EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31987R2658

Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

OJ L 256, 7.9.1987, p. 1–675 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
Special edition in Finnish: Chapter 11 Volume 013 P. 22 - 26
Special edition in Swedish: Chapter 11 Volume 013 P. 22 - 26
Special edition in Czech: Chapter 02 Volume 002 P. 382 - 386
Special edition in Estonian: Chapter 02 Volume 002 P. 382 - 386
Special edition in Latvian: Chapter 02 Volume 002 P. 382 - 386
Special edition in Lithuanian: Chapter 02 Volume 002 P. 382 - 386
Special edition in Hungarian Chapter 02 Volume 002 P. 382 - 386
Special edition in Maltese: Chapter 02 Volume 002 P. 382 - 386
Special edition in Polish: Chapter 02 Volume 002 P. 382 - 386
Special edition in Slovak: Chapter 02 Volume 002 P. 382 - 386
Special edition in Slovene: Chapter 02 Volume 002 P. 382 - 386
Special edition in Bulgarian: Chapter 02 Volume 004 P. 3 - 7
Special edition in Romanian: Chapter 02 Volume 004 P. 3 - 7
Special edition in Croatian: Chapter 02 Volume 012 P. 3 - 7

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/01/2024

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1987/2658/oj

31987R2658

Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

Publicatieblad Nr. L 256 van 07/09/1987 blz. 0001 - 0675
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 13 blz. 0022
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 13 blz. 0022


