Republiek Singapore aan de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA)
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Maleisië betreffende de deelname van Maleisië aan de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA)
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Thailand betreffende de deelname van het Koninkrijk Thailand aan de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA)
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Republiek der Filipijnen betreffende de deelname van de Republiek der Filipijnen aan de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA)

OJ L 183, 13.7.2007, p. 51–81 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 183/51


BESLUIT 2005/495/GBVB VAN DE RAAD

van 11 oktober 2005

betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Brunei, Singapore, Maleisië, Thailand en de Filipijnen betreffende de deelname van die staten aan de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 24,

Gezien de aanbeveling van het voorzitterschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 9 september 2005 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2005/643/GBVB inzake de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA) (1) aangenomen.

(2)

Artikel 10, lid 4, van dat gemeenschappelijk optreden bepaalt dat uitvoerige regelingen voor wat betreft de deelname van derde staten worden vastgelegd in een overeenkomst conform artikel 24 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

(3)

Op 13 september 2004 heeft de Raad het voorzitterschap, voorzover nodig bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, gemachtigd om in geval van toekomstige door de EU geleide civiele crisisbeheersingsmissies onderhandelingen met derde staten te openen met het oog op de sluiting van een overeenkomst op basis van de modelovereenkomst tussen de Europese Unie en een derde staat inzake de deelname van een derde staat aan een civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie. Op die basis heeft het voorzitterschap via onderhandelingen een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling met Brunei, Singapore, Maleisië, Thailand en de Filipijnen tot stand gebracht betreffende de deelname van die staten aan de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA).

(4)

De overeenkomst in de vorm van een briefwisseling moet worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

Een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Brunei, Singapore, Maleisië, Thailand en de Filipijnen betreffende de deelname van die staten aan de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA) wordt hierbij namens de Europese Unie goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling te ondertekenen teneinde daardoor de Europese Unie te binden.

Artikel 3

Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn aanneming.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 11 oktober 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

G. BROWN


(1)  PB L 234 van 10.9.2005, blz. 13. Gemeenschappelijk Optreden laatstelijk gewijzigd bij Gemeenschappelijk Optreden 2006/607/GBVB (PB L 246 van 8.9.2006, blz. 16).


VERTALING

OVEREENKOMST

in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Brunei Darussalam betreffende de deelname van Brunei Darussalam aan de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA)

Jakarta, 26 oktober 2005

Excellentie,

In het memorandum van overeenstemming (MvO) tussen de regering van Indonesië (RvI) en de Beweging Vrij Atjeh (GAM) dat op 15 augustus 2005 in Helsinki is ondertekend, staat onder meer dat de Europese Unie en de bijdragende ASEAN-landen een Waarnemingsmissie in Atjeh (Indonesië) (WMA) zullen opzetten. In dit MvO staat ook dat over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA en de leden ervan een overeenkomst zal worden gesloten tussen de RvI en de Europese Unie (EU).

Derhalve doe ik in de bijlage bij deze brief een voorstel met betrekking tot de bepalingen die zouden gelden voor de deelname van uw land aan de WMA en voor het door uw land ingezette personeel, waarvan de status, de voorrechten en de immuniteiten zijn vastgelegd in de overeenkomst tussen de RvI, de EU en de bijdragende ASEAN-landen.

Ik zou u erkentelijk zijn indien u kunt bevestigen dat u de bepalingen in de bijlage aanvaardt, en dat u er tevens mee instemt dat deze brief en de bijlage, tezamen met uw antwoord, een juridisch bindend instrument vormen tussen de EU en de regering van Brunei Darussalam, dat in werking zal treden op de datum van ondertekening van uw antwoord en van kracht zal blijven zolang uw land deelneemt aan de WMA.

Hoogachtend enz.

 

BIJLAGE I

1.

Brunei Darussalam neemt, zoals is vastgelegd in het MvO, deel aan de WMA, overeenkomstig de hierna volgende bepalingen en eventuele vereiste uitvoeringsregelingen, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie.

2.

De EU-deelname is gebaseerd op het op 9 september 2005 door de Raad aangenomen Gemeenschappelijk Optreden inzake de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA). Brunei Darussalam sluit zich aan bij deze bepalingen van het gemeenschappelijk optreden over zijn deelname en die van zijn personeel aan de WMA, met inachtneming van de bepalingen in deze bijlage.

3.

Het besluit om de deelname van de EU aan de WMA te beëindigen wordt door de Raad van de Europese Unie genomen na overleg met Brunei Darussalam, voor zover Brunei Darussalam op het moment dat het besluit wordt genomen nog steeds deelneemt aan de WMA.

4.

Brunei Darussalam draagt er zorg voor dat het aan de WMA deelnemende personeel zijn taak uitoefent overeenkomstig:

de ter zake doende bepalingen van het op 9 september 2005 door de Raad van de Europese Unie aangenomen gemeenschappelijk optreden en eventuele latere wijzigingen daarvan;

het operatieplan (OPLAN), zoals op 12 september 2005 door de Raad van de Europese Unie goedgekeurd;

de uitvoeringregelingen krachtens deze overeenkomst.

5.

Het door Brunei Darussalam voor de WMA gedetacheerd personeel laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn gedrag uitsluitend leiden door het belang van de WMA.

6.

Brunei Darussalam informeert het hoofd van de missie van de WMA tijdig over elke wijziging in zijn bijdrage aan de WMA.

7.

Het vanaf de aanvang voor de WMA gedetacheerde personeel wordt door een bevoegde autoriteit van Brunei Darussalam medisch gekeurd, ingeënt en medisch geschikt verklaard voor de taak. Het voor de WMA gedetacheerde personeel verstrekt een afschrift van deze verklaring.

8.

De status van het WMA-personeel, met inbegrip van het personeel dat door Brunei Darussalam wordt uitgezonden naar de WMA wordt geregeld door de overeenkomst over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA tussen de RvI, de Europese Unie en de bijdragende ASEAN-landen.

9.

Onverminderd de in punt 8 bedoelde overeenkomst over de status van de missie heeft Brunei Darussalam rechtsmacht over zijn aan de WMA deelnemend personeel.

10.

Brunei Darussalam is, overeenkomstig zijn eigen wetgeving en met inachtneming van de door de overeenkomst over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA verleende immuniteiten, verantwoordelijk voor de afhandeling van schadevorderingen van of aangaande leden van zijn personeel, met betrekking tot de deelname aan de WMA. Brunei Darussalam stelt overeenkomstig zijn wet- en regelgeving in voorkomend geval een, inzonderheid juridische of disciplinaire, vordering in tegen leden van zijn personeel.

11.

Brunei Darussalam zal op basis van wederkerigheid bij de ondertekening van deze briefwisseling een verklaring afleggen inzake het afzien van alle schadevorderingen tegen een aan de WMA deelnemende staat. Een model voor die verklaring staat in bijlage II.

12.

De Europese Unie ziet erop toe dat haar lidstaten bij de ondertekening van de briefwisseling op basis van wederkerigheid een verklaring afleggen over het afzien van schadevorderingen betreffende de deelname van Brunei Darussalam aan de WMA. Een model voor die verklaring staat in bijlage II.

13.

De regels voor het uitwisselen en de beveiliging van gerubriceerde informatie staan in bijlage III. Verdere richtsnoeren kunnen worden gegeven door de bevoegde autoriteiten, waaronder het hoofd van de missie van de WMA.

14.

Al het aan de WMA deelnemend personeel blijft volledig onder bevel van zijn nationale autoriteiten.

15.

De nationale autoriteiten dragen de operationele controle over aan het hoofd van de missie van de WMA, dat het bevel voert via een hiërarchische commando- en controlestructuur.

16.

Het hoofd van de missie leidt de WMA en draagt zorg voor de dagelijkse leiding ervan.

17.

Overeenkomstig het in punt 2 bedoelde rechtsinstrument heeft Brunei Darussalam wat betreft de dagelijkse leiding van de WMA dezelfde rechten en verplichtingen als de aan de WMA deelnemende EU-lidstaten.

18.

Het hoofd van de missie van de WMA is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel van de WMA. De betrokken nationale autoriteit neemt zo nodig tuchtrechtelijke maatregelen.

19.

Een contactpersoon voor het nationaal contingent (NPC) wordt door Brunei Darussalam aangesteld om zijn nationaal contingent in de WMA te vertegenwoordigen. De NPC rapporteert over nationale aangelegenheden aan het hoofd van de missie van de WMA, en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent.

20.

Brunei Darussalam draagt alle kosten in verband met zijn deelname aan de missie.

21.

Brunei Darussalam draagt niet bij aan de financiering van de operationele begroting van de WMA.

22.

In geval van overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke personen of rechtspersonen van de staat/staten waar de missie plaatsvindt, betaalt Brunei Darussalam, wanneer diens aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden, genoemd in de overeenkomst over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA, als bedoeld in punt 8.

23.

De voor de uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijke technische en administratieve regelingen worden getroffen door de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid of door het hoofd van de Missie, en de relevante autoriteiten van Brunei Darussalam.

24.

Elke partij heeft het recht om deze overeenkomst te beëindigen met inachtneming van een schriftelijke opzeggingstermijn van één maand.

25.

Geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst worden uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen de partijen.

