EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 42023Y0526(01)

Resolutie van de Raad en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over de resultaten van de 9e cyclus van de EU-jongerendialoog 2023/C 185/04

ST/9134/2023/INIT

OJ C 185, 26.5.2023, p. 4–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

26.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 185/4


Resolutie van de Raad en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over de resultaten van de 9e cyclus van de EU-jongerendialoog

(2023/C 185/04)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

HERINNEREND AAN HET VOLGENDE:

1.

Deze resolutie moet ervoor zorgen dat de belanghebbenden op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau de resultaten van de 9e cyclus van de EU-jongerendialoog (EUJD) erkennen en volgen, en moet de kwaliteit en continuïteit van de uitvoering van de EUJD en de resultaten ervan waarborgen. Dit document moet ook helpen de EUJD transparanter te maken en bevat feedback over de werkzaamheden die in de 9e cyclus en eerdere cycli zijn verricht.

2.

De resolutie bouwt voort op de resolutie over de EU-strategie voor jongeren 2019-2027 (1) en de jongerendoelstellingen ervan, alsook op bijlage I bij de resolutie tot vaststelling van richtsnoeren over de governance van de EUJD en op de resultaten van de eerdere EUJD-cycli. In de EU-strategie voor jongeren wordt opgeroepen tot een grotere betrokkenheid van jongeren bij de dialoog met beleidsmakers, en tot overleg met jongeren van verschillende achtergronden en sociale groepen.

3.

In Besluit (EU) 2021/2316 van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 2021 over een Europees Jaar van de Jeugd (2022) (hierna “EJJ”) wordt benadrukt dat jongeren kansen moeten krijgen voor een groenere, digitalere en inclusievere toekomst.

4.

De EUJD is een instrument voor jongerenparticipatie in de EU. Het biedt een forum voor permanente gezamenlijke reflectie en voor overleg over de prioriteiten, de uitvoering en de opvolging van samenwerking op EU-niveau op het gebied van jongeren tussen beleidsmakers, jongeren en hun vertegenwoordigende organisaties, en onderzoekers. De EUJD maakt een permanent partnerschap mogelijk voor de governance van het proces op lokaal, regionaal en Europees niveau.

5.

De resultaten van de 9e EUJD-cyclus zijn gebaseerd op de drie EU-jongerenconferenties die tijdens deze cyclus hebben plaatsgevonden, op feedback van nationale en Europese kwalitatieve raadplegingen en evenementen tijdens de dialoogfase, en op de resultaten van de uitvoeringsfase in de lidstaten en op Europees niveau. Deze resultaten helpen de sectoroverschrijdende uitvoering van jongerendoelstelling 10 “een duurzaam groen Europa” en jongerendoelstelling 3 “inclusieve samenlevingen” op verschillende niveaus te coördineren onder het thema “Samen voor een duurzaam en inclusief Europa”.

6.

De COVID-19-pandemie was een zware klap (2) voor de participatie van jongeren en heeft voor meer ongelijkheid gezorgd tussen groepen jongeren. Daarnaast hebben de aanvalsoorlog van de Russische Federatie tegen Oekraïne en de daaruit volgende energiecrisis, toegenomen migratie en wereldwijde inflatie ernstige gevolgen voor jongeren en gemeenschappen in Europa. Deze crises hebben nog duidelijker gemaakt dat kansarmere jongeren minder toegang hebben tot mensenrechten en met name sociale rechten dan jongeren met meer kansen.

7.

Tijdens de 8e cyclus zijn de Europese Commissie en de lidstaten verzocht

te zorgen voor een beter institutioneel geheugen voor de lange termijn en meer continuïteit tussen de werkzaamheden voor de verschillende EUJD-cycli;

op te roepen tot regelmatige, door jongeren geleide en voldoende ondersteunde uitwisselingen en coördinatie tussen de voorzitterschapstrio's, de Commissie en het nog te organiseren Europees Jeugdforum, en tot de openbaarmaking van de documentatie van de Europese stuurgroep op de Europese Jongerensite;

jongeren en jongerenorganisaties die betrokken zijn bij alle fasen van de EUJD voortdurend feedback te geven, zodat er sprake is van een zinvolle dialoog en jongerenparticipatie op alle niveaus;

de EUJD te prioriteren en er zichtbaarheid aan te geven bij evenementen op nationaal en EU-niveau, en de participatie van jongeren in besluitvormingsprocessen op alle niveaus te bevorderen.