I (Besluiten waarvan de publikatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EEG) Nr. 2658/87 VAN DE RAAD van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief - en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 28, 43, 113 en 235, Gelet op de Akte betreffende de toetreding van Spanje en Portugal, Gezien het voorstel van de Commissie (1), Gezien het advies van het Europese Parlement (2), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3), Overwegende dat de Europese Economische Gemeenschap gegrondvest is op een douane -unie welke het gebruik van een gemeenschappelijk douanetarief inhoudt; Overwegende dat het verzamelen en uitwisselen van gegevens betreffende de statistieken van de buitenlandse handel van de Gemeenschap het best kan worden bereikt door gebruik te maken van een gecombineerde nomenclatuur, die in de plaats treedt van de huidige nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief en van die van de NIMEXE, ten einde tegelijkertijd aan de vereisten op tarief - en statistiekgebied te voldoen; Overwegende dat de Gemeenschap het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, het zogenaamde geharmoniseerde systeem", heeft ondertekend, dat bestemd is om het Verdrag van 15 december 1950 inzake de nomenclatuur voor de indeling van goederen in de douanetarieven te ver - vangen; dat voornoemde gecombineerde nomenclatuur derhalve op basis van het geharmoniseerde systeem dient te worden opgesteld; Overwegende dat het dienstig is de Lid -Staten toe te staan nationale statistische onderverdelingen vast te stellen; Overwegende dat in het kader van de gecombineerde nomenclatuur met bepaalde specifieke communautaire voorschriften geen rekening kan worden gehouden; dat het derhalve noodzakelijk is aanvullende communautaire onderverdelingen te creëren en deze in een geïntegreerd tarief van de Europese Gemeenschappen (Taric) op te nemen; dat een efficiënt beheer van Taric een onmiddellijke bijwerking door middel van een geschikt systeem vereist; dat het derhalve noodzakelijk is dat de Commissie wordt gemachtigd zelf het Taric te beheren; Overwegende dat voor Spanje en Portugal het Taric -schema niet op dezelfde wijze kan worden gebruikt als voor de andere Lid -Staten wegens de in de Toetredingsakte vervatte overgangsmaatregelen op tariefgebied; dat het daarom dienstig is te bepalen dat deze beide Lid -Staten het Taric tijdens de toepassingsperiodes van die overgangsmaatregelen niet behoeven toe te passen; Overwegende dat dient te worden bepaald dat de Lid -Staten op basis van de Taric -onderverdelingen aanvullende onderverdelingen mogen invoegen om in nationale behoeften te voorzien; dat deze onderverdelingen dienen te worden geïdentificeerd door specifieke codenummers overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2793/86 van de Commissie van 22 juli 1986 tot vaststelling van de codes welke dienen te worden gebruikt voor de bij de Verordeningen (EEG) nr. 678/85, (EEG) nr. 1900/85 en (EEG) nr. 222/77 voorgeschreven formulieren (X); Overwegende dat het onontbeerlijk is dat de gecombineerde nomenclatuur en iedere andere nomenclatuur die de gecombineerde nomenclatuur geheel of gedeeltelijk, of met toevoeging van onderverdelingen overneemt, uniform door alle Lid -Staten worden toegepast; dat daartoe strekkende bepalingen op communautair vlak moeten kunnen worden vastgesteld; dat overigens overeenkomstig Besluit 86/98/EGKS (1) de bestaande communautaire bepalingen die ertoe strekken een uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te waarborgen, van toepassing zijn op de produkten die onder het EGKS -Verdrag vallen; Overwegende dat voor het opstellen en het toepassen van deze bepalingen een nauwe samenwerking tussen de Lid -Staten en de Commissie vereist is; dat de tenuitvoerlegging van deze bepalingen snel dient te geschieden, gezien de ernstige economische gevolgen die vertraging ter zake teweeg zou kunnen brengen; Overwegende dat, ten einde de uniforme toepassing van de gecombineerde nomenclatuur te waarborgen, de Commissie dient te worden bijgestaan door een comité dat verantwoordelijk is voor alle vraagstukken in verband met voornoemde nomenclatuur, het Taric en elke andere nomenclatuur die op de gecombineerde nomenclatuur is gebaseerd; dat die comité zo spoedig mogelijk vóór het tijdstip waarop de gecombineerde nomenclatuur van toepassing wordt, moet kunnen werken; Overwegende dat om de draagwijdte van de gecombineerde nomenclatuur te bepalen, dient te worden voorzien in inleidende bepalingen, aanvullende aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken evenals in passende voetnoten; Overwegende dat het gemeenschappelijk douanetarief niet enkel bestaat uit