BIJLAGE II

Tekst voor de wederzijdse verklaringen, bedoeld in de punten 11 en 12

Tekst voor de lidstaten van de EU:

„De lidstaten van de EU die het op 9 september 2005 door de Raad aangenomen Gemeenschappelijk Optreden inzake de Waarnemingsmissie van de EU in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA) uitvoeren, zullen ernaar streven, voor zover hun nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen Brunei Darussalam wegens lichamelijk letsel of dood van hun personeel, c.q. schade aan of verlies van de middelen die hun eigendom zijn en die door de WMA zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door uit Brunei Darussalam afkomstig personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de WMA, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

voortvloeide uit het gebruik van middelen van Brunei Darussalam, mits die middelen gebruikt werden in het kader van de missie, en behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van uit Brunei Darussalam afkomstig personeel van de WMA.”.

Tekst voor Brunei Darussalam:

„Brunei Darussalam dat deelneemt aan de WMA, zoals bedoeld in punt 5.3 van het MvO en in het op 9 september 2005 door de Raad aangenomen Gemeenschappelijk Optreden inzake de Waarnemingsmissie van de EU in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA), zal ernaar streven, voor zover zijn nationale rechtsstelsel dit toelaat, om zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen elke andere aan de WMA deelnemende staat wegens lichamelijk letsel of dood van zijn personeel, c.q. schade aan of verlies van middelen die zijn eigendom zijn en die door de WMA zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de WMA, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

voortvloeide uit het gebruik van middelen die eigendom zijn van aan de WMA deelnemende staten, op voorwaarde dat deze middelen ten behoeve van de missie zijn gebruikt, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van het personeel van de WMA dat deze middelen gebruikte.”.

BIJLAGE III

Regels voor de uitwisseling en de beveiliging van gerubriceerde informatie

Teneinde een kader te scheppen voor de uitwisseling van voor de WMA relevante gerubriceerde informatie tot en met rubriceringsniveau RESTRICTED (RESTREINT UE) tussen de Europese Unie en Brunei Darussalam, gelden de hierna volgende regels:

Brunei Darussalam ziet erop toe dat aan Brunei Darussalam vrijgegeven gerubriceerde EU-gegevens (d.w.z. alle gegevens (namelijk gegevens die in enigerlei vorm kunnen worden doorgegeven) of materiaal die/dat tegen ongeoorloofde openbaarmaking moeten/moet worden beschermd en als zodanig door een beveiligingsrubricering zijn/is gemerkt), de door de EU toegekende beveiligingsrubricering behouden en beveiligt die gegevens overeenkomstig de hierna volgende regels die stoelen op de beveiligingsvoorschriften van de Raad (1). Met name:

gebruikt Brunei Darussalam vrijgegeven gerubriceerde EU-gegevens niet voor andere doeleinden dan die waarvoor de gerubriceerde EU-gegevens aan Brunei Darussalam zijn vrijgegeven en dan die welke door de bron zijn aangegeven;

openbaart Brunei Darussalam bedoelde gegevens niet aan derden zonder de voorafgaande toestemming van de EU;

ziet Brunei Darussalam erop toe dat de toegang tot gerubriceerde EU-gegevens die aan Brunei Darussalam zijn vrijgegeven, uitsluitend wordt toegestaan aan personen die een gegronde reden hebben om er kennis van te nemen;

ziet Brunei Darussalam erop toe dat, vooraleer toegang wordt verleend tot gerubriceerde EU-gegevens, alle personen die toegang tot die gegevens vragen, instructies hebben gekregen over en voldoen aan de vereisten van de beveiligingsregelingen die relevant zijn voor de rubricering van de gegevens waartoe ze toegang zullen krijgen;

worden gerubriceerde EU-gegevens, rekening houdend met de rubriceringsgraad ervan, naar Brunei Darussalam verstuurd per diplomatiek valies, militaire postdiensten, beveiligde postdiensten, beveiligde telecommunicatiekanalen of persoonlijk vervoer. Brunei Darussalam deelt het secretariaat-generaal van de Raad van de EU vooraf de naam en het adres mee van de instantie die verantwoordelijk is voor de beveiliging van gerubriceerde gegevens, alsmede de exacte adressen waarnaar de gegevens en documenten moeten worden gestuurd;

ziet Brunei Darussalam erop toe dat alle locaties, zones, gebouwen, bureaus, kamers, communicatie- en informatiesystemen, enz., waarin gerubriceerde EU-gegevens en -documenten bewaard en/of verwerkt worden, beschermd worden door passende fysieke beveiligingsmaatregelen;

ziet Brunei Darussalam erop toe dat gerubriceerde EU-documenten die aan Brunei Darussalam worden vrijgegeven, bij ontvangst in een speciaal bestand worden geregistreerd. Brunei Darussalam ziet erop toe dat wanneer door de ontvangende instantie kopieën van aan Brunei Darussalam vrijgegeven gerubriceerde EU-documenten worden gemaakt, het aantal kopieën, de distributie en de vernietiging ervan in een speciaal bestand worden geregistreerd;

brengt Brunei Darussalam het secretariaat-generaal van de Raad van de EU op de hoogte van ieder geval van compromittering van gerubriceerde EU-gegevens die aan Brunei Darussalam zijn vrijgegeven. In geval van compromittering stelt Brunei Darussalam een onderzoek in en neemt het de passende maatregelen om herhaling te voorkomen.

In het kader van deze regels worden gerubriceerde gegevens die door Brunei Darussalam aan de Europese Unie zijn verstrekt, behandeld als gerubriceerde EU-gegevens en genieten zij een bescherming van gelijkwaardig niveau.

Ook nadat deze overeenkomst is verlopen of beëindigd, worden alle gerubriceerde gegevens of al het gerubriceerde materiaal die/dat krachtens de overeenkomst zijn/is verstrekt, behandeld overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst.

Jakarta, 9 February 2006

Your Excellency,

I refer to your letter dated 26 October 2006 proposing the provisions which will apply to the personnel deployed by Brunei Darussalam related to the status, privileges and immunities of the Aceh Monitoring Mission (AMM) and its members, which are set out in the Annexes to this letter.

I have the honour to confirm the acceptance by the Government of Brunei Darussalam of the provisions set out in the said Annexes. I have the further honour to confirm that the above letter and this letter hereby constitutes an agreement between the Government of Brunei Darussalam and the European Union on the status, privileges and immunities of the AMM, which shall enter into force on the date of this letter. The agreement shall remain in force for the duration of Brunei Darussalam's participation in the AMM.

Brunei Darussalam participating in the AMM as referred to in paragraph 5.3 of the MoU and in the Joint Action adopted by the Council of the European Union on 9 September 2006 on the European Union Monitoring Mission in Aceh (Aceh Monitoring Mission — AMM) will endeavour, insofar as its internal legal systems so permits, to waive as far as possible claims against any other State participating in the AMM for injury, death of its personnel, or damage to, or loss of any assets owned by itself and used by the AMM if such injury, death or loss:

was caused by personnel in the execution of their duties in connection with the AMM, except in case of gross negligence or willful misconduct, or

arose from the use of any assets owned by States participating in the AMM, provided that the assets were used in connection with the mission and except in case of gross negligence or willful misconduct of AMM personnel using those assets.

Please, accept. Excellency, the assurances of my highest consideration.

Image

ABU BAKAR HAJI DONGLAH

Charge d'Affaires a.i.


(1)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1. Document is aan deze brief gehecht.


VERTALING

OVEREENKOMST

in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore betreffende de deelname van de Republiek Singapore aan de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA)

Jakarta, 26 oktober 2005

Excellentie,

In het memorandum van overeenstemming (MvO) tussen de regering van Indonesië (RvI) en de Beweging Vrij Atjeh (GAM) dat op 15 augustus 2005 in Helsinki is ondertekend, staat onder meer dat de Europese Unie en de bijdragende ASEAN-landen een Waarnemingsmissie in Atjeh (Indonesië) (WMA) zullen opzetten. In dit MvO staat ook dat over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA en de leden ervan een overeenkomst zal worden gesloten tussen de RvI en de Europese Unie (EU).

Derhalve doe ik in de bijlage bij deze brief een voorstel met betrekking tot de bepalingen die zouden gelden voor de deelname van uw land aan de WMA en voor het door uw land ingezette personeel, waarvan de status, de voorrechten en de immuniteiten zijn vastgelegd in de overeenkomst tussen de RvI, de EU en de bijdragende ASEAN-landen.

Ik zou u erkentelijk zijn indien u kunt bevestigen dat u de bepalingen in de bijlage aanvaardt, en dat u er tevens mee instemt dat deze brief en de bijlage, tezamen met uw antwoord, een juridisch bindend instrument vormen tussen de EU en de regering van de Republiek Singapore, dat in werking zal treden op de datum van ondertekening van uw antwoord en van kracht zal blijven zolang uw land deelneemt aan de WMA.

Hoogachtend enz.

 

BIJLAGE I

1.

De Republiek Singapore neemt, zoals is vastgelegd in het MvO, deel aan de WMA, overeenkomstig de hierna volgende bepalingen en eventuele vereiste uitvoeringsregelingen, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie.

2.

