EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013AE4392

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake elektronische facturering bij aanbestedingen (COM(2013) 449 final — 2013/0213 (COD))

OJ C 67, 6.3.2014, p. 79–82 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 67/79


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake elektronische facturering bij aanbestedingen

(COM(2013) 449 final — 2013/0213 (COD))

2014/C 67/15

Rapporteur: Paulo BARROS VALE

Het Europees Parlement en de Raad hebben resp. op 4 juli 2013 en 30 september 2013 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over het

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake elektronische facturering bij aanbestedingen

COM(2013) 449 final — 2013/0213 (COD).

De afdeling Interne Markt, Productie en Consumptie, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 2 oktober 2013 goedgekeurd.

Tijdens zijn op 16 en 17 oktober 2013 gehouden 493e zitting (vergadering van 16 oktober) heeft het Europees Economisch en Sociaal Comité het volgende advies uitgebracht, dat met 130 stemmen vóór en 2 stemmen tegen, bij 3 onthoudingen werd goedgekeurd.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is ingenomen met dit voorstel voor een richtlijn, dat bedoeld is om de gegevens van elektronische facturen te normaliseren, en is het ermee eens dat de Europese normalisatie-instelling ECN zou worden verzocht een gegevensmodel te ontwikkelen.

1.2

Tot nog toe hebben alleen individuele spelers stappen gezet in de richting van algemeen gebruik van elektronische facturen en daarbij elk hun eigen criteria aangewend, wat de uitwisseling van elektronische facturen op de internationale markt onmogelijk maakt. De invoering van een Europese norm is in een dergelijke context van versnippering onmisbaar om de interne markt verder te ontwikkelen en moet worden gezien als een belangrijke stap bij het opheffen van de bestaande belemmeringen voor deelname aan de markt.

1.3

De Commissie heeft het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's in december 2010 een mededeling voorgelegd met als titel “De voordelen van elektronische facturering voor Europa benutten” (1); hierover is door het EESC advies uitgebracht (2).

1.4

De door de Commissie opgerichte deskundigengroep inzake e-facturering heeft een aantal aanbevelingen gedaan in verband met het wegwerken van de obstakels die een snelle invoering van elektronische facturen in de EU verhinderen. Zo dringt zij met name aan op goedkeuring door alle actoren binnen zowel de particuliere als de overheidssector van een gemeenschappelijke norm voor de inhoud van facturen en een gemeenschappelijk gegevensmodel – de Cross-Industry Invoice (CII) v.2 van het UN/CEFACT. Over het rapport van de deskundigengroep is een openbare raadpleging gehouden, waaruit bleek dat de meeste respondenten deze en andere aanbevelingen onderschrijven. Het Comité is tevreden dat deze en andere specificaties (CWA 16356 en CWA 16562 en financiële facturen op basis van de ISO 20022-methode), die het resultaat zijn van langdurige inspanningen van de deskundigengroep, in het richtlijnvoorstel werden opgenomen.

1.5

Tot zijn verbazing en ongenoegen moet het Comité echter vaststellen dat de Commissie nalaat aan te geven binnen welke termijn het ECN zijn voorstel voor een Europese norm voor het semantische gegevensmodel van de elektronische basisfactuur moet indienen. In artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad is voorzien in de vaststelling van een termijn, iets waar het huidige richtlijnvoorstel dus volledig aan voorbijgaat; het is nochtans van het grootste belang dat zo snel mogelijk een norm wordt vastgelegd.

1.6

Daarnaast is het Comité ook verontrust over het feit dat de termijn voor de omzetting van de richtlijn 48 maanden bedraagt. Deze al te lange termijn druist niet alleen in tegen de doelstelling om tegen 2016 over te stappen op elektronisch aanbesteden, zij is ook weinig realistisch en houdt geen rekening met de technologische vooruitgang en de wel degelijk aanwezige goede wil van het bedrijfsleven; het Comité vreest dat de kloof tussen de verschillende lidstaten hierdoor alleen maar breder zal worden, terwijl er op dit vlak toch al sprake is van een EU met twee snelheden. Het gevaar dreigt zelfs dat de markttoegang nog verder wordt bemoeilijkt, tot de richtlijn uiteindelijk in alle lidstaten zal zijn goedgekeurd. Er is al hard gewerkt aan het promoten van e-facturering, ook in landen als Italië en Portugal die een zware financieel-economische crisis doormaken. Het is dus zeker mogelijk dit belangrijke project op kortere termijn uit te voeren. De Commissie kan en moet de voorgestelde termijnen dan ook inkorten.

