EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31990R1014

Verordening (EEG) nr. 1014/90 van de Commissie van 24 april 1990 houdende uitvoeringsbepalingen voor de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken

OJ L 105, 25.4.1990, p. 9–10 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
Special edition in Finnish: Chapter 03 Volume 032 P. 133 - 134
Special edition in Swedish: Chapter 03 Volume 032 P. 133 - 134
Special edition in Czech: Chapter 03 Volume 010 P. 64 - 65
Special edition in Estonian: Chapter 03 Volume 010 P. 64 - 65
Special edition in Latvian: Chapter 03 Volume 010 P. 64 - 65
Special edition in Lithuanian: Chapter 03 Volume 010 P. 64 - 65
Special edition in Hungarian Chapter 03 Volume 010 P. 64 - 65
Special edition in Maltese: Chapter 03 Volume 010 P. 64 - 65
Special edition in Polish: Chapter 03 Volume 010 P. 64 - 65
Special edition in Slovak: Chapter 03 Volume 010 P. 64 - 65
Special edition in Slovene: Chapter 03 Volume 010 P. 64 - 65
Special edition in Bulgarian: Chapter 03 Volume 007 P. 258 - 259
Special edition in Romanian: Chapter 03 Volume 007 P. 258 - 259

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 06/02/2009: This act has been changed. Current consolidated version: 10/10/1998

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1990/1014/oj

31990R1014

Verordening (EEG) nr. 1014/90 van de Commissie van 24 april 1990 houdende uitvoeringsbepalingen voor de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken

Publicatieblad Nr. L 105 van 25/04/1990 blz. 0009 - 0010
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 32 blz. 0133
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 32 blz. 0133


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1014/90 VAN DE COMMISSIE

van 24 april 1990

houdende uitvoeringsbepalingen voor de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad van 29 mei 1989 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken (1), inzonderheid op artikel 1, lid 4, letter f, punt 1, onder a; letter g; letter i, punt 1, onder d; letter i, punt 2, en letter l, punt 1, alsmede letter i, punt 1, onder b, en letter r, punt 1,

Overwegende dat van Verordening (EEG) nr. 1576/89 de nodige uitvoeringsbepalingen moeten worden vastgesteld waarin noodzakelijke preciseringen en aanvullingen van de algemene regels van bovengenoemde verordening worden gegeven;

Overwegende dat bij de vaststelling van deze preciseringen en aanvullende voorschriften in de eerste plaats moet worden uitgegaan van de criteria die bij de goedkeuring van Verordening (EEG) nr. 1576/89 in aanmerking zijn genomen; dat het voorts dienstig is zich te baseren op de tradities en gebruiken in de verschillende gebieden van de Gemeenschap, voor zover deze verenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt; dat er bovendien naar moet worden gestreefd te voorkomen dat de vermeldingen op de etiketten tot verwarring aanleiding geven en de consument bij de etikettering een zo duidelijk en volledig mogelijke informatie te verschaffen;

Overwegende dat de onderhavige verordening van toepassing moet zijn onverminderd de overgangsbepalingen bedoeld in Verordening (EEG) nr. 3773/89 van de Commissie van 14 december 1989 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor gedistilleerde dranken (2);

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Uitvoeringscomité voor gedistilleerde dranken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van artikel 1, lid 4, letter f, punt 1, onder a, van Verordening (EEG) nr. 1576/89, bedraagt de hoeveelheid moer die aan druivendraf mag worden toegevoegd voor de bereiding van druivendraf-eau-de-vie, hoogstens 25 kilogram per 100 kilogram druivendraf. De hoeveelheid alcohol die afkomstig is van moer mag niet groter zijn dan 35 % van de totale hoeveelheid alcohol in het eindprodukt.

Artikel 2

Voor de toepassing van artikel 1, lid 4, letter g, van Verordening (EEG) nr. 1576/89, is vruchtendraf-eau-de-vie de gedistilleerde drank die uitsluitend wordt verkregen door vergisting en distillatie tot minder dan 86 % vol van vruchtendraf, met uitzondering van druivendraf. Herdistillatie tot dit alcoholgehalte is toegestaan.

Het minimumgehalte aan vluchtige stoffen bedraagt 200 gram per hectoliter alcohol 100 % vol.

Het maximumgehalte aan methylalcohol bedraagt 1 500 gram per hectoliter alcohol 100 % vol.

