EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001D0779

2001/779/EG: Beschikking van de Commissie van 15 november 2000 betreffende de overheidssteun die Italië voornemens is te verlenen ten behoeve van Solar Tech srl (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 3565)

OJ L 292, 9.11.2001, p. 45–57 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2001/779/oj

32001D0779

2001/779/EG: Beschikking van de Commissie van 15 november 2000 betreffende de overheidssteun die Italië voornemens is te verlenen ten behoeve van Solar Tech srl (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 3565)

Publicatieblad Nr. L 292 van 09/11/2001 blz. 0045 - 0057


Beschikking van de Commissie

van 15 november 2000

betreffende de overheidssteun die Italië voornemens is te verlenen ten behoeve van Solar Tech srl

(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 3565)

(Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2001/779/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, inzonderheid op artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen(1) te hebben aangemaand hun opmerkingen kenbaar te maken en gelet op deze opmerkingen,

Overwegende hetgeen volgt:

1. PROCEDURE

(1) Italië heeft de Commissie bij schrijven van 24 november 1999 de steun ten behoeve van Solar Tech srl aangemeld die geregistreerd is onder nummer N 736/99 en heeft bij schrijven van 20 december 1999, 4 februari 2000 en 17 februari 2000 aanvullende inlichtingen verstrekt. Italië heeft bovendien bij schrijven van 20 mei 1999, 23 juli 1999 en 25 oktober 1999 en tijdens bilaterale vergaderingen met de diensten van de Commissie verschillende andere documenten verstrekt die betrekking hebben op deze aanmelding.

(2) Bij schrijven van 4 april 2000 deelde de Commissie Italië mede dat zij besloten had ten aanzien van deze steun de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag in te leiden.

(3) De beslissing van de Commissie om de procedure in te leiden werd bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen(2). De Commissie heeft de belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betreffende steun kenbaar te maken.

(4) De Commissie heeft van de belanghebbenden opmerkingen ontvangen en heeft deze bij schrijven van 29 juni 2000 doorgestuurd aan Italië zodat het hierop de nodige commentaar kon leveren.

2. GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

2.1. BEGUNSTIGDE ONDERNEMING

2.1.1. SOLAR TECH SRL

(5) De steun is bestemd voor Solar Tech srl (hierna "Solar Tech"), een onlangs opgerichte onderneming. Solar Tech zal film uit amorf silicium fabriceren voor de productie van zonnepanelen voor daken (fotovoltaïsche dakinstallaties), gevels, bekledingselementen en geluidschermen.

(6) Op het tijdstip van de aanmelding beschikte Solar Tech niet over personeel en haar omzet, activa en financiële situatie waren niet significant.

(7) Solar Tech is voor 76 % in handen van drie natuurlijke personen: de heer Colomban (46 %), de heer Pavan (15 %) en de heer Bonotto (15 %). De resterende 24 % zijn in handen van een andere onderneming, Permasteelisa.

2.1.2. PERMASTEELISA SPA

(8) Permasteelisa SpA is de moedermaatschappij van het concern Permasteelisa dat gespecialiseerd is op het gebied van gevels en andere bekledingen voor grote civiele infrastructuren.

(9) In 1998 had het concern 1261 werknemers in dienst (waarvan 520 in de EER) en had een omzet van meer dan 280 miljoen EUR.

(10) Uit de bij de aanmelding gevoegde documenten blijkt dat Permasteelisa SpA een op de beurs van Milaan genoteerde vennootschap is die voor 48,7 % in handen is van de Luxemburgse holding Bateman & P, voor 3,6 % van de Luxemburgse holding Bau en voor het overige van marktinvesteerders (met uitzondering van 6,9 % eigen aandelen van de onderneming).

Volgens deze documenten hebben de natuurlijke personen die aandelen hebben in Solar Tech srl (met name de heer Colomban), zeggenschap over Permasteelisa SpA(3) en zij vervullen allen een functie in het concern: de heer Colomban is de oprichter van Permasteelisa SpA en heeft 9 % van de aandelen, de heer Pavan is de voorzitter en de heer Bonotto is voorzitter van PM Design srl, een bedrijf dat deel uitmaakt van het concern Permasteelisa.

2.2. HET INVESTERINGSPROJECT

2.2.1. AARD EN BEDRAG VAN DE INVESTERING

(11) Het project heeft betrekking op de bouw van een fabriek voor de fabricage van film uit amorf silicium en de productie van geïntegreerde zonnepanelen. De fabriek zal gevestigd worden in Manfredonia (FG). Op termijn (2003) wordt verwacht dat Solar Tech panelen zal produceren voor een capaciteit van circa 25 MW en een omzet zal hebben van 106,5 miljard ITL (55 miljoen EUR).

(12) Voor het project zullen de volgende investeringen worden gedaan:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2.2.2. RECHTSTREEKSE SCHEPPING VAN ARBEIDSPLAATSEN

(13) In het kader van het project zullen op termijn (2003), 280 rechtstreekse arbeidsplaatsen worden gecreëerd (1 bestuurder, 114 bedienden en 165 arbeiders)(4).

