EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CA0058

Gevoegde zaken C-58/13 en C-59/13: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 17 juli 2014 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio Nazionale Forense — Italië) — Angelo Alberto Torresi (C-58/13), Pierfrancesco Torresi (C-59/13)/Consiglio dell’Ordine degli Avvocati di Macerata (Prejudiciële verwijzing — Vrij verkeer van personen — Toegang tot beroep van advocaat — Mogelijkheid tot weigering van inschrijving op tableau van orde van advocaten van onderdanen van een lidstaat die hun beroepskwalificatie als advocaat in een andere lidstaat hebben verkregen — Rechtsmisbruik)

OJ C 315, 15.9.2014, p. 9–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.9.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 315/9


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 17 juli 2014 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio Nazionale Forense — Italië) — Angelo Alberto Torresi (C-58/13), Pierfrancesco Torresi (C-59/13)/Consiglio dell’Ordine degli Avvocati di Macerata

(Gevoegde zaken C-58/13 en C-59/13) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Vrij verkeer van personen - Toegang tot beroep van advocaat - Mogelijkheid tot weigering van inschrijving op tableau van orde van advocaten van onderdanen van een lidstaat die hun beroepskwalificatie als advocaat in een andere lidstaat hebben verkregen - Rechtsmisbruik))

2014/C 315/12

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Consiglio Nazionale Forense

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Angelo Alberto Torresi (C-58/13), Pierfrancesco Torresi (C-59/13)

Verwerende partij: Consiglio dell’Ordine degli Avvocati di Macerata

Dictum

1)

Artikel 3 van richtlijn 98/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven, moet aldus worden uitgelegd dat het geen misbruik kan opleveren wanneer de onderdaan van een lidstaat zich, nadat hij zijn universitaire studie met succes heeft afgerond, naar een andere lidstaat begeeft om daar de beroepskwalificatie van advocaat te verwerven en vervolgens naar de lidstaat waarvan hij onderdaan is terugkeert om daar het beroep van advocaat uit te oefenen onder de beroepstitel die hij heeft verkregen in de lidstaat waar hij die beroepskwalificatie heeft verworven.

2)

Bij de behandeling van de tweede vraag is niet gebleken van feiten of omstandigheden die de geldigheid van artikel 3 van richtlijn 98/5 kunnen aantasten.


(1)  PB C 147 van 25.5.2013.


Top