8.

In de EUJD-toolkit voor de 9e cyclus vonden de nationale werkgroepen alle nodige middelen om gegevens te verzamelen over de plannen die zij voor de cyclus hebben opgesteld, en over voorbeelden van goede praktijken die zij hebben vastgesteld op de vijf belangrijkste gebieden, te weten:

a)

voorlichting en opleiding;

b)

actie en empowerment;

c)

bestuur;

d)

mobiliteit en solidariteit;

e)

toegang tot infrastructuur.

Hierbij werd de mening van jongeren gepeild en werden werkmethoden en beste praktijken opgesteld om de 9e cyclus van de EUJD vlotter te laten verlopen.

ZICH BEWUST VAN HET VOLGENDE:

9.

De EUJD stoelt op het leiderschap en de gedeelde verantwoordelijkheid van de nationale werkgroepen, die – wanneer dat mogelijk is – worden gecoördineerd door de nationale jeugdraden. Hierdoor kunnen jongeren met uiteenlopende achtergronden aan de dialoog deelnemen en worden verschillende nationale, regionale en lokale belanghebbenden bij het proces betrokken.

10.

De internationale niet-gouvernementele jongerenorganisaties (INGJO’s) spelen dan weer een belangrijke rol omdat zij de beleidsdialoog verrijken met een waaier aan invalshoeken uit heel Europa en een hoogwaardige bijdrage leveren aan de grensoverschrijdende dimensie van de EUJD.

ZIJN DE VOLGENDE MENING TOEGEDAAN:

11.

De nationale werkgroepen en de INGJO’s hebben uiteenlopende methoden gehanteerd, zoals online en offline dialogen en rondetafelgesprekken, peilingen op sociale media, en gerichte activiteiten met kansarmere jongeren.

12.

Een belangrijk aspect van de uitvoering van de 9e EUJD-cyclus was dat jongeren en jongerenorganisaties een centrale rol kregen toebedeeld bij het ontwerp, de planning, de uitvoering, de monitoring, de evaluatie en de follow-up van de cyclus en de bijbehorende activiteiten, bijvoorbeeld door de nationale jeugdraden van de voorzitterschappen het recht te geven de Europese stuurgroep gezamenlijk voor te zitten.

NEMEN NOTA VAN DE VOLGENDE AANBEVELINGEN VAN DE EU-JONGERENCONFERENTIE (3):

13.

Aanbeveling voor subthema 1 over voorlichting en opleiding: “Wij verzoeken de lidstaten te zorgen voor gelijke toegang tot gebruikersvriendelijke informatie over duurzaamheid en klimaatverandering via inclusief en mondigmakend niet-formeel en formeel onderwijs waarbij intergenerationeel dialogeren en leren wordt bevorderd.”

14.

Aanbeveling voor subthema 2 over actie en empowerment: “Wij dringen er bij de lidstaten op aan te voorzien in onafhankelijke adviesorganen op lokaal niveau (bv. jeugdraden) die bestaan uit jongeren die door jongeren worden geselecteerd, met bijzondere intersectionele aandacht voor kansarmere jongeren op basis van een duurzame aanpak.”

15.

Aanbeveling voor subthema 3 over bestuur: “Wij bevelen aan wetgeving op te stellen die verantwoordingsplicht en transparantie waarborgt bij beleidsvormingsprocessen op het gebied van milieu en duurzame ontwikkeling, en die participatie- en evaluatiemechanismen ondersteunt die dit op lokaal, regionaal en Europees niveau mogelijk maken (bv. jongerenorganisaties, jongerentoetsing).”

16.

