EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CA0432

Zaak C-432/15: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 10 november 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší správní soud — Tsjechische Republiek) — Odvolací finanční ředitelství/Pavlína Baštová [Prejudiciële verwijzing — Fiscale bepalingen — Belasting over de toegevoegde waarde — Richtlijn 2006/112/EG — Artikel 2, lid 1, onder c) — Begrip „diensten onder bezwarende titel” — Terbeschikkingstelling van een paard door een belastingplichtige aan een paardenwedrenorganisator — Waardering van de tegenprestatie — Recht op aftrek van de kosten verbonden met de voorbereiding van de paarden van de belastingplichtige voor de wedrennen — Algemene kosten verbonden met de gehele economische activiteit — Bijlage III, punt 14 — Verlaagd btw-tarief voor het recht gebruik te maken van sportaccommodaties — Toepasselijkheid op de exploitatie van een renstal — Handeling die bestaat uit één enkele prestatie of uit meerdere zelfstandige prestaties]

OJ C 14, 16.1.2017, p. 14–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

16.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 14/14


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 10 november 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší správní soud — Tsjechische Republiek) — Odvolací finanční ředitelství/Pavlína Baštová

(Zaak C-432/15) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Fiscale bepalingen - Belasting over de toegevoegde waarde - Richtlijn 2006/112/EG - Artikel 2, lid 1, onder c) - Begrip „diensten onder bezwarende titel” - Terbeschikkingstelling van een paard door een belastingplichtige aan een paardenwedrenorganisator - Waardering van de tegenprestatie - Recht op aftrek van de kosten verbonden met de voorbereiding van de paarden van de belastingplichtige voor de wedrennen - Algemene kosten verbonden met de gehele economische activiteit - Bijlage III, punt 14 - Verlaagd btw-tarief voor het recht gebruik te maken van sportaccommodaties - Toepasselijkheid op de exploitatie van een renstal - Handeling die bestaat uit één enkele prestatie of uit meerdere zelfstandige prestaties])

(2017/C 014/18)

Procestaal: Tsjechisch

Verwijzende rechter

Nejvyšší správní soud

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Odvolací finanční ředitelství

Verwerende partij: Pavlína Baštová

Dictum

1)

Artikel 2, lid 1, onder c), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat de terbeschikkingstelling van een paard door zijn in de belasting over de toegevoegde waarde belastingplichtige eigenaar aan de organisator van een paardenwedren met het oog op deelname van dat paard aan die wedren, geen dienst onder bezwarende titel is in de zin van die bepaling, wanneer die terbeschikkingstelling niet ertoe leidt dat deelnamegeld of een andere directe vergoeding wordt betaald en wanneer enkel de eigenaars van een paard met een goede rangschikking bij aankomst in de wedren prijzengeld ontvangen, ook al is dat op voorhand bepaald. Een dergelijke terbeschikkingstelling van een paard vormt echter wel een dienst onder bezwarende titel wanneer de organisator een vergoeding uitbetaalt onafhankelijk van de rangschikking van het betrokken paard bij aankomst in de wedren.

2)

Richtlijn 2006/112 moet aldus worden uitgelegd dat recht bestaat op aftrek van de voorbelasting die is betaald over de handelingen betreffende de voorbereiding voor en de deelname aan de paardenwedrennen van paarden van de belastingplichtige, die zijn eigen renpaarden en die van derden fokt en traint, op grond dat de kosten voor deze handelingen deel uitmaken van de algemene kosten die met zijn economische activiteit verband houden, op voorwaarde dat de kosten voor elk van de betrokken handelingen rechtstreeks en onmiddellijk verband houden met deze gehele activiteit. Dat kan het geval zijn wanneer de aldus gemaakte kosten verband houden met de renpaarden die werkelijk zijn bestemd voor de verkoop, of wanneer de deelname van die paarden aan wedrennen, objectief gezien, een middel is ter bevordering van de economische activiteit, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.

Wanneer een dergelijk recht op aftrek bestaat, dient het prijzengeld dat de belastingplichtige eventueel dankzij de rangschikking van een van zijn paarden bij aankomst in een paardenwedren heeft behaald, niet in de maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde te worden opgenomen.

3)

Artikel 98 van richtlijn 2006/112, gelezen in samenhang met punt 14 van bijlage III bij die richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat één enkele samengestelde dienst die bestaat uit meerdere elementen die met name verband houden met de training van de paarden, het gebruik van sportaccommodaties, de stalling van de paarden in een renstal, de voedering en andere verzorging van de paarden, niet aan een verlaagd tarief van de belasting over de toegevoegde waarde kan worden onderworpen, wanneer het gebruik van sportaccommodaties in de zin van punt 14 van bijlage III bij die richtlijn en de training van de paarden twee gelijkwaardige elementen van die samengestelde dienst vormen of wanneer de training van de paarden het hoofdelement van die dienst is, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.


(1)  PB C 371 van 9.11.2015.


Top