2.2.3. INDIRECTE SCHEPPING VAN ARBEIDSPLAATSEN

(14) Volgens Italië zullen, in het kader van het project, binnen het betrokken steungebied en de aangrenzende steungebieden 204 indirecte arbeidsplaatsen worden gecreëerd; deze zullen als volgt worden opgesplitst:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2.3. HET STEUNVOORNEMEN

2.3.1. DE MAATREGEL

(15) De steun (een niet-terugvorderbare subsidie) wordt door de Italiaanse overheid (Cassa Depositi e Prestiti met middelen van het CIPE) toegekend op basis van Wet nr. 488/92 en op een volgende uitvoeringsbepalingen (in het bijzonder Wet nr. 662/96, artikel 2, lid 203, onder c), en het besluit van het CIPE van 21 maart 1997). Deze regeling werd toegestaan door de Commissie(5).

(16) De steun werd toegekend op basis van het Secondo Protocollo Aggiuntivo del Contratto d'Area per l'area di Manfredonia dat op 19 maart 1999 werd ondertekend.

In het document wordt bepaald dat de aanmelding bij de EU in de zin van de multisectorale kaderregeling betreffende regionale steun voor grote investeringsprojecten(6) (hierna "de multisectorale kaderregeling") aan de gang is en dat de uitbetaling van de eerste tranche onderworpen is aan de goedkeuring van de EU(7).

2.3.2. STEUNBEDRAG

(17) De voorgenomen steun bedraagt 42788290 EUR, uit te keren in twee gelijke tranches van 21394150 EUR in 2000 en in 2001. Dit beantwoordt aan een actuele waarde van 41652000 EUR.

(18) Volgens Italië betreft het hier de toegelaten maximumintensiteit, namelijk:

- 40 % NSE (maximumintensiteit voor steun op grond van artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag, zone B(8)), vermeerderd met

- 15 % BSE (verhoging van de maximumintensiteit ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's)).

(19) Rekening houdend met de kenmerken van het project stemt de steunintensiteit van het project overeen met 50,14 % NSE.

2.4. INLEIDING VAN DE PROCEDURE

(20) Op 4 april 2000 heeft de Commissie Italië in kennis gesteld van haar besluit om ten aanzien van de betreffende steunmaatregel de procedure van artikel 88, lid 2, in te leiden. De twijfels van de Commissie hielden vooral verband met de vraag of Solar Tech voldoet aan de criteria van de communautaire kaderregeling inzake overheidssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen van 23 juli 1996(9) (hierna: "kaderregeling inzake overheidssteun voor KMO's") en het feit dat Solar Tech niet de typische nadelen van KMO's ondervindt.

3. BEOORDELING

3.1. DE BETROKKEN MARKT

3.1.1. HET PRODUCT

(21) De productmarkt is de markt van de geïntegreerde fotovoltaïsche bekledingen voor gebouwen (met inbegrip van civiele infrastructuren): daken, gevels, bekledingselementen, geluidsschermen langs autowegen en spoorwegen.

3.1.2. GEOGRAFISCHE DIMENSIE

(22) Op basis van de aanmelding moet de markt op Europees niveau worden geanalyseerd. Italië heeft verklaard dat voor de berekening van de marktaandelen en rekening houdend met de kenmerken van de producten de markt moet worden beschouwd als zijnde mondiaal.

Gezien de marktaandelen (zie hieronder) moet in dit geval eigenlijk niet worden vastgesteld of de markt al dan niet mondiaal of Europees is.

3.1.3. MARKTONTWIKKELING(10)

(23) Over het algemeen kan worden aangenomen dat de Europese markt van de fotovoltaïsche installaties een markt van beperkte omvang is die echter uiterst dynamisch is en zich snel ontwikkelt zelfs indien de hoeveelheid energie die aan de hand van dergelijke systemen wordt geproduceerd, op Gemeenschapsniveau nog relatief bescheiden is. Op de markt worden twee technieken toegepast: een op basis van kristallijn silicium en een op basis van dunne film, met een gemiddeld marktaandeel van respectievelijk 89 % en 11 %(11). Tevens dient erop te worden gewezen dat de toegang tot deze markt wordt bemoeilijkt door talrijke wetgevende en technologische belemmeringen.

(24) In 1995 bedroeg de totale Europese productie 13,1 MWp. Dit productievolume lag in 1999 tussen 30 en 35 MWp(12), d.w.z. een jaarlijks groeipercentage van 20 %.

Dit groeipercentage ligt aanzienlijk hoger dan dat van de fabrieksnijverheid in dezelfde periode (minder dan 3 %).

Wat de vooruitzichten betreft, liggen betrouwbare prognoses niet voor de hand. Aangezien Frost & Sullivan het productievolume voor 1999 op 26,4 MWp en voor 2003 op 59,3 MWp hebben geraamd, kan thans redelijkerwijze worden aangenomen dat het productievolume in 2003 75-85 MWp zal bedragen.

Voorts dient erop te worden gewezen dat, rekening houdend met de constante daling van de prijzen van fotovoltaïsche modules (5,36 EUR/Wp in 1995; 3,30EUR/Wp in 1999), deze sterke volumetoename wordt weergegeven in een minder substantiële omzettoename.

3.1.4. MARKTAANDELEN

(25) Volgens de studie van Strategies Unlimited zien de productiecijfers van de belangrijkste fabrikanten er als volgt uit:

Productie in Europa

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Strategies Unlimited (zie voetnoot).

