EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31988D0276

88/276/EEG: Beschikking van de Commissie van 21 april 1988 waarbij de Franse Republiek wordt gemachtigd om het in de handel brengen van zonnebloemzaad dat niet aan de eisen van Richtlijn 69/208/EEG van de Raad voldoet, tijdelijk toe te staan

OJ L 117, 5.5.1988, p. 30–30 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/05/1988

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1988/276/oj

31988D0276

88/276/EEG: Beschikking van de Commissie van 21 april 1988 waarbij de Franse Republiek wordt gemachtigd om het in de handel brengen van zonnebloemzaad dat niet aan de eisen van Richtlijn 69/208/EEG van de Raad voldoet, tijdelijk toe te staan

Publicatieblad Nr. L 117 van 05/05/1988 blz. 0030 - 0030


*****

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 21 april 1988

waarbij de Franse Republiek wordt gemachtigd om het in de handel brengen van zonnebloemzaad dat niet aan de eisen van Richtlijn 69/208/EEG van de Raad voldoet, tijdelijk toe te staan

(88/276/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 69/208/EEG van de Raad van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 87/480/EEG (2), en met name op artikel 16,

Gezien het door de Franse Republiek ingediende verzoek,

Overwegende dat in 1987 in Frankrijk onvoldoende zonnebloemzaad is geproduceerd van tegen Phomopsis-ziekte resistente rassen die zijn opgenomen in de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen of in de Franse nationale rassenlijst, en dat voldoet aan de eisen van Richtlijn 69/208/EEG;

Overwegende dat het niet mogelijk is om in die behoefte te voorzien met zaaizaad uit andere Lid-Staten of uit derde landen dat aan alle in bovengenoemde richtlijn vastgestelde eisen voldoet;

Overwegende dat de Franse Republiek derhalve moet worden gemachtigd om tot en met 31 mei 1988 toe te staan dat gecertificeerd zaad in de handel wordt gebracht van rassen van bovengenoemde soort die niet in de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen of in de rassenlijst van die Lid-Staat zijn opgenomen;

Overwegende dat ook andere Lid-Staten die dergelijk zaad dat niet aan de eisen van bovengenoemde richtlijn voldoet, aan Frankrijk kunnen leveren, moeten worden gemachtigd om dat zaad in de handel te laten brengen voor zover het uitsluitend voor Frankrijk is bestemd;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De Franse Republiek wordt hierbij gemachtigd om tot en met 31 mei 1988 op zijn grondgebied de verhandeling toe te staan van ten hoogste 200 ton zonnebloemzaad (Helianthus annuus L.) van de categorie »gecertificeerd zaad" van rassen die resistent zijn tegen Phomopsis-ziekte en die noch in de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen noch in de nationale rassenlijst van die Lid-Staat zijn opgenomen. Op het officiële etiket moet de vermelding »Uitsluitend bestemd voor Frankrijk" worden aangebracht.

Artikel 2

De andere Lid-Staten worden gemachtigd om, onder de in artikel 1 vastgestelde voorwaarden, toe te staan dat op hun grondgebied ten hoogste 200 ton zonnebloemzaad in de handel wordt gebracht, voor zover dat zaad uitsluitend bestemd is voor Frankrijk. Op het officiële etiket moet de vermelding »Uitsluitend bestemd voor Frankrijk" worden aangebracht.

Artikel 3

De Lid-Staten stellen de Commissie vóór 31 juli 1988 in kennis van de hoeveelheden zaaizaad die op grond van deze beschikking op hun grondgebied in de handel zijn gebracht. De Commissie deelt deze gegevens mee aan de andere Lid-Staten.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 21 april 1988.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 169 van 10. 7. 1969, blz. 3.

(2) PB nr. L 273 van 26. 9. 1987, blz. 43.

Top