EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CA0339

Zaak C-339/14: Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 21 mei 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Nürnberg — Duitsland) — Strafzaak tegen Andreas Wittmann (Prejudiciële verwijzing — Richtlijn 2006/126/EG — Onderlinge erkenning van rijbewijzen — Periode van tijdelijk verbod — Afgifte van een rijbewijs door een lidstaat voordat in de lidstaat van de gewone verblijfplaats een verbodsperiode ingaat — Redenen om in de lidstaat van de gewone verblijfplaats erkenning van de geldigheid van een door een andere lidstaat afgegeven rijbewijs te weigeren)

OJ C 236, 20.7.2015, p. 19–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.7.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 236/19


Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 21 mei 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Nürnberg — Duitsland) — Strafzaak tegen Andreas Wittmann

(Zaak C-339/14) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2006/126/EG - Onderlinge erkenning van rijbewijzen - Periode van tijdelijk verbod - Afgifte van een rijbewijs door een lidstaat voordat in de lidstaat van de gewone verblijfplaats een verbodsperiode ingaat - Redenen om in de lidstaat van de gewone verblijfplaats erkenning van de geldigheid van een door een andere lidstaat afgegeven rijbewijs te weigeren))

(2015/C 236/27)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberlandesgericht Nürnberg

Partij in de strafzaak

Andreas Wittmann

Dictum

Artikel 11, lid 4, tweede alinea, van richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs moet aldus worden uitgelegd dat een maatregel waarmee de lidstaat van de gewone verblijfplaats van een persoon, die het rijbewijs van deze persoon — als bestuurder van een motorvoertuig — niet meer kan intrekken aangezien dit reeds bij een eerdere beslissing is ingetrokken, gelast dat gedurende een bepaalde periode geen nieuw rijbewijs aan die persoon kan worden afgegeven, als een maatregel tot beperking, schorsing of intrekking van het rijbewijs in de zin van deze bepaling moet worden beschouwd die belet dat de geldigheid wordt erkend van elk rijbewijs dat door een andere lidstaat wordt afgegeven voordat die periode is verstreken. De omstandigheid dat het vonnis waarbij die maatregel is uitgesproken, pas onherroepelijk is geworden nadat het rijbewijs in de tweede lidstaat is afgegeven, doet dienaangaande niet ter zake, aangezien dit rijbewijs ná de uitspraak van dat vonnis is verkregen en de redenen die de betrokken maatregel rechtvaardigden, op de datum van de afgifte van dat rijbewijs reeds bestonden.


(1)  PB C 372 van 20.10.2014.


Top