EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017TN0778
Case T-778/17: Action brought on 28 November 2017 — Autostrada Wielkopolska v Commission
Zaak T-778/17: Beroep ingesteld op 28 november 2017 — Autostrada Wielkopolska / Commissie
Zaak T-778/17: Beroep ingesteld op 28 november 2017 — Autostrada Wielkopolska / Commissie
OJ C 32, 29.1.2018, p. 41–43
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
29.1.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 32/41 |
Beroep ingesteld op 28 november 2017 — Autostrada Wielkopolska / Commissie
(Zaak T-778/17)
(2018/C 032/56)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Autostrada Wielkopolska S.A. (Poznań, Polen) (vertegenwoordigers: O. Geiss en D. Tayar, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 25 augustus 2017 in de zaak SA.35356 (2013/C) (ex 2013/NN, ex 2012/N) betreffende staatssteun van Polen ten gunste van de onderneming Autostrada Wielkopolska S.A.; |
— |
verwijzing van de Commissie in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vijf middelen aan.
1. |
Volgens het eerste middel heeft de Commissie inbreuk gemaakt op verzoeksters rechten op inspraak, met name het recht om vóór de vaststelling van het bestreden besluit te worden gehoord.
|
2. |
Volgens het tweede middel heeft de Commissie blijk gegeven van een onjuiste opvatting van het recht en van de feiten doordat zij een onjuist criterium heeft aangelegd om te bepalen of aan de voorwaarden van artikel 107, lid 1, VWEU was voldaan, en heeft zij dit (onjuiste) criterium toegepast in strijd met artikel 107, lid 1, VWEU.
|
3. |
Volgens het derde middel heeft de Commissie blijk gegeven van een kennelijk onjuiste opvatting van het recht en van de feiten door het criterium van de particuliere investeerder niet toe te passen in overeenstemming met de relevante rechtspraak en door geen toereikende motivering te geven, hetgeen schending van artikel 107, lid 1, VWEU oplevert.
|
4. |
Volgens het vierde middel is de vaststelling van de Commissie dat er sprake is van onverenigbare steun, gebaseerd op onjuiste bevindingen en innerlijk tegenstrijdig.
|
5. |
Volgens het vijfde middel heeft de Commissie blijk gegeven van een kennelijk onjuiste opvatting van de feiten en van het recht bij de berekening van het bedrag van de staatssteun, doordat zij heeft nagelaten een eigen beoordeling te verrichten en een toereikende motivering te geven.
|