EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32011D1015(01)
Commission Decision of 14 October 2011 on setting up the National Coal Experts Group (NCE)
Besluit van de Commissie van 14 oktober 2011 betreffende de oprichting van de groep van nationale kolendeskundigen (NCE)
Besluit van de Commissie van 14 oktober 2011 betreffende de oprichting van de groep van nationale kolendeskundigen (NCE)
OJ C 304, 15.10.2011, p. 3–4
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 13 Volume 059 P. 183 - 184
In force
15.10.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 304/3 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 14 oktober 2011
betreffende de oprichting van de groep van nationale kolendeskundigen (NCE)
2011/C 304/03
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 194 VWEU is bepaald dat het beleid van de Unie op het gebied van energie, in een geest van solidariteit tussen de lidstaten, erop gericht is de werking van de energiemarkt en de continuïteit van de energielevering in de Unie te waarborgen. |
(2) |
In de mededeling van de Commissie van 10 november 2010„Energie 2020. Een strategie voor een concurrerende, duurzame en continu geleverde energie” (1) wordt er weliswaar op gewezen dat bepaalde lidstaten voor het milieu schadelijke subsidies geleidelijk moeten uitbannen, maar wordt ook het potentieel voor verdere ontwikkeling van inheemse fossiele brandstofbronnen in de EU erkend met het oog op een zekere, veilige en duurzame energievoorziening voor Europese bedrijven en consumenten. |
(3) |
In Besluit 2010/787/EU van de Raad is bepaald dat subsidies voor de productie van kolen in niet-concurrentiekrachtige steenkoolmijnen tegen 31 december 2018 geleidelijk moeten worden uitgebannen. |
(4) |
Gezien het aandeel van kolen in de Europese energielevering is het dienstig dat de Commissie een deskundigengroep opricht om de Commissie bij te staan bij het toezicht op de markten voor kolen en een constante uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de EU mogelijk te maken. |
(5) |
Op basis van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 405/2003 van de Raad van 27 februari 2003 betreffende het communautaire toezicht op de invoer van steenkool van oorsprong uit derde landen (2) is een groep van kolendeskundigen — de groep van nationale kolendeskundigen (NCE) — regelmatig bijeengekomen in de periode van 2003 tot en met 2010. |
(6) |
Verordening (EG) nr. 405/2003 is op 31 december 2010 verstreken en is niet vervangen. |
(7) |
In de geest van de verlenging van de goede samenwerking binnen de voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 405/2003 opgerichte NCE dient een nieuwe deskundigengroep op het gebied van kolen naar deze groep te worden genoemd. |
(8) |
De NCE moet de samenwerking en het overleg tussen de voor kolengerelateerde energiebeleidskwesties verantwoordelijke autoriteiten van de lidstaten en de Commissie betreffende alle aspecten van de kolenwaardeketen verder vergemakkelijken zonder dat dit overlapt met de werkzaamheden van andere, specifieke door de Commissie opgerichte adviesgroepen. |
(9) |
Voorts dient de NCE, in het kader van de bredere dialoog met de belanghebbenden over energiekwesties, de uitwisseling van goede praktijken op het gebied van de kolenproductie en het kolengebruik te vergemakkelijken zonder dat dit overlapt met de werkzaamheden van reeds bestaande deskundigen- en andere groepen, inclusief die welke zijn opgericht bij wetgevingsbesluiten, en met volledige inachtneming van de in de artikelen 101 tot en met 109 VWEU en Besluit 2010/787/EU van de Raad vastgestelde regels inzake mededinging en staatssteun. |
(10) |
De NCE dient te zijn samengesteld uit autoriteiten van de lidstaten die bevoegd zijn voor kolengerelateerde energiebeleidskwesties. Deze autoriteiten dragen hun vertegenwoordigers voor. |
(11) |
Met name met het oog op de uitwisseling van goede praktijken en om in voorkomend geval de relevante technische en regelgevende instanties van de lidstaten erbij te betrekken, kunnen deskundigen van buiten de NCE, waaronder vertegenwoordigers van deze autoriteiten, op ad-hocbasis deelnemen aan vergaderingen van de NCE. |
(12) |
Er dienen voorschriften inzake de openbaarmaking van informatie door de leden van de NCE en hun vertegenwoordigers te worden vastgesteld. |
(13) |
Persoonsgegevens over leden van de NCE moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3), |
BESLUIT:
Artikel 1
Onderwerp
Er wordt een groep van nationale kolendeskundigen ingesteld, hierna „de NCE” genoemd.