Aanbeveling voor subthema 4 over mobiliteit en solidariteit: “Wij dringen er bij de Europese Commissie en de lidstaten op aan actieplannen voor de sector van het formele onderwijs en de arbeidsmarkt op te stellen om te waarborgen dat bij vrijwilligers- en leermobiliteit opgedane ervaring en sleutelcompetenties formeel worden erkend.”

17.

Aanbeveling voor subthema 5 over toegang tot infrastructuur: “Wij bevelen de Europese Commissie en de lidstaten aan een betaalbaar en toegankelijk “klimaatticket voor jongeren” aan te bieden, als universeel multimodaal vervoersbewijs voor het openbaar vervoer op regionaal, nationaal en internationaal niveau, en wij bevelen de Europese Commissie aan de lidstaten te steunen bij het bevorderen van duurzame vormen van openbaar vervoer.”

ERKENNEN HET VOLGENDE:

18.

De deelnemers aan de EU-jongerenconferentie hebben er nadrukkelijk op gewezen dat de EUJD in al zijn aspecten inclusiever en diverser moet worden gemaakt en dat de verschillende groepen jongeren nauwer moeten worden betrokken, onder meer via een communicatiestrategie op lange termijn met bijvoorbeeld een gemeenschappelijk logo, wijdverbreide bekendmaking van de resultaten, en toegankelijke en op jongeren afgestemde informatie, zodat niet alleen de delegaties van de conferentie en de kerndeelnemers aan de EUJD worden bereikt.

19.

De deelnemers hebben ook benadrukt dat doeltreffende sectoroverschrijdende samenwerking op nationaal en EU-niveau belangrijk is om de resultaten van de EUJD ook buiten het jeugdbeleid toe te passen zodat niet alleen de jeugdsector erbij gebaat is. Daarnaast is erop gewezen dat de lidstaten en de nationale werkgroepen een cruciale rol spelen bij het systematisch monitoren en terugkoppelen om het proces intern transparanter te maken.

ZIJN INGENOMEN MET:

20.

Het besluit over een Europees jaar van de Jeugd (2022) (4), dat de aandacht vestigt op jongeren en op hun belangrijke rol in de samenleving en dat de jonge generatie, die het zwaarst heeft geleden onder de COVID-19-pandemie, mondig moet maken en haar weer vertrouwen moet geven.

21.

De ontwikkeling van de Europese Jongerensite en de geconsolideerde rol ervan als centraal platform voor de EUJD en daarmee verband houdende documenten, als bijdrage om het institutionele geheugen tussen cycli te waarborgen.

22.

De conclusies van de Raad over het bevorderen van het engagement van jongeren als drijvende kracht van verandering ter bescherming van het milieu, met name de nadruk die hierin wordt gelegd op het ondersteunen van jongeren in hun klimaatengagement en hun rol in de voortdurende ontwikkeling van de samenleving als geheel.

23.

De conclusies van de Raad over het stimuleren van de intergenerationele dimensie in jeugdzaken om de dialoog en de sociale samenhang te bevorderen, waarin met name wordt gewezen op de voordelen van het samenbrengen van de ervaring en competenties van verschillende generaties bij het opbouwen van vreedzame en hechte samenlevingen.

24.

De nadruk die in de 8e EUJD-cyclus is gelegd op jongerendoelstelling nr. 9 “ruimte en participatie voor iedereen”, en het participatieproces dat heeft geleid tot de goedkeuring van de conclusies van de Raad over het versterken van meerlagig bestuur bij het bevorderen van de participatie van jongeren aan besluitvormingsprocessen en van die over het behoud van bestaande en het creëren van nieuwe publieke ruimtes voor jongeren die hun zinvolle participatie in de maatschappij mogelijk maken.

25.

De actieve deelname van jongeren en van de nationale werkgroepen aan de 9e EUJD-cyclus; de betrokkenheid van jongerenorganisaties bij diverse evenementen om feedback te geven in de loop van de cyclus en bij de uitvoering van het EJJ; en de deelname van jongeren aan de informele bijeenkomst van de ministers van Onderwijs en Jeugdzaken in Straatsburg, aan het seminar over de deelname van jongeren aan het Europese project in Straatsburg, en aan de conferentie “Claim the Future” in Brussel, waarop werd teruggekomen op de verwezenlijkingen van het EJJ en werd nagedacht over manieren om de resultaten ervan te bestendigen.

