Back to EUR-Lex homepage

EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Use quotation marks to search for an "exact phrase". Append an asterisk (*) to a search term to find variations of it (transp*, 32019R*). Use a question mark (?) instead of a single character in your search term to find variations of it (ca?e finds case, cane, care).
Search tips
Need more search options? Use the Advanced search
You are here

Document 52017XC1214(01)

Jaarlijkse actualisering 2017 van de bezoldigingen en pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie, alsmede van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen

OJ C 429, 14.12.2017, p. 9–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 429/9

Jaarlijkse actualisering 2017 van de bezoldigingen en pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie, alsmede van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen

(2017/C 429/06)

1.1.

Tabel van het maandelijkse basissalaris voor elke rang en salaristrap in de functiegroepen AD en AST als bedoeld in artikel 66 van het statuut, van toepassing vanaf 1 juli 2017:

1.7.2017

SALARISTRAP

RANG

1

2

3

4

5

16

18 310,61

19 080,05

19 881,81

 

 

15

16 183,53

16 863,58

17 572,20

18 061,09

18 310,61

14

14 303,51

14 904,57

15 530,88

15 962,98

16 183,53

13

12 641,93

13 173,16

13 726,71

14 108,61

14 303,51

12

11 173,35

11 642,86

12 132,11

12 469,65

12 641,93

11

9 875,37

10 290,33

10 722,75

11 021,08

11 173,35

10

8 728,19

9 094,95

9 477,14

9 740,80

9 875,37

9

7 714,25

8 038,42

8 376,21

8 609,24

8 728,19

8

6 818,11

7 104,61

7 403,16

7 609,13

7 714,25

7

6 026,07

6 279,29

6 543,16

6 725,20

6 818,11

6

5 326,04

5 549,85

5 783,05

5 943,95

6 026,07

5

4 707,34

4 905,14

5 111,26

5 253,46

5 326,04

4

4 160,50

4 335,32

4 517,49

4 643,18

4 707,34

3

3 677,17

3 831,70

3 992,72

4 103,79

4 160,50

2

3 250,01

3 386,58

3 528,89

3 627,07

3 677,17

1

2 872,47

2 993,17

3 118,94

3 205,73

3 250,01

2.

Tabel van het maandelijkse basissalaris voor elke rang en salaristrap in de functiegroepen AST/SC als bedoeld in artikel 66 van het statuut, van toepassing vanaf 1 juli 2017:

1.7.2017

SALARISTRAP

RANG

1

2

3

4

5

6

4 669,97

4 866,21

5 070,70

5 211,76

5 283,78

5

4 127,48

4 300,92

4 482,28

4 606,33

4 669,97

4

3 648,01

3 801,29

3 961,03

4 071,24

4 127,48

3

3 224,22

3 359,70

3 500,90

3 598,28

3 648,01

2

2 849,67

2 969,42

3 094,21

3 180,29

3 224,22

1

2 518,63

2 624,47

2 734,76

2 810,83

2 849,67

3.

Tabel van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en pensioenen van ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie als bedoeld in artikel 64 van het statuut, die het volgende omvat:

—

de aanpassingscoëfficiënten die op grond van artikel 64 van het statuut met ingang van 1 juli 2017 van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden (aangegeven in kolom 2 van de onderstaande tabel);

—

de aanpassingscoëfficiënten die op grond van artikel 17, lid 3, van bijlage VII bij het Statuut met ingang van 1 januari 2018 van toepassing zijn op de overmakingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden (aangegeven in kolom 3 van de onderstaande tabel);

—

de aanpassingscoëfficiënten die op grond van artikel 20, lid 1, van bijlage XIII bij het Statuut met ingang van 1 juli 2017 van toepassing zijn op de pensioenen (aangegeven in kolom 4 van de onderstaande tabel)

1

2

3

4

Land/plaats

Bezoldiging

Overmaking

Pensioen

1.7.2017

1.1.2018

1.7.2017

Bulgarije

53,4

51,7

 

Tsjechië

78,3

71,9

 

Denemarken

133,9

136,2

136,2

Duitsland

97,5

100,0

 

Bonn

93,9

 

 

Karlsruhe

94,6

 

 

München

107,5

 

 

Estland

80,3

82,4

 

Ierland

119,8

124,0

124,0

Griekenland

79,9

79,6

 

Spanje

88,7

89,4

 

Frankrijk

114,8

108,6

108,6

Kroatië

74,9

67,5

 

Italië

97,3

99,1

 

Varese

90,9

 

 

Cyprus

74,4

79,4

 

Letland

74,9

69,8

 

Litouwen

74,3

68,3

 

Hongarije

74,5

63,1

 

Malta

86,5

89,1

 

Nederland

108,3

109,6

109,6

Oostenrijk

106,3

108,7

108,7

Polen

70,6

60,7

 

Portugal

82,4

82,9

 

Roemenië

63,9

56,6

 

Slovenië

81,5

78,7

 

Slowakije

77,3

69,0

 

Finland

119,9

120,6

120,6

Zweden

127,9

119,0

119,0

Verenigd Koninkrijk

133,5

120,3

120,3

Culham

100,5

 

 

4.1.

