EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CN0134

Zaak C-134/14: Beroep ingesteld op 21 maart 2014 — Europese Commissie/Raad van de Europese Unie

OJ C 175, 10.6.2014, p. 26–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 175/26


Beroep ingesteld op 21 maart 2014 — Europese Commissie/Raad van de Europese Unie

(Zaak C-134/14)

2014/C 175/32

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: R. Lyal, W. Mölls, en D. Martin, gemachtigden)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

richtlijn 2013/62/EU van de Raad van 17 december 2013 tot wijziging van richtlijn 2010/18/EU tot uitvoering van de door BUSINESSEUROPE, UEAPME, het CEEP en het EVV gesloten herziene raamovereenkomst inzake ouderschapsverlof, in verband met de wijziging van de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie (1) nietig verklaren;

de gevolgen van richtlijn 2013/62/EU handhaven totdat een op de juiste rechtsgrondslag gebaseerde nieuwe verordening in werking treedt;

de Raad van de Europese Unie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De Commissie verzoekt om nietigverklaring van richtlijn 2013/62/EU, die door de Raad is vastgesteld op grond van artikel 349 VWEU.

De Commissie verwijt de Raad dat hij deze richtlijn heeft vastgesteld, terwijl zij had voorgesteld om deze handeling te baseren op een sectorale rechtsgrondslag, te weten de artikel 155, lid 2 VWEU.

Gelet op de doelstelling en het oogmerk van de litigieuze richtlijn, vormt artikel 349 VWEU niet de gepaste rechtsgrondslag daarvoor. Dit artikel is slechts van toepassing wanneer wordt afgeweken van het in artikel 355, lid 1, VWEU neergelegde beginsel van de toepassing van primair recht op ultraperifere gebieden. De betrokken richtlijn wijkt niet af van de Verdragen, maar past alleen het afgeleide recht aan om rekening te houden met de wijziging in de status van Mayotte. Deze uitlegging wordt niet alleen bevestigd door de inhoud van artikel 349 VWEU, maar ook door het rechtsgrondslagstelsel van het Verdrag en de historische oorsprong van dit artikel.


(1)  PB L 353, blz. 7.


Top