EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006R1559

Verordening (EG) nr. 1559/2006 van de Commissie van 18 oktober 2006 tot vaststelling van minimumkwaliteitseisen waaraan Williams- en Rochaperen op siroop en/of natuurlijk vruchtensap in het kader van de productiesteunregeling moeten voldoen (Gecodificeerde versie)

OJ L 288, 19.10.2006, p. 22–25 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
OJ L 348M, 24.12.2008, p. 736–743 (MT)
Special edition in Bulgarian: Chapter 03 Volume 076 P. 92 - 96
Special edition in Romanian: Chapter 03 Volume 076 P. 92 - 96
Special edition in Croatian: Chapter 03 Volume 026 P. 214 - 217

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 12/03/2014

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/1559/oj

19.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 288/22


VERORDENING (EG) Nr. 1559/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2006

tot vaststelling van minimumkwaliteitseisen waaraan Williams- en Rochaperen op siroop en/of natuurlijk vruchtensap in het kader van de productiesteunregeling moeten voldoen

(Gecodificeerde versie)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte produkten op basis van groenten en fruit (1), en met name op artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EEG) nr. 2319/89 van de Commissie van 28 juli 1989 tot vaststelling van minimumkwaliteitseisen waaraan Williams- en Rochaperen op siroop en/of natuurlijk vruchtensap in het kader van de productiesteunregeling moeten voldoen (2) is ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

(2)

Bij artikel 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 2201/96 is een productiesteunregeling ingesteld voor bepaalde in bijlage I bij die verordening genoemde producten.

(3)

De vast te stellen minimumkwaliteitseisen hebben ten doel te voorkomen dat producten worden geproduceerd waarnaar geen vraag bestaat of waardoor de markt zou worden verstoord. Deze eisen moeten zijn gebaseerd op traditionele en bonafide fabricageprocédés.

(4)

De bij deze verordening vastgestelde kwaliteitseisen zijn uitvoeringsbepalingen die een aanvulling vormen op Verordening (EG) nr. 1535/2003 van de Commissie van 29 augustus 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad wat de steunregeling voor verwerkte producten op basis van groenten en fruit betreft (4).

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor op basis van groenten en fruit verwerkte producten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze verordening worden de minimumkwaliteitseisen vastgesteld waaraan Williams- en Rochaperen op siroop en/of natuurlijk vruchtensap, hierna volgens de definitie van artikel 2, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1535/2003 „peren op siroop en/of natuurlijk vruchtensap” genoemd, moeten voldoen.

Artikel 2

Voor de vervaardiging van peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap mogen alleen peren van de soort Pyrus Communis L., variëteiten Williams en Rocha, worden gebruikt. Het basisproduct moet vers, gezond en schoon zijn, en geschikt voor verwerking.

Het basisproduct mag, voordat het voor de vervaardiging van peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap wordt gebruikt, gekoeld zijn.

Artikel 3

1.   Peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap worden vervaardigd in een van de in lid 2 vermelde presentatievormen.

2.   Voor de toepassing van deze verordening worden de presentatievormen voor peren als volgt omschreven:

a)

„hele vruchten”: hele vruchten met of zonder steel waarvan het klokhuis niet is verwijderd;

b)

„halve vruchten”: vruchten waarvan het klokhuis is verwijderd en die in twee ongeveer gelijke delen zijn gesneden;

c)

„kwarten”: vruchten waarvan het klokhuis is verwijderd en die in vier ongeveer gelijke delen zijn gesneden;

d)

„schijfjes”: vruchten waarvan het klokhuis is verwijderd en die in meer dan vier wigvormige delen zijn gesneden;

e)

„dobbelsteentjes”: vruchten waarvan het klokhuis is verwijderd en die in kubusachtige delen zijn gesneden.

3.   Elke recipiënt met peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap mag slechts één presentatievorm bevatten en moet bestaan uit vruchten of delen daarvan van vrijwel gelijke grootte. In de recipiënt mogen geen andere soorten fruit voorkomen.

4.   De kleur van de peren op siroop en/of natuurlijk vruchtensap dient kenmerkend te zijn voor de variëteit Williams of de variëteit Rocha. Een lichtroze verkleuring wordt niet als een gebrek beschouwd. Peren met bijzondere ingrediënten worden geacht de kenmerkende kleur te vertonen wanneer geen abnormale verkleuring wegens de onderscheiden gebruikte ingrediënten wordt vastgesteld.

5.   Peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap moeten vrij zijn van vreemde bestanddelen van niet-plantaardige oorsprong, alsmede van vreemde smaak en geur. De vruchten moeten vlezig zijn en mogen variëren in zachtheid, maar ze mogen noch uitzonderlijk zacht, noch uitzonderlijk stevig zijn.

6.   Peren op siroop en/of natuurlijk vruchtensap moeten nagenoeg vrij zijn van:

a)

vreemde bestanddelen van plantaardige oorsprong;

b)

schil;

c)

gesmette exemplaren.

Hele vruchten, halve vruchten en kwarten moeten nagenoeg vrij zijn van mechanisch beschadigde exemplaren.

Artikel 4

1.   Vruchten of delen daarvan worden geacht van nagenoeg gelijke grootte te zijn wanneer het gewicht van het grootste exemplaar in een recipiënt niet meer bedraagt dan tweemaal het gewicht van het kleinste exemplaar.

Indien een recipiënt minder dan 20 exemplaren bevat, mag één exemplaar buiten beschouwing worden gelaten. Bij het bepalen van het grootste en het kleinste exemplaar worden gebroken exemplaren buiten beschouwing gelaten.