Met ingang van 1 juli 2017 bedraagt de toelage voor het in artikel 42 bis, tweede alinea, van het statuut bedoelde ouderschapsverlof 986,72 EUR.

4.2.

Met ingang van 1 juli 2017 bedraagt de toelage voor het in artikel 42 bis, tweede en derde alinea, van het statuut bedoelde ouderschapsverlof 1 315,62 EUR.

5.1.

Met ingang van 1 juli 2017 bedraagt het basisbedrag van de kostwinnerstoelage als bedoeld in artikel 1, lid 1, van bijlage VII bij het statuut 184,55 EUR.

5.2.

Met ingang van 1 juli 2017 bedraagt het basisbedrag van de kindertoelage als bedoeld in artikel 2, lid 1, van bijlage VII bij het statuut 403,25 EUR.

5.3.

Met ingang van 1 juli 2017 bedraagt de in artikel 3, lid 1, van bijlage VII bij het statuut bedoelde schooltoelage 273,60 EUR.

5.4.

Met ingang van 1 juli 2017 bedraagt de in artikel 3, lid 2, van bijlage VII bij het statuut bedoelde schooltoelage 98,51 EUR.

5.5.

Met ingang van 1 juli 2017 bedraagt het minimumbedrag van de ontheemdingstoelage als bedoeld in artikel 69 van het statuut en in artikel 4, lid 1, tweede alinea, van bijlage VII bij het statuut 546,95 EUR.

5.6.

Met ingang van 1 juli 2017 bedraagt de in artikel 134 van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden bedoelde ontheemdingstoelage 393,20 EUR.

6.1.

Met ingang van 1 juli 2017 bedraagt de in artikel 7, lid 2, van bijlage VII bij het statuut bedoelde kilometervergoeding:

0 EUR per km voor het gedeelte van de afstand van

0 tot en met 200 km

0,2034 EUR per km voor het gedeelte van de afstand van

201 tot en met 1 000 km

0,3391 EUR per km voor het gedeelte van de afstand van

1 001 tot en met 2 000 km

0,2034 EUR per km voor het gedeelte van de afstand van

2 001 tot en met 3 000 km

0,0677 EUR per km voor het gedeelte van de afstand van

3 001 tot en met 4 000 km

0,0327 EUR per km voor het gedeelte van de afstand van

4 001 tot en met 10 000 km

0 EUR per km voor het gedeelte van de afstand dat hoger ligt dan

10 000 km

6.2.

Met ingang van 1 juli 2017 bedraagt het in artikel 7, lid 2, van bijlage VII bij het statuut bedoelde forfaitair supplement bij de kilometervergoeding:

—

101,71 EUR als de geografische afstand tussen de in lid 1 bedoelde plaatsen tussen 600 en 1 200 km bedraagt;

—

203,42 EUR als de geografische afstand tussen de in lid 1 bedoelde plaatsen meer dan 1 200 km bedraagt.

7.1.

Met ingang van 1 januari 2018 bedraagt de in artikel 8, lid 2, van bijlage VII bij het statuut bedoelde kilometervergoeding:

0 EUR per km voor het gedeelte van de afstand van

0 tot en met 200 km

0,4102 EUR per km voor het gedeelte van de afstand van

201 tot en met 1 000 km

0,6836 EUR per km voor het gedeelte van de afstand van

1 001 tot en met 2 000 km

0,4102 EUR per km voor het gedeelte van de afstand van

2 001 tot en met 3 000 km

0,1366 EUR per km voor het gedeelte van de afstand van

3 001 tot en met 4 000 km

0,0660 EUR per km voor het gedeelte van de afstand van

4 001 tot en met 10 000 km

0 EUR per km voor het gedeelte van de afstand dat hoger ligt dan

10 000 km

7.2.