Artikel 2
Taak
De NCE heeft tot taak:
a) |
de Commissie bij te staan bij het toezien op de ontwikkeling van de markten voor kolen; |
b) |
samenwerking tot stand te brengen en te zorgen voor regelmatig overleg tussen de voor kolengerelateerde energiebeleidskwesties bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de Commissie betreffende aspecten van de kolenwaardeketen, inclusief sluitingen van mijnen; |
c) |
een uitwisseling van ervaringen en goede praktijken op het gebied van de kolenproductie en het kolengebruik tot stand te brengen. |
Artikel 3
Raadpleging
De Commissie kan de NCE raadplegen over alle aangelegenheden die met de kolenwaardeketen verband houden.
Artikel 4
Samenstelling — Benoeming
1. De NCE is samengesteld uit autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor kolengerelateerde energiebeleidskwesties.
2. De autoriteiten van de lidstaten dragen hun vertegenwoordigers voor.
3. De namen van de autoriteiten van de lidstaten worden bekendgemaakt in het register van deskundigengroepen van de Commissie, hierna „het register” genoemd.
Artikel 5
Werking
1. De NCE wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.
2. Met instemming van de diensten van de Commissie kan de NCE subgroepen oprichten om specifieke kwesties te behandelen, met name de uitwisseling van goede praktijken, op basis van een door de NCE opgesteld mandaat. Deze subgroepen worden ontbonden zodra zij hun mandaat hebben vervuld.
3. De vertegenwoordiger van de Commissie kan deskundigen van buiten de NCE met specifieke bekwaamheid met betrekking tot een bepaald agendapunt op een ad-hocbasis uitnodigen om deel te nemen aan de werkzaamheden van de NCE of de subgroepen. Ook kan de vertegenwoordiger van de Commissie de status van waarnemer toekennen aan personen, organisaties als bedoeld in voorschrift 8, punt 3, van de horizontale voorschriften voor deskundigengroepen en kandidaat-lidstaten.
4. Leden van deskundigengroepen en hun vertegenwoordigers, alsook gastdeskundigen en waarnemers, moeten voldoen aan de bij de Verdragen en de uitvoeringsregels ervan vastgestelde verplichtingen tot geheimhouding alsook aan de veiligheidsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde EU-informatie die zijn neergelegd in de bijlage bij het reglement van orde van de Commissie (4). Bij niet-nakoming van die verplichtingen mag de Commissie alle passende maatregelen nemen.
5. De deskundigengroepen en de subgroepen komen bijeen in de gebouwen van de Commissie. De Commissie verzorgt het secretariaat. Andere ambtenaren van de Commissie die belang hebben bij de besprekingen, kunnen de vergaderingen van de NCE en zijn subgroepen bijwonen.
6. De NCE stelt haar reglement van orde vast op basis van het standaardreglement van orde voor deskundigengroepen.
7. De Commissie publiceert relevante informatie over de werkzaamheden van de NCE door opname van deze informatie in het register of door een link van het register naar een specifieke website.
Artikel 6
Vergaderkosten
1. Deelnemers aan de werkzaamheden van de Europese NCE of zijn subgroepen ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij verrichten.
2. De reis- en verblijfkosten van de deelnemers aan de werkzaamheden van de NCE of zijn subgroepen worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van de Commissie.
3. Deze kosten worden vergoed voor zover de middelen die volgens de jaarlijkse toewijzingsprocedure zijn toegekend, hiervoor volstaan.
Gedaan te Brussel, 14 oktober 2011.
Voor de Commissie
Günther OETTINGER
Lid van de Commissie
(1) COM(2010) 639 definitief.
(2) PB L 62 van 6.3.2003, blz. 1.
(3) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
(4) PB L 308 van 8.12.2000, blz. 26, zoals gewijzigd bij het Besluit van de Commissie van 29 november 2001 tot wijziging van haar reglement van orde (PB L 317 van 3.12.2001, blz. 1).