De EU-deelname is gebaseerd op het op 9 september 2005 door de Raad aangenomen Gemeenschappelijk Optreden inzake de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA). De Republiek Singapore sluit zich aan bij deze bepalingen van het gemeenschappelijk optreden over zijn deelname en die van zijn personeel aan de WMA, met inachtneming van de bepalingen in deze bijlage.

3.

Het besluit om de deelname van de EU aan de WMA te beëindigen wordt door de Raad van de Europese Unie genomen na overleg met de Republiek Singapore, voor zover de Republiek Singapore op het moment dat het besluit wordt genomen nog steeds deelneemt aan de WMA.

4.

De Republiek Singapore draagt er zorg voor dat het aan de WMA deelnemende personeel zijn taak uitoefent overeenkomstig:

de ter zake doende bepalingen van het op 9 september 2005 door de Raad van de Europese Unie aangenomen gemeenschappelijk optreden en eventuele latere wijzigingen daarvan;

het operatieplan (OPLAN), zoals op 12 september 2005 door de Raad van de Europese Unie goedgekeurd;

de uitvoeringregelingen krachtens deze overeenkomst.

5.

Het door de Republiek Singapore voor de WMA gedetacheerd personeel laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn gedrag uitsluitend leiden door het belang van de WMA.

6.

De Republiek Singapore informeert het hoofd van de missie van de WMA tijdig over elke wijziging in zijn bijdrage aan de WMA.

7.

Het vanaf de aanvang voor de WMA gedetacheerde personeel wordt door een bevoegde autoriteit van de Republiek Singapore medisch gekeurd, ingeënt en medisch geschikt verklaard voor de taak. Het voor de WMA gedetacheerde personeel verstrekt een afschrift van deze verklaring.

8.

De status van het WMA-personeel, met inbegrip van het personeel dat door de Republiek Singapore wordt uitgezonden naar de WMA wordt geregeld door de overeenkomst over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA tussen de RvI, de Europese Unie en de bijdragende ASEAN-landen.

9.

Onverminderd de in punt 8 bedoelde overeenkomst over de status van de missie heeft de Republiek Singapore rechtsmacht over zijn aan de WMA deelnemend personeel.

10.

De Republiek Singapore is, overeenkomstig zijn eigen wetgeving en met inachtneming van de door de overeenkomst over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA verleende immuniteiten, verantwoordelijk voor de afhandeling van schadevorderingen van of aangaande leden van zijn personeel, met betrekking tot de deelname aan de WMA. De Republiek Singapore stelt overeenkomstig zijn wet- en regelgeving in voorkomend geval een, inzonderheid juridische of disciplinaire, vordering in tegen leden van zijn personeel.

11.

De Republiek Singapore zal op basis van wederkerigheid bij de ondertekening van deze briefwisseling een verklaring afleggen inzake het afzien van alle schadevorderingen tegen een aan de WMA deelnemende staat. Een model voor die verklaring staat in bijlage II.

12.

De Europese Unie ziet erop toe dat haar lidstaten bij de ondertekening van de briefwisseling op basis van wederkerigheid een verklaring afleggen over het afzien van schadevorderingen betreffende de deelname van de Republiek Singapore aan de WMA. Een model voor die verklaring staat in bijlage II.

13.

De regels voor het uitwisselen en de beveiliging van gerubriceerde informatie staan in bijlage III. Verdere richtsnoeren kunnen worden gegeven door de bevoegde autoriteiten, waaronder het hoofd van de missie van de WMA.

14.

Al het aan de WMA deelnemend personeel blijft volledig onder bevel van zijn nationale autoriteiten.

15.

De nationale autoriteiten dragen de operationele controle over aan het hoofd van de missie van de WMA, dat het bevel voert via een hiërarchische commando- en controlestructuur.

16.

Het hoofd van de missie leidt de WMA en draagt zorg voor de dagelijkse leiding ervan.

17.

Overeenkomstig het in punt 2 bedoelde rechtsinstrument heeft de Republiek Singapore wat betreft de dagelijkse leiding van de WMA dezelfde rechten en verplichtingen als de aan de WMA deelnemende EU-lidstaten.

18.

Het hoofd van de missie van de WMA is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel van de WMA. De betrokken nationale autoriteit neemt zo nodig tuchtrechtelijke maatregelen.

19.

Een contactpersoon voor het nationaal contingent (NPC) wordt door de Republiek Singapore aangesteld om zijn nationaal contingent in de WMA te vertegenwoordigen. De NPC rapporteert over nationale aangelegenheden aan het hoofd van de missie van de WMA, en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent.

20.

De Republiek Singapore draagt alle kosten in verband met zijn deelname aan de missie.

21.

De Republiek Singapore draagt niet bij aan de financiering van de operationele begroting van de WMA.

22.

In geval van overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke personen of rechtspersonen van de staat/staten waar de missie plaatsvindt, betaalt de Republiek Singapore, wanneer diens aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden, genoemd in de overeenkomst over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA, als bedoeld in punt 8.

23.

De voor de uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijke technische en administratieve regelingen worden getroffen door de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid of door het hoofd van de Missie, en de relevante autoriteiten van de Republiek Singapore.

24.

Elke partij heeft het recht om deze overeenkomst te beëindigen met inachtneming van een schriftelijke opzeggingstermijn van één maand.

25.

Geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst worden uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen de partijen.

BIJLAGE II

Tekst voor de wederzijdse verklaringen, bedoeld in de punten 11 en 12

Tekst voor de lidstaten van de EU:

„De lidstaten van de EU die het op 9 september 2005 door de Raad aangenomen Gemeenschappelijk Optreden inzake de Waarnemingsmissie van de EU in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA) uitvoeren, zullen ernaar streven, voor zover hun nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen de Republiek Singapore wegens lichamelijk letsel of dood van hun personeel, c.q. schade aan of verlies van de middelen die hun eigendom zijn en die door de WMA zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door uit de Republiek Singapore afkomstig personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de WMA, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

voortvloeide uit het gebruik van middelen van de Republiek Singapore, mits die middelen gebruikt werden in het kader van de missie, en behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van uit de Republiek Singapore afkomstig personeel van de WMA.”.

Tekst voor de Republiek Singapore:

„De Republiek Singapore die deelneemt aan de WMA, zoals bedoeld in punt 5.3 van het MvO en in het op 9 september 2005 door de Raad aangenomen Gemeenschappelijk Optreden inzake de Waarnemingsmissie van de EU in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA), zal ernaar streven, voor zover zijn nationale rechtsstelsel dit toelaat, om zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen elke andere aan de WMA deelnemende staat wegens lichamelijk letsel of dood van zijn personeel, c.q. schade aan of verlies van middelen die zijn eigendom zijn en die door de WMA zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de WMA, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

voortvloeide uit het gebruik van middelen die eigendom zijn van aan de WMA deelnemende staten, op voorwaarde dat deze middelen ten behoeve van de missie zijn gebruikt, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van het personeel van de WMA dat deze middelen gebruikte.”.

BIJLAGE III

Regels voor de uitwisseling en de beveiliging van gerubriceerde informatie

Teneinde een kader te scheppen voor de uitwisseling van voor de WMA relevante gerubriceerde informatie tot en met rubriceringsniveau RESTRICTED (RESTREINT UE) tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore, gelden de hierna volgende regels:

De Republiek Singapore ziet erop toe dat aan de Republiek Singapore vrijgegeven gerubriceerde EU-gegevens (d.w.z. alle gegevens (namelijk gegevens die in enigerlei vorm kunnen worden doorgegeven) of materiaal die/dat tegen ongeoorloofde openbaarmaking moeten/moet worden beschermd en als zodanig door een beveiligingsrubricering zijn/is gemerkt), de door de EU toegekende beveiligingsrubricering behouden en beveiligt die gegevens overeenkomstig de hierna volgende regels die stoelen op de beveiligingsvoorschriften van de Raad (1). Met name:

gebruikt de Republiek Singapore vrijgegeven gerubriceerde EU-gegevens niet voor andere doeleinden dan die waarvoor de gerubriceerde EU-gegevens aan de Republiek Singapore zijn vrijgegeven en dan die welke door de bron zijn aangegeven;

openbaart de Republiek Singapore bedoelde gegevens niet aan derden zonder de voorafgaande toestemming van de EU;

ziet de Republiek Singapore erop toe dat de toegang tot gerubriceerde EU-gegevens die aan de Republiek Singapore zijn vrijgegeven, uitsluitend wordt toegestaan aan personen die een gegronde reden hebben om er kennis van te nemen;

ziet de Republiek Singapore erop toe dat, vooraleer toegang wordt verleend tot gerubriceerde EU-gegevens, alle personen die toegang tot die gegevens vragen, instructies hebben gekregen over en voldoen aan de vereisten van de beveiligingsregelingen die relevant zijn voor de rubricering van de gegevens waartoe ze toegang zullen krijgen;

worden gerubriceerde EU-gegevens, rekening houdend met de rubriceringsgraad ervan, naar de Republiek Singapore verstuurd per diplomatiek valies, militaire postdiensten, beveiligde postdiensten, beveiligde telecommunicatiekanalen of persoonlijk vervoer. De Republiek Singapore deelt het secretariaat-generaal van de Raad van de EU vooraf de naam en het adres mee van de instantie die verantwoordelijk is voor de beveiliging van gerubriceerde gegevens, alsmede de exacte adressen waarnaar de gegevens en documenten moeten worden gestuurd;

ziet de Republiek Singapore erop toe dat alle locaties, zones, gebouwen, bureaus, kamers, communicatie- en informatiesystemen, enz., waarin gerubriceerde EU-gegevens en -documenten bewaard en/of verwerkt worden, beschermd worden door passende fysieke beveiligingsmaatregelen;

ziet de Republiek Singapore erop toe dat gerubriceerde EU-documenten die aan de Republiek Singapore worden vrijgegeven, bij ontvangst in een speciaal bestand worden geregistreerd. De Republiek Singapore ziet erop toe dat wanneer door de ontvangende instantie kopieën van aan de Republiek Singapore vrijgegeven gerubriceerde EU-documenten worden gemaakt, het aantal kopieën, de distributie en de vernietiging ervan in een speciaal bestand worden geregistreerd;

brengt de Republiek Singapore het secretariaat-generaal van de Raad van de EU op de hoogte van ieder geval van compromittering van gerubriceerde EU-gegevens die aan de Republiek Singapore zijn vrijgegeven. In geval van compromittering stelt de Republiek Singapore een onderzoek in en neemt het de passende maatregelen om herhaling te voorkomen.

