EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016CN0530
Case C-530/16: Action brought on 18 October 2016 — European Commission v Republic of Poland
Zaak C-530/16: Beroep ingesteld op 18 oktober 2016 — Commissie/Polen
Zaak C-530/16: Beroep ingesteld op 18 oktober 2016 — Commissie/Polen
OJ C 14, 16.1.2017, p. 24–25
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
16.1.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 14/24 |
Beroep ingesteld op 18 oktober 2016 — Commissie/Polen
(Zaak C-530/16)
(2017/C 014/30)
Procestaal: Pools
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: W. Mölls en J. Hottiaux, gemachtigden)
Verwerende partij: Republiek Polen
Conclusies
— |
verklaring dat de Republiek Polen,
de verplichtingen die op haar rusten krachtens artikel 16, lid 1, en artikel 21, lid 1, van richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van richtlijn 2001/14/EG inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (1), niet is nagekomen; |
— |
verwijzing van de Republiek Polen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
De Commissie verwijt de Republiek Polen dat zij het beginsel van onafhankelijkheid van het onderzoeksorgaan [de Państwowa Komisja Badania Wypadków Kolejowych (PKBWK), de staatscommissie voor onderzoek van spoorwegongevallen] wat betreft organisatie, wettelijke structuur en besluitvorming, zoals neergelegd in artikel 21, lid 1, van richtlijn 2004/49/EG, onjuist heeft omgezet in Pools recht. Het statuut dat de PKBWK heeft gekregen, garandeert haar geen onafhankelijkheid. De Commissie klaagt dat de PKBWK een integraal onderdeel is van het voor vervoer bevoegde ministerie zonder enige garantie van onafhankelijkheid van dat ministerie of van de infrastructuurbeheerder. Bovendien handelt de PKBWK niet in eigen naam; de bevoegde minister voor vervoer benoemt en ontslaat het hoofd en het plaatsvervangend hoofd van de PKBWK, evenals de secretaris en de overige permanente en tijdelijke leden. Tot slot heeft de bevoegde minister voor vervoer de PKBWK niet door middel van een passende structuur de nodige middelen ter beschikking gesteld om de PKBWK in staat te stellen zijn taken te vervullen.
De Commissie verwijt de Republiek Polen tevens dat zij artikel 16, lid 1, van richtlijn 2004/49/EG onjuist ten uitvoer heeft gelegd doordat niet is gegarandeerd dat de veiligheidsinstantie (de Prezes Urzędu Transportu Kolejowego, het hoofd van de dienst spoorwegvervoer) wat betreft haar organisatie, wettelijke structuur en besluitvorming onafhankelijk is van enige spoorwegonderneming, infrastructuurbeheerder, aanvrager of aanbestedende dienst.