31993D0055

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 21 december 1992 tot wijziging van de garanties voor het binnenbrengen van weekdieren in gebieden waarvoor een programma aangaande Bonamia ostreae en Marteilia refringens werd goedgekeurd

(93/55/EEG)DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/67/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten (1), en met name op artikel 10, lid 3,

Overwegende dat, na de goedkeuring van een programma aangaande Bonamia ostrea en Marteilia refringens volgens artikel 10, lid 2, van Richtlijn 91/67/EEG, voor het binnenbrengen van weekdieren in gebieden of bedrijven die onder het programma vallen, moet voldaan worden aan de voorschriften van artikel 8 van voornoemde richtlijn;

Overwegende dat de Commissie, bij Beschikking 92/528/EEG (2), een programma aangaande bonamiose (Bonamia ostreae) en marteiliose (Marteilia refringens) voor Groot-Brittannië en Noord-Ierland heeft goedgekeurd;

Overwegende dat gelijkaardige programma's, ingediend door andere Lid-Staten, op dit ogenblik door de Commissie onderzocht worden;

Overwegende dat de toepassing van de bepalingen van artikel 8, lid 1, onder a, van Richtlijn 91/67/EEG voor bevoorradingsmoeilijkheden zorgt in de betrokken gebieden; dat het daarom, in toepassing van artikel 10, lid 3, van voornoemde richtlijn, nodig is wijzigingen aan de voorziene garanties aan te brengen;

Overwegende dat de bepalingen van deze beschikking vóór 30 juni 1993 moeten worden herzien in het licht van een advies van het Wetenschappelijk Veterinair Comité;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

In afwijking van de bepalingen van artikel 8, lid 1, onder a), van Richtlijn 91/67/EEG is het binnenbrengen van partijen weekdieren in gebieden waarvoor een programma aangaande Bonamia ostreae en Marteilia refringens is goedgekeurd, toegelaten als die partijen afkomstig zijn uit andere gebieden waarvoor een gelijkaardig programma is goedgekeurd, of uit gebieden waarvoor zo'n programma niet is goedgekeurd. In beide gevallen moeten de weekdieren vergezeld gaan van een vervoerdocument getekend door de officiële dienst, waarin wordt verklaard dat de weekdieren afkomstig zijn uit een gebied waar zich gedurende de twee voorgaande jaren geen gevallen van bonamiose (Bonamia ostreae) of marteiliose (Marteilia refringens) hebben voorgedaan; dit dient door testen, uitgevoerd volgens een frequentie die is aangepast aan de ontwikkeling van de betrokken ziekteverwekkers, te worden bevestigd, in overeenstemming met de procedure aanbevolen door het Wetenschappelijk Veterinair Comité.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 21 december 1992.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 46 van 19. 2. 1991, blz. 1.

(2) PB nr. L 332 van 18. 11. 1992, blz. 25.