EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015D1020(01)

Besluit van de Commissie van 19 oktober 2015 tot oprichting van de Deskundigengroep vervalsing euromunten met betrekking tot het beleid van de Commissie en de regelgeving betreffende de bescherming van euromunten tegen valsemunterij

OJ C 347, 20.10.2015, p. 4–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

20.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 347/4


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2015

tot oprichting van de Deskundigengroep vervalsing euromunten met betrekking tot het beleid van de Commissie en de regelgeving betreffende de bescherming van euromunten tegen valsemunterij

(2015/C 347/05)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Besluit (EU) 2015/512 van de Commissie (1) is bepaald dat directoraat-generaal Economische en Financiële Zaken belast is met het voorbereiden van wetgevings- en regelgevingsinitiatieven van de Commissie ter bescherming van de euro tegen valsemunterij, en met ondersteunende taken van opleiding en technische bijstand op dat gebied. Met het oog op de coördinatie van de maatregelen die nodig zijn voor de bescherming van de euromunten tegen valsemunterij, dient de Commissie een beroep te kunnen doen op een adviesorgaan van deskundigen (2).

(2)

Daarom dient een groep van deskundigen op het gebied van de bescherming van euromunten tegen valsemunterij te worden opgericht en dienen de taken en de structuur daarvan te worden vastgesteld.

(3)

Deze groep dient de Commissie bij te staan bij de voorbereiding van wetgeving of bij de uitstippeling van beleid en dient deskundigheid te verschaffen wanneer uitvoeringsmaatregelen worden voorbereid met betrekking tot de bescherming van euromunten tegen valsemunterij. De groep dient ook samenwerking tot stand te brengen tussen de overheidsinstanties die betrokken zijn bij de bescherming van de euro tegen valsemunterij.

(4)

De groep dient te zijn samengesteld uit deskundigen van de autoriteiten van de lidstaten, de Europese Centrale Bank (ECB) en Europol.

(5)

Voorschriften inzake de openbaarmaking van informatie door de leden van de groep dienen te worden vastgesteld.

(6)

Persoonsgegevens dienen te worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (3). Een periode dient te worden vastgesteld gedurende welke dit besluit van toepassing is. De Commissie zal te zijner tijd de wenselijkheid van een verlenging onderzoeken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

De Deskundigengroep vervalsing euromunten van de Commissie (hierna „CCEG” genoemd) wordt bij deze opgericht.

Artikel 2

Opdracht

De CCEG heeft tot taak:

a)

de Commissie bij te staan bij de voorbereiding van wetgevingsvoorstellen of gedelegeerde handelingen of beleidsinitiatieven ter bescherming van euromunten tegen valsemunterij;

b)

samenwerking tot stand te brengen tussen de leiding van de overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad (4) opgerichte nationale analysecentra voor munten (hierna „NACM’s” genoemd), de Commissie, het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum (ETWC) (5), de Europese Centrale Bank (ECB) en Europol met betrekking tot kwesties die verband houden met beleidsinitiatieven en -maatregelen die gericht zijn op een doeltreffende strategie tegen valsemunterij;

c)

de Commissie advies en deskundigheid te verstrekken voor de implementatie van Uniewetgeving, -programma’s en -beleidsinitiatieven, met name met betrekking tot Verordening (EU) nr. 1210/2010 van het Europees Parlement en de Raad (6);

d)

ervaring uit te wisselen en goede praktijken te bepalen voor de bescherming van euromunten tegen valsemunterij;

e)

de bij de bescherming van de euro tegen valsemunterij betrokken overheidsinstanties beter bewust te maken van nakende dreigingen en de implementatie van doeltreffende repressieve maatregelen voor een beleidsstrategie tegen valsemunterij te monitoren;

f)

opleidingsinitiatieven ter bescherming van euromunten tegen valsemunterij te bevorderen;

g)

studies of technische ondersteuning te bevorderen en uit te bouwen die activiteiten voor het opsporen van valsemunterij moeten ondersteunen;

h)

thema’s te bespreken die verband houden met de technische specificaties van vervalste euromunten en de beveiligingskenmerken om euromunten tegen valsemunterij te beschermen.

Artikel 3

Raadpleging

De Commissie kan de CCEG raadplegen over elk onderwerp dat verband houdt met de bescherming van euromunten tegen valsemunterij.

