EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009TN0184

Zaak T-184/09: Beroep ingesteld op 14 mei 2009 — Helleense Republiek/Commissie

OJ C 193, 15.8.2009, p. 23–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.8.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 193/23


Beroep ingesteld op 14 mei 2009 — Helleense Republiek/Commissie

(Zaak T-184/09)

2009/C 193/37

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Helleense Republiek (vertegenwoordigers: V. Kontolaimos, E. Levtheriotou en V. Karra)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

het beroep toewijzen en de bestreden beschikking nietig verklaren, subsidiair aldus wijzigen dat de financiële correctie wordt verlaagd tot 5 %, subsidiair de correctie van 10 % enkel berekenen op de hoeveelheid die overeenkomt met de door EVZ ingevoerde suiker;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Met haar beroep tot nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 19 maart 2009 houdende onttrekking aan communautaire financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten voor het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, hebben verricht, meegedeeld onder nummer C(2009) 1945 en gepubliceerd onder nummer 2009/253/EG (PB L 75, blz. 15), inzake de toepassing van correcties betreffende de uitvoerrestituties en de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker wegens het ontbreken van controles, voert de Helleense Republiek de volgende middelen tot nietigverklaring aan:

Met het eerste middel tot nietigverklaring beroept verzoekster zich op ongeldigheid van de procedure inzake de goedkeuring van de rekeningen wegens schending van het vormvoorschrift van artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 1663/95 (1), omdat geen bilaterale bespreking over de correctie voor de suikerrestituties bij niet onder bijlage I vallende producten heeft plaatsgevonden.

Met het tweede middel tot nietigverklaring beroept verzoekster zich op onjuiste beoordeling van de feitelijke omstandigheden, ontoereikende motivering en overschrijding van de grenzen van de discretionaire bevoegdheid van de Commissie, wat de inschatting van het risico voor het Fonds betreft.

Met het derde middel tot nietigverklaring beroept verzoekster zich op schending van het evenredigheidsbeginsel.


(1)  Verordening (EG) nr. 1663/95 van de Commissie van 7 juli 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad aangaande de procedure inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie (PB L 158, blz. 6).


Top