(26) Aangezien Solar Tech een nieuwe onderneming is, heeft zij nog geen hoog omzetcijfer: op het tijdstip van de indiening van de steunaanvraag lag haar marktaandeel dan ook in de buurt van nul. Permasteelisa is momenteel niet op de betrokken markt aanwezig.

(27) Wat de toekomst betreft, kan het Europees marktaandeel op grond van de productievooruitzichten van Solar Tech voor 2003 (25 MWp), op 30-35 % worden geraamd (de marktaandelen op mondiaal niveau zijn uiteraard kleiner). Solar Tech zal actief zijn in de zwakste technologische subsector (subsector van de film). Ook haar meest directe concurrenten (BPSolar en SiemensSolar) hebben aanzienlijke marktaandelen in deze subsector.

3.2. VASTSTELLING VAN DE TOEGELATEN MAXIMUMINTENSITEIT

3.2.1. VERPLICHTE AANMELDING OP GROND VAN DE MULTISECTORALE KADERREGELING

(28) De betrokken steun wordt toegekend in het kader van een door de Commissie goedgekeurde regionale steunregeling(13) en valt onder de toepassing van de multisectorale kaderregeling omdat:

- de totale projectkosten meer dan 50 miljoen EUR bedragen: de huidige waarde van het project bedraagt 56 miljoen EUR;

- de gecumuleerde steunintensiteit, uitgedrukt als een percentage van de voor steun in aanmerking komende investeringskosten, meer dan 50 % bedraagt van het regionale steunplafond voor grote ondernemingen in de betrokken zone: de steun bedraagt meer dan 100 % van dit plafond aangezien Italië voornemens is 100 % van dit plafond toe te kennen, vermeerderd met 15 % BSE (verhoging ten behoeve van KMO's) en

- de steun per geschapen of behouden arbeidsplaats meer dan 40000 EUR bedraagt: het bedrag van de voorgenomen steun beloopt 42788290 EUR (nominale waarde) en er werden 280 (rechtstreeks) arbeidsplaatsen gecreëerd, hetgeen overeenstemt met een steunbedrag per arbeidsplaats van meer dan 150000 EUR.

(29) Italië heeft de Commissie op 24 november 1999 in kennis gesteld van deze steunmaatregel, d.w.z. na de toekenning ervan (19 maart 1999). Het gaat echter niet om een niet-aangemelde steunmaatregel aangezien in het toekenningsbesluit wordt bepaald dat voor de uitbetaling van de steun de goedkeuring van de Commissie vereist is.

(30) Volgens de multisectorale kaderregeling(14) stelt de Commissie de voor een aangemelde steunmaatregel vastgestelde toelaatbare maximumintensiteit vast overeenkomstig een formule waarbij rekening wordt gehouden met diverse factoren. Eerst wordt de maximumintensiteit (regionaal steunplafond) vastgesteld waarop een grote onderneming in het betrokken ondersteunde gebied aanspraak kan maken in het kader van de goedgekeurde regionale regeling die op het tijdstip van de aanmelding van kracht is. Vervolgens wordt overeenkomstig drie specifieke beoordelingscriteria op dit percentage een reeks correctiecoëfficiënten toegepast om op een maximaal toelaatbare steunintensiteit voor het betreffende project te komen: de mededinging, de verhouding kapitaal/arbeid en de regionale gevolgen.

3.2.2. VASTSTELLING VAN DE MAXIMALE STEUNINTENSITEIT ("FACTOR R")

3.2.2.1. Voor grote ondernemingen toegelaten maximale steunintensiteit

(31) De in de zone Manfredonia (Foggia) voor grote ondernemingen in het kader van de regionale steunregeling toegelaten maximale steunintensiteit bedroeg op het tijdstip van de aanmelding 40 % NSE.

3.2.2.2. Toepasselijkheid van de verhoging ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen

Inleiding

(32) Italië is voornemens aan Solar Tech de verhoging toe te kennen van de steun ten aanzien van kleine en middelgrote ondernemingen namelijk 15 % BSE. In dat verband wijst Italië erop dat Solar Tech beantwoordt aan de criteria van de communautaire kaderregeling voor staatssteun aan KMO's aangezien:

- enerzijds Solar Tech een nieuw opgerichte onderneming is (geen personeel en geen belangrijke omzet);

- anderzijds het zelfstandigheidscriterium lijkt te zijn nageleefd aangezien Solar Tech niet voor 25 % of meer (van het kapitaal of het stemrecht) in handen is van een of meer ondernemingen die niet beantwoorden aan de definitie van KMO: de enige onderneming die aandelen heeft in Solar Tech is Permasteelisa en het gaat hier enkel om 24 %.

Kaderregeling voor steunmaatregelen aan KMO'S

(33) Teneinde na te gaan of de verhoging van de steun ten behoeve van KMO's in het betreffende geval toegelaten is, dient te worden verwezen naar de kaderregeling inzake overheidssteun voor KMO's van 23 juli 1996 (die de communautaire kaderregeling inzake overheidssteun voor het midden- en kleinbedrijf van 20 mei 1992(15) vervangt) en naar de aanbeveling van de Commissie van 3 april 1996(16) betreffende de definitie van de kleine en middelgrote ondernemingen (hierna "de aanbeveling").