1.7

Het Comité heeft eerder al zijn stelling verdedigd (3) dat normalisering en interoperabiliteit van de systemen cruciaal zijn voor een succesvolle invoering van e-facturering en de beoogde verdere ontwikkeling van de interne markt. Er moet dan ook zo snel mogelijk een einde worden gemaakt aan de versnippering van de markten. Ook de termijn van tien jaar die is vastgelegd voor het onderzoeken van de gevolgen van de richtlijn voor de interne markt en de invoering van elektronische facturen is slecht gekozen, en, erger nog, sluit niet aan op de snelheid waarmee de technologie zich ontwikkelt, op een markt waar veroudering aan de orde van de dag is.

1.8

De Commissie beperkt zich ertoe in haar voorstel te bepalen dat de lidstaten ervoor moeten zorgen "dat de aanbestedende diensten en instanties niet de ontvangst weigeren van elektronische facturen die voldoen aan de Europese norm" van het ECN. Het Comité vraagt zich af of de gedane financiële inspanningen en het vele werk dat al is verzet niet een meer ambitieuze doelstelling rechtvaardigen, zoals het daadwerkelijk op elkaar afstemmen van de procedures en de algemene invoering - door zowel de particuliere als de openbare sector - van het vast te leggen model voor elektronische facturen. Dat zou pas echt een doelstelling zijn die past in het streven naar de voltooiing van de interne markt en een papierloze overheidsadministratie.

1.9

Het Comité is voorstander van een algemeen gebruik van elektronische facturering. Er kan echter pas ten volle gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden van e-facturen als de systemen interoperabel zijn zodat documenten kunnen worden uitgewisseld. De markt voor overheidsopdrachten moet bij uitstek transparanter zijn en zich aan strikte regels houden; bedoeling is dan ook dat de andere markten haar voorbeeld gaan volgen. Er moet zo snel mogelijk werk worden gemaakt van e-facturering bij overheidsopdrachten en de invoering van volledig geautomatiseerde aanbestedingsprocedures. Het Comité herhaalt in dit verband het pleidooi dat het in zijn advies ter zake (4) houdt voor de snelle invoering van eind-tot-eind e-aanbesteding.

1.10

De basisnormen voor e-facturering zijn al bestudeerd, met name in het kader van het grensoverschrijdende proefproject inzake elektronische aanbestedingen PEPPOL (5), dat werd gefinancierd door de Commissie, die in november 2012 haar eindrapport heeft gepubliceerd. Op grond van de werkzaamheden van de CEN BII-workshop (Business Interoperability Interfaces for Public procurement in Europe) zijn in het kader van het PEPPOL-project verscheidene specificaties inzake interoperabiliteit (Business Interoperability Specifications – BIS) vastgelegd. Met name over de specificaties voor e-facturen is daarbij een ruime consensus bereikt. Het Comité dringt erop aan dat wordt voortgeborduurd op eerdere werkzaamheden, die verder gaan dan een definitie van de gegevens van elektronische facturen. Dat lijkt overigens ook de bedoeling te zijn van de medewerkers aan het PEPPOL-project. Op die manier wordt het risico op overlappingen of verspilling van middelen geminimaliseerd of tegengegaan; het mag immers niet zo zijn dat lidstaten of economische actoren nieuwe studies uitvoeren of investeringen doen, om dan tot de vaststelling te komen dat hun inspanningen overbodig waren omdat de resultaten in feite al verouderd zijn.

1.11

Aangezien de Europese markt voornamelijk uit kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) bestaat, zou het Comité graag zien dat hun belangen worden veiliggesteld door te kiezen voor een toegankelijke en gemakkelijk te veralgemenen oplossing, zowel op het vlak van kosten als op technologisch vlak, zodat daadwerkelijk een bijdrage wordt geleverd aan het slechten van de barrières die de participatie van kmo's aan de markt in de weg staan. Alleen op die manier zal het beoogde sneeuwbaleffect ook werkelijk resultaat opleveren en kan dit initiatief doorslaggevend zijn voor de pogingen om zuiniger om te springen met menselijke en financiële middelen, de strijd tegen fraude en belastingontduiking en het inkorten van de betalingstermijnen.