In het kader van deze regels worden gerubriceerde gegevens die door de Republiek Singapore aan de Europese Unie zijn verstrekt, behandeld als gerubriceerde EU-gegevens en genieten zij een bescherming van gelijkwaardig niveau.

Ook nadat deze overeenkomst is verlopen of beëindigd, worden alle gerubriceerde gegevens of al het gerubriceerde materiaal die/dat krachtens de overeenkomst zijn/is verstrekt, behandeld overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst.

Jakarta, 9 February 2006

Your Excellency

I write to you in your capacity as the European Union President in Indonesia. With reference to your predecessor H.E. Mr Charles Humphrey's letter of 26 October 2005, I have the honour, on behalf of the Government of Singapore, to confirm our acceptance of the provisions set out in the Annexes to that letter.

We also confirm that this reply, together with Mr Humphrey's letter and its Annexes, shall constitute a legally binding agreement between the EU and our country, which shall enter into force on the day of signature of this letter. We would also like to record our understanding that, specifically, Annex II to Mr Humphrey's letter constitutes the binding reciprocal declarations envisaged by paragraphs 11 and 12 of Annex I to his letter.

Please accept, Excellency, the assurances of my highest consideration.

Image

EDWARD LEE

Ambassador


(1)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1. Document is aan deze brief gehecht.


VERTALING

OVEREENKOMST

in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Maleisië betreffende de deelname van Maleisië aan de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA)

Jakarta, 26 oktober 2005

Excellentie,

In het memorandum van overeenstemming (MvO) tussen de regering van Indonesië (RvI) en de Beweging Vrij Atjeh (GAM) dat op 15 augustus 2005 in Helsinki is ondertekend, staat onder meer dat de Europese Unie en de bijdragende ASEAN-landen een Waarnemingsmissie in Atjeh (Indonesië) (WMA) zullen opzetten. In dit MvO staat ook dat over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA en de leden ervan een overeenkomst zal worden gesloten tussen de RvI en de Europese Unie (EU).

Derhalve doe ik in de bijlage bij deze brief een voorstel met betrekking tot de bepalingen die zouden gelden voor de deelname van uw land aan de WMA en voor het door uw land ingezette personeel, waarvan de status, de voorrechten en de immuniteiten zijn vastgelegd in de overeenkomst tussen de RvI, de EU en de bijdragende ASEAN-landen.

Ik zou u erkentelijk zijn indien u kunt bevestigen dat u de bepalingen in de bijlage aanvaardt, en dat u er tevens mee instemt dat deze brief en de bijlage, tezamen met uw antwoord, een juridisch bindend instrument vormen tussen de EU en de regering van Maleisië, dat in werking zal treden op de datum van ondertekening van uw antwoord en van kracht zal blijven zolang uw land deelneemt aan de WMA.

Hoogachtend enz.

 

BIJLAGE I

1.

Maleisië neemt, zoals is vastgelegd in het MvO, deel aan de WMA, overeenkomstig de hierna volgende bepalingen en eventuele vereiste uitvoeringsregelingen, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie.

2.

De EU-deelname is gebaseerd op het op 9 september 2005 door de Raad aangenomen Gemeenschappelijk Optreden inzake de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA). Maleisië sluit zich aan bij deze bepalingen van het gemeenschappelijk optreden over zijn deelname en die van zijn personeel aan de WMA, met inachtneming van de bepalingen in deze bijlage.

3.

Het besluit om de deelname van de EU aan de WMA te beëindigen wordt door de Raad van de Europese Unie genomen na overleg met Maleisië, voor zover Maleisië op het moment dat het besluit wordt genomen nog steeds deelneemt aan de WMA.

4.

Maleisië draagt er zorg voor dat het aan de WMA deelnemende personeel zijn taak uitoefent overeenkomstig:

de ter zake doende bepalingen van het op 9 september 2005 door de Raad van de Europese Unie aangenomen gemeenschappelijk optreden en eventuele latere wijzigingen daarvan;

het operatieplan (OPLAN), zoals op 12 september 2005 door de Raad van de Europese Unie goedgekeurd;

de uitvoeringregelingen krachtens deze overeenkomst.

5.

Het door Maleisië voor de WMA gedetacheerd personeel laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn gedrag uitsluitend leiden door het belang van de WMA.

6.

Maleisië informeert het hoofd van de missie van de WMA tijdig over elke wijziging in zijn bijdrage aan de WMA.

7.

Het vanaf de aanvang voor de WMA gedetacheerde personeel wordt door een bevoegde autoriteit van Maleisië medisch gekeurd, ingeënt en medisch geschikt verklaard voor de taak. Het voor de WMA gedetacheerde personeel verstrekt een afschrift van deze verklaring.

8.

De status van het WMA-personeel, met inbegrip van het personeel dat door Maleisië wordt uitgezonden naar de WMA wordt geregeld door de overeenkomst over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA tussen de RvI, de Europese Unie en de bijdragende ASEAN-landen.

9.

Onverminderd de in punt 8 bedoelde overeenkomst over de status van de missie heeft Maleisië rechtsmacht over zijn aan de WMA deelnemend personeel.

10.

Maleisië is, overeenkomstig zijn eigen wetgeving en met inachtneming van de door de overeenkomst over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA verleende immuniteiten, verantwoordelijk voor de afhandeling van schadevorderingen van of aangaande leden van zijn personeel, met betrekking tot de deelname aan de WMA. Maleisië stelt overeenkomstig zijn wet- en regelgeving in voorkomend geval een, inzonderheid juridische of disciplinaire, vordering in tegen leden van zijn personeel.

11.

Maleisië zal op basis van wederkerigheid bij de ondertekening van deze briefwisseling een verklaring afleggen inzake het afzien van alle schadevorderingen tegen een aan de WMA deelnemende staat. Een model voor die verklaring staat in bijlage II.

12.

De Europese Unie ziet erop toe dat haar lidstaten bij de ondertekening van de briefwisseling op basis van wederkerigheid een verklaring afleggen over het afzien van schadevorderingen betreffende de deelname van Maleisië aan de WMA. Een model voor die verklaring staat in bijlage II.

13.

De regels voor het uitwisselen en de beveiliging van gerubriceerde informatie staan in bijlage III. Verdere richtsnoeren kunnen worden gegeven door de bevoegde autoriteiten, waaronder het hoofd van de missie van de WMA.

14.

Al het aan de WMA deelnemend personeel blijft volledig onder bevel van zijn nationale autoriteiten.

15.

De nationale autoriteiten dragen de operationele controle over aan het hoofd van de missie van de WMA, dat het bevel voert via een hiërarchische commando- en controlestructuur.

16.

Het hoofd van de missie leidt de WMA en draagt zorg voor de dagelijkse leiding ervan.

17.

Overeenkomstig het in punt 2 bedoelde rechtsinstrument heeft Maleisië wat betreft de dagelijkse leiding van de WMA dezelfde rechten en verplichtingen als de aan de WMA deelnemende EU-lidstaten.

18.

Het hoofd van de missie van de WMA is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel van de WMA. De betrokken nationale autoriteit neemt zo nodig tuchtrechtelijke maatregelen.

19.

Een contactpersoon voor het nationaal contingent (NPC) wordt door Maleisië aangesteld om zijn nationaal contingent in de WMA te vertegenwoordigen. De NPC rapporteert over nationale aangelegenheden aan het hoofd van de missie van de WMA, en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent.

20.

Maleisië draagt alle kosten in verband met zijn deelname aan de missie.

21.

Maleisië draagt niet bij aan de financiering van de operationele begroting van de WMA.

22.

In geval van overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke personen of rechtspersonen van de staat/staten waar de missie plaatsvindt, betaalt Maleisië, wanneer diens aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden, genoemd in de overeenkomst over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA, als bedoeld in punt 8.

23.

De voor de uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijke technische en administratieve regelingen worden getroffen door de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid of door het hoofd van de Missie, en de relevante autoriteiten van Maleisië.