de conventionele en autonome invoerrechten en de daarop betrekking hebbende heffingselementen die in bijlage I van de onderhavige verordening op basis van de gecombineerde nomenclatuur zijn vastgesteld, maar eveneens uit de tariefmaatregelen in het Taric en in andere communautaire bepalingen; Overwegende dat bij het vaststellen van de conventionele invoerrechten met de GATT -onderhandelingen rekening dient te worden gehouden; Overwegende dat de overgang van de oude nomenclatuur naar de gecombineerde nomenclatuur tot moeilijkheden kan leiden wat de toepassing van de oorsprongsregels betreffende sommige preferentiële regelingen aangaat, met name in het geval dat het betrokken derde land niet bij het geharmoniseerde systeem is aangesloten; dat het daarom nodig is om in passende maatregelen te voorzien om deze moeilijkheden te kunnen ondervangen; Overwegende dat, hoewel de nomenclatuur en de invoerrechten met betrekking tot produkten die onder de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen, geen deel van het gemeenschappelijk douanetarief uitmaken, het niettemin dienstig is in deze verordening de conventionele invoerrechten betreffende deze produkten ter informatie op te nemen; Overwegende dat ingevolge de invoering van de gecombineerde nomenclatuur talrijke communautaire besluiten, inzonderheid op het gebied van de gemeenschappelijke landbouwpolitiek, moeten worden aangepast om met het gebruik ervan rekening te houden; dat deze aanpassingen over het algemeen geen inhoudelijke wijzigingen meebrengen; dat het uit een oogpunt van vereenvoudiging dienstig is dat de Commissie rechtstreeks de nodige technische wijzigingen in de betrokken besluiten kan aanbrengen; Overwegende dat de inwerkingtreding van deze verordening de intrekking met zich brengt van Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad van 28 juni 1968 betreffende het gemeenschappelijk douanetarief (2) en van Verordening (EEG) nr. 97/69 van de Raad van 16 januari 1969 betreffende de maatregelen die moeten worden getroffen voor de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2055/84 (X),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 1. Er wordt een goederennomenclatuur ingesteld, hierna gecombineerde nomenclatuur" of, afgekort, GN" te noemen, die zowel aan de vereisten van het gemeenschappelijk douanetarief als aan die van de statistieken van de buitenlandse handel van de Gemeenschap voldoet. 2. De gecombineerde nomenclatuur omvat: a) de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem; b)de communautaire onderverdelingen van deze nomenclatuur, die GN -onderverdelingen" worden genoemd wanneer daarnaast een invoerrecht wordt vermeld; c)de inleidende bepalingen, aanvullende aantekeningen op afdelingen of op hoofdstukken en de voetnoten met betrekking tot de GN -onderverdelingen. 3. De gecombineerde nomenclatuur is in bijlage I opgenomen. In die bijlage zijn tevens de autonome en conventionele invoerrechten van het gemeeschappelijk douanetarief, de bijzondere statistische maatstaven alsmede de andere vereiste elementen vastgesteld. Artikel 2 De Commissie stelt op basis van de gecombineerde nomenclatuur een geïntegreerd tarief van de Europese Gemeenschappen, hierna Taric" te noemen, op. Hierin worden met name opgenomen: a) aanvullende communautaire onderverdelingen, hierna Taric -onderverdelingen" te noemen, die nodig zijn voor het omschrijven van de goederen die aan de in bijlage II opgenomen specifieke communautaire maatregelen zijn onderworpen; b)de douanerechten en de andere heffingselementen; c)de in artikel 3, leden 3 en 4, bedoelde codenummers; d)elk ander gegeven dat voor de toepassing of het beheer van de betrokken communautaire maatregelen vereist is. Artikel 3 1. Elke GN -onderverdeling is voorzien van een uit acht cijfers bestaand codenummer: a) de eerste zes cijfers vormen de codenummers van de posten en van de onderverdelingen van de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem; b)het zevende en het achtste cijfer dienen ter identificatie van de GN -onderverdelingen. Als een post of onderverdeling van een post van het geharmoniseerde systeem voor Gemeenschapsdoeleinden niet verder is onderverdeeld, wordt in plaats van het zevende en achtste cijfer 00" gebruikt. 2. Het negende cijfer is gereserveerd voor gebruik door de Lid -Staten voor nationale statistische onderverdelingen die overeenkomstig arikel 5, lid 3, dienen te worden vastgesteld. 3. De Taric -onderverdelingen worden geïdentificeerd door een tiende en een elfde cijfer, die samen met de in lid 1 bedoelde codenummers de Taric -codenummers vormen. Bij ontbreken van een communautaire onderverdeling wordt in plaats van het tiende en elfde cijfer 00" gebruikt. 