1.12

Zoals al eerder opgemerkt (6) zou het Comité ook graag zien dat rekening wordt gehouden met de behoeften en belangen van de consument. Alleen wie vertrouwd is met informatietechnologie kan profiteren van de voordelen van elektronische facturering. Het Comité herinnert er daarom aan dat op grote schaal ICT-opleidingen moeten worden aangeboden.

1.13

Eveneens in verband met de consumentenproblematiek herhaalt het Comité dat de nodige aandacht moet worden besteed aan de belangen van gehandicapten. Het is zaak een universeel toegankelijk document uit te werken waarin rekening wordt gehouden met de bijzondere behoeften van gehandicapten, overeenkomstig artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de EU en het door de EU geratificeerde Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap, waarin bepaald wordt dat discriminatie op grond van handicap uit den boze is.

2.   Achtergrond van het voorstel

2.1

Het streven naar een papierloze overheidsadministratie staat bovenaan de Digitale Agenda, een van de vlaggenschipinitiatieven van de Europa 2020-strategie. Met het huidige richtlijnvoorstel wil de Commissie de noodzakelijke nieuwe wetgeving in dit verband invoeren.

2.2

De Commissie heeft gekozen voor een richtlijn omdat dit, gelet op het beoogde doel, de meest passende rechtsvorm is. De lidstaten- kunnen zo zelf beslissen op welke manier zij de verplichte doelstelling willen verwezenlijken.

2.3

In de Jaarlijkse groeianalyse van de Commissie voor 2012 en 2013 wordt modernisering van de overheidsadministratie aangemerkt als een van de vijf prioriteiten. De hervorming van de regels voor openbare aanbestedingen, de digitalisering van het openbare bestuur, de vermindering van de administratieve rompslomp en meer transparantie zijn stuk voor stuk groeifactoren die een modern en efficiënt openbaar bestuur mogelijk maken en waarvan de economische en milieuvoordelen op 2,3 miljard euro worden geraamd.

2.4

Hoewel er al verschillende methodes voor elektronische facturering en platforms voor elektronische aanbesteding bestaan, worden deze in de meeste lidstaten nog niet algemeen gebruikt. Elektronische facturen vertegenwoordigen niet meer dan 4 à 15 % van het totale aantal uitgeschreven en ontvangen facturen. Er is met andere woorden nog geen sprake van een goed functionerende elektronische interne markt.

2.5

Bovendien zijn er onderlinge verschillen tussen de formaten voor de facturering en de platforms voor aanbestedingen, en in veel gevallen zijn deze zelfs incompatibel. Gevolg is dat de economische actoren in elke lidstaat waar zij willen deelnemen aan een openbare aanbesteding weer aan andere vereisten op het vlak van facturering moeten voldoen, wat hoge aanpassingskosten meebrengt. Deze situatie staat met andere woorden de vrije markt in de weg, omdat bepaalde marktdeelnemers er hierdoor van af zullen zien zich in te schrijven voor openbare aanbestedingen.

2.6

De invoering van een Europese norm voor elektronische facturen en de daarmee gepaard gaande interoperabiliteit van de systemen voor facturering, alsook de onderlinge aanpassing van eind-tot-eind e-aanbestedingen, zijn belangrijke stappen op weg naar het opheffen van de bestaande obstakels voor concurrentie.

2.7

In het beoordelingsrapport 2010 over het Actieplan inzake elektronische openbare aanbestedingen van 2004 (7), dat bij het Groenboek over de bevordering van elektronisch aanbesteden in de EU (8) hoort, wordt de Commissie aangeraden de risico's van een decentrale en versnipperde aanpak zo veel mogelijk te beperken en wordt de nadruk gelegd op de volgende hoofdpunten:

Een gunstig wettelijk klimaat creëren - het is mogelijk dat meer wettelijke aanpassingen nodig zullen blijken om de verplichtingen die gepaard gaan met het oprichten en gebruiken van platforms vast te leggen en te verduidelijken; we denken dan bv. aan wetgeving in verband met elektronische handtekeningen, elektronische facturen en btw.

Waar nodig kiezen voor een meer pragmatische benadering op technisch vlak - zorgen voor een evenwicht tussen exploitatiekosten, het verfijnen van de platforms en de geboden zekerheid. Vastgesteld is dat aan eind-tot-eind e-aanbestedingen ook nadelen kleven; zo is het lastig geautomatiseerde beoordelingsmethoden toe te passen bij complexe aankopen en is er geen tijdstempelsysteem dat in de hele EU gangbaar is.

