EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017XC0706(02)

Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit India

C/2017/4517

OJ C 216, 6.7.2017, p. 30–32 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 216/30


Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit India

(2017/C 216/05)

De Europese Commissie („de Commissie”) heeft op eigen initiatief besloten om op grond van artikel 19 van Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de basisverordening”) een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.

Het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek is beperkt tot een onderzoek naar subsidiëring met betrekking tot Dhunseri Petrochem Limited („DPL”) en zijn verbonden ondernemingen in India („het betrokken land”).

1.   Onderzocht product

Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op polyethyleentereftalaat (pet) met een viscositeitsgetal van 78 ml/g of meer volgens ISO-norm 1628-5, momenteel ingedeeld onder GN-code 3907 61 00, van oorsprong uit India („het betrokken product”).

2.   Bestaande maatregelen

Momenteel geldt een definitief compenserend recht dat werd ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 461/2013 van de Raad (2), zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1350 van de Commissie (3).

3.   Motivering van het nieuwe onderzoek

In september 2016 verzocht DPL de Commissie zijn naam te wijzigen in de verordening waarbij de geldende maatregelen zijn ingesteld. Uit dat verzoek bleek echter dat DPL een gemeenschappelijke onderneming had opgericht met Indorama Ventures Public Company Limited („IVL”), waardoor:

a)

Indorama Ventures Global Services Limited (een dochteronderneming van IVL) via een nieuw opgerichte onderneming, die nu IVL Dhunseri Petrochem Industries Limited („IVDPIL”) heet, een aandeel van 50 % verwierf in de petharsactiviteiten van DPL, en

b)

DPL een aandeel van 50 % verwierf in Micro Polypet Pvt. Ltd, een Indiase petfabrikant die nooit naar de EU heeft uitgevoerd en ten aanzien waarvan geen individueel compenserend recht geldt.

In het licht van het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat zij over voldoende voorlopig bewijsmateriaal beschikt waaruit blijkt dat de omstandigheden inzake subsidiëring van DPL en zijn verbonden ondernemingen aanzienlijk zijn gewijzigd en dat die wijzigingen van blijvende aard zijn. De maatregelen moeten bijgevolg opnieuw worden onderzocht.

4.   Procedure

Daar de Commissie na kennisgeving aan de lidstaten heeft vastgesteld dat er voldoende bewijsmateriaal is om de opening te rechtvaardigen van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek dat beperkt is tot het onderzoek naar subsidiëring, wat DPL en zijn verbonden ondernemingen betreft, opent zij hierbij een nieuw onderzoek op grond van artikel 19 van de basisverordening. Het onderzoek is erop gericht de subsidiemarge te bepalen voor de nieuwe structuur van de onderneming.

Op grond van het nieuwe onderzoek kan het noodzakelijk zijn het voor „alle andere ondernemingen” in India geldende recht op invoer te wijzigen dat van toepassing is op bepaald polyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit India.

De Indiase regering is uitgenodigd voor overleg.

4.1.   Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het onderzoek nodig acht, zal de Commissie DPL, zijn verbonden ondernemingen en de autoriteiten van het betrokken land van uitvoer een vragenlijst toezenden. Deze informatie en het bewijsmateriaal ter onderbouwing daarvan moeten uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

4.2.   Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

4.3.   Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

4.4.   Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en de gegevens en b) de informatie en/of de gegevens aan belanghebbenden in dit onderzoek te verstrekken in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die op vertrouwelijke basis door de belanghebbenden worden verstrekt, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (4). Elk verzoek om vertrouwelijke behandeling moet naar behoren worden gemotiveerd.

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 29, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte inlichtingen. Als een belanghebbende die informatie verstrekt op vertrouwelijke basis, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken met inbegrip van gescande volmachten en certificaten per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, zoals bepaald in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het Directoraat-Generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij uitdrukkelijk verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer CHAR 04/039

1049 Brussel

BELGIË

E-mail: TRADE-R664-PET-DPL@ec.europa.eu

5.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening conclusies worden getrokken aan de hand van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.

Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

6.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden beleggen waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met het onderzoek.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).

7.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 22, lid 1, van de basisverordening uiterlijk 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

8.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (5).


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 461/2013 van de Raad van 21 mei 2013 tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit India naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 597/2009 (PB L 137 van 23.5.2013, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1350 van de Commissie van 3 augustus 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 461/2013 van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit India (PB L 208 van 5.8.2015, blz. 10).

(4)  Een „Limited”-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 29 van Verordening (EU) 2016/1037 (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55) en artikel 12 van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen. Het is ook een beschermd document overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(5)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


Top