Met ingang van 1 januari 2018 bedraagt het in artikel 8, lid 2, van bijlage VII bij het statuut bedoelde forfaitair supplement bij de kilometervergoeding:

—

205,06 EUR als de geografische afstand tussen de standplaats en de plaats van herkomst tussen 600 en 1 200 km bedraagt;

—

410,10 EUR als de geografische afstand tussen de standplaats en de plaats van herkomst meer dan 1 200 km bedraagt.

8.

Met ingang van 1 juli 2017 bedraagt de in artikel 10, lid 1, van bijlage VII bij het statuut bedoelde dagvergoeding:

—

42,39 EUR voor ambtenaren die recht hebben op de kostwinnerstoelage;

—

34,18 EUR voor ambtenaren die geen recht hebben op de kostwinnerstoelage.

9.

Met ingang van 1 juli 2017 wordt het minimumbedrag van de inrichtingsvergoeding als bedoeld in artikel 24, lid 3, van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op:

—

1 206,69 EUR voor personeelsleden die recht hebben op de kostwinnerstoelage;

—

717,49 EUR voor personeelsleden die geen recht hebben op de kostwinnerstoelage.

10.1.

Met ingang van 1 juli 2017 worden de minimum- en maximumbedragen voor de werkloosheidsuitkering als bedoeld in artikel 28 bis, lid 3, tweede alinea, van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op:

—

1 447,18 EUR (ondergrens);

—

2 894,36 EUR (bovengrens).

10.2.

Met ingang van 1 juli 2017 wordt het vaste bedrag als bedoeld in artikel 28 bis, lid 7, van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op 1 315,62 EUR.

11.

Tabel met de bedragen van de basissalarissen als bedoeld in artikel 93 van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, van toepassing vanaf 1 juli 2017:

FUNCTIEGROEP

1.7.2017

SALARISTRAP

RANG

1

2

3

4

5

6

7

IV

18

6 312,13

6 443,39

6 577,38

6 714,16

6 853,80

6 996,32

7 141,81

 

17

5 578,83

5 694,84

5 813,26

5 934,16

6 057,56

6 183,53

6 312,13

 

16

4 930,71

5 033,23

5 137,91

5 244,76

5 353,83

5 465,18

5 578,83

 

15

4 357,88

4 448,51

4 541,02

4 635,45

4 731,85

4 830,25

4 930,71

 

14

3 851,61

3 931,71

4 013,48

4 096,94

4 182,15

4 269,10

4 357,88

 

13

3 404,15

3 474,95

3 547,20

3 620,98

3 696,27

3 773,14

3 851,61

III

12

4 357,82

4 448,44

4 540,95

4 635,37

4 731,76

4 830,15

4 930,60

 

11

3 851,58

3 931,66

4 013,42

4 096,87

4 182,07

4 269,04

4 357,82

 

10

3 404,14

3 474,93

3 547,18

3 620,95

3 696,24

3 773,11

3 851,58

 

9

3 008,68

3 071,25

3 135,11

3 200,32

3 266,87

3 334,79

3 404,14

 

8

2 659,17

2 714,47

2 770,92

2 828,53

2 887,36

2 947,40

3 008,68

II

7

3 008,61

3 071,20

3 135,07

3 200,27

3 266,85

3 334,79

3 404,15

 

6

2 659,05

2 714,35

2 770,81

2 828,44

2 887,26

2 947,32

3 008,61

 

5

2 350,09

2 398,96

2 448,86

2 499,80

2 551,78

2 604,87

2 659,05

 

4

2 077,02

2 120,22

2 164,33

2 209,35

2 255,29

2 302,20

2 350,09

I

3

2 558,73

2 611,83

2 666,05

2 721,38

2 777,85

2 835,50

2 894,36

 

2

2 262,02

2 308,97

2 356,89

2 405,81

2 455,74

2 506,72

2 558,73

 

1

1 999,73

2 041,25

2 083,60

2 126,84

2 170,98

2 216,05

2 262,02

12.

Met ingang van 1 juli 2017 wordt het minimumbedrag van de inrichtingsvergoeding als bedoeld in artikel 94 van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op:

—

907,64 EUR voor personeelsleden die recht hebben op de kostwinnerstoelage;

—

538,12 EUR voor personeelsleden die geen recht hebben op de kostwinnerstoelage.

13.1.

Met ingang van 1 juli 2017 worden de minimum- en maximumbedragen voor de werkloosheidsuitkering als bedoeld in artikel 96, lid 3, tweede alinea, van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op:

—

1 085,38 EUR (ondergrens);

—

2 170,75 EUR (bovengrens).

13.2.

