EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CN0533

Zaak C-533/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 13 oktober 2015 — Feliks Frisman/Finnair Oyj

OJ C 48, 8.2.2016, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

8.2.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 48/8


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 13 oktober 2015 — Feliks Frisman/Finnair Oyj

(Zaak C-533/15)

(2016/C 048/14)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Feliks Frisman

Verwerende partij: Finnair Oyj

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 5, punt 1. a), van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (1), aldus worden uitgelegd dat het begrip „verbintenissen uit overeenkomst” zich mede uitstrekt tot een recht op compensatie op grond van artikel 7 van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91, dat wordt geldend gemaakt tegenover een luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, maar geen contractpartij van de betrokken passagier is?

2)

Wanneer artikel 5, punt 1, van verordening nr. 44/2001 van toepassing is:

Is bij personenvervoer op een uit meerdere vluchten bestaande vliegverbinding zonder noemenswaardig oponthoud op de overstapluchthavens de plaats van vertrek van het eerste deeltraject te beschouwen als plaats van uitvoering in de zin van artikel 5, punt 1. b), tweede streepje, van verordening nr. 44/2001, ook wanneer de vliegverbinding door verschillende luchtvaartmaatschappijen is uitgevoerd en de vordering is gericht tegen de uitvoerende luchtvaartmaatschappij voor een ander deeltraject, dat langdurige vertraging heeft opgelopen?


(1)  PB L 12, blz. 1.


Top