Artikel 4

Samenstelling — Benoeming

1.   De leden zijn de NACM’s van de lidstaten, de ECB en Europol.

2.   De leden delen de Commissie hun aangestelde vertegenwoordigers en plaatsvervangers mee.

3.   Persoonsgegevens worden verzameld, verwerkt en bekendgemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001.

Artikel 5

Werkwijze

1.   De bevoegde dienst van de Commissie benoemt de voorzitter van de groep.

2.   In samenspraak met de bevoegde dienst van de Commissie kan de CCEG subgroepen oprichten om specifieke kwesties te behandelen op basis van een door de groep opgesteld mandaat.

3.   De vertegenwoordiger van de Commissie kan deskundigen van buiten de CCEG met een specifieke bekwaamheid met betrekking tot een bepaald agendapunt uitnodigen om op ad-hocbasis aan de werkzaamheden van de groep of subgroep deel te nemen. Ook kan de vertegenwoordiger van de Commissie de status van waarnemer toekennen aan personen of organisaties in de zin van voorschrift 8, punt 3, van de horizontale voorschriften voor deskundigengroepen (7) en kandidaat-lidstaten.

4.   Leden van de CCEG en hun vertegenwoordigers alsmede externe deskundigen en waarnemers voldoen aan de bij de Verdragen en de uitvoeringsregels ervan vastgestelde verplichtingen tot geheimhouding en aan de beveiligingsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van geclassificeerde EU-informatie, die zijn neergelegd in de Besluiten (EU, Euratom) 2015/443 (8) en (EU, Euratom) 2015/444 (9) van de Commissie. Bij niet-nakoming van die verplichtingen mag de Commissie alle passende maatregelen nemen.

5.   De CCEG komt bijeen in de gebouwen van de Commissie, met uitzondering van de bijeenkomsten van subgroepen, die buiten de gebouwen van de Commissie kunnen plaatsvinden. De diensten van de Commissie verzorgen het secretariaat.

6.   De CCEG stelt zijn reglement van orde vast op basis van het standaardreglement van orde voor deskundigengroepen.

7.   De Commissie publiceert alle relevante documenten over de werkzaamheden van de CCEG (zoals agenda’s, notulen en verklaringen van deelnemers) ofwel in het register van deskundigengroepen en andere adviesorganen van de Commissie of via een link in dat register naar een specifieke website waar die documenten te vinden zijn. De betrokken documenten worden niet bekendgemaakt wanneer de openbaarmaking van een document de bescherming van een openbaar of particulier belang zou ondermijnen als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (10).

Artikel 6

Vergaderkosten

1.   Deelnemers aan de werkzaamheden van de CCEG en zijn subgroepen ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij verrichten.

2.   De reis- en verblijfkosten van de deelnemers aan de werkzaamheden van de CCEG worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de binnen de Commissie geldende voorschriften. De reis- en verblijfkosten voor de leden van de subgroepen worden op dezelfde wijze vergoed.

3.   De in lid 2 bedoelde kosten worden vergoed voor zover de middelen die volgens de jaarlijkse toewijzingsprocedure zijn toegekend, hiervoor volstaan.

Artikel 7

Toepassingsduur

Dit besluit is van toepassing vanaf de datum van de vaststelling ervan tot en met 31 december 2025.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2015.

Voor de Commissie

Pierre MOSCOVICI

Lid van de Commissie


(1)  Besluit (EU) 2015/512 van de Commissie van 25 maart 2015 tot wijziging van Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (PB L 81 van 26.3.2015, blz. 4).

(2)  Overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2005/37/EG van de Commissie van 29 oktober 2004 tot oprichting van het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum (ETWC) en tot coördinatie van de technische maatregelen ter bescherming van de euromunten tegen namaak (PB L 19 van 21.1.2005, blz. 73).

(3)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(4)  Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6).

(5)  Beschikking 2003/861/EG van de Raad van 8 december 2003 betreffende de analyse van valse euromunten en de samenwerking ter zake (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 44).

(6)  Verordening (EU) nr. 1210/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende de echtheidscontrole van euromunten en de behandeling van euromunten die ongeschikt zijn voor circulatie (PB L 339 van 22.12.2010, blz. 1).

(7)  C(2010) 7649 definitief.

(8)  Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende veiligheid binnen de Commissie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 41).

(9)  Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53).

(10)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 45).


Top