(34) In punt 1.2 van de steunregeling voor KMO's wordt bepaald dat de kleine en middelgrote ondernemingen een doorslaggevende rol spelen bij het creëren van werkgelegenheid, maar dat zij te kampen hebben met een aantal handicaps die hun ontwikkeling kunnen remmen. Hiertoe behoren onder andere de moeilijke toegang tot financiering en krediet, informatie, nieuwe technologieën en potentiële markten alsmede de kosten die voortvloeien uit de toepassing van nieuwe regelgeving enzovoort.

(35) De verhoging van het toegelaten steunbedrag aan KMO's is derhalve gerechtvaardigd niet alleen wegens hun bijdrage aan de doelstellingen van gemeenschappelijk belang, maar vooral om de handicaps waarmee zij worden geconfronteerd te compenseren gezien de positieve rol die zij spelen. Er dient echter te worden nagegaan of de verhoging van de steun daadwerkelijk bestemd is voor ondernemingen die met dergelijke handicaps te kampen hebben. Bij het definiëren van KMO's dient met name het begrip KMO's zodanig te worden afgebakend dat het enkel de ondernemingen omvat die de verwachte externe positieve effecten sorteren en de hierboven genoemde nadelen ondervinden, maar dan ook enkel die ondernemingen. Deze definitie mag derhalve niet worden uitgebreid tot de talrijke grotere ondernemingen die niet noodzakelijkerwijze de externe positieve effecten of de nadelen hebben die kenmerkend zijn voor KMO's. De aan dergelijke ondernemingen toegekende steun zou immers in een latere fase de concurrentie en het intracommunautaire handelsverkeer kunnen vervalsen.

Dit beginsel is opgenomen in de overweging 22 van de aanbeveling van de Commissie van 3 april 1996 die als volgt luidt: "overwegende dat om de KMO's te definiëren vrij strikte criteria dienen te worden vastgesteld, zodat de maatregelen die voor die ondernemingen zijn bedoeld ook werkelijk aan de ondernemingen waarvoor de omvang een handicap betekent, ten goede komen."

(36) Het is dan ook in het licht van deze beginselen dat de Commissie moet vaststellen of Solar Tech binnen het toepassingsgebied van de definitie van KMO's valt. Solar Tech voldoet echter niet aan de noodzakelijke voorwaarden om voor de verhoging ten behoeve van KMO's in aanmerking te komen.

Solar Tech dient immers uit economisch oogpunt te worden beschouwd als een onderneming die deel uitmaakt van Permasteelisa, een grote onderneming, ondanks het feit dat het concern slechts 24 % van de aandelen van Solar Tech bezit. Dankzij de economische, financiële en organisatorische banden tussen beide bedrijven ondervindt Solar Tech niet de nadelen waarmee de KMO's worden geconfronteerd of enkel in lichte mate. Deze zijn immers van fundamenteel belang om de verhoging van het maximale steunbedrag waarop een dergelijke onderneming aanspraak kan maken, te rechtvaardigen.

Solar Tech en het concern Permasteelisa

(37) Solar Tech moet worden beschouwd als een onderneming die deel uitmaakt van Permasteelisa. Dit blijkt duidelijk uit de aanmelding (blz. 2) waarin wordt aangegeven dat de reden voor deze investering is dat Permasteelisa, een wereldleider op het gebied van de productie en installatie van innoverende bekledingen voor grote civiele infrastructuren, met een dergelijk initiatief haar productassortiment wenst uit te breiden tot zonnetechnologie(17).

(38) Bovendien blijkt uit punt 2.1.2 dat de natuurlijke personen die directeur of aandeelhouder zijn van Solar Tech tevens directeur of aandeelhouder zijn van Permasteelisa:

- de heer Colomban, de oprichter van het concern Permasteelisa, is de grootste aandeelhouder (dit punt wordt nader toegelicht in de aanmelding: de heer Clomban heeft rechtstreeks 9 % van het kapitaal in handen plus een onbekend aantal aandelen via Luxemburgse holdings); hij vervult de functie van directeur-generaal. Tegelijkertijd is hij de belangrijkste aandeelhouder van Solar Tech (46 % van de aandelen) en de enige beheerder;

- de heer Pavan is voorzitter van Permasteelisa. Tegelijkertijd heeft hij 15 % van de aandelen van Solar Tech in handen;

- de heer Bonotto is lid van de Raad van beheer van Permasteelisa en voorzitter van een onderneming van het concern. Tevens heeft hij 15 % van de aandelen van Solar Tech in handen.

(39) Daarnaast bezit Permasteelisa 24 % van de aandelen van Solar Tech.

Handicaps waarmee de KMO's worden geconfronteerd

(40) Uit het bovenstaande blijkt dat er nauwe banden zijn tussen Solar Tech en Permasteelisa. Dankzij deze banden kampt Solar Tech niet met de typische nadelen van de KMO's: moeilijke toegang tot financiering en krediet, informatie, nieuwe technologieën enzovoort. Dergelijke handicaps kunnen eveneens betrekking hebben op de kosten in verband met administratieve procedures, de oprichting van distributienetwerken, het zoeken naar nieuwe markten enzovoort.

(41) Wat de moeilijkheden in verband met de toegang tot financiering en krediet betreft, heeft Italië in de aanmelding verklaart dat noch Permasteelisa noch haar aandeelhouders Solar Tech hebben geholpen of zullen helpen om toegang te krijgen tot financieringsbronnen.