VERZOEKEN DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE, IN LIJN MET HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL EN BINNEN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN, HET VOLGENDE TE DOEN:

26.

Waar passend rekening houden met de in de punten 13 tot en met 17 geformuleerde aanbevelingen bij het uitvoeren en evalueren van de beleidsrespons met betrekking tot de subthema’s 1 tot en met 5 van de 9e EUJD-cyclus.

27.

Rekening houden met de resultaten van de 9e EUJD-cyclus bij het uitvoeren en evalueren van het huidige jongerenbeleid en bij het ontwerpen van jongerenbeleid voor de toekomst, en dit beleid afstemmen op al het overige beleid dat jongeren aangaat. Verdere manieren onderzoeken om de Europese jongerendoelstellingen nr. 10 en nr. 3 en de subdoelstellingen ervan te verwezenlijken.

28.

Door jongeren geïnitieerde en geleide acties en programma’s op het gebied van duurzame ontwikkeling, in het bijzonder die ter bestrijding van de klimaatverandering en ter bevordering van inclusie, aanmoedigen, erkennen en zo nodig financieel ondersteunen, zodat zij in de samenleving als geheel de drijvende kracht achter verandering kunnen zijn.

29.

De EUJD versterken en verbeteren door rekening te houden met de beste praktijken van de 9e EUJD-cyclus en de beginselen die als leidraad dienden voor de uitvoering ervan, en deze waar mogelijk toe te passen, met name door jongeren en jongerenorganisaties centraal te stellen in het proces en ervoor te zorgen dat de EUJD een door jongeren geleid proces is waarbij jongeren en beleidsmakers een constructieve, oplossingsgerichte dialoog voeren.

30.

De nationale jeugdraden als belangrijkste belanghebbenden in de nationale werkgroepen waar nodig de mogelijkheden bieden om de EUJD op nationaal niveau te coördineren en te voeren.

31.

De betrokken partijen oproepen om de nationale jeugdraden stabiele administratieve en financiële ondersteuning en de nodige hulpmiddelen te bieden om in voorkomend geval de Europese stuurgroep gezamenlijk voor te zitten zodat zij tijdens het voorzitterschap van hun lidstaat een voortrekkersrol kunnen spelen in de EUJD, met name via het hoofdstuk over jongeren van het Erasmus+-programma in overeenstemming met de rechtsgrond ervan en met het Financieel Reglement van de EU.

32.

Jongeren, jongerenorganisaties en andere belanghebbenden op het gebied van jeugdzaken aanmoedigen om meer gebruik te maken van de financieringsmogelijkheden in het hoofdstuk over jongeren van het Erasmus+-programma teneinde de jongerenparticipatie en -dialogen op lokaal, regionaal en nationaal niveau te versterken en beter af te stemmen op de EUJD.

33.

Erkennen dat de betrokkenheid bij en de bijdrage aan de EUJD van INGJO’s belangrijk zijn om de dialoog een duidelijke Europese dimensie te geven, en waar nodig de juiste omstandigheden creëren voor hun actieve deelname aan en betrokkenheid bij de EUJD.

34.

De werkzaamheden voortzetten die tijdens het EJJ op alle niveaus zijn verricht om de zichtbaarheid van de EUJD tijdens evenementen op lokaal, regionaal, nationaal en EU-niveau te prioriteren en te vergroten, en inclusieve jongerenparticipatie in besluitvormingsprocessen op alle niveaus te bevorderen en daarbij de beste praktijken voor de inclusie van jongeren hanteren.

35.

Op Europees niveau zorgen voor een communicatiestrategie op lange termijn om de EUJD op een op jongeren afgestemde manier meer bekendheid te verlenen en, indien dat nodig is, de nationale werkgroepen extra ondersteunen om hun communicatie rond de EUJD te verbeteren. De communicatiestrategie wordt bij voorkeur opgesteld onder gezamenlijke leiding van jongerenorganisaties, met een gemeenschappelijk EUJD-logo voor alle EUJD-acties op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau.