24.

Elke partij heeft het recht om deze overeenkomst te beëindigen met inachtneming van een schriftelijke opzeggingstermijn van één maand.

25.

Geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst worden uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen de partijen.

BIJLAGE II

Tekst voor de wederzijdse verklaringen, bedoeld in de punten 11 en 12

Tekst voor de lidstaten van de EU:

„De lidstaten van de EU die het op 9 september 2005 door de Raad aangenomen Gemeenschappelijk Optreden inzake de Waarnemingsmissie van de EU in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA) uitvoeren, zullen ernaar streven, voor zover hun nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen Maleisië wegens lichamelijk letsel of dood van hun personeel, c.q. schade aan of verlies van de middelen die hun eigendom zijn en die door de WMA zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door uit Maleisië afkomstig personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de WMA, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

voortvloeide uit het gebruik van middelen van Maleisië, mits die middelen gebruikt werden in het kader van de missie, en behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van uit Maleisië afkomstig personeel van de WMA.”.

Tekst voor Maleisië:

„Maleisië dat deelneemt aan de WMA, zoals bedoeld in punt 5.3 van het MvO en in het op 9 september 2005 door de Raad aangenomen Gemeenschappelijk Optreden inzake de Waarnemingsmissie van de EU in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA), zal ernaar streven, voor zover zijn nationale rechtsstelsel dit toelaat, om zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen elke andere aan de WMA deelnemende staat wegens lichamelijk letsel of dood van zijn personeel, c.q. schade aan of verlies van middelen die zijn eigendom zijn en die door de WMA zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de WMA, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

voortvloeide uit het gebruik van middelen die eigendom zijn van aan de WMA deelnemende staten, op voorwaarde dat deze middelen ten behoeve van de missie zijn gebruikt, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van het personeel van de WMA dat deze middelen gebruikte.”.

BIJLAGE III

Regels voor de uitwisseling en de beveiliging van gerubriceerde informatie

Teneinde een kader te scheppen voor de uitwisseling van voor de WMA relevante gerubriceerde informatie tot en met rubriceringsniveau RESTRICTED (RESTREINT UE) tussen de Europese Unie en Maleisië, gelden de hierna volgende regels:

Maleisië ziet erop toe dat aan Maleisië vrijgegeven gerubriceerde EU-gegevens (d.w.z. alle gegevens (namelijk gegevens die in enigerlei vorm kunnen worden doorgegeven) of materiaal die/dat tegen ongeoorloofde openbaarmaking moeten/moet worden beschermd en als zodanig door een beveiligingsrubricering zijn/is gemerkt), de door de EU toegekende beveiligingsrubricering behouden en beveiligt die gegevens overeenkomstig de hierna volgende regels die stoelen op de beveiligingsvoorschriften van de Raad (1). Met name:

gebruikt Maleisië vrijgegeven gerubriceerde EU-gegevens niet voor andere doeleinden dan die waarvoor de gerubriceerde EU-gegevens aan Maleisië zijn vrijgegeven en dan die welke door de bron zijn aangegeven;

openbaart Maleisië bedoelde gegevens niet aan derden zonder de voorafgaande toestemming van de EU;

ziet Maleisië erop toe dat de toegang tot gerubriceerde EU-gegevens die aan Maleisië zijn vrijgegeven, uitsluitend wordt toegestaan aan personen die een gegronde reden hebben om er kennis van te nemen;

ziet Maleisië erop toe dat, vooraleer toegang wordt verleend tot gerubriceerde EU-gegevens, alle personen die toegang tot die gegevens vragen, instructies hebben gekregen over en voldoen aan de vereisten van de beveiligingsregelingen die relevant zijn voor de rubricering van de gegevens waartoe ze toegang zullen krijgen;

worden gerubriceerde EU-gegevens, rekening houdend met de rubriceringsgraad ervan, naar Maleisië verstuurd per diplomatiek valies, militaire postdiensten, beveiligde postdiensten, beveiligde telecommunicatiekanalen of persoonlijk vervoer. Maleisië deelt het secretariaat-generaal van de Raad van de EU vooraf de naam en het adres mee van de instantie die verantwoordelijk is voor de beveiliging van gerubriceerde gegevens, alsmede de exacte adressen waarnaar de gegevens en documenten moeten worden gestuurd;

ziet Maleisië erop toe dat alle locaties, zones, gebouwen, bureaus, kamers, communicatie- en informatiesystemen, enz., waarin gerubriceerde EU-gegevens en -documenten bewaard en/of verwerkt worden, beschermd worden door passende fysieke beveiligingsmaatregelen;

ziet Maleisië erop toe dat gerubriceerde EU-documenten die aan Maleisië worden vrijgegeven, bij ontvangst in een speciaal bestand worden geregistreerd. Maleisië ziet erop toe dat wanneer door de ontvangende instantie kopieën van aan Maleisië vrijgegeven gerubriceerde EU-documenten worden gemaakt, het aantal kopieën, de distributie en de vernietiging ervan in een speciaal bestand worden geregistreerd;

brengt Maleisië het secretariaat-generaal van de Raad van de EU op de hoogte van ieder geval van compromittering van gerubriceerde EU-gegevens die aan Maleisië zijn vrijgegeven. In geval van compromittering stelt Maleisië een onderzoek in en neemt het de passende maatregelen om herhaling te voorkomen.

In het kader van deze regels worden gerubriceerde gegevens die door Maleisië aan de Europese Unie zijn verstrekt, behandeld als gerubriceerde EU-gegevens en genieten zij een bescherming van gelijkwaardig niveau.

Ook nadat deze overeenkomst is verlopen of beëindigd, worden alle gerubriceerde gegevens of al het gerubriceerde materiaal die/dat krachtens de overeenkomst zijn/is verstrekt, behandeld overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst.

Jakarta, 23 December 2005

Your Excellency,

I have the honour to refer to the abovementioned subject.

Firstly, I would like to express my appreciation to your letter dated 26 October 2005 regarding the participation of Malaysia in the Aceh Monitoring Mission (AMM) which was established after the signing of the Memorandum of Understanding (MoU) between the Government of Indonesia and the Free Aceh Movement (GAM) in Helsinki on 15 August 2005.

I have the honour to confirm, on behalf of the Government of Malaysia, its acceptance of the provisions set out in the Annexes as attached in your letter. I have further the honour to confirm that this letter, together with your letter and its Annexes, shall constitute a legally binding agreement, between the Government of Malaysia and the European Union, which shall enter into force on the date of this letter, and shall remain in force for the duration of Malaysia's participation in the AMM.

Please accept, Excellency, the assurances of my highest consideration.

Image

(DATO’ ZAINAL ABSDIN ZAIN)

Ambassador of Malaysia to the Republic of Indonesia


(1)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1. Document is aan deze brief gehecht.


VERTALING

OVEREENKOMST

in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Thailand betreffende de deelname van het Koninkrijk Thailand aan de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA)

Jakarta, 26 oktober 2005

Excellentie,

In het memorandum van overeenstemming (MvO) tussen de regering van Indonesië (RvI) en de Beweging Vrij Atjeh (GAM) dat op 15 augustus 2005 in Helsinki is ondertekend, staat onder meer dat de Europese Unie en de bijdragende ASEAN-landen een Waarnemingsmissie in Atjeh (Indonesië) (WMA) zullen opzetten. In dit MvO staat ook dat over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA en de leden ervan een overeenkomst zal worden gesloten tussen de RvI en de Europese Unie (EU).

Derhalve doe ik in de bijlage bij deze brief een voorstel met betrekking tot de bepalingen die zouden gelden voor de deelname van uw land aan de WMA en voor het door uw land ingezette personeel, waarvan de status, de voorrechten en de immuniteiten zijn vastgelegd in de overeenkomst tussen de RvI, de EU en de bijdragende ASEAN-landen.

Ik zou u erkentelijk zijn indien u kunt bevestigen dat u de bepalingen in de bijlage aanvaardt, en dat u er tevens mee instemt dat deze brief en de bijlage, tezamen met uw antwoord, een juridisch bindend instrument vormen tussen de EU en de regering van het Koninkrijk Thailand, dat in werking zal treden op de datum van ondertekening van uw antwoord en van kracht zal blijven zolang uw land deelneemt aan de WMA.

Hoogachtend enz.

 

BIJLAGE I

1.

Het Koninkrijk Thailand neemt, zoals is vastgelegd in het MvO, deel aan de WMA, overeenkomstig de hierna volgende bepalingen en eventuele vereiste uitvoeringsregelingen, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie.

2.

De EU-deelname is gebaseerd op het op 9 september 2005 door de Raad aangenomen Gemeenschappelijk Optreden inzake de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA). Het Koninkrijk Thailand sluit zich aan bij deze bepalingen van het gemeenschappelijk optreden over zijn deelname en die van zijn personeel aan de WMA, met inachtneming van de bepalingen in deze bijlage.

3.

Het besluit om de deelname van de EU aan de WMA te beëindigen wordt door de Raad van de Europese Unie genomen na overleg met het Koninkrijk Thailand, voor zover het Koninkrijk Thailand op het moment dat het besluit wordt genomen nog steeds deelneemt aan de WMA.

4.

