EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000D0498

2000/498/EG: Beschikking van de Commissie van 24 juli 2000 betreffende de toekenning van productiesteun voor tafelolijven in Frankrijk (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 2198) (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

OJ L 200, 8.8.2000, p. 54–57 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/10/2001

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2000/498/oj

32000D0498

2000/498/EG: Beschikking van de Commissie van 24 juli 2000 betreffende de toekenning van productiesteun voor tafelolijven in Frankrijk (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 2198) (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

Publicatieblad Nr. L 200 van 08/08/2000 blz. 0054 - 0057


Beschikking van de Commissie

van 24 juli 2000

betreffende de toekenning van productiesteun voor tafelolijven in Frankrijk

(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 2198)

(Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

(2000/498/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966, houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2702/1999(2), inzonderheid op artikel 5, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig artikel 5, lid 4, van Verordening nr. 136/66/EEG kan een lidstaat onder door de Commissie volgens de procedure van artikel 38 van die verordening goed te keuren voorwaarden een deel van zijn gegarandeerde nationale hoeveelheid en van de productiesteun voor olijfolie besteden voor steun voor tafelolijven.

(2) Frankrijk heeft daartoe een aanvraag voor het verkoopseizoen 2000/2001 ingediend.

(3) Er moet worden bepaald dat de steun wordt verleend aan de producenten van uit een olijfgaard in Frankrijk afkomstige tafelolijven die worden verwerkt en de voorwaarden voor de toekenning van de steun moeten nader worden aangegeven.

(4) Als verwerkingsperiode moet het tijdvak van 1 september 2000 tot en met 31 augustus 2001 worden bepaald. Als verwerkte olijven gelden, olijven die gedurende minstens 15 dagen een eerste behandeling met pekel hebben ondergaan en definitief uit het pekelbad zijn verwijderd, of die anderszins een geëigende behandeling hebben ondergaan die ze voor menselijke consumptie geschikt maakt.

(5) Met het oog op de berekening van de steun voor tafelolijven en het beheer van de gegarandeerde nationale hoeveelheden moet het gewicht van de voor steun in aanmerking komende verwerkte tafelolijven en de daarmee overeenkomende hoeveelheid olijfolie worden bepaald.

(6) De tafelolijvenverwerkende bedrijven moeten volgens nog nader te bepalen voorwaarden worden erkend. In gebieden met een gecontroleerde oorsprongsbenaming gevestigde verwerkers, moeten, ongeacht de kwaliteit tafelolijven die zij bereiden, een voorraadboekhouding voeren.

(7) Er moeten controlevoorschriften met betrekking tot de steunregeling voor tafelolijven worden vastgesteld. Deze voorschriften moeten meer in het bijzonder betrekking hebben op de teeltaangifte van de tafelolijvenproducent, de mededelingen van de verwerkers betreffende de hoeveelheden olijven die door de telers zijn geleverd en die in het bedrijf zijn verwerkt, alsmede de door de betaalorganen uit te voeren controles. Strafmaatregelen moeten worden opgelegd aan tafelolijvenproducenten wier aangifte niet oveenstemt met de uit een controle resulterende gegevens.

(8) De elementen moeten worden bepaald waarvan wordt uitgegaan voor de berekening van de aan de telers van tot tafelolijven verwerkte olijven toe te kennen steun. Onder bepaalde voorwaarden kan een voorschot op de steun worden verleend.

(9) Frankrijk moet de nationale maatregelen ter uitvoering van deze beschikking en de elementen voor de berekening van het voorschot op de steun en van de definitieve steun aan de Commissie meedelen.

(10) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Voor het verkoopseizoen voor olijfolie 2000/2001 wordt Frankrijk gemachtigd onder de in deze beschikking vastgestelde voorwaarden productiesteun voor tafelolijven toe te kennen.

Artikel 2

1. De productiesteun voor tafelolijven wordt verleend aan de telers van uit een olijfgaard in Frankrijk afkomstige olijven die aan een hiertoe erkend bedrijf worden geleverd om er tot tafelolijven te worden verwerkt.