Het vaste bedrag als bedoeld in artikel 96, lid 7, van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, is vastgesteld op 986,72 EUR.

13.3.

Met ingang van 1 juli 2017 worden de minimum- en maximumbedragen voor de werkloosheidsuitkering als bedoeld in artikel 136 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op:

—

954,90 EUR (ondergrens);

—

2 246,82 EUR (bovengrens).

14.

Het bedrag van de in artikel 1, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 300/76 van de Raad (1) bedoelde toeslagen voor continu- of ploegendienst:

—

413,61 EUR;

—

624,28 EUR;

—

682,57 EUR;

—

930,56 EUR.

15.

Met ingang van 1 juli 2017 wordt op de in artikel 4 van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad (2) genoemde bedragen een coëfficiënt toegepast van 5,9705.

16.

Tabel van de bedragen als bedoeld in artikel 8, lid 2, van bijlage XIII bij het statuut van toepassing met ingang van 1 juli 2017:

1.7.2017

SALARISTRAP

RANG

1

2

3

4

5

6

7

8

16

18 310,61

19 080,05

19 881,81

19 881,81

19 881,81

19 881,81

 

 

15

16 183,53

16 863,58

17 572,20

18 061,09

18 310,61

19 080,05

 

 

14

14 303,51

14 904,57

15 530,88

15 962,98

16 183,53

16 863,58

17 572,20

18 310,61

13

12 641,93

13 173,16

13 726,71

14 108,61

14 303,51

 

 

 

12

11 173,35

11 642,86

12 132,11

12 469,65

12 641,93

13 173,16

13 726,71

14 303,51

11

9 875,37

10 290,33

10 722,75

11 021,08

11 173,35

11 642,86

12 132,11

12 641,93

10

8 728,19

9 094,95

9 477,14

9 740,80

9 875,37

10 290,33

10 722,75

11 173,35

9

7 714,25

8 038,42

8 376,21

8 609,24

8 728,19

 

 

 

8

6 818,11

7 104,61

7 403,16

7 609,13

7 714,25

8 038,42

8 376,21

8 728,19

7

6 026,07

6 279,29

6 543,16

6 725,20

6 818,11

7 104,61

7 403,16

7 714,25

6

5 326,04

5 549,85

5 783,05

5 943,95

6 026,07

6 279,29

6 543,16

6 818,11

5

4 707,34

4 905,14

5 111,26

5 253,46

5 326,04

5 549,85

5 783,05

6 026,07

4

4 160,50

4 335,32

4 517,49

4 643,18

4 707,34

4 905,14

5 111,26

5 326,04

3

3 677,17

3 831,70

3 992,72

4 103,79

4 160,50

4 335,32

4 517,49

4 707,34

2

3 250,01

3 386,58

3 528,89

3 627,07

3 677,17

3 831,70

3 992,72

4 160,50

1

2 872,47

2 993,17

3 118,94

3 205,73

3 250,01

 

 

 

17.

Met ingang van 1 juli 2017 wordt, voor de toepassing van artikel 18, lid 1, van bijlage XIII bij het statuut, de vaste vergoeding genoemd in het vroegere artikel 4 bis van bijlage VII bij het statuut dat vóór 1 mei 2004 van kracht was, vastgesteld op:

—

142,68 EUR per maand voor ambtenaren in de rangen C4 of C5;

—

218,77 EUR per maand voor ambtenaren in de rangen C1, C2 of C3.

18.

Tabel met de bedragen van de basissalarissen als bedoeld in artikel 133 van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, van toepassing vanaf 1 juli 2017:

Rang

1

2

3

4

5

6

7

Basissalaris voltijds medewerker

1 819,00

2 119,13

2 297,57

2 491,05

2 700,83

2 928,28

3 174,87

Rang

8

9

10

11

12

13

14

Basissalaris voltijds medewerker

3 442,24

3 732,11

4 046,39

4 387,13

4 756,58

5 157,12

5 591,42

Rang

15

16

17

18

19

 

 

Basissalaris voltijds medewerker

6 062,27

6 572,79

7 126,29

7 726,39

8 377,05

 

 

(1)  Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 300/76 van de Raad van 9 februari 1976 tot vaststelling van de categorieën van begunstigden, de voorwaarden voor toekenning en de hoogte van de toeslagen die kunnen worden toegekend aan ambtenaren die hun werkzaamheden verrichten in het kader van een continu- of ploegendienst (PB L 38 van 13.2.1976, blz. 1). Verordening aangevuld bij Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 1307/87 (PB L 124 van 13.5.1987, blz. 6).

(2)  Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Top