4. Bij wijze van uitzondering kan voor de toepassing van specifieke communautaire voorschriften die niet of niet geheel door het tiende en het elfde cijfer worden gedekt, een aanvullende Taric -code van vier cijfers worden gebruikt. Artikel 4 1. De gecombineerde nomenclatuur met de invoerrechten en de andere daarop betrekking hebbende heffingselementen, alsmede in het Taric of in andere Gemeenschapsregelingen opgenomen tariefmaatregelen, vormen het gemeenschappelijk douanetarief als bedoeld in artikel 9 van het Verdrag, dat bij invoer van goederen in de Gemeenschap wordt toegepast. 2. De combineerde nomenclatuur samen met de codenummers en, waar vereist, de bijzondere statistische maatstaven daarvoor, worden door de Gemeenschap en de Lid -Staten voor de statistieken van de buitenlandse handel van de Gemeenschap gebruikt. Artikel 5 1. Het Taric wordt door de Commissie en door de Lid -Staten gebruikt voor de toepassing van de maatregelen van de Gemeenschap betreffende de invoer en, indien nodig, de uitvoer alsmede betreffende de handel tussen de Lid -Staten. 2. Taric -codenummers worden gebruikt bij de invoer van alle bij de desbetreffende onderverdelingen bedoelde goederen. De codenummers worden, indien nodig, ook gebruikt bij uitvoer en bij de handel tussen de Lid -Staten. 3. De Lid -Staten mogen, op basis van de GN -onderverdelingen, onderverdelingen vaststellen voor nationale statistische doeleinden en, op basis van de Taric -onderverdelingen, bijkomende onderverdelingen voor andere nationale doeleinden. Ter identificatie van deze onderverdelingen kennen zij codenummers toe overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2793/86. 4. De Lid -Staten die onderverdelingen vaststellen voor andere nationale doeleinden dan statistische mogen, indien zij de Commissie daarvan op de hoogte stellen, het gebruik van de Taric -onderverdelingen en het daarmee overeenkomende tiende en elfde cijfer tot uiterlijk 31 december 1989 uitstellen. Artikel 6 De Commissie draagt zorg voor het beheer en de publikatie van het Taric. Zij stelt de nodige bepalingen voor de toepassing ervan vast met het oog op: a) het integreren in het Taric van de in bijlage II opgenomen maatregelen; b)het toekennen van een Taric -codenummer; c) het bijwerken van het Taric; d)het onverwijld mededelen aan de Lid -Staten van wijzigingen in de Taric -onderverdelingen en in de numerieke codes. Artikel 7 1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité inzake tarief - en statistieknomenclatuur, Comité nomenclatuur" genaamd en hierna comité" genoemd, bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid -Staten en voorgezeten door de vertegenwoordigen van de Commissie. 2. Het comité stelt zijn reglement van orde vast. Artikel 8 Het comité kan elk vraagstuk bespreken dat door zijn voorzitter, op diens initiatief of op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid -Staat, aan de orde wordt gesteld betreffende: a) de gecombineerde nomenclatuur; b)de Taric -nomenclatuur en elke andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk, of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke communautaire voorschriften is vastgesteld voor de toepassing van tarief - of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer. Artikel 9 1. De maatregelen betreffende de hierna volgende onderwerpen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 10: a) de toepassing van de gecombineerde nomenclatuur en het Taric, met name met betrekking tot: - de indeling van goederen in de nomenclaturen bedoeld in artikel 8, -de toelichtingen; b)wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur voortvloeiende uit wijzigingen van de behoeften op statistisch of op handelspolitiek gebied; c)wijzigingen van bijlage II; d)wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur en aanpassingen van de tarieven overeenkomstig door de Raad of de Commissie genomen besluiten; e)wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur, ter aanpassing aan de gevolgen van ontwikkelingen op technologisch of handelsgebied, of ter aanpassing aan andere teksten en ter verduidelijking van teksten; f)wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur voortvloeiende uit wijzigingen in de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem; g)vraagstukken inzake de toepassing, het functioneren en het beheer van het geharmoniseerde systeem, die bestemd zijn te worden besproken in het kader van de Internationale Douaneraad. 