2. Voor het verkoopseizoen 2000/2001 wordt de steun toegekend voor olijven die in de periode van 1 september 2000 tot en met 31 augustus 2001 tot tafelolijven worden verwerkt.

3. In de zin van deze beschikking gelden als verwerkte tafelolijven, olijven die gedurende minstens 15 dagen een eerste behandeling met pekel hebben ondergaan en definitief uit het pekelbad genomen zijn, of die anderszins een geëigende behandeling ondergaan hebben die ze geschikt voor menselijke consumptie maakt.

Artikel 3

1. Met het oog op de berekening van de steun vor tafelolijven en het beheer van de gegarandeerde nationale hoeveelheden olijfolie is 100 kg verwerkte tafelolijven gelijk aan 13 kg olijfolie die voor de in artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde productiesteun in aanmerking komt.

2. Het in aanmerking te nemen gewicht van de verwerkte tafelolijven is het netto uitgelekte gewicht, na verwerking, van hele, eventueel opengesneden, maar niet ontpitte hele olijven.

Artikel 4

1. Een erkenningsnummer wordt toegekend aan voor het verkoopseizoen 1999/2000 erkende bedrijven die:

- uiterlijk op 30 september 2000 een erkenningsaanvraag met de in lid 2 bedoelde gegevens en de in lid 3 bedoelde verbintenissen indienen;

- verwerkte en, in voorkomend geval, anders toebereide tafelolijven op de markt brengen;

- over inrichtingen beschikken waarmee per jaar op Corsica of wanneer het in een gebied met een gecontroleerde oorsprongsbenaming geoogste olijven betreft, minstens 5 ton en in de overige gebieden minstens 10 ton olijven verwerkt kan worden.

2. De verwerkingsaanvraag moet minstens de volgende gegevens bevatten:

- een beschrijving van de technische verwerkings- en opslaginrichtingen met hun respectieve capaciteit;

- een beschrijving van de verschillende soorten tafelolijvenbereidingen die op de markt worden gebracht, waarbij telkens het gemiddelde gewicht van de verwerkte tafelolijven per kilogram bereid product wordt vermeld;

- een nauwkeurige opgave van de voorraden tafelolijven in de verschillende bereidingsfasen en voor elke soort bereiding, per 1 september 2000.

3. Met het oog op de erkenning verbindt het bedrijf zich ertoe:

- de voor de steun in aanmerking komende tafelolijven gescheiden van de olijven uit derde landen en van die welke niet voor de steun in aanmerking komen te ontvangen, te behandelen en op te slaan;

- in samenhang met de financiële boekhouding een dagelijkse voorraadboekhouding met betrekking tot de verwerking van de tafelolijven te voeren, die de volgende gegevens omvat:

a) de aangevoerde hoeveelheden olijven, per partij, met vermelding van de producent van elke partij;

b) de ingelegde hoeveelheden olijven en de verwerkte hoeveelheden tafelolijven, verwerkt in de zin van artikel 2, lid 3;

c) de hoeveelheden tafelolijven waarvan de bereiding beëindigd is;

d) per soort bereiding, de hoeveelheden tafelolijven die het bedrijf verlaten hebben, met vermelding van de geadresseerden;

- de in artikel 2, lid 1, bedoelde telers en de bevoegde instantie de in artikel 6 bedoelde documenten en inlichtingen overeenkomstig het bepaalde in dat artikel te verschaffen;

- zich aan alle controles in het kader van de bij deze beschikking vastgestelde regeling te onderwerpen.

4. De erkenning wordt geweigerd of onverwijld ingetrokken, wanneer het bedrijf:

- niet of niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet, of

- door de bevoegde autoriteiten werd vervolgd voor onregelmatigheden bij de toepassing van de in Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde regeling, of

- in de afgelopen 24 maanden wegens overtreding van de genoemde verordening een straf heeft opgelopen.

5. Voor de definitieve erkenning wordt door middel van een bezoek aan de inrichtingen nagegaan of de verklaringen van het betrokken bedrijf juist zijn.

