EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008AE0979

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over Internationale aanbestedingen

OJ C 224, 30.8.2008, p. 32–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

30.8.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 224/32


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over Internationale aanbestedingen

(2008/C 224/06)

Op 25 oktober 2007 verzocht de heer JOUYET, staatssecretaris voor Europese zaken, namens het toekomstige Franse voorzitterschap van de Raad het Europees Economisch en Sociaal Comité een verkennend advies op te stellen over

Internationale aanbestedingen.

De gespecialiseerde afdeling Interne markt, productie en consumptie, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 6 mei 2008 goedgekeurd. Rapporteur was de heer MALOSSE.

Het Comité heeft tijdens zijn op 28 en 29 mei 2008 gehouden 445e zitting (vergadering van 29 mei) het volgende advies uitgebracht, dat met 70 stemmen vóór, bij 2 onthoudingen, is goedgekeurd:

1.   Aanbevelingen

1.1

Het Comité moedigt de Commissie aan om haar doelstellingen ten behoeve van meer openstelling van aanbestedingen vastbesloten na te streven en de beginselen van transparantie, gelijke behandeling en verantwoordelijkheid op maatschappelijk en milieugebied te laten primeren.

1.2

Ook wordt de Commissie aanbevolen om zich in het kader van de heronderhandelingen over de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (GPA) fel te verzetten tegen de protectionistische praktijken die sommige bij die overeenkomst aangesloten landen erop na houden.

1.3

Met betrekking tot ontwikkelingsteun van de overheid is het Comité er voorstander van dat stelsels van „verbonden steun” geleidelijk en op basis van wederkerigheid worden afgeschaft en vindt het dat daarbij efficiëntie en transparantie de belangrijkste criteria dienen te zijn.

1.4

Verder is het Comité er voorstander van dat binnen de Unie de transparantie wordt verhoogd en er moderne regelingen komen voor het plaatsen van opdrachten en de publicatie van offertes. Daarom zal het zich tegen verhoging van de drempels van de Richtlijnen verzetten, omdat die drempels een bolwerk zijn tegen pogingen om de transparantie te verminderen. Het steunt de mededeling van de Commissie die ertoe strekt om de transparantie te verhogen van aanbestedingen die zich beneden de drempels van de richtlijnen situeren.

1.5

Het Comité is het er niet mee eens dat er in de Unie een quotasysteem wordt ingevoerd naar het model van de Small Business Act van de VS, maar beseft het belang en is voorstander van een Europese „routekaart” met concrete projecten ten behoeve van mkb's en met name microbedrijven, die is gericht op innovatie en het opstarten van bedrijven op vooral sleutelgebieden als energie-efficiëntie en milieubescherming. Ook moeten in het kader van een dergelijke routekaart een tijdpad en een meerjarenbudget worden opgesteld.

1.6

Informatieregelingen die stoelen op de meest voor de hand liggende informatiekanalen van het mkb, echte, transparante en eerlijke raadplegingsmechanismen en eenvoudige Europese rechtsinstrumenten zouden een nuttige flankering van de routekaart vormen en het gebruik ervan vergemakkelijken.

1.7

In het kader van deze concrete projecten en voorzieningen moet wanneer maar mogelijk het beginsel „eerst aan de kleintjes denken” worden toegepast, bijv. door slechts één maal het vervullen van administratieve formaliteiten te eisen. Zulks om te komen tot administratieve en technische procedures die zijn toegesneden op de omvang van kleine bedrijven en hun kenmerken, en die ertoe bijdragen om de lasten voor deze bedrijven te verlichten.

2.   Inleiding

2.1

Bij officieel schrijven van de staatssecretaris voor Europese zaken heeft het toekomstig Frans voorzitterschap van de Unie het EESC verzocht om een verkennend advies op te stellen over „internationale aanbestedingen”.

2.1.1

In dat verzoek wordt expliciet verwezen naar de onderhandelingen over de herziening van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (GPA) van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), waarbij 12 landen (1) en de EU zijn aangesloten (voorts hebben 18 landen de waarnemerstatus).

2.1.2

De Franse regering was in september 2007 namelijk geschokt door een aanbod van de Unie. Zij achtte dit te genereus omdat bepaalde landen (de VS, Korea, Japan) er beperkende clausules op na houden waarmee bepaalde overheidsopdrachten worden voorbehouden aan nationale mkb's.

2.2

De Fransen, daarbij gesteund door verscheidene lidstaten, eisen dat de toegang tot overheidsopdrachten in die landen met de herziening van de GPA wordt verbreed of dat de Unie dezelfde soort beperkende clausules toepast ten behoeve van de Europese mkb's.