Deze verklaring is echter in strijd met de documenten die in het kader van de aanmelding werden toegestuurd, in het bijzonder die waarop het door de lidstaat gevoerde onderzoek is gebaseerd. In deze documenten wordt erop gewezen dat, wat de eigen middelen betreft, Solar Tech de nodige middelen zal kunnen verwerven op basis van de capaciteiten van Permasteelisa(18).

(42) Solar Tech kampt ook niet met de typische handicaps van KMO's. Dankzij de economische, financiële en organisatorische banden met de onderneming Permasteelisa hoeft Solar Tech geen belemmeringen uit de weg te ruimen om toegang te hebben tot de markt van de betreffende sector (wat technologie of distributie betreft):

- Solar Tech heeft via de drie natuurlijke personen die aandelen bezitten en tevens een leidinggevende functie hebben bij Permasteelisa, toegang tot partners die over de nodige technologie beschikken (Eurosolare, United Solar Systems Corp. en ENEA);

- wat de distributie van de producten betreft, heeft Italië erop gewezen dat Solar Tech een deel van haar productie (20-30 %) zal verkopen aan Permasteelisa en gebruik zal kunnen maken van de contacten die het concern heeft met verschillende klanten in de vastgoedsector. Dit verklaart waarom Solar Tech actief zal zijn op de wereldmarkt, terwijl de meeste kleine Europese bedrijven hoofdzakelijk op de eigen nationale markt actief zijn.

(43) Uit dit oogpunt verkeert Solar Tech in een geheel andere situatie dan KMO's die geconfronteerd worden met de typische handicaps van de KMO's en hiervoor een oplossing zoeken in het kader van een "tutorship" (technische begeleiding). In dit geval heeft Solar Tech, dankzij haar banden met het concern (Permasteelisa) of met haar bestuurders, reeds vanaf het begin niet met deze nadelen te kampen.

3.2.2.3. Opmerkingen van Italië

(44) In de eerste plaats herinnert Italië eraan dat Solar Tech formeel voldoet aan de in de aanbeveling van de Commissie van 3 april 1996 en de kaderregeling van 23 juli 1996 voor KMO's vastgestelde criteria.

In dit verband moet erop worden gewezen dat de zuiver formele inachtneming van de communautaire vereisten niet volstaat om de verhoging voor KMO's te rechtvaardigen aangezien deze, zoals reeds eerder gezegd, bestemd is voor ondernemingen die door hun omvang bepaalde moeilijkheden ondervinden. Solar Tech wordt hiermee niet geconfronteerd dankzij haar banden met Permasteelisa.

(45) In de tweede plaats stelt Italië dat het feit dat de aandeelhouders van Solar Tech tevens bestuurders of aandeelhouders zijn van Permasteelisa niets afdoet aan de status van Solar Tech als KMO en met name aan de handicaps waarmee zij wordt geconfronteerd. Enerzijds omdat deze situatie geen symptomatische aanwijzing is van een eventuele band tussen de twee ondernemingen en anderzijds omdat het tegenovergestelde een belemmering kan zijn voor de vrijheid van personen om een KMO op te richten.

Wat het eerste punt betreft, volstaat het vast te stellen dat het gaat om personen die bij Solar Tech en Permasteelisa "invloedrijke" aandeelhouders of leidinggevende personen zijn en dat zij Solar Tech dus kunnen laten profiteren van de omvang van Permasteelisa. Zoals de met het onderzoek belaste nationale autoriteiten hebben verklaard zal Solar Tech bijvoorbeeld voor haar eigen financiering voordeel kunnen halen uit de financieringscapaciteit van Permasteelisa.

Wat het tweede punt betreft, dient erop te worden gewezen dat het hier niet gaat om de vrijheid om een KMO op te richten. De aandeelhouders en bestuurders van Permasteelisa zijn vrij om ondernemingen op te richten, van welke omvang ook. De individuele vrijheden worden niet in vraag gesteld. Een heel andere zaak is nagaan of een nieuwe onderneming die door de bestuurders en aandeelhouders van Permasteelisa wordt opgericht, dat nauw met Permasteelisa zal samenwerken en waarvan het activiteitsgebied aansluit bij dat van Permasteelisa, dezelfde handicaps ondervindt als een KMO die een soortgelijk initiatief neemt.

(46) In de derde plaats blijft Italië erbij dat de betrekkingen tussen Solar Tech en Permasteelisa van commerciële aard zijn omdat de ene onderneming, zoals om het even welke andere onderneming, producten levert aan de andere.

Dit argument is moeilijk te aanvaarden omdat door de tussen Solar Tech en Permasteelisa bestaande banden hun onderlinge betrekkingen niet van dezelfde aard zijn als die welke gewoonlijk bestaan tussen afzonderlijke ondernemingen. In dit verband dient erop te worden gewezen dat de aandeelhouders en/of bestuurders die beide ondernemingen gemeenschappelijk hebben, "invloedrijke" aandeelhouders en/of hogere kaderleden zijn. Zij oefenen (individueel of gezamenlijk) invloed uit op de twee betrokken ondernemingen. In het onderhavige geval kunnen deze natuurlijke personen een doorslaggevende invloed uitoefenen op het gedrag van beide ondernemingen en het is waarschijnlijk dat zij op rationele en samenhangende wijze van deze mogelijkheid gebruik zullen maken. Dit zou kunnen leiden tot een coördinatie van de strategieën en een ontwikkeling van gezamenlijke activiteiten, zoals overigens in een dergelijk geval kan worden verwacht.