Artikel 5

Uiterlijk op 31 december 2000 dient de olijventeler met het oog op de toekenning van de productiesteun voor tafelolijven een teeltaangifte in waarin wordt verklaard dat de aangifte voor de toekenning van de productiesteun voor olijfolie ook betrekking heeft op tafelolijven, of anders een nieuwe aangifte waarin voor tafelolijven alle in de teeltaangifte voor olijfolie te vermelden gegevens worden verstrekt.

Wanneer alle betrokken gegevens reeds in de teeltaangifte zijn verstrekt en niet gewijzigd zijn, wordt in de aanvullende aangifte alleen naar die teeltaangifte en de betrokken percelen verwezen.

De aangifte betreffende tafelolijven worden opgenomen in het alfanumerieke gegevensbestand als bedoeld in de productiesteunregeling voor olijfolie.

Artikel 6

1. Het erkende bedrijf geeft de teler in de zin van artikel 2, lid 1, in de maand na de levering van de laatste partij olijven en uiterlijk op 30 juni 2001 een leveringsbewijs af waarin het nettogewicht van de ingeslagen olijven vermeld is.

Bij dit bewijs worden alle documenten gevoegd die betrekking hebben op het gewicht van de geleverde partijen olijven.

2. Het erkende bedrijf deelt de bevoegde instantie en het controlebureau de volgende gegevens mee:

a) vóór de tiende dag van elk kwartaal:

- de in het vorige kwartaal ingeslagen, ingelegde en verwerkte hoeveelheden olijven, in de zin van artikel 2, lid 3;

- de in het vorige kwartaal bereide en uitgeslagen hoeveelheden olijven, per soort bereiding;

- de som van de in de eerste twee streepjes bedoelde hoeveelheden en de voorraadsituatie aan het einde van het vorige kwartaal;

b) vóór 1 juli 2001: de naamlijst van de in artikel 2, lid 1, bedoelde telers voor de in artikel 2, lid 2, genoemde verwerkingsperiode en de hoeveelheden waarvoor hun het in lid 1 bedoelde bewijs is afgegeven;

c) vóór 1 juni 2002 van het volgende verkoopseizoen: de voor de in artikel 2, lid 2, genoemde verwerkingsperiode geleverde totale hoeveelheid en de overeenkomstige totale verwerkte hoeveelheid.

Artikel 7

1. De tafelolijvenproducent dient vóór 1 juli 2001 bij de bevoegde instantie rechtstreeks of indirect een steunaanvraag in die ten minste de volgende gegevens bevat:

- zijn naam en adres;

- de verwijzing naar de betrokken teeltaangifte;

- het erkende bedrijf waaraan de olijven geleverd zijn.

Bij de aanvraag moet het in artikel 6, lid 1, bedoelde leveringsbewijs worden gevoegd.

In voorkomend geval wordt bij de steunaanvraag een voorschotaanvraag gevoegd.

2. Bij te late indiening van de steunaanvraag wordt het steunbedrag waarop de teler bij tijdige indiening van zijn aanvraag aanspraak had kunnen maken, met 1 % per werkdag verlaagd. Aanvragen die meer dan 25 werkdagen te laat worden ingediend, worden niet in aanmerking genomen.

Artikel 8

1. Vóór de definitieve betaling van de steun verifieert de bevoegde instantie:

- de hoeveelheden olijven waarvoor leveringsbewijzen zijn afgegeven;

- de verwerkte hoeveelheden tafelolijven per teler.

De verificatie omvat:

- meerdere fysieke controles van de opgeslagen olijven en een controle van de boekhouding van de erkende bedrijven;

- een grondiger onderzoek van de steunaanvragen van olijventelers die zowel voor tafelolijven als voor olijfolie steun aanvragen.

2. Frankrijk treft de nodige maatregelen om erop toe te zien dat:

- aan de voorwaarden tot toekenning van de productiesteun voor tafelolijven voldaan is;

- olijven die aan een in het raam van deze beschikking erkend bedrijf worden geleverd, niet in aanmerking komen voor productiesteun voor olijfolie;

- niet meer dan één steunaanvraag voor dezelfde olijven wordt ingediend.