36.

Toereikende maatregelen nemen om zinvolle jongerenparticipatie op alle relevante beleidsterreinen mogelijk te maken, in overeenstemming met de activiteiten die tijdens het EJJ zijn verricht, teneinde op al deze terreinen een jongerenperspectief te bevorderen. Het jeugdbeleid moet bruggen slaan naar andere beleidsterreinen zodat de stem van kinderen en jongeren luider klinkt en er meer rekening mee wordt gehouden in andere sectoren.

37.

De monitoring van en de feedback over de resultaten van de EUJD verder ontwikkelen om de transparantie te vergroten en om zinvolle jongerenparticipatie te waarborgen in alle onderdelen en fasen van de besluitvormingsprocessen.

38.

Ondersteuning en gerichte middelen en methoden bieden om jongeren die doorgaans niet bij de EUJD betrokken zijn, ook kansarmere jongeren, te bereiken en voor te bereiden. Deze kunnen per geval worden afgestemd op de behoeften van specifieke groepen. Doel is eenvoudige communicatie-instrumenten ter beschikking te stellen om de EUJD en de rol van de Europese instellingen op een op jongeren afgestemde wijze toe te lichten, en de nodige ondersteuning te bieden tijdens het proces.

39.

In voorkomend geval op lokaal, regionaal, nationaal en EU-niveau methoden en uitvoeringsinstrumenten ontwikkelen om werk te maken van de signalen en behoeften die de EUJD, de EU-jongerenconferenties en het EJJ aan het licht brengen.

VERZOEKEN DE COMMISSIE, IN LIJN MET HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL:

40.

De Europese Jongerensite en andere toepasselijke communicatie-instrumenten op een op jongeren afgestemde wijze verder te ontwikkelen om de gebruikersvriendelijkheid en zichtbaarheid van de EUJD te verbeteren, en daarbij voort te bouwen op de goede praktijken van het EJJ en van de 9e EUJD-cyclus.

41.

De EU-jongerencoördinator verder te betrekken bij het integreren van jongerenparticipatie op alle relevante EU-beleidsterreinen, rekening houdend met de resultaten van het EJJ, en de EUJD meer zichtbaarheid te geven als instrument voor het integreren van jongerenparticipatie.

EN NEMEN VOORTS NOTA VAN HET VOLGENDE:

42.

Algemeen beschouwd is het thema “WE HEBBEN JONGEREN NODIG” een prioriteit voor het volgende voorzitterschapstrio (Spanje, België, Hongarije).

43.

Het is de bedoeling de EUJD tijdens de 10e cyclus te blijven ontwikkelen en versterken, rekening houdend met de resultaten, aanbevelingen, organisatie en evaluaties van de eerdere cycli.

(1)  Resolutie van de Raad en van de vertegenwoordigers van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, tot vaststelling van richtsnoeren over de governance van de EU-jongerendialoog – EU-strategie voor jongeren 2019-2027 (PB C 189 van 5.6.2019, blz. 1).

(2)  Eurofound (2021), “Impact of COVID-19 on young people in the EU”, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg

(3)  Het betreft de aanbevelingen die aan het einde van de 9e EUJD-cyclus tijdens de EU-jongerenconferentie van maart 2023 zijn geformuleerd. Zie de verdere ondersteunende samenvattingen van de aanbevelingen 1 tot en met 5 in bijlage II bij de bijlage.

(4)  Besluit (EU) 2021/2316 van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 2021 over een Europees Jaar van de Jeugd (2022) (PB L 462 van 28.12.2021, blz. 1).


BIJLAGE I

REFERENTIES

Bárta O., Moxon D. (2023). EUYD9 Implementation Phase Report. DOI: 10.5281/zenodo.7696299.

Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over het versterken van meerlagig bestuur bij het bevorderen van de participatie van jongeren aan besluitvormingsprocessen (PB C 241 van 21.6.2021, blz. 3).

Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over de bevordering van het democratische bewustzijn en de democratische betrokkenheid van jongeren in Europa (PB C 415 van 1.12.2020, blz. 16).

Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen over het bevorderen van het engagement van jongeren als drijvende kracht van verandering ter bescherming van het milieu (PB C 159 van 12.4.2022, blz. 9).

Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over het stimuleren van de intergenerationele dimensie in jeugdzaken om de dialoog en de sociale samenhang te bevorderen (PB C 495 van 29.12.2022, blz. 56).

Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over het behoud van bestaande en het creëren van nieuwe publieke ruimtes voor jongeren die hun zinvolle participatie in de maatschappij mogelijk maken (PB C 501I van 13.12.2021, blz. 19).

Resolutie van de Raad over de gestructureerde dialoog en de toekomstige ontwikkeling van de dialoog met jongeren in het kader van beleid voor Europese samenwerking in jeugdzaken na 2018 (PB C 189 van 15.6.2017, blz. 1).

Eurofound (2021), “Impact of COVID-19 on young people in the EU”, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg.

Resolutie van de Raad en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over de resultaten van de 8e cyclus van de EU-jongerendialoog (PB C 504 van 14.12.2021, blz. 1).

Resolutie van de Raad van de Europese Unie en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over een kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken: De EU-strategie voor jongeren 2019-2027 (PB C 456 van 18.12.2018, blz. 1).

Resolutie van de Raad en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over de resultaten van de 7e cyclus van de EU-jongerendialoog – EU-strategie voor jongeren 2019-2027 (PB C 212I van 26.6.2020, blz. 1).

Resolutie van de Raad en van de vertegenwoordigers van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, tot vaststelling van richtsnoeren over de governance van de EU-jongerendialoog – EU-strategie voor jongeren 2019-2027 (PB C 189 van 5.6.2019, blz. 1).


BIJLAGE II

ONDERSTEUNENDE SAMENVATTINGEN VAN DE AANBEVELINGEN VOOR DE SUBTHEMA'S 1 TOT EN MET 5 VAN DE 9E CYCLUS VAN DE EU-JONGERENDIALOOG:

De uitvoeringsfase van de 9e cyclus van de EU-jongerendialoog (EUJD) was gebaseerd op de vijf door de deelnemers aan de EU-jongerenconferentie in Straatsburg, Frankrijk, in januari 2022 gekozen subthema's. De uitvoeringsfase werd in februari en maart 2023 geanalyseerd. Dit leverde inzichten op in en resulteerde in de concrete invulling van de twee hoofdonderdelen van de uitvoeringsrapportage, te weten de waaier aan uitvoeringsactiviteiten en de geconstateerde gevolgen van de uitvoeringsactiviteiten van de 9e EUJD-cyclus. Het rapport over de uitvoeringsfase (1) diende als vertrekpunt voor de besprekingen tijdens de EU-jongerenconferentie in Växjö, Zweden, in maart 2023.

Deze bijlage bevat de ondersteunende samenvattingen van de aanbevelingen voor de subthema's 1 tot en met 5 van de cyclus die door de deelnemers aan de conferentie zijn opgesteld.

1.   Voorlichting en opleiding

“Onze aanbeveling heeft tot doel betrouwbare en inclusieve informatie over duurzaamheid en klimaatverandering te waarborgen. Die gebruikersvriendelijke informatie, die toegankelijk is voor mensen van verschillende leeftijden/levensfasen, helpt ons een groener Europa tot stand te brengen. We moeten informatie over deze onderwerpen opnemen in alle vormen van zowel formele als niet-formele leerinhoud. Het is van belang dat we samen en van elkaar leren, en daarbij rekening houden met verschillende perspectieven, culturen en sociaal-economische achtergronden. Daarom is aandacht nodig voor klimaatrechtvaardigheid. Het is niet eerlijk dat jongeren te maken krijgen met de gevolgen van een beleid waar zij zelf niet voor hebben gekozen. Alle generaties moeten actief betrokken worden bij de voorlichting over klimaatverandering en over de oplossingen die nodig zijn.

