EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009TN0123

Zaak T-123/09: Beroep ingesteld op 28 maart 2009 — Ryanair/Commissie

OJ C 141, 20.6.2009, p. 45–46 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.6.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 141/45


Beroep ingesteld op 28 maart 2009 — Ryanair/Commissie

(Zaak T-123/09)

2009/C 141/96

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Ryanair Ltd (Dublin, Ierland) (vertegenwoordigers: E. Vahida en I.-G. Metaxas-Maragkidis, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de beschikking van de Commissie in staatssteunzaak C26/2008 (lening van 300 miljoen EUR aan Alitalia S.p.A.) overeenkomstig de artikelen 230 EG en 231 EG gedeeltelijk nietig verklaren voor zover zij niet gelast om de steun terug te vorderen van de rechtsopvolgers van Alitalia en Italië extra tijd verleent om de beschikking uit te voeren;

de beschikking van de Commissie in staatssteunzaak N510/2008 (verkoop van activa van Alitalia S.p.A.) overeenkomstig de artikelen 230 EG en 231 EG in haar geheel nietig verklaren;

de Commissie verwijzen in haar eigen kosten alsook in die van verzoekster, en

alle verdere maatregelen nemen die het Gerecht passend acht.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster betwist de wettigheid van twee beschikkingen van de Commissie van 12 november 2008 in staatssteunzaak C 26/2008 (ex NN 31/08) betreffende de onder nr. C(2008) 6745 aangemelde lening van 300 miljoen EUR die aan Alitalia is verleend (1) en in staatssteunzaak N510/2008 nr. C(2008) 6745 def. betreffende de procedure tot verkoop van de activa van Alitalia, voor zover de Commissie zich op het standpunt heeft gesteld dat deze procedure geen staatssteun inhoudt, voor zover de Italiaanse autoriteiten bepaalde verbintenissen nakomen.

Ter ondersteuning van haar vordering voert verzoekster de volgende middelen aan.

Met betrekking tot de eerste bestreden beschikking stelt verzoekster dat deze gedeeltelijk nietig is omdat zij niet gelast om de steun terug te vorderen van de rechtsopvolgers van Alitalia en Italië extra tijd verleent om het geleende bedrag te recupereren.

Met betrekking tot de tweede bestreden beschikking stelt verzoekster dat de Commissie een onvolledige en ontoereikende beschikking heeft gegeven en de procedurele rechten waarover verzoekster krachtens artikel 88, lid 2, EG beschikt, heeft geschonden door geen formele onderzoeksprocedure in te leiden hoewel er sprake is van ernstige problemen. Bovendien is de Commissie volgens haar niet bevoegd om na een louter preliminair onderzoek een beschikking te geven waarin wordt vastgesteld dat er onder bepaalde voorwaarden geen sprake is van staatssteun. Verder heeft de Commissie niet alle relevante kenmerken van de maatregelen onderzocht en evenmin de context waarin zij zijn vastgesteld. Zij heeft met name niet nagegaan of de Italiaanse bijzondere insolventieprocedure op zich staatssteun inhoudt en of de Italiaanse regering wetgevende manoeuvres heeft verricht om het plan van Compagnia Aerea Italiana (CAI) een duwtje in de rug te geven.

Voorts heeft de Commissie een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door geen rekening te houden met de mogelijke alternatieven voor de verkoop van de activa van Alitalia, zoals een gerechtelijke liquidatie of een aandelenverkoop. Verder heeft de Commissie het beginsel van de investeerder in een markteconomie niet op de verkoop van de activa van Alitalia toegepast, met name door niet het prijseffect na te gaan van de uitdrukkelijke voorwaarde van continuïteit van de dienstverlening en van de impliciete voorwaarde dat degene die het passagiersvervoer van Alitalia overneemt, in Italië is gevestigd, door niet vast te stellen dat de procedure tot verkoop van de activa van Alitalia kennelijke gebreken vertoont, door niet de werkelijk door CAI geboden prijs te bepalen en door geen criteria vast te stellen ter bepaling van de marktprijs van de activa van Alitalia.

Bovendien heeft de Commissie de verplichting tot terugbetaling van de lening opgelegd aan de verkeerde partij. Deze verplichting had moeten worden opgelegd aan CAI, gelet op de continuïteit tussen Alitalia en deze maatschappij. Ten slotte heeft de Commissie niet voldaan aan haar motiveringsplicht.


(1)  PB 2009 L 52, blz. 3.


Top