3. Onverminderd de door Frankrijk toegepaste strafmaatregelen, wordt geen steun toegekend aan de in artikel 2, lid 1, bedoelde telers wier in artikel 5 bedoelde aangfite of in artikel 7 bedoelde steunaanvraag niet in overeenstemming is met de bij een controle geconstateerde feiten. Het bepaalde in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 2366/98 is echter van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9

1. Iedere in artikel 2, lid 1, bedoelde teler kan een voorschot op de gevraagde steun ontvangen. Het voorschot op de steun is gelijk aan het in artikel 17 bis, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2261/84 bedoelde bedrag per eenheid product, vermenigvuldigd met de hoeveelheid olijfolie die op grond van de berekening in artikel 3, lid 1, overeenstemt met de verwerkte hoeveelheid tafelolijven.

Voor de betaling van het voorschot aan de teler wordt de verwerkte hoeveelheid tafelolijven berekend door op de in het leveringsbewijs aangegeven en door de overige door de bevoegde instantie ontvangen gegevens bevestigde hoeveelheid een voorlopige verwerkingscoëfficiënt toe te passen. De bevoegde instantie berekent deze coëfficiënt aan de hand van de gegevens die voor het betrokken erkende bedrijf beschikbaar zijn. De in aanmerking genomen hoeveelheid tafelolijven mag echter niet hoger zijn dan 90 % van de geleverde hoeveelheid tafelolijven.

2. Het voorschot op de steun wordt betaald aan telers die daartoe op of na 16 oktober 2001 een aanvraag overeenkomstig artikel 7, lid 1, indienen.

Artikel 10

1. Onverminderd de in artikel 20 quinquies van Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde kortingen, is de steun gelijk aan het in artikel 17 bis, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2261/84 bedoelde bedrag per eenheid product, vermenigvuldigd met de hoeveelheid olijfolie die op grond van de berekening in artikel 3, lid 1, overeenstemt met de verwerkte hoeveelheid tafelolijven.

Voor de betaling van de steun aan de in artikel 2, lid 1, bedoelde telers wordt de verwerkte hoeveelheid tafelolijven berekend door op de in het leveringsbewijs aangegeven en door de overige door de bevoegde instantie ontvangen gegevens bevestigde hoeveelheid een verwerkingscoëfficiënt voor het betrokken bedrijf toe te passen. Deze coëfficiënt is gelijk aan de verhouding tussen de totale verwerkte hoeveelheid tafelolijven en de totale hoeveelheid tafelolijven waarvoor het leveringsbewijs voor het betrokken verkoopseizoen is afgegeven.

Wanneer de verwerkte hoeveelheid tafelolijven waarop de steun betrekking heeft, niet aan de hand van het leveringsbewijs kan worden bepaald, wordt de verwerkte hoeveelheid tafelolijven voor de betrokken telers berekend door toepassing van de gemiddelde coëfficiënt voor de overige bedrijven. Onverminderd de aanspraken die de betrokken telers ten opzichte van dat bedrijf kunnen laten gelden, kan de verwerkte hoeveelheid olijven dan echter niet hoger zijn dan 75 % van de in het leveringsbewijs vermelde hoeveelheid.

2. Na uitvoering van de in artikel 8 bedoelde controles wordt de steun of, in voorkomend geval, het saldo van de steun binnen 90 dagen nadat de Commissie het bedrag heeft vastgesteld, volledig aan de teler uitbetaald.

Artikel 11

Frankrijk deelt de Commissie de volgende inlichtingen mee:

- onverwijld, de ter uitvoering van deze beschikking getroffen nationale maatregelen;

- vóór 1 augustus 2001, de met de geraamde productie van verwerkte tafelolijven overeenstemmende hoeveelheid olijfolie en de voorlopige verwerkingscoëfficiënten voor deze geraamde productie;

- vóór 16 juni 2002, de met de daadwerkelijke productie van verwerkte tafelolijven overeenstemmende hoeveelheid olijfolie en de toegepaste verwerkingscoëfficiënten.

Artikel 12

Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel, 24 juli 2000.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66.

(2) PB L 327 van 21.12.1999, blz. 7.

Top