Het maximumgehalte aan cyaanwaterstof bedraagt 10 gram per hectoliter alcohol 100 % vol voor vruchtendraf-eau-de-vie van steenvruchten.

De handelsbenaming is »draf-eau-de-vie" in combinatie met de naam van de betrokken vrucht. Als draf van verschillende soorten vruchten is gebruikt, moet de handelsbenaming »vruchtendraf-eau-de-vie" worden gehanteerd.

Artikel 3

Voor de toepassing van artikel 1, lid 4, letter i, punt 1, onder d, van Verordening (EEG) nr. 1576/89, mag de benaming »eau-de-vie" in combinatie met de naam van de gebruikte vrucht uitsluitend voor de volgende vruchtensoorten door de naam van de vrucht alleen worden vervangen:

- mirabellen (Prunus domestica L. var. syriaca)

- pruimen (Prunus domestica L.)

- kwetsen (Prunus domestica L.)

- aardbeiboomvruchten (Arbutus unedo L.)

- appelen van het ras Golden Delicious.

Wanneer een van deze benamingen moeilijk voor de eindverbruiker te begrijpen zou zijn, moet in de etikettering de term »eau-de-vie", eventueel aangevuld met een nadere verklaring, worden vermeld.

Artikel 4

De in artikel 1, lid 4, letter i, punt 2, van Verordening (EEG) nr. 1576/89, bedoelde gedistilleerde drank mag met »eau-de-vie" in combinatie met de naam van de gebruikte vrucht worden aangeduid, wanneer op het etiket wordt vermeld »verkregen door maceratie en distillatie".

De eerste alinea geldt voor gedistilleerde drank op basis van de volgende vruchten:

- bramen (Rubus fructicosus L.)

- aardbeien (Fragaria L.)

- blauwe bosbessen (Vaccinium myrtillus L.)

- frambozen (Rubus idaeus L.)

- aalbessen (Ribes vulgare Lam.)

- sleepruimen (Prunus spinosa L.)

- lijsterbessen (Sorbus domestica L.)

- peerlijsterbessen (Sorbus domestica L.)

- hulstbessen (Ilex cassine L.)

- elbessen (Sorbus torminalis L.)

- vlierbessen (Sambucus nigra L.)

- rozebottels (Rosa canina L.)

- zwarte bessen (Ribes nigrum L.).

Artikel 5

Voor de toepassing van artikel 1, lid 4, letter l, punt 1, van Verordening (EEG) nr. 1576/89, bedraagt de te gebruiken hoeveelheid vruchten minstens 5 kilogram per 20 liter alcohol 100 % vol.

Artikel 6

1. De afwijkingen in artikel 1, lid 4, letter i, punt 1, onder b, van Verordening (EEG) nr. 1576/89, betreffen het maximumgehalte aan methylalcohol van eau-de-vie van vruchten, dat op 1 500 gram per hectoliter alcohol 100 % vol wordt vastgesteld voor eau-de-vie die is geproduceerd door individuele fruittelers in distilleerderijen waarvan de totale jaarlijkse eau-de-vie-produktie niet groter is dan 500 hectoliter alcohol 100 % vol, en die afkomstig is van de volgende vruchten:

- pruimen (Prunus domestica L.)

- mirabellen (Prunus domestica L. var. syriaca)

- kwetsen (Prunus domestica L.)

- appelen (Malus domestica Borkh.)

- aardbeiboomvruchten (Arbutus unedo L.).

2. Lid 1 geldt tot en met 31 december 1992 eveneens voor eau-de-vie van peren (Pyrus Comunis), ongeacht de jaarlijkse produktie van de distilleerderijen.

Artikel 7

Voor de toepassing van artikel 1, lid 4, letter r, punt 1, van Verordening (EEG) nr. 1576/89, wordt het minimum suikergehalte verlaagd van 100 gram per liter

- tot 80 gram per liter voor gentiaanlikeur bij de bereiding waarvan uitsluitend gentiaan als aromatiserende stof is gebruikt;

- tot 70 gram per liter voor kersenlikeur waarvan de ethylalcohol uitsluitend bestaat uit kersen-eau-de-vie.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op 1 mei 1990.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 24 april 1990.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 160 van 12. 6. 1989, blz. 1.

(2) PB nr. L 365 van 15. 12. 1989, blz. 48.

Top