Zo zal het feit dat dezelfde personen zeer belangrijke functies (als bestuurder of als aandeelhouder) uitoefenen in de twee ondernemingen waarvan de respectieve activiteitsgebieden toch in bepaalde mate nauw met elkaar verbonden zijn, hetzelfde effect hebben op het gedrag van de ondernemingen als wanneer deze ondernemingen één enkel concern zouden vormen. Bijgevolg zal Solar Tech niet de handicaps ondervinden waaraan zij zonder dergelijke geprivilegieerde banden zou worden blootgesteld. Solar Tech zal bijvoorbeeld beschikken over een afgeschermde markt, hetgeen gewoonlijk niet het geval is voor KMO's.

(47) In de vierde plaats verklaart Italië dat Solar Tech dezelfde moeilijkheden ondervindt als alle andere KMO's omdat de sector van de zonnepanelen een innoverende risicosector is. De risico's geven aanleiding tot extra kosten die typisch zijn voor KMO's.

Ook dit argument is niet relevant. Zoals aangegeven in overweging 35 houden de handicaps die door de verhoging van de steun voor KMO's moeten worden gecompenseerd, verband met de omvang van de onderneming en niet met haar activiteitsector.

(48) Ten slotte wijst Italië erop dat sedert de beursnotering van Permasteelisa de aandeelhouders van Solar Tech momenteel slechts 20 % van de aandelen van de onderneming in handen hebben.

Dit argument is niet relevant omdat, zoals blijkt uit de in het kader van de aanmelding voorgelegde documenten, de betrokken aandeelhouders zeggingschap hebben over Permasteelisa ondanks het feit dat de onderneming genoteerd is op de beurs van Milaan. Dit is het gevolg van de juridische constructie van het concern (zie punt 2.1.2 van deze beschikking).

Dat de aandeelhouders eventueel na de aanmelding geen zeggenschap meer hebben over Permasteelisa is een nieuw element dat absoluut niet relevant is voor het onderzoek van de verenigbaarheid van de steun. De Commissie moet immers nagaan of de verhoging ten behoeve van de KMO's van toepassing is op een begunstigde van een aangemelde steunmaatregel en moet derhalve de feitelijke situatie op het tijdstip van de toekenning van de steun (19 maart 1999) in aanmerking nemen, zoals deze in de aanmelding is omschreven.

Rekening houdend met de doelstellingen van de steunmaatregel ten behoeve van KMO's (en met name de noodzaak om de uit de omvang voortvloeiende nadelen uit te schakelen) moet de omvang van de begunstigde onderneming immers worden geëvalueerd alvorens de investering wordt gedaan. Indien dit niet het geval is (indien zij rekening moet houden met toekomstige ontwikkelingen), moet de Commissie, bijvoorbeeld, ervan uitgaan dat Solar Tech geen KMO is omdat haar omzet meer dan 50 miljoen EUR bedraagt (d.w.z. dat de voor KMO's geldende criteria niet meer in acht zijn genomen).

(49) Ten slotte moet worden geconstateerd dat Italië geen enkel nieuw element verschaft om aan te tonen dat Solar Tech bij de banken over een eigen krediet beschikt, d.w.z. onafhankelijk van de geloofwaardigheid van Permasteelisa.

3.2.2.4. Conclusie

(50) Uit het bovenstaande blijkt derhalve dat Solar Tech niet in aanmerking komt voor de verhoogde steun ten behoeve van KMO's omdat zij, dankzij haar economische, financiële en organisatorische banden met Permasteelisa, niet de typische nadelen van KMO's ondervindt waarnaar in de communautaire kaderregeling wordt verwezen. Bijgevolg is de verhoging met 15 % BSE voor de KMO's in het onderhavige geval niet van toepassing.

3.2.3. DE FACTOR MEDEDINGING ("FACTOR T")(19)

(51) De factor mededinging houdt in dat wordt onderzocht of het aangemelde project ten uitvoer wordt gelegd in een sector of een subsector met een structurele overcapaciteit.

(52) Om te kunnen vaststellen of er in de betrokken (sub)sector een structurele overcapaciteit is, gaat de Commissie na welk verschil er op Gemeenschapsniveau bestaat tussen het gemiddelde benuttingspercentage van de capaciteit van de fabrieksnijverheid als geheel en het gemiddelde benuttingspercentage van de capaciteit voor de betrokken (sub)sector. Wanneer onvoldoende gegevens over de capaciteitsbenutting beschikbaar zijn, onderzoekt de Commissie of de investering plaatsvindt in een krimpende markt. Hiertoe vergelijkt zij de ontwikkeling van de schijnbare consumptie van het (de) product(en) met het groeiritme van de fabrieksnijverheid in de EER in haar geheel.

(53) In het betreffende geval zijn zowel voor het gemiddelde benuttingspercentage als voor de schijnbare consumptie niet voldoende gegevens beschikbaar. Bovendien lijkt het onmogelijk om het betrokken product in te delen in een specifieke NACE-code (de codes 28.11 en 26.12 geven niet nauwkeurig weer om welke productie het gaat).