Het Koninkrijk Thailand draagt er zorg voor dat het aan de WMA deelnemende personeel zijn taak uitoefent overeenkomstig:

de ter zake doende bepalingen van het op 9 september 2005 door de Raad van de Europese Unie aangenomen gemeenschappelijk optreden en eventuele latere wijzigingen daarvan;

het operatieplan (OPLAN), zoals op 12 september 2005 door de Raad van de Europese Unie goedgekeurd;

de uitvoeringregelingen krachtens deze overeenkomst.

5.

Het door het Koninkrijk Thailand voor de WMA gedetacheerd personeel laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn gedrag uitsluitend leiden door het belang van de WMA.

6.

Het Koninkrijk Thailand informeert het hoofd van de missie van de WMA tijdig over elke wijziging in zijn bijdrage aan de WMA.

7.

Het vanaf de aanvang voor de WMA gedetacheerde personeel wordt door een bevoegde autoriteit van het Koninkrijk Thailand medisch gekeurd, ingeënt en medisch geschikt verklaard voor de taak. Het voor de WMA gedetacheerde personeel verstrekt een afschrift van deze verklaring.

8.

De status van het WMA-personeel, met inbegrip van het personeel dat door het Koninkrijk Thailand wordt uitgezonden naar de WMA wordt geregeld door de overeenkomst over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA tussen de RvI, de Europese Unie en de bijdragende ASEAN-landen.

9.

Onverminderd de in punt 8 bedoelde overeenkomst over de status van de missie heeft het Koninkrijk Thailand rechtsmacht over zijn aan de WMA deelnemend personeel.

10.

Het Koninkrijk Thailand is, overeenkomstig zijn eigen wetgeving en met inachtneming van de door de overeenkomst over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA verleende immuniteiten, verantwoordelijk voor de afhandeling van schadevorderingen van of aangaande leden van zijn personeel, met betrekking tot de deelname aan de WMA. Het Koninkrijk Thailand stelt overeenkomstig zijn wet- en regelgeving in voorkomend geval een, inzonderheid juridische of disciplinaire, vordering in tegen leden van zijn personeel.

11.

Het Koninkrijk Thailand zal op basis van wederkerigheid bij de ondertekening van deze briefwisseling een verklaring afleggen inzake het afzien van alle schadevorderingen tegen een aan de WMA deelnemende staat. Een model voor die verklaring staat in bijlage II.

12.

De Europese Unie ziet erop toe dat haar lidstaten bij de ondertekening van de briefwisseling op basis van wederkerigheid een verklaring afleggen over het afzien van schadevorderingen betreffende de deelname van het Koninkrijk Thailand aan de WMA. Een model voor die verklaring staat in bijlage II.

13.

De regels voor het uitwisselen en de beveiliging van gerubriceerde informatie staan in bijlage III. Verdere richtsnoeren kunnen worden gegeven door de bevoegde autoriteiten, waaronder het hoofd van de missie van de WMA.

14.

Al het aan de WMA deelnemend personeel blijft volledig onder bevel van zijn nationale autoriteiten.

15.

De nationale autoriteiten dragen de operationele controle over aan het hoofd van de missie van de WMA, dat het bevel voert via een hiërarchische commando- en controlestructuur.

16.

Het hoofd van de missie leidt de WMA en draagt zorg voor de dagelijkse leiding ervan.

17.

Overeenkomstig het in punt 2 bedoelde rechtsinstrument heeft het Koninkrijk Thailand wat betreft de dagelijkse leiding van de WMA dezelfde rechten en verplichtingen als de aan de WMA deelnemende EU-lidstaten.

18.

Het hoofd van de missie van de WMA is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel van de WMA. De betrokken nationale autoriteit neemt zo nodig tuchtrechtelijke maatregelen.

19.

Een contactpersoon voor het nationaal contingent (NPC) wordt door het Koninkrijk Thailand aangesteld om zijn nationaal contingent in de WMA te vertegenwoordigen. De NPC rapporteert over nationale aangelegenheden aan het hoofd van de missie van de WMA, en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent.

20.

Het Koninkrijk Thailand draagt alle kosten in verband met zijn deelname aan de missie.

21.

Het Koninkrijk Thailand draagt niet bij aan de financiering van de operationele begroting van de WMA.

22.

In geval van overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke personen of rechtspersonen van de staat/staten waar de missie plaatsvindt, betaalt het Koninkrijk Thailand, wanneer diens aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden, genoemd in de overeenkomst over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA, als bedoeld in punt 8.

23.

De voor de uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijke technische en administratieve regelingen worden getroffen door de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid of door het hoofd van de Missie, en de relevante autoriteiten van het Koninkrijk Thailand.

24.

Elke partij heeft het recht om deze overeenkomst te beëindigen met inachtneming van een schriftelijke opzeggingstermijn van één maand.

25.

Geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst worden uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen de partijen.

BIJLAGE II

Tekst voor de wederzijdse verklaringen, bedoeld in de punten 11 en 12

Tekst voor de lidstaten van de EU:

„De lidstaten van de EU die het op 9 september 2005 door de Raad aangenomen Gemeenschappelijk Optreden inzake de Waarnemingsmissie van de EU in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA) uitvoeren, zullen ernaar streven, voor zover hun nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen het Koninkrijk Thailand wegens lichamelijk letsel of dood van hun personeel, c.q. schade aan of verlies van de middelen die hun eigendom zijn en die door de WMA zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door uit het Koninkrijk Thailand afkomstig personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de WMA, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

voortvloeide uit het gebruik van middelen van het Koninkrijk Thailand, mits die middelen gebruikt werden in het kader van de missie, en behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van uit het Koninkrijk Thailand afkomstig personeel van de WMA.”.

Tekst voor het Koninkrijk Thailand:

„Het Koninkrijk Thailand dat deelneemt aan de WMA, zoals bedoeld in punt 5.3 van het MvO en in het op 9 september 2005 door de Raad aangenomen Gemeenschappelijk Optreden inzake de Waarnemingsmissie van de EU in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA), zal ernaar streven, voor zover zijn nationale rechtsstelsel dit toelaat, om zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen elke andere aan de WMA deelnemende staat wegens lichamelijk letsel of dood van zijn personeel, c.q. schade aan of verlies van middelen die zijn eigendom zijn en die door de WMA zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de WMA, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

voortvloeide uit het gebruik van middelen die eigendom zijn van aan de WMA deelnemende staten, op voorwaarde dat deze middelen ten behoeve van de missie zijn gebruikt, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van het personeel van de WMA dat deze middelen gebruikte.”.

BIJLAGE III

Regels voor de uitwisseling en de beveiliging van gerubriceerde informatie

Teneinde een kader te scheppen voor de uitwisseling van voor de WMA relevante gerubriceerde informatie tot en met rubriceringsniveau RESTRICTED (RESTREINT UE) tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Thailand, gelden de hierna volgende regels:

Het Koninkrijk Thailand ziet erop toe dat aan het Koninkrijk Thailand vrijgegeven gerubriceerde EU-gegevens (d.w.z. alle gegevens (namelijk gegevens die in enigerlei vorm kunnen worden doorgegeven) of materiaal die/dat tegen ongeoorloofde openbaarmaking moeten/moet worden beschermd en als zodanig door een beveiligingsrubricering zijn/is gemerkt), de door de EU toegekende beveiligingsrubricering behouden en beveiligt die gegevens overeenkomstig de hierna volgende regels die stoelen op de beveiligingsvoorschriften van de Raad (1). Met name:

gebruikt het Koninkrijk Thailand vrijgegeven gerubriceerde EU-gegevens niet voor andere doeleinden dan die waarvoor de gerubriceerde EU-gegevens aan het Koninkrijk Thailand zijn vrijgegeven en dan die welke door de bron zijn aangegeven;

openbaart het Koninkrijk Thailand bedoelde gegevens niet aan derden zonder de voorafgaande toestemming van de EU;

ziet het Koninkrijk Thailand erop toe dat de toegang tot gerubriceerde EU-gegevens die aan het Koninkrijk Thailand zijn vrijgegeven, uitsluitend wordt toegestaan aan personen die een gegronde reden hebben om er kennis van te nemen;

ziet het Koninkrijk Thailand erop toe dat, vooraleer toegang wordt verleend tot gerubriceerde EU-gegevens, alle personen die toegang tot die gegevens vragen, instructies hebben gekregen over en voldoen aan de vereisten van de beveiligingsregelingen die relevant zijn voor de rubricering van de gegevens waartoe ze toegang zullen krijgen;

worden gerubriceerde EU-gegevens, rekening houdend met de rubriceringsgraad ervan, naar het Koninkrijk Thailand verstuurd per diplomatiek valies, militaire postdiensten, beveiligde postdiensten, beveiligde telecommunicatiekanalen of persoonlijk vervoer. Het Koninkrijk Thailand deelt het secretariaat-generaal van de Raad van de EU vooraf de naam en het adres mee van de instantie die verantwoordelijk is voor de beveiliging van gerubriceerde gegevens, alsmede de exacte adressen waarnaar de gegevens en documenten moeten worden gestuurd;

ziet het Koninkrijk Thailand erop toe dat alle locaties, zones, gebouwen, bureaus, kamers, communicatie- en informatiesystemen, enz., waarin gerubriceerde EU-gegevens en -documenten bewaard en/of verwerkt worden, beschermd worden door passende fysieke beveiligingsmaatregelen;

ziet het Koninkrijk Thailand erop toe dat gerubriceerde EU-documenten die aan het Koninkrijk Thailand worden vrijgegeven, bij ontvangst in een speciaal bestand worden geregistreerd. Het Koninkrijk Thailand ziet erop toe dat wanneer door de ontvangende instantie kopieën van aan het Koninkrijk Thailand vrijgegeven gerubriceerde EU-documenten worden gemaakt, het aantal kopieën, de distributie en de vernietiging ervan in een speciaal bestand worden geregistreerd;

brengt het Koninkrijk Thailand het secretariaat-generaal van de Raad van de EU op de hoogte van ieder geval van compromittering van gerubriceerde EU-gegevens die aan het Koninkrijk Thailand zijn vrijgegeven. In geval van compromittering stelt het Koninkrijk Thailand een onderzoek in en neemt het de passende maatregelen om herhaling te voorkomen.

