EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017CN0101
Case C-101/17 P: Appeal brought on 23 February 2017 by Verus Eood against the judgment of the General Court (Ninth Chamber) of 7 July 2016 in Case T-82/14, Copernicus-Trademarks v European Union Intellectual Property Office (EUIPO)
Zaak C-101/17 P: Hogere voorziening ingesteld op 23 februari 2017 door Verus Eood tegen het arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 7 juli 2016 in zaak T-82/14, Copernicus-Trademarks/Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)
Zaak C-101/17 P: Hogere voorziening ingesteld op 23 februari 2017 door Verus Eood tegen het arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 7 juli 2016 in zaak T-82/14, Copernicus-Trademarks/Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)
OJ C 195, 19.6.2017, p. 10–11
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
19.6.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 195/10 |
Hogere voorziening ingesteld op 23 februari 2017 door Verus Eood tegen het arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 7 juli 2016 in zaak T-82/14, Copernicus-Trademarks/Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)
(Zaak C-101/17 P)
(2017/C 195/15)
Procestaal: Duits
Partijen
Rekwirante: Verus Eood (vertegenwoordiger: C. Pfitzer, rechtsanwalt)
Andere partij in de procedure: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie
Conclusies
— |
vernietiging van arrest T-82/14 in zijn geheel, |
— |
subsidiair, vernietiging van arrest T-82/14 en terugverwijzing van de zaak naar het Gerecht wegens onjuiste opvatting van de feiten in zijn arrest, |
— |
verwijzing van verweerder in de proceskosten van alle instanties. |
Middelen en voornaamste argumenten
1) |
schending van verordening nr. 207/2009 van 26 februari 2009 (1), inzonderheid artikel 52 ervan, |
2) |
schending van verordening nr. 207/2009 van 26 februari 2009, inzonderheid artikel 75 ervan, |
3) |
schending van verordening nr. 207/2009 van 26 februari 2009, inzonderheid artikel 76 ervan, |
4) |
schending van de rechtspraak van het Hof van Justitie inzake de „indiening van een merkaanvraag te kwader trouw”, |
5) |
schending van de „cataloog van grondrechten” van het Hof van Justitie, |
6) |
schending van het volkenrecht, inzonderheid het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom, |
7) |
schending van het volkenrecht, inzonderheid de TRIPs-Overeenkomst (Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom), |
8) |
schending van artikel 16 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, |
9) |
schending van artikel 17, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, |
10) |
schending van artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, |
11) |
schending van artikel 17 van de „Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948”, |
12) |
schending van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. (EVRM) en de daarbij horende aanvullende protocollen, inzonderheid artikel 1 van protocol nr. 1, |
13) |
schending van artikel 6 EVRM — recht op een eerlijk proces, inzonderheid in samenhang met onjuiste opvattingen van de feiten (onjuiste feitelijke vaststellingen), insinuaties, valse beschuldigingen, zwartmaking, kwaadsprekerij, laster. |
(1) Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Uniemerk (PB L 78, blz. 1).