EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62005CA0276

Zaak C-276/05: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 22 december 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof — Oostenrijk) — The Wellcome Foundation Ltd/Paranova Pharmazeutika Handels GmbH (Merk — Farmaceutisch product — Ompakking — Parallelimport — Wezenlijke wijziging van verschijningsvorm van verpakking — Verplichting tot voorafgaande kennisgeving)

OJ C 44, 21.2.2009, p. 2–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.2.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/2


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 22 december 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof — Oostenrijk) — The Wellcome Foundation Ltd/Paranova Pharmazeutika Handels GmbH

(Zaak C-276/05) (1)

(Merk - Farmaceutisch product - Ompakking - Parallelimport - Wezenlijke wijziging van verschijningsvorm van verpakking - Verplichting tot voorafgaande kennisgeving)

(2009/C 44/02)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberster Gerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: The Wellcome Foundation Ltd

Verwerende partij: Paranova Pharmazeutika Handels GmbH

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Oberster Gerichtshof — Uitlegging van artikel 7 van de Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PB L 40, blz. 1) — Ompakking van parallel geïmporteerd farmaceutisch product — Wezenlijke wijziging van verschijningsvorm van verpakking — Omvang van verplichting tot voorafgaande kennisgeving

Dictum

1)

Artikel 7, lid 2, van richtlijn 89/104/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, zoals gewijzigd bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992, moet aldus worden uitgelegd dat, wanneer vaststaat dat de ompakking van het farmaceutische product, waarbij dit product wordt voorzien van een nieuwe verpakking, noodzakelijk is voor de verdere verhandeling ervan in de lidstaat van invoer, het ontwerp van deze verpakking enkel moet worden getoetst aan de voorwaarde dat het de reputatie van het merk en van de merkhouder niet kan schaden.

2)

Artikel 7, lid 2, van richtlijn 89/104, zoals gewijzigd bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992, moet aldus worden uitgelegd dat de parallelimporteur de merkhouder de informatie dient te verstrekken die noodzakelijk en voldoende is om deze in staat te stellen, na te gaan of de ompakking van het product onder dit merk noodzakelijk is voor de verhandeling in de lidstaat van invoer.


(1)  PB C 217 van 3.9.2005.


Top