In het kader van deze regels worden gerubriceerde gegevens die door het Koninkrijk Thailand aan de Europese Unie zijn verstrekt, behandeld als gerubriceerde EU-gegevens en genieten zij een bescherming van gelijkwaardig niveau.

Ook nadat deze overeenkomst is verlopen of beëindigd, worden alle gerubriceerde gegevens of al het gerubriceerde materiaal die/dat krachtens de overeenkomst zijn/is verstrekt, behandeld overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst.

Jakarta, 9 December 2005

Your Excellency,

I have the honour to refer to your letter of 26 October 2005, together with its Annex, which reads as follows:

‘The Memorandum of Understanding (MoU) between the Government of Indonesia (GoI) and the Free Aceh Movement (GAM) signed at Helsinki on 15 August 2005, provides inter alia for the establishment by the European Union and ASEAN Contributing Countries of an Aceh Monitoring Mission (AMM) in Aceh (Indonesia). This MoU also provides that the status, privileges and immunities of the AMM and its members will be agreed between the GoI and the European Union (EU).

Accordingly, I have the honour to propose, in the Annex to this letter, the provisions which would apply to the participation of your country in the AMM, and the personnel deployed by your country, the status, privileges and immunities of which are set out in the agreement between the GoI, the EU and the ASEAN Contributing Countries.

I would be grateful if you could confirm your acceptance of the provisions set out in the Annex, and also confirm your understanding that this letter and its Annex, together with your reply, shall constitute a legally binding agreement between the EU and the Government of the Kingdom of Thailand, which shall enter into force on the day of signature of your reply, and shall remain in force for the duration of your country's participation in the AMM.

Please accept, Excellency, the assurances of my highest consideration.’

In reply, I have the honour to confirm, on behalf of the Government of the Kingdom of Thailand, its acceptance of the provisions set out in the Annex, and also confirm its understanding that this letter, together with your letter and its Annex, under reply, shall constitute a legally binding agreement between the Government of the Kingdom of Thailand and the EU, which shall enter into force on the date of this letter.

Accept, Excellency, the renewed assurances of my highest consideration.

Image

(ATCHARA SERIPUTRA)

Ambassador Extraordinary and Plenipotentiary of the Kingdom of Thailand to the Republic of Indonesia


(1)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1. Document is aan deze brief gehecht.


VERTALING

OVEREENKOMST

in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Republiek der Filipijnen betreffende de deelname van de Republiek der Filipijnen aan de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA)

Jakarta, 26 oktober 2005

Excellentie,

In het memorandum van overeenstemming (MvO) tussen de regering van Indonesië (RvI) en de Beweging Vrij Atjeh (GAM) dat op 15 augustus 2005 in Helsinki is ondertekend, staat onder meer dat de Europese Unie en de bijdragende ASEAN-landen een Waarnemingsmissie in Atjeh (Indonesië) (WMA) zullen opzetten. In dit MvO staat ook dat over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA en de leden ervan een overeenkomst zal worden gesloten tussen de RvI en de Europese Unie (EU).

Derhalve doe ik in de bijlage bij deze brief een voorstel met betrekking tot de bepalingen die zouden gelden voor de deelname van uw land aan de WMA en voor het door uw land ingezette personeel, waarvan de status, de voorrechten en de immuniteiten zijn vastgelegd in de overeenkomst tussen de RvI, de EU en de bijdragende ASEAN-landen.

Ik zou u erkentelijk zijn indien u kunt bevestigen dat u de bepalingen in de bijlage aanvaardt, en dat u er tevens mee instemt dat deze brief en de bijlage, tezamen met uw antwoord, een juridisch bindend instrument vormen tussen de EU en de regering van de Republiek der Filipijnen, dat in werking zal treden op de datum van ondertekening van uw antwoord en van kracht zal blijven zolang uw land deelneemt aan de WMA.

Hoogachtend enz.

 

BIJLAGE I

1.

De Republiek der Filipijnen neemt, zoals is vastgelegd in het MvO, deel aan de WMA, overeenkomstig de hierna volgende bepalingen en eventuele vereiste uitvoeringsregelingen, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie.

2.

De EU-deelname is gebaseerd op het op 9 september 2005 door de Raad aangenomen Gemeenschappelijk Optreden inzake de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA). De Republiek der Filipijnen sluit zich aan bij deze bepalingen van het gemeenschappelijk optreden over zijn deelname en die van zijn personeel aan de WMA, met inachtneming van de bepalingen in deze bijlage.

3.

Het besluit om de deelname van de EU aan de WMA te beëindigen wordt door de Raad van de Europese Unie genomen na overleg met de Republiek der Filipijnen, voor zover de Republiek der Filipijnen op het moment dat het besluit wordt genomen nog steeds deelneemt aan de WMA.

4.

De Republiek der Filipijnen draagt er zorg voor dat het aan de WMA deelnemende personeel zijn taak uitoefent overeenkomstig:

de ter zake doende bepalingen van het op 9 september 2005 door de Raad van de Europese Unie aangenomen gemeenschappelijk optreden en eventuele latere wijzigingen daarvan;

het operatieplan (OPLAN), zoals op 12 september 2005 door de Raad van de Europese Unie goedgekeurd;

de uitvoeringregelingen krachtens deze overeenkomst.

5.

Het door de Republiek der Filipijnen voor de WMA gedetacheerd personeel laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn gedrag uitsluitend leiden door het belang van de WMA.

6.

De Republiek der Filipijnen informeert het hoofd van de missie van de WMA tijdig over elke wijziging in zijn bijdrage aan de WMA.

7.

Het vanaf de aanvang voor de WMA gedetacheerde personeel wordt door een bevoegde autoriteit van de Republiek der Filipijnen medisch gekeurd, ingeënt en medisch geschikt verklaard voor de taak. Het voor de WMA gedetacheerde personeel verstrekt een afschrift van deze verklaring.

8.

De status van het WMA-personeel, met inbegrip van het personeel dat door de Republiek der Filipijnen wordt uitgezonden naar de WMA wordt geregeld door de overeenkomst over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA tussen de RvI, de Europese Unie en de bijdragende ASEAN-landen.

9.

Onverminderd de in punt 8 bedoelde overeenkomst over de status van de missie heeft de Republiek der Filipijnen rechtsmacht over zijn aan de WMA deelnemend personeel.

10.

De Republiek der Filipijnen is, overeenkomstig zijn eigen wetgeving en met inachtneming van de door de overeenkomst over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA verleende immuniteiten, verantwoordelijk voor de afhandeling van schadevorderingen van of aangaande leden van zijn personeel, met betrekking tot de deelname aan de WMA. De Republiek der Filipijnen stelt overeenkomstig zijn wet- en regelgeving in voorkomend geval een, inzonderheid juridische of disciplinaire, vordering in tegen leden van zijn personeel.

11.

De Republiek der Filipijnen zal op basis van wederkerigheid bij de ondertekening van deze briefwisseling een verklaring afleggen inzake het afzien van alle schadevorderingen tegen een aan de WMA deelnemende staat. Een model voor die verklaring staat in bijlage II.

12.

De Europese Unie ziet erop toe dat haar lidstaten bij de ondertekening van de briefwisseling op basis van wederkerigheid een verklaring afleggen over het afzien van schadevorderingen betreffende de deelname van de Republiek der Filipijnen aan de WMA. Een model voor die verklaring staat in bijlage II.

13.

De regels voor het uitwisselen en de beveiliging van gerubriceerde informatie staan in bijlage III. Verdere richtsnoeren kunnen worden gegeven door de bevoegde autoriteiten, waaronder het hoofd van de missie van de WMA.

14.

Al het aan de WMA deelnemend personeel blijft volledig onder bevel van zijn nationale autoriteiten.

15.

De nationale autoriteiten dragen de operationele controle over aan het hoofd van de missie van de WMA, dat het bevel voert via een hiërarchische commando- en controlestructuur.

16.

Het hoofd van de missie leidt de WMA en draagt zorg voor de dagelijkse leiding ervan.

17.

Overeenkomstig het in punt 2 bedoelde rechtsinstrument heeft de Republiek der Filipijnen wat betreft de dagelijkse leiding van de WMA dezelfde rechten en verplichtingen als de aan de WMA deelnemende EU-lidstaten.