Jongeren hebben vaardigheden, kennis en platformen nodig om zinvolle actie te ondernemen. Het is belangrijk het potentieel van niet-formeel onderwijs te benutten en de praktische voordelen ervan te erkennen. Het is de bedoeling de uitvoering interdisciplinair aan te pakken en we willen daarbij gebruikmaken van het potentieel en de kennis waarover jongerenorganisaties en -voorlichtingsdiensten nu al beschikken. Er zijn middelen nodig om leerkrachten naar behoren op te leiden en in staat te stellen hun rol te vervullen. Het betreft een organisch proces waarbij permanente evaluatie, monitoring en verbetering belangrijk zijn.”

2.   Actie en empowerment

“Jongeren worden keer op keer voorbijgezien bij en uitgesloten van besluitvormingsprocessen die zeer bepalend zijn voor hun toekomst. Om hier iets aan te doen, dringen we aan op betere lokale participatiemechanismen van onderaf door jongeren, en vooral kansarmere jongeren, mondig te maken.

Hoewel er in sommige landen, zoals Finland, Estland en Zweden, al dergelijke [adviesorganen] bestaan, erkennen we de noodzaak van een Europees kader om efficiëntere modellen te creëren voor doeltreffende medebeslissingsprocedures tussen lokale jongeren en besluitvormers. Deze aanpak moet vanuit een duurzaam en intersectioneel perspectief worden gevolgd om de continuïteit van de procedures, alsook de inclusie van jongeren met verschillende achtergrond en levenservaringen te garanderen. Met een intersectionele aanpak wordt bedoeld dat één persoon het slachtoffer kan zijn van verschillende vormen van discriminatie en marginalisering tegelijk.

Deze organen worden samengesteld via democratische en door jongeren geleide procedures, waarbij de jongeren hun vertegenwoordigers kunnen kiezen. De procedure zelf en de logistiek errond kunnen een afspiegeling vormen van de respectieve lokale context. De leden van de organen treden voor, tijdens en na de lokale beleidsvormingsprocedures op als spreekbuis van de lokale jongeren.

Het is van cruciaal belang dat de lidstaten prioriteit geven aan de inclusie en de vertegenwoordiging van jongeren in besluitvormingsprocedures. Via onafhankelijke adviesorganen op lokaal niveau en door jongeren, en dan vooral kansarmere jongeren, mondig te maken, kunnen we iedereen een betere toekomst bieden.”

3.   Bestuur

“Uit de raadplegingen tijdens de 9e EUJD-cyclus is gebleken dat jongeren ernstig twijfelen aan de doeltreffendheid van de beleidsvormingsmechanismen op het gebied van economie, sociale zaken en milieu. Ondanks de ambitie en de inspanningen om jongeren hierbij te betrekken, lijkt het jongeren weinig waarschijnlijk dat hun engagement politieke veranderingen teweeg zullen brengen.

Deze aanbeveling heeft tot doel ervoor te zorgen dat jongeren worden betrokken bij het gehele beleidsvormingsproces en dat hun stem wordt gehoord. Tegelijkertijd moeten jongeren follow-up en feedback krijgen over de maatregelen die beleidsmakers na participatieactiviteiten nemen, en moet publiekelijk verslag worden uitgebracht over de bereikte veranderingen of worden verantwoord waarom geen veranderingen zijn teweeggebracht binnen bepaalde termijnen. Dit zal op alle niveaus van beleidsvorming tot meer transparantie en verantwoordingsplicht leiden.

De aanbeveling draagt bij tot het versterken van de rol die jongerenorganisaties – waaronder lokale, regionale, nationale en Europese jeugdraden – spelen, tot het verbeteren van de EUJD, en tot het invoeren van instrumenten voor effectbeoordeling, zoals de jongerentoetsing. Dit maakt doelgerichtere beleidsmaatregelen mogelijk die resultaten opleveren, de ongelijkheidskloof helpen verkleinen en de huidige en toekomstige generaties ondersteunen.”