2.   Peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap worden geacht aan de in artikel 3, lid 6, bepaalde voorwaarden te voldoen, wanneer de volgende toleranties niet worden overschreden:

 

Presentatievorm

Hele en halve vruchten en kwarten

Andere

Gesmette exemplaren

15 % in aantal

1,5 kg

Mechanisch beschadigde exemplaren

10 % in aantal

niet van toepassing

Schil

100 cm2 totale oppervlakte

100 cm2 totale oppervlakte

Vreemde bestanddelen van plantaardige oorsprong:

 

 

klokhuis

10 exemplaren

10 exemplaren

losse perenpitten

80

80

ander materiaal, met inbegrip van los klokhuismateriaal

60 stuks

60 stuks

Voor zover de toleranties niet zijn vastgesteld als een percentage in aantal, gelden zij per 10 kg netto uitlekgewicht.

Bij „hele vruchten” worden klokhuizen niet als een gebrek beschouwd.

3.   Voor de toepassing van lid 2 wordt verstaan onder:

a)

„gesmette exemplaren”: vruchten met verkleurde oppervlakte of met vlekjes die duidelijk contrasteren met de overheersende kleur en die tot in het vruchtvlees kunnen doorlopen, inzonderheid kneuzingen, schimmelaantastingen en donkere verkleuringen;

b)

„mechanisch beschadigde exemplaren”: exemplaren die zijn uiteengevallen in afzonderlijke delen, waarbij het geheel van dergelijke delen dat gelijk is aan de omvang van een volledig exemplaar wordt beschouwd als één exemplaar, of exemplaren waarbij de correcties te groot zijn en die diepe insnijdingen van het oppervlak vertonen die de aanblik wezenlijk schaden;

c)

„schil”: zowel schil die vastzit aan het vruchtvlees van de peer als schil die los in de recipiënt wordt aangetroffen;

d)

„vreemde bestanddelen van plantaardige oorsprong”: plantaardige bestanddelen die niet van de vrucht zelf afkomstig zijn of die aan het vruchtvlees vastzaten, maar die tijdens de verwerking hadden moeten worden verwijderd, in het bijzonder klokhuis, perenpitten, stelen en bladeren, alsmede delen daarvan. Schil wordt hierbij evenwel buiten beschouwing gelaten;

e)

„klokhuis”: het al dan niet aan de vrucht vastzittende weefsel van het klokhuis, met of zonder pitten, of delen daarvan. Stukjes klokhuis worden als één exemplaar beschouwd, wanneer het totaal van dergelijke delen ongeveer gelijk is aan de helft van een klokhuis;

f)

„losse perenpitten”: pitten die geen deel uitmaken van het klokhuis, maar die zich los in de recipiënt bevinden.

Artikel 5

1.   De peren en de siroop en/of het natuurlijk vruchtensap in een recipiënt moeten ten minste 90 % van de watercapaciteit van de recipiënt innemen.

2.   Het netto uitlekgewicht van de vruchten moet gemiddeld ten minste gelijk zijn aan de volgende percentages van de in gram uitgedrukte watercapaciteit van de recipiënt:

Presentatievorm

Recipiënten met een nominale watercapaciteit van

425 ml of meer

minder dan 425 ml

Hele vruchten

50

46

Halve vruchten

54

46

Kwarten

56

46

Schijfjes

56

46

Dobbelsteentjes

56

50

3.   Voor peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap in glazen recipiënten wordt 20 ml van de watercapaciteit afgetrokken alvorens de in de leden 1 en 2 bedoelde percentages worden berekend.

4.   Op elke recipiënt wordt ter aanduiding van de datum en het jaar van productie en de verwerker een merk aangebracht. Dit merk, dat mag zijn gecodeerd, dient te zijn goedgekeurd door de bevoegde instanties van de lidstaat waar de producten worden vervaardigd.

Deze instanties kunnen ten aanzien van het merken aanvullende voorschriften vaststellen.

Artikel 6

De verwerker gaat gedurende de verwerkingsperiode dagelijks en met geregelde tussenpozen na of de peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap voldoen aan de voorwaarden om voor steun in aanmerking te komen. Van de uitslag van de verificatie wordt aantekening gehouden.

Artikel 7

Verordening (EEG) nr. 2319/89 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2004 van de Commissie (PB L 64 van 2.3.2004, blz. 25).

(2)  PB L 220 van 29.7.1989, blz. 51. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 996/2001 (PB L 139 van 23.5.2001, blz. 9).

(3)  Zie bijlage I.

(4)  PB L 218 van 30.8.2003, blz. 14. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1663/2005 (PB L 267 van 12.10.2005, blz. 22).


BIJLAGE I

Ingetrokken verordening met de wijziging ervan

Verordening (EEG) nr. 2319/89 van de Commissie

(PB L 220 van 29.7.1989, blz. 51)

 

Verordening (EG) nr. 996/2001 van de Commissie

(PB L 139 van 23.5.2001, blz. 9)

uitsluitend artikel 2


BIJLAGE II

Concordantietabel

Verordening (EEG) nr. 2319/89

De onderhavige verordening

Artikelen 1 tot en met 4

Artikelen 1 tot en met 4

Artikel 5, leden 1, 2 en 3

Artikel 5, leden 1, 2 en 3

Artikel 5, lid 4, eerste en tweede zin

Artikel 5, lid 4, eerste alinea

Artikel 5, lid 4, derde zin

Artikel 5, lid 4, tweede alinea

Artikel 6

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 7

Artikel 8, eerste alinea

Artikel 8

Artikel 8, tweede alinea

Bijlage I

Bijlage II


Top