Meer steun verlenen aan administratieve vereenvoudiging en organisatorische verandering - de lidstaten moeten worden geholpen om de marktdeelnemers en de aanbestedende diensten in beweging te krijgen. In dit verband moeten ook stappen worden gezet om op nationaal en Europees niveau betere monitoringsystemen in te voeren.

Het gebrek aan homogene procedures voor e-aanbestedingen moet worden verholpen; aangezien de verschillende landen elk hun eigen procedures uitwerken zullen de marktdeelnemers - als dat niet nu al het geval is dan toch in een zeer nabije toekomst - te maken krijgen met uiteenlopende platforms die elk hun eigen technische kenmerken vertonen, wat de toegankelijkheid onvermijdelijk in de weg staat en het werk van alle betrokkenen bemoeilijkt. Hoewel de invoering van een gemeenschappelijk systeem niet op de agenda staat - en ook niet wenselijk is - zou het wel nuttig zijn om gemeenschappelijke cruciale functies in te voeren, dit met het oog op een betere interoperabiliteit en universele toegang.

Er moet meer oog zijn voor toegankelijkheid en integratie - het is mogelijk dat bijkomende maatregelen nodig zullen zijn om alle betrokkenen, inclusief de kmo's, toegang te verschaffen tot e-aanbestedingen.

3.   Inhoud van het voorstel

3.1

De richtlijn beoogt de vaststelling van een Europese norm voor het semantische gegevensmodel (9) van de elektronische basisfactuur (10) die technologisch neutraal is en de bescherming van persoonsgegevens waarborgt overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG.

3.2

Het is de desbetreffende Europese normalisatie-instelling, het Europees Comité voor normalisatie (ECN), die zich over dit model zal buigen.

3.3

In het richtlijnvoorstel wordt niet bepaald binnen welke termijn de Commissie haar verzoek moet indienen bij de normalisatie-instelling, noch wanneer deze laatste haar voorstellen moet klaar hebben, wat nochtans belangrijk en wenselijk is.

3.4

De lidstaten moeten ervoor moeten zorgen dat noch de aanbestedende instanties noch de contractanten de ontvangst weigeren van elektronische facturen die voldoen aan de Europese norm.

3.5

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 48 maanden na de inwerkingtreding aan deze richtlijn te voldoen.

3.6

De termijn voor de indiening van het verslag over de gevolgen van deze richtlijn voor de interne markt bij het Europees Parlement en de Raad en voor de invoering van elektronische facturen bij overheidsopdrachten is vastgelegd op 30 juni 2023. Gezien het cruciale belang van dit begeleidende verslag moeten monitoringinstrumenten worden ontwikkeld waarmee de impact van de goedkeuring van de maatregel kan worden nagegaan, zowel wat betreft het kostenplaatje als de uiteindelijke kostenbesparingen.

4.   Opmerkingen

4.1

Een aantal lidstaten heeft het systeem van e-facturering al ingevoerd of staat op het punt dat te doen; dit houdt in dat verplicht elektronische facturen moeten worden uitgereikt. In Portugal bijvoorbeeld zijn alle marktdeelnemers verplicht door de belastingdienst gecertificeerde elektronische facturen uit te schrijven; vrijgesteld zijn enkel bedrijven met een omzet van minder dan 150 000 euro of die minder dan 1 000 facturen per jaar uitschrijven.

E-aanbestedingen zijn in Portugal verplicht sinds 2009. Ook in Zweden, Denemarken, Oostenrijk en Finland is elektronisch factureren verplicht bij bepaalde aanbestedingsprocedures. Elektronische facturen worden op dit moment ingevoerd in Oostenrijk en Italië en zullen in dit laatste land begin 2014 verplicht worden gesteld.

4.2

In een studie van januari 2011, die door de Portugese Vereniging voor openbare markten (Associação Portuguesa dos Mercados Públicos) werd verricht voor het Instituut voor de bouw- en onroerendgoedsector (INCI of Instituto da Construção e do Imobiliário), worden een aantal aanbevelingen geformuleerd ter verbetering van elektronische aanbestedingen. Deze analyse dient zeker te worden meegenomen bij de uitwerking van het Europees model voor openbare aanbestedingen en het model voor de elektronische factuur. In de studie wordt de nadruk gelegd op het belang van uniforme platforms en meer interoperabiliteit tussen de platforms en de overige diensten. Daarnaast wordt gepleit voor vereenvoudiging van de mechanismen en vereisten in verband met elektronische handtekeningen.