2. De uit hoofde van lid 1 vastgestelde bepalingen mogen geen wijziging inhouden van: - de hoogte van de douanerechten, -de landbouwheffingen, de restituties of de andere bedragen die van toepassing zijn in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid of van de specifieke regelingen betreffende bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen, -overeenkomstig communautaire bepalingen vastgestelde kwantitatieve beperkingen, -de in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid vastgestelde nomenclaturen. 3. De wijzigingen van GN -onderverdelingen worden, indien noodzakelijk, onmiddellijk als Taric -onderverdelingen opgenomen. Zij worden slechts onder de in artikel 12 bedoelde voorwaarden in de GN opgenomen. Artikel 10 1. De vertegenwoordiger van de Commissie legt aan het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan bepalen naar gelang van de urgentie van de materie. Het advies wordt uitgebracht met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemmingen in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid -Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel. 2. De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk toepasselijk zijn. Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het advies dat het comité heeft uitgebracht, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. De Commissie stelt in dat geval de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten drie maanden uit na deze kennisgeving. 3. De Raad kan met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen binnen de in lid 2 genoemde termijn een andersluidend besluit nemen. Artikel 11 1. In alle gevallen waarin communautaire bepalingen de invoer van goederen met toepassing van een gunstige tariefregeling uit hoofde van de aard of bijzondere bestemming van de goederen aan voorwaarden onderwerpen, kunnen deze voorwaarden worden vastgesteld volgens de in de artikel 10 bedoelde procedure. 2. Voor de toepassing van lid 1 wordt onder gunstige tariefregeling" verstaan iedere verlaging of schorsing, ook in het kader van een tariefcontingent, van zowel een douanerecht als een heffing van gelijke werking of een landbouwheffing of andere belasting bij invoer, vastgesteld in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid of in het kader van de specifieke regelingen voor bepaalde, door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen. Artikel 12 De Commissie stelt jaarlijks bij verordening een volledige versie vast van de gecombineerde nomenclatuur, met de daarbij behorende tarieven van invoerrechten van het gemeenschappelijk douanetarief zoals die voortvloeit uit door de Raad of door de Commissie vastgestelde bepalingen. Voornoemde verordening wordt uiterlijk op 31 oktober in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakt en is met ingang van 1 januari van het daaropvolgende jaar van toepassing. Artikel 13 Het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek worden gemachtigd om het Taric niet toe te passen tot aan het einde van de in de Toetredingsakte voorziene periodes van toepassing voor de overgangsmaatregelen op tariefgebied. Artikel 14 Indien een tariefpreferentie wordt toegestaan op basis van oorsprongsregels, gebaseerd op de op 31 december 1987 geldende nomenclatuur van de Internationale Douaneraad, blijven deze regels overeenkomstig de Gemeenschapsbesluiten die op die datum van kracht zijn, van toepassing. Artikel 15 1. De codes en de goederenomschrijvingen, opgesteld op basis van de gecombineerde nomenclatuur, vervangen die welke zijn opgesteld op basis van de nomenclaturen van het gemeenschappelijk douanetarief en van de NIMEXE, onverminderd de door de Gemeenschap vóór de inwerkingtreding van de onderhavige verordening gesloten internationale overeenkomsten alsmede de voor de toepassing daarvan genomen besluiten die verwijzen naar genoemde nomenclaturen. De Gemeenschapsbesluiten waarin de tarief - of statistieknomenclaturen zijn vervat, worden door de Commissie dienovereenkomstig gewijzigd. 2. Verwijzingen naar de NIMEXE in de onderscheiden Gemeenschapsbesluiten gelden als verwijzingen naar de gecombineerde nomenclatuur. Artikel 16 De Verordeningen (EEG) nr. 950/68 en (EEG) nr. 97/69 worden ingetrokken. Artikel 17 Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. De artikelen 1 tot en met 5 en 12 tot en met 16 zijn eerst van toepassing met ingang van 1 januari 1988.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid -Staat. Gedaan te Brussel, 23 juli 1987. Voor de Raad De Voorzitter K.E. TYGESEN

(1) PB nr. C 154 van 12. 6. 1987, blz. 6.

(2) PB nr. C 190 van 20. 7. 1987.

(3) Advies uitgebracht op 1 juli 1987 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

(X) PB nr. L 263 van 15. 9. 1986, blz. 74.

(1) PB nr. L 81 van 26. 3. 1986, blz. 29.

(2) PB nr. L 172 van 22. 7. 1968, blz. 1.

(3) PB nr. L 14 van 21. 1. 1969, blz. 1.

(X) PB nr. L 191 van 19. 7. 1984, blz. 1.

Top