EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016G1215(01)

Resolutie van de Raad over een nieuwe vaardighedenagenda voor een inclusief en concurrerend Europa

OJ C 467, 15.12.2016, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 467/1


Resolutie van de Raad over een nieuwe vaardighedenagenda voor een inclusief en concurrerend Europa

(2016/C 467/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

ONDERKENT DAT ER EEN NIEUWE BELEIDSCONTEXT IS,

waarin nieuwe werkmethoden, automatisering en robotisering van invloed zijn op de soorten kennis, vaardigheden en competenties die nodig zijn in een alsmaar concurrerender, complexer en multicultureler wordende wereld, waarin veel economische sectoren snelle technologische en structurele veranderingen ondergaan en waarin digitale competentie en transversale vaardigheden noodzakelijk zijn geworden om tekorten aan vaardigheden en discrepanties tussen aangeboden en gevraagde vaardigheden te verhelpen en mensen in staat te stellen te presteren en zich aan te passen aan toekomstige banen en maatschappelijke veranderingen;

waarin lage niveaus van basisvaardigheden, transversale vaardigheden en digitale competentie de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt en actieve deelname aan de samenleving in gevaar kunnen brengen;

waarin, tegelijkertijd en in verschillende mate, delen van Europa te maken hebben met uiteenlopende verschijnselen zoals langere perioden van geringe economische groei en geringe toename van werkgelegenheid, waarvan met name jongeren de dupe zijn, een vergrijzende bevolking en een toename van migratiestromen, geringe innovatie en nieuwe veiligheidsrisico’s;

1.

NEEMT NOTA van de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Een nieuwe agenda voor vaardigheden voor Europa: Samenwerken ter versterking van het menselijk kapitaal, de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt en het concurrentievermogen (1); IS INGENOMEN met de bijdrage ervan aan de gezamenlijke inspanningen voor de ontwikkeling van vaardigheden in de EU en het dichter bij elkaar brengen van werk en onderwijs; HERINNERT ERAAN dat de voorstellen in de nieuwe agenda voor vaardigheden voor Europa afzonderlijk zullen worden bestudeerd in de betrokken Raadsinstanties;

2.

IS HET EROVER EENS dat de volgende punten moeten worden benadrukt omdat zij van het grootste belang zijn:

a)

de missie van onderwijs en opleiding is niet alleen mensen voor te bereiden voor de arbeidsmarkt, maar ook om bij te dragen aan sociale inclusie en cohesie door iedereen een bredere persoonlijke ontwikkeling te bieden en een leven lang leren, wat moet leiden tot een kritische, zelfverzekerde, actieve en onafhankelijke burger die in staat is de complexiteit van de moderne samenleving te begrijpen en voorbereid is op de snelle veranderingen die zich in die samenleving voordoen. Het is van belang verder te gaan dan de onmiddellijke behoeften van de arbeidsmarkt en ook nadruk te leggen op de aspecten van onderwijs en opleiding die kunnen aanzetten tot innovatie, ondernemerschap en creativiteit, die sectoren vorm kunnen geven, banen en nieuwe markten kunnen creëren, mensen (ook de meest kwetsbare) in hun kracht kunnen zetten, het democratische leven kunnen verrijken en die van mensen geëngageerde, talentvolle en actieve burgers kunnen maken. Met betrekking tot de recente tragische gebeurtenissen gerelateerd aan radicalisering in delen van Europa, is bijzondere aandacht voor burgerschaps-, democratische en interculturele competenties en kritisch denken nog urgenter geworden;

b)

lerenden van alle leeftijden hebben uitstekende leerkrachten en opleiders nodig om een breed scala aan competenties te ontwikkelen die zij in hun leven en in hun toekomstige baan nodig hebben. Leerkrachten en opleiders kunnen voor lerenden een bron van inspiratie zijn en hen helpen zich hogere en relevantere kennis, vaardigheden en competenties eigen te maken, en spelen een hoofdrol bij het introduceren van nieuwe onderwijs- en leermethodes. Er zijn echter voortdurende en volgehouden inspanningen nodig om talent en excellentie in het onderwijsvak aan te trekken, te steunen en vast te houden, en daartoe moet worden bewerkstelligd dat leerkrachten en opleiders een passende werkomgeving hebben en zelf in de gelegenheid worden gesteld de nieuwste ontwikkelingen te volgen en een open blik te hebben op de technologische en maatschappelijke veranderingen die zich om hen heen voltrekken;

c)

nauwere banden tussen onderwijs en opleiding en de wereld van het werk, met betrokkenheid van alle relevante belanghebbenden, zijn van essentieel belang om ervoor te zorgen dat ieders potentieel en talent worden aangeboord en bijdragen aan een betere inzetbaarheid, integratie en actieve participatie in de samenleving van iedereen; dergelijke banden helpen ook ervoor te zorgen dat de onderwijs- en opleidingsstelsels flexibel blijven en snel inspelen op veranderingen in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Ook is het van belang werkgevers ertoe aan te zetten hun werknemers aan te sporen tot een leven lang leren;

d)

de verwerving van digitale competentie vanaf jonge leeftijd is essentieel, maar onderwijs en opleiding moeten niet alleen inspelen op de huidige behoeften van de arbeidsmarkt aan specifieke technische vaardigheden, maar ook op de langeretermijndoelstelling, namelijk de ontwikkeling van de flexibele instelling en de nieuwsgierigheid die nodig zijn om zich aan te passen en de nieuwe, momenteel nog niet identificeerbare kennis, vaardigheden en competenties te verwerven die nodig zullen zijn om richting te geven aan de technologische ontwikkeling van de toekomst;

e)

de maatregelen die in de nieuwe vaardighedenagenda voor Europa staan, moeten worden uitgevoerd in samenhang met het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020), dat alle vormen van leren samenbrengt, volledig in overeenstemming is met subsidiariteit, een nuttig platform biedt dat het beleid van de lidstaten ondersteunt en de samenwerking op EU-niveau bevordert, alsook in samenhang met andere relevante beleidsprocessen zoals het Europees Semester. De regelingen voor coördinatie op Europees niveau op het gebied van onderwijs, opleiding en vaardigheden en de rapportage moeten doelmatig en efficiënt zijn en er moet overeenstemming over bestaan tussen de lidstaten en de Commissie. De deskundigheid van de lidstaten moet ten volle worden benut, waarbij moet worden voortgebouwd op bestaande structuren;

f)

er moet worden overwogen toereikende EU-financiering beschikbaar te stellen om de in het kader van de nieuwe agenda voor vaardigheden voor Europa overeengekomen maatregelen levensvatbaar te maken;

3.

ROEPT de Commissie OP met deze resolutie rekening te houden wanneer zij verdere initiatieven voor te bereiken resultaten in het kader van de nieuwe agenda voor vaardigheden voor Europa indient.


(1)  Document 10038/16.


Top