EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016TN0028

Zaak T-28/16: Beroep ingesteld op 26 januari 2016 — Duitsland/Commissie

OJ C 98, 14.3.2016, p. 56–57 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 98/56


Beroep ingesteld op 26 januari 2016 — Duitsland/Commissie

(Zaak T-28/16)

(2016/C 098/72)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: T. Henze en A. Lippstreu)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

artikel 1 en de bijlage van uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2098 van de Europese Commissie van 13 november 2015 houdende onttrekking aan EU-financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten hebben verricht in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) of in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) nietig verklaren voor zover daarin betalingen ten bedrage van in totaal 7 719 920,30 EUR die het bevoegde betaalorgaan van de Bondsrepubliek Duitsland in het kader van het ELFPO heeft verricht, aan EU-financiering worden onttrokken;

verweerster verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

1.

Eerste middel: de Commissie heeft artikel 71, lid 2, juncto artikel 2, onder e), van verordening (EG) nr. 1698/2005 (1) geschonden door te verlangen dat selectiecriteria niet alleen worden toegepast op „concrete acties” in de zin van artikel 2, onder e), van verordening nr. 1698/2005, maar ook op eerdere stadia van de nationale landinrichtings- of dorpsvernieuwingsprocedure, en door niet de eisen in acht te nemen die aan selectiecriteria worden gesteld.

2.

Tweede middel: de Commissie heeft het partnerschapsbeginsel van artikel 6 van verordening (EG) nr. 1698/2005, het beginsel van loyale samenwerking (artikel 4, lid 3, eerste alinea, VEU) en het vertrouwensbeginsel geschonden door haar correctiebeschikking te baseren op een handelwijze die zij zelf heeft goedgekeurd, althans waartegen zij geen bezwaar heeft gemaakt.

3.

Derde middel: de Commissie heeft het subsidiariteitsbeginsel (artikel 5 VEU) geschonden door inbreuk te maken op de procedurele en planologische autonomie van de lidstaten.

4.

Vierde middel: de Commissie heeft artikel 52, lid 2, van verordening (EU) nr. 1306/2013 (2), artikel 31, lid 2, van verordening nr. 1290/2005 (3) en het evenredigheidsbeginsel geschonden omdat zij met de forfaitaire correctie van 10 % de aard en de hooguit geringe betekenis van een eventuele schending van de selectiecriteria niet juist heeft beoordeeld en geen rekening heeft gehouden met de omstandigheid dat de Unie in werkelijkheid geen financiële schade heeft geleden en dat er op geen enkel ogenblik een reëel risico heeft bestaan dat schade zou optreden.


(1)  Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277, blz. 1).

(2)  Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347, blz. 549).

(3)  Verordening (EG) Nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209, blz. 1).


Top