EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009CN0167
Case C-167/09: Reference for a preliminary ruling from the Raad van State (Netherlands) lodged on 11 May 2009 — Stichting Natuur en Milieu, Stichting Zuid-Hollandse Milieufederatie, Stichting Greenpeace Nederland, Vereniging van Verontruste Burgers van Voorne v Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, interested third parties: E.On Benelux and Burgemeester en Wethouders Rotterdam
Zaak C-167/09: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 11 mei 2009 — Stichting Natuur en Milieu, Stichting Zuid-Hollandse Milieufederatie, Stichting Greenpeace Nederland, Vereniging van Verontruste Burgers van Voorne tegen Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, derde belanghebbenden: E.On Benelux en Burgemeester en Wethouders Rotterdam
Zaak C-167/09: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 11 mei 2009 — Stichting Natuur en Milieu, Stichting Zuid-Hollandse Milieufederatie, Stichting Greenpeace Nederland, Vereniging van Verontruste Burgers van Voorne tegen Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, derde belanghebbenden: E.On Benelux en Burgemeester en Wethouders Rotterdam
OJ C 193, 15.8.2009, p. 4–5
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.8.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 193/4 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 11 mei 2009 — Stichting Natuur en Milieu, Stichting Zuid-Hollandse Milieufederatie, Stichting Greenpeace Nederland, Vereniging van Verontruste Burgers van Voorne tegen Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, derde belanghebbenden: E.On Benelux en Burgemeester en Wethouders Rotterdam
(Zaak C-167/09)
2009/C 193/04
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Raad van State
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekers: Stichting Natuur en Milieu, Stichting Zuid-Hollandse Milieufederatie, Stichting Greenpeace Nederland, Vereniging van Verontruste Burgers van Voorne
Verweerster: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
Derde belanghebbenden: E.On Benelux en Burgemeester en Wethouders Rotterdam
Prejudiciële vragen
1. |
Brengt de verplichting tot richtlijnconforme interpretatie mee dat de in de Wet milieubeheer omgezette verplichtingen van richtlijn 96/61/EG (1) inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (thans: richtlijn 2008/1/EG (2) inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging), zodanig kunnen en moeten worden uitgelegd dat bij de beslissing op de aanvraag om een milieuvergunning de nationale emissieplafonds voor SO2 en NOx van richtlijn 2001/81/EG (3) inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen (hierna: de NEC-richtlijn) ten volle in acht moeten worden genomen, in het bijzonder voor zover het de verplichtingen van artikel 9, vierde lid, van richtlijn 96/61/EG, thans 2008/1/EG, betreft? |
2. |
|
3. |
|
4. |
Kan een particulier, voor zover op de lidstaat verplichtingen rusten als bedoeld in de vragen 2 en 3, de naleving van die verplichtingen voor de nationale rechter inroepen? |
5. |
|
6. |
Kan, meer in het bijzonder, indien het verlenen van een milieuvergunning en/of andere maatregelen bijdragen aan overschrijding of dreigende overschrijding van de nationale emissieplafonds voor SO2 en/of NOx van de NEC-richtlijn, een particulier aan artikel 4 van deze richtlijn:
|
(1) Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (PB L 257, blz. 26).
(2) Richtlijn 2008/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (Gecodificeerde versie) (PB L 24, blz. 8).
(3) Richtlijn 2001/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen (PB L 309, blz. 22).