EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CA0530

Zaak C-530/20: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 22 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Satversmes tiesa — Letland) — “EUROAPTIEKA” SIA (Prejudiciële verwijzing – Geneesmiddelen voor menselijk gebruik – Richtlijn 2001/83/EG – Artikel 86, lid 1 – Begrip “reclame voor geneesmiddelen” – Artikel 87, lid 3 – Rationeel gebruik van geneesmiddelen – Artikel 90 – Verboden reclamegegevens – Reclame voor receptvrije en niet voor vergoeding in aanmerking komende geneesmiddelen – Prijsreclame – Reclame voor speciale aanbiedingen – Reclame voor gecombineerde verkoop – Verbod)

OJ C 54, 13.2.2023, p. 5–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 54/5


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 22 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Satversmes tiesa — Letland) — “EUROAPTIEKA” SIA

(Zaak C-530/20) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Geneesmiddelen voor menselijk gebruik - Richtlijn 2001/83/EG - Artikel 86, lid 1 - Begrip “reclame voor geneesmiddelen” - Artikel 87, lid 3 - Rationeel gebruik van geneesmiddelen - Artikel 90 - Verboden reclamegegevens - Reclame voor receptvrije en niet voor vergoeding in aanmerking komende geneesmiddelen - Prijsreclame - Reclame voor speciale aanbiedingen - Reclame voor gecombineerde verkoop - Verbod)

(2023/C 54/05)

Procestaal: Lets

Verwijzende rechter

Satversmes tiesa

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij:“EUROAPTIEKA” SIA

In tegenwoordigheid van: Ministru kabinets

Dictum

1)

Artikel 86, lid 1, van richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/27/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004,

moet aldus worden uitgelegd dat

de verspreiding van informatie die aanzet tot de aankoop van geneesmiddelen door de noodzaak van een dergelijke aankoop te rechtvaardigen op basis van de prijs van die geneesmiddelen, door een speciale verkoop aan te kondigen of door te vermelden dat deze geneesmiddelen samen met andere geneesmiddelen, ook tegen een verlaagde prijs, of samen met andere producten worden verkocht, onder het begrip “reclame voor geneesmiddelen” in de zin van die bepaling valt, zelfs wanneer deze informatie geen betrekking heeft op een specifiek geneesmiddel maar op ongespecificeerde geneesmiddelen.

2)

Artikel 87, lid 3, en artikel 90 van richtlijn 2001/83, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/27,

moeten aldus worden uitgelegd dat

zij zich niet verzetten tegen een nationale bepaling die verbiedt dat in publieksreclame met betrekking tot receptvrije en niet voor vergoeding in aanmerking komende geneesmiddelen informatie wordt opgenomen die aanzet tot de aankoop van geneesmiddelen door de noodzaak van een dergelijke aankoop te rechtvaardigen op basis van de prijs van die geneesmiddelen, door een speciale verkoop aan te kondigen of door te vermelden dat de geneesmiddelen samen met andere geneesmiddelen, ook tegen een verlaagde prijs, of samen met andere producten worden verkocht.


(1)  C 443 van 21.12.2020.


Top