18.

Het hoofd van de missie van de WMA is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel van de WMA. De betrokken nationale autoriteit neemt zo nodig tuchtrechtelijke maatregelen.

19.

Een contactpersoon voor het nationaal contingent (NPC) wordt door de Republiek der Filipijnen aangesteld om zijn nationaal contingent in de WMA te vertegenwoordigen. De NPC rapporteert over nationale aangelegenheden aan het hoofd van de missie van de WMA, en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent.

20.

De Republiek der Filipijnen draagt alle kosten in verband met zijn deelname aan de missie.

21.

De Republiek der Filipijnen draagt niet bij aan de financiering van de operationele begroting van de WMA.

22.

In geval van overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke personen of rechtspersonen van de staat/staten waar de missie plaatsvindt, betaalt de Republiek der Filipijnen, wanneer diens aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden, genoemd in de overeenkomst over de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA, als bedoeld in punt 8.

23.

De voor de uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijke technische en administratieve regelingen worden getroffen door de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid of door het hoofd van de Missie, en de relevante autoriteiten van de Republiek der Filipijnen.

24.

Elke partij heeft het recht om deze overeenkomst te beëindigen met inachtneming van een schriftelijke opzeggingstermijn van één maand.

25.

Geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst worden uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen de partijen.

BIJLAGE II

Tekst voor de wederzijdse verklaringen, bedoeld in de punten 11 en 12

Tekst voor de lidstaten van de EU:

„De lidstaten van de EU die het op 9 september 2005 door de Raad aangenomen Gemeenschappelijk Optreden inzake de Waarnemingsmissie van de EU in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA) uitvoeren, zullen ernaar streven, voor zover hun nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen de Republiek der Filipijnen wegens lichamelijk letsel of dood van hun personeel, c.q. schade aan of verlies van de middelen die hun eigendom zijn en die door de WMA zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door uit de Republiek der Filipijnen afkomstig personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de WMA, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

voortvloeide uit het gebruik van middelen van de Republiek der Filipijnen, mits die middelen gebruikt werden in het kader van de missie, en behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van uit de Republiek der Filipijnen afkomstig personeel van de WMA.”.

Tekst voor de Republiek der Filipijnen:

„De Republiek der Filipijnen die deelneemt aan de WMA, zoals bedoeld in punt 5.3 van het MvO en in het op 9 september 2005 door de Raad aangenomen Gemeenschappelijk Optreden inzake de Waarnemingsmissie van de EU in Atjeh (Indonesië) (Waarnemingsmissie in Atjeh — WMA), zal ernaar streven, voor zover zijn nationale rechtsstelsel dit toelaat, om zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen elke andere aan de WMA deelnemende staat wegens lichamelijk letsel of dood van zijn personeel, c.q. schade aan of verlies van middelen die zijn eigendom zijn en die door de WMA zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de WMA, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

voortvloeide uit het gebruik van middelen die eigendom zijn van aan de WMA deelnemende staten, op voorwaarde dat deze middelen ten behoeve van de missie zijn gebruikt, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van het personeel van de WMA dat deze middelen gebruikte.”.

BIJLAGE III

Regels voor de uitwisseling en de beveiliging van gerubriceerde informatie

Teneinde een kader te scheppen voor de uitwisseling van voor de WMA relevante gerubriceerde informatie tot en met rubriceringsniveau RESTRICTED (RESTREINT UE) tussen de Europese Unie en de Republiek der Filipijnen, gelden de hierna volgende regels:

De Republiek der Filipijnen ziet erop toe dat aan de Republiek der Filipijnen vrijgegeven gerubriceerde EU-gegevens (d.w.z. alle gegevens (namelijk gegevens die in enigerlei vorm kunnen worden doorgegeven) of materiaal die/dat tegen ongeoorloofde openbaarmaking moeten/moet worden beschermd en als zodanig door een beveiligingsrubricering zijn/is gemerkt), de door de EU toegekende beveiligingsrubricering behouden en beveiligt die gegevens overeenkomstig de hierna volgende regels die stoelen op de beveiligingsvoorschriften van de Raad (1). Met name:

gebruikt de Republiek der Filipijnen vrijgegeven gerubriceerde EU-gegevens niet voor andere doeleinden dan die waarvoor de gerubriceerde EU-gegevens aan de Republiek der Filipijnen zijn vrijgegeven en dan die welke door de bron zijn aangegeven;

openbaart de Republiek der Filipijnen bedoelde gegevens niet aan derden zonder de voorafgaande toestemming van de EU;

ziet de Republiek der Filipijnen erop toe dat de toegang tot gerubriceerde EU-gegevens die aan de Republiek der Filipijnen zijn vrijgegeven, uitsluitend wordt toegestaan aan personen die een gegronde reden hebben om er kennis van te nemen;

ziet de Republiek der Filipijnen erop toe dat, vooraleer toegang wordt verleend tot gerubriceerde EU-gegevens, alle personen die toegang tot die gegevens vragen, instructies hebben gekregen over en voldoen aan de vereisten van de beveiligingsregelingen die relevant zijn voor de rubricering van de gegevens waartoe ze toegang zullen krijgen;

worden gerubriceerde EU-gegevens, rekening houdend met de rubriceringsgraad ervan, naar de Republiek der Filipijnen verstuurd per diplomatiek valies, militaire postdiensten, beveiligde postdiensten, beveiligde telecommunicatiekanalen of persoonlijk vervoer. De Republiek der Filipijnen deelt het secretariaat-generaal van de Raad van de EU vooraf de naam en het adres mee van de instantie die verantwoordelijk is voor de beveiliging van gerubriceerde gegevens, alsmede de exacte adressen waarnaar de gegevens en documenten moeten worden gestuurd;

ziet de Republiek der Filipijnen erop toe dat alle locaties, zones, gebouwen, bureaus, kamers, communicatie- en informatiesystemen, enz., waarin gerubriceerde EU-gegevens en -documenten bewaard en/of verwerkt worden, beschermd worden door passende fysieke beveiligingsmaatregelen;

ziet de Republiek der Filipijnen erop toe dat gerubriceerde EU-documenten die aan de Republiek der Filipijnen worden vrijgegeven, bij ontvangst in een speciaal bestand worden geregistreerd. De Republiek der Filipijnen ziet erop toe dat wanneer door de ontvangende instantie kopieën van aan de Republiek der Filipijnen vrijgegeven gerubriceerde EU-documenten worden gemaakt, het aantal kopieën, de distributie en de vernietiging ervan in een speciaal bestand worden geregistreerd;

brengt de Republiek der Filipijnen het secretariaat-generaal van de Raad van de EU op de hoogte van ieder geval van compromittering van gerubriceerde EU-gegevens die aan de Republiek der Filipijnen zijn vrijgegeven. In geval van compromittering stelt de Republiek der Filipijnen een onderzoek in en neemt het de passende maatregelen om herhaling te voorkomen.

In het kader van deze regels worden gerubriceerde gegevens die door de Republiek der Filipijnen aan de Europese Unie zijn verstrekt, behandeld als gerubriceerde EU-gegevens en genieten zij een bescherming van gelijkwaardig niveau.

Ook nadat deze overeenkomst is verlopen of beëindigd, worden alle gerubriceerde gegevens of al het gerubriceerde materiaal die/dat krachtens de overeenkomst zijn/is verstrekt, behandeld overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst.

Jakarta, 17 January 2006

Your Excellency,

I have the honor to refer to the letter of your predecessor as representative of the President of the Council of the European Union, H.E. Charles Humfrey, CMG, dated 26 October 2005, together with its Annex, which read as follows:

‘The Memorandum of Understanding (MoU) between the Government of Indonesia (GoI) and the Free Aceh Movement (GAM) signed at Helsinki on 15 August 2005, provides inter alia for the establishment by the European Union and ASEAN Contributing Countries of an Aceh Monitoring Mission (AMM) in Aceh, (Indonesia). This MoU also provides that the status, privileges and immunities of the AMM and its members will be agreed between the GoI and the European Union.

Accordingly, I have the honour to propose, in the Annex to this letter, the provisions which would apply to the participation of your country in the AMM, and the personnel deployed by your country, the status, privileges and immunities of which are set out in the agreement in the GoI, the EU and the ASEAN Contributing Countries.

I would be grateful if you could confirm your acceptance of the provisions set out in the Annex, and also confirm your understanding that this letter and its Annex, together with your reply, shall constitute a legally binding agreement between the EU and the Government of the Republic of the Philippines, which shall enter into force on the day of signature of your reply, and shall remain in force for the duration of your country's participation in the AMM.

Please accept, Excellency, the assurances of my highest consideration.’

In reply to this letter dated 26 October 2005, together with its Annex, I have the honor to confirm, on behalf of the Government of the Republic of the Philippines, its acceptance of the provisions set out in the Annex, and also confirm its understanding that this letter, shall constitute a legally binding agreement between the Government of the Republic of the Philippines and the European Union, which shall enter into force on the date of this letter.

Accept, Excellency, the renewed assurances of my highest consideration.

Image

SHULAN O. PRIMAVERA

Ambassador Extraordinary and Plenipotentiary of the Republic of the Philippines


(1)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1. Document is aan deze brief gehecht.


Top