4.3

Voordelen van e-facturering bij openbare aanbestedingen voor de contractant zijn onder meer:

Er worden geen papieren documenten gebruikt, wat beter is voor het milieu (er wordt minder papier verbruikt en de ecologische voetafdruk wordt kleiner omdat de post niet hoeft te worden bezorgd); bovendien worden zo de alternatieve en exploitatiekosten gedrukt.

Dankzij de daartoe opgerichte elektronische platforms wordt het gemakkelijker om deel te nemen aan nationale en grensoverschrijdende aanbestedingen. De afstand tot de plek van de aanbesteding, of dat nu al dan niet in een ander land is, vormt immers niet meer zo'n probleem. Normalisatie op EU-niveau komt dus duidelijk de toegankelijkheid ten goede: obstakels voor deelname aan aanbestedingen verdwijnen omdat afstand geen grote rol meer speelt.

Deelname wordt goedkoper, zodat de markt wordt opengesteld voor een groter aantal bedrijven, in het bijzonder kmo's.

4.4

Voordelen van e-facturering bij openbare aanbestedingen voor de aanbestedende dienst zijn onder meer:

De bureaucratische rompslomp neemt af, de alternatieve kosten gaan omlaag en de belasting voor het milieu vermindert.

Bestellingen, verwerking van facturen en betaling verlopen sneller.

De openbare aanbestedingen worden transparanter en er wordt zorgvuldiger te werk gegaan.

Een en ander wordt gemakkelijker te controleren.

De verhoogde efficiëntie bij overheidsdiensten zorgt voor een sneeuwbaleffect, zodat ook op andere gebieden minder papier zal worden gebruikt.

Er wordt meer aandacht besteed aan een optimaal gebruik van de financiële middelen, wat in deze tijden van crisis meer dan ooit noodzakelijk is.

4.5

Een greep uit de nadelen:

Zowel de lidstaten als de economische sector hebben al enorm geïnvesteerd in de bestaande systemen. De wellicht noodzakelijke aanpassingen van veel van de software, en mogelijk ook van de hardware, kunnen aanzienlijke kosten meebrengen. Het enige wat aan dit normalisatievoorstel op te merken valt is dus dat het eigenlijk te laat komt, nu elke lidstaat al zijn eigen weg is ingeslagen.

De beveiliging van de uitgewisselde gegevens blijft een probleem. Hoewel de platforms aanzienlijk betrouwbaarder zijn geworden zijn lekken nog steeds denkbaar.

In bepaalde gevallen is er sprake van afhankelijkheid van dienstverlening door derden, te weten telecommunicatiemaatschappijen en beheerders van elektronische platforms.

Nog een mogelijk nadeel van elektronische facturering ten slotte is dat algemeen gebruik daarvan de toegankelijkheid voor gehandicapten nog kan bemoeilijken, tenzij rekening wordt gehouden met hun bijzondere behoeften; het is daarom zaak te zorgen voor universele toegang, gelijke kansen en gelijke behandeling van gehandicapten.

Brussel, 16 oktober 2013

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Henri MALOSSE


(1)  COM(2010) 712 final.

(2)  PB C 318 van 29.10.2011, blz. 105.

(3)  PB C 318 van 29.10.2011, blz. 105.

(4)  Elektronisch aanbesteden. (Zie bladzijde 96 van dit Publicatieblad).

(5)  Grant Agreement number: 224974

(6)  PB C 318 van 29.10.2011, blz. 105.

(7)  SEC(2010) 1214 final.

(8)  COM(2010) 571 final.

(9)  Onder “semantische gegevensmodel” wordt verstaan "een gestructureerde reeks van onderling logisch op elkaar betrekking hebbende termen en betekenissen die de in elektronische facturen uitgewisselde inhoud specificeren".

(10)  Onder “elektronische basisfactuur” wordt verstaan "een deelverzameling van gegevens in een elektronische factuur die voor grensoverschrijdende interoperabiliteit van essentieel belang is, waaronder de gegevens die nodig zijn om de naleving van de wettelijke voorschriften te waarborgen";


Top