2.3

De GPA bevat momenteel aanbestedingsdrempels die ongeveer overeenkomen met de drempels die gelden voor de naleving van de verplichtingen die in de interne richtlijnen van de EU zijn vervat. (2) Dit betekent de facto dat bedrijven uit de 12 bij de GPA aangesloten derde landen kunnen inschrijven op elke aanbesteding binnen de EU die zich boven die drempels situeert.

2.4

Het Comité heeft zich reeds uitgesproken over de openstelling van aanbestedingen in de Unie en betreurde daarbij met name dat bedrijven in de EU veel te weinig grensoverschrijdend op aanbestedingen inschrijven. (3)

3.   Het internationaal niveau

3.1

Internationaal gezien, kan worden gesteld dat de EU-markten in hoge mate zijn opengesteld voor de concurrentie uit derde landen. Hetzelfde geldt voor het toenemende aantal door de Unie in het kader van ontwikkelingshulp gefinancierde aanbestedingen (de EU is de grootste ontwikkelingshulpverlener ter wereld). Helaas binden de lidstaten ontwikkelingshulp aan het gunnen van contracten aan bedrijven uit het donorland. (4)

3.2

Een aantal van de partners van de EU hebben allerhande beschermingssystemen ingevoerd (bijv. „Buy American” of de „Small Business Act” in de VS) en „gebonden” steunprogramma's veralgemeniseerd. Openstelling van overheidopdrachten op internationaal niveau moet als een voordeel voor de Unie worden beschouwd want er zijn hier veel bedrijven (waaronder ook mkb's) met een leidende positie in sectoren als de bouw, openbare werken, alternatieve energie en milieubescherming.

3.3

De „Small Business Act” bevat behalve steunmaatregelen voor mkb's ook een bepaling op grond waarvan 25 % van de federale overheidsopdrachten voor het Amerikaanse mkb's is gereserveerd.

3.4

Wat de heronderhandelingen over de GPA betreft, vindt het Comité dat het wederkerigheidsbeginsel weliswaar moet worden opgeworpen, maar dat dit niet mag betekenen dat wij dus dezelfde soort protectionistische maatregelen als onze concurrenten gaan invoeren, want dat zou de verwezenlijking van de algemene doelstelling die de Unie moet nastreven (liberalisering van markten) er niet gemakkelijker op maken.

3.5

Bovendien moet die doelstelling zich niet alleen uitstrekken tot de partijen bij de GPA maar ook tot andere landen waar de toewijzingsprocedures bijzonder ondoorzichtig en in het algemeen voor Europese ondernemingen gesloten zijn.

3.6

Reeds in eerdere adviezen lanceerde het Comité het interessante idee om door de EU gesubsidieerde opdrachten tijdelijk van de GPA uit te sluiten voor bedrijven uit landen die beschermingsmechanismen handhaven.

3.7

Het Comité benadrukt voorts dat bij de onderhandelingen oog moet bestaan voor respect voor het milieu en de sociale minimumnormen van de IAO-conventies (alsook voor de door de sociale partners overeengekomen collectieve interprofessionele, sectorale en intrabedrijfsovereenkomsten). Het denkt daarbij met name aan bilaterale akkoorden met landen die het Kyotoprotocol of de IAO-conventies niet hebben geratificeerd dan wel deze niet of gebrekkig toepassen.

4.   Het EU-niveau

4.1

De Commissie heeft aangekondigd dat zij naar Amerikaans voorbeeld een Europese „Small Business Act” zou kunnen voorstellen waarmee, zonder specifieke aanbestedingsquota's voor mkb's te reserveren zoals in de VS het geval is, de deelname van mkb's aan aanbestedingen zou worden vergemakkelijkt. Verder wil zij wellicht ook, meer in het algemeen, met voorstellen voor concrete maatregelen ten behoeve van mkb's komen.

4.2

De vraag of er quota's ten behoeve van het MKB moeten worden vastgesteld, speelt niet in Europa, omdat (volgens de Commissie) ongeveer 42 % van het totale volume aan overheidsopdrachten in de EU (bron 2005) is gegund aan bedrijven die volgens de communautaire terminologie als mkb gelden. (5)

4.3

Binnen de Unie gaat het erom om van de Europese dimensie van de markt te profiteren ten einde publieke middelen optimaal te gebruiken. Het aantal opdrachten dat aan bedrijven uit andere lidstaten wordt gegund is duidelijk gestegen