4.   Mobiliteit en solidariteit

In het kader van het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023 werd erop gewezen dat de mentaliteit van om- en bijscholing dringend moet worden bevorderd, aangezien dit bijdraagt tot duurzame groei en leidt tot een goed toegeruste sector van formeel onderwijs en een concurrerende arbeidsmarkt. Daarom raden we Europese jongeren ten stelligste aan deel te nemen aan vrijwilligers- en leermobiliteit als actief leerproces om verdere vaardigheden te ontwikkelen. Tegelijkertijd is er sprake van steeds meer wanbegrip, dit niet alleen bij jongeren maar ook bij beleidsmakers, bij instellingen voor formeel onderwijs en op de arbeidsmarkt. Dat zorgt ervoor dat dergelijke ervaringen of de vaardigheden die Europese jongeren hieruit kunnen ontwikkelen, niet naar waarde worden geschat.

De meeste jongeren maken geen gebruik van mobiliteit omdat ze niet over de nodige informatie beschikken, met taalbarrières te maken hebben, onvoldoende financiële middelen hebben of andere persoonlijke verplichtingen hebben. Er is dus behoefte aan op jongeren afgestemde en toegankelijke informatie uit een betrouwbare bron en er moet een algemene bewustmakingscampagne worden gevoerd zodat alle Europese jongeren op de hoogte zijn van deze mogelijkheden en onze samenleving inclusiever wordt, in lijn met jongerendoelstelling nr. 3.

De Europese Commissie moet een proces op gang brengen waarbij de lidstaten overgaan tot overleg om binnen een termijn van twee jaar nationale actieplannen op te stellen die erop gericht zijn vrijwilligers- en leermobiliteit toegankelijker te maken voor jongeren, met name voor jongeren met beperkte mogelijkheden. Daarnaast moeten de lidstaten, als onderdeel van hun actieplan, een kader tot stand brengen om tijdens korte en langdurige vrijwilligers- en leermobiliteiten verworven competenties en vaardigheden te erkennen en deze ervaringen aan te merken als gunstig voor hun werk en studies."

5.   Toegang tot infrastructuur

"Er zijn weliswaar kortingen voor vervoer, maar door regionale verschillen blijft vervoer het dagelijkse leven van vele jongeren bemoeilijken, vooral in plattelandsgebieden, waar de vervoersvoorzieningen verouderd en/of ontoereikend zijn. Jongeren hangen af van vervoer voor hun studies, hun werk en hun dagelijkse leven. Om ons openbaar vervoer te bevorderen, moet het beschikbaar, betaalbaar en voor iedereen toegankelijk zijn. Waar jongeren gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer, neemt de plattelandsvlucht af. Samen met het bevorderen van duurzame huisvesting in zowel landelijke als stedelijke gebieden, helpt dit de plattelandsbevolking in stand te houden omdat het verkeerscongestie tegengaat, hetgeen jongeren ertoe aanzet te blijven.

Het klimaatticket voor jongeren is een initiatief om een eenvoudig systeem op te zetten waarbij er voor jongeren op regionaal, nationaal en internationaal niveau toegankelijk en betaalbaar openbaar vervoer beschikbaar is. Wij geloven in een holistische benadering van sociale en ecologische duurzaamheid. Wij willen ook dat jongeren vaker voor duurzame reisopties kunnen kiezen, en dat de lidstaten op lange termijn duurzamere infrastructuur opbouwen en hun onderlinge mobiliteit en solidariteit vergroten.

Het EU-klimaatticket voor jongeren is een proefinitiatief waarbij wordt gewerkt aan een centraal digitaal platform op drie verschillende niveaus: regionaal, nationaal en internationaal. De eerste twee niveaus zouden facultatief zijn en enkel met de steun van de Europese Commissie worden toegepast in de lidstaten die daarvoor kiezen. Het internationale niveau zou EU-breed worden geharmoniseerd. Het platform zal de functie bieden om zich aan te passen aan de nationale prijzen en zal fungeren als forum om beste praktijken onder de aandacht te brengen. Wat duurzaam openbaar vervoer betreft, willen we dat jongeren erop vooruit gaan en niet louter overleven.


(1)  Bárta O., Moxon D. (2023). EUYD9 Implementation Phase Report. DOI: 10.5281/zenodo.7696299.


Top