(54) Zoals reeds vermeld in punt 3.1 lijkt de betrokken sector echter snel te groeien en in deze fase wordt geen structurele overcapaciteit verwacht. De Commissie is bovendien van mening dat de ontwikkeling van met zonne-energie gerelateerde producten tegen concurrerende prijzen moet worden aangemoedigd, met name rekening houdend met de verbintenissen van Kyoto op het gebied van de beperking van het broeikaseffect.

(55) Bijgevolg dient aan de factor T de waarde 1,00 te worden toegekend.

3.2.4. DE FACTOR KAPITAAL/ARBEID ("FACTOR I")

(56) Momenteel beloopt het bedrag van de toelaatbare investering 56027000 EUR.

Volgens Italië zullen 280 arbeidsplaatsen worden gecreëerd.

(57) De ratio is derhalve 200,1. Aangezien het gaat om een ratio tussen 200 en 400 dient aan de factor I de waarde 0,9 te worden toegekend.

3.2.5. DE FACTOR REGIONALE GEVOLGEN ("FACTOR M")

(58) Volgens Italië zullen 204 indirecte arbeidsplaatsen worden gecreëerd, wat overeenstemt met 73 % van de in de regio gecreëerde indirecte arbeidsplaatsen (ten opzichte van de rechtstreekse arbeidsplaatsen).

(59) Wat de 134 arbeidsplaatsen betreft die bij de leveranciers van kabels worden gecreëerd, neemt de Commissie nota van de door de Italiaanse autoriteiten verstrekte raming. Voor 1 m2 zonnepanelen is 28,5 meter kabel nodig. Solar Tech zal 450000 m2 panelen produceren, waarvoor zij 12,8 miljoen meter kabel nodig heeft. Rekening houdend met de betrekkelijk hoge vervoerskosten (3 % ten opzichte van de waarde) en het feit dat er binnen het steungebied producenten zijn waarvan wordt aangenomen dat zij deze kabels met een interessante prijs/kwaliteitverhouding kunnen leveren, zullen deze arbeidsplaatsen waarschijnlijk in de regio zelf worden gecreëerd.

(60) Dit punt moet worden geanalyseerd als onderdeel van de in hoofdstuk 6 van de multisectorale kaderregeling bedoelde controle achteraf in het geval (beperkte) steun wordt toegekend. Met name moet worden geverifieerd of:

- Solar Tech zich daadwerkelijk bevoorraadt bij leveranciers binnen het steungebied;

- deze leveranciers daadwerkelijk per werknemer en per jaar circa 96000 meter kabel produceren.

(61) Wat de overige 70 indirecte arbeidsplaatsen betreft, dient erop te worden gewezen dat het aantal daadwerkelijk gecreëerde arbeidsplaatsen lager ligt dan door Italië is aangegeven, maar een eventuele bijstelling naar beneden betekent niet dat een dergelijke indicator onder het niveau van 50 % kan vallen. Indien (beperkte) steun wordt toegekend moet dit aspect enkel worden gecontroleerd wanneer uit de controle achteraf blijkt dat het geraamde aantal bij de leveranciers gecreëerde 134 arbeidsplaatsen veel te hoog ligt.

(62) Aangezien de indicator voor de regionale gevolgen 73 % bedraagt, dient aan de factor M een waarde van 1,25 te worden gegeven.

3.2.6. CONCLUSIE

(63) Rekening houdend met het bovenstaande bedraagt de toegestane maximumintensiteit in onderhavige zaak R × T × I × M = 0,4 × 1,0 × 0,9 × 1,25 = 45 %.

(64) Volgens punt 3.10, onder 3, van de multisectorale kaderregeling mag echter aan geen enkel project een steunbedrag worden verleend dat het regionale steunplafond overschrijdt. In het onderhavige geval bedraagt het regionale plafond 40 %.

Bijgevolg is de toegestane maximumintensiteit in het onderhavige geval gelijk aan 40 %.

3.3. OPMERKING VAN DE BETROKKEN DERDE PARTIJEN

(65) Een aantal bij de zaak betrokken derde partijen heeft in antwoord op de in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakte uitnodiging enkele opmerkingen geformuleerd. Deze hebben hoofdzakelijk betrekking op het feit dat de door Italië overwogen steun buitensporig wordt geacht omdat:

- Italië weinig of zelfs geen sectorale steun verleent aan de sector zonne-energie;

- Italië terzake geen samenhangend beleid voert;

- de begunstigde onderneming momenteel niet actief is op de markt;

- de productiecapaciteit van Solar Tech ernstige concurrentievervalsing kan veroorzaken omdat haar productie alleen overeenstemt met de volledige Europese productie in 1999.

(66) De eerste twee punten zijn niet relevant voor de beoordeling van deze steunmaatregel die moet worden geanalyseerd in het licht van de regionale doelstelling.

(67) Het feit dat Solar Tech momenteel niet actief is op de markt, is ook geen overtuigend argument om de steunintensiteit te beperken. Indien investeringssteun enkel wordt toegekend aan reeds op de markt aanwezige ondernemingen (of wanneer deze ondernemingen aanspraak kunnen maken op een hogere steunintensiteit dan nieuwkomers) wordt het verstorend effect van de steun groter en niet kleiner. Naast "normale" verstoringen zou de steun een belemmering vormen voor nieuwe concurrenten en de reeds op de markt actieve ondernemingen beschermen. Een dergelijk beleid beantwoordt niet aan het criterium van het gemeenschappelijk belang.

(68) Ten slotte lijkt de vrees dat de nieuwe productiecapaciteit van Solar Tech tot concurrentieverstoringen zou leiden niet gegrond. In de eerste plaats omdat de productiecapaciteit van Solar Tech (25 MW) hoe dan ook lager is dan door de derde partijen wordt aangegeven (32 MW) en vervolgens omdat zowel de groeivooruitzichten van de Europese markt als de mogelijkheden op de wereldmarkt de indruk wekken dat deze aanvullende productie gemakkelijk door de markt zal worden opgenomen.

3.4. VERENIGBAARHEID VAN DE STEUNMAATREGEL

(69) De netto-intensiteit van de door Italië overwogen subsidie (50,14 %) ligt hoger dan de in het onderhavige geval toegelaten maximumintensiteit (40 %).

Voorts dient te worden vastgesteld dat:

- de door Italië aangemelde steunmaatregel daadwerkelijk staatssteun is in de zin van artikel 87 van het EG-Verdrag;

- een dergelijke steunmaatregel kan leiden tot concurrentieverstoring aangezien een financieel voordeel wordt toegekend aan een onderneming in een sector waar, gezien de noodzakelijke aanpassingen aan de technologische ontwikkeling, de financiële middelen een zeer belangrijke rol spelen;

- een dergelijke steunmaatregel gevolgen kan hebben voor het intracommunautair handelsverkeer rekening houdend met de globalisering van de betreffende markt.

4. CONCLUSIE

(70) Rekening houdend met het bovenstaande stelt de Commissie vast dat de aangemelde steun niet verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt omdat de intensiteit hoger is dan het in het onderhavige geval toegelaten maximum,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De voorgenomen overheidssteun van Italië ten gunste van Solar Tech srl voor een bedrag van 42788290 EUR, is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt aangezien de intensiteit groter is dan de in het onderhavige geval toegelaten maximumintensiteit (40 % NSE).

Een dergelijke steunmaatregel mag derhalve niet door Italië ten uitvoer worden gelegd voor een bedrag waarvan de intensiteit 40 % NSE overschrijdt

Artikel 2

Italië deelt de Commissie binnen twee maanden vanaf de kennisgeving van deze beschikking mee welke maatregelen het heeft genomen om hieraan te voldoen.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 15 november 2000.

Voor de Commissie

Mario Monti

Lid van de Commissie

(1) PB C 142 van 20.5.2000, blz. 11.

(2) Zie voetnoot 1.

(3) Bladzijde 2: "De natuurlijke personen die aandeelhouder zijn van Solar Tech bezitten samen een meerderheidsaandeel (met name de heer Colomban) van de holding die eigenaar is van het concern Permasteeelisa".

(4) Punt 4.6.1. van de aanmelding.

(5) Steunmaatregel N 27/A/97, schrijven van de Commissie SG(97) D/4949 van 30 juni 1997.

(6) PB C 107 van 7.4.1998, blz. 7.

(7) (...) de aanmelding bij de EU is aan de gang in de zin van de multisectorale kaderregeling betreffende regionale steun voor grote investeringsprojecten (...). Bijgevolg is voor de met middelen van het CIPE te betalen bijdragen (...) de uitkering van de eerste tranche van bijdragen onderworpen aan de EU-besluiten.

(8) Steunmaatregel N 27/A/97, schrijven van de Commissie SG(97) D/4949 van 30 juni 1997.

(9) PB C 213 van 23.7.1996, blz. 4.

(10) Mits anders wordt bepaald is deze marktevaluatie gebaseerd op de studie "European Photovoltaic Moduls Market" die werd verricht door Frost and Sullivan Inc. in 1997.

(11) Bron:

Strategies Unlimited, 2000, Photovoltaic Industry Competition analysis, Report PC-11, juli 2000.

(12) Bronnen:

Bovengenoemd verslag van Strategies Unlimited: Systèmes solaires nr. 136; Internationaal Energieagentschap verslag PVPS, T1, augustus 2000; door derden in het kader van de procedure medegedeelde informatie.

(13) Steunmaatregel N 27/A/97, schrijven van de Commissie SG(97) D/4949 van 30 juni 1997.

(14) Multisectorale kaderregeling, punt 3.1: Beoordelingsregels.

(15) PB C 213 van 19.8.1992, blz. 2.

(16) PB L 107 van 30.4.1996, blz. 4.

(17) "(... het) concern Permasteelisa, wereldleider op het gebied van de productie en installatie van innoverende bekledingen voor grote civiele infrastructuren, die met een dergelijk initiatief haar productassortiment wenst uit te breiden tot zonnetechnologie".

(18) Zie blz. 31 van het door Europrogetti & Finanza opgestelde document: "gezien de grote mate van overeenstemming tussen het beheer van Permasteelisa en haar belangrijkste aandeelhouders en tussen deze laatsten en de andere partners van dit project, kan worden aangenomen dat alle voor het project te gebruiken middelen zullen worden verworven op basis van de capaciteit van Permasteelisa".

(19) Multisectorale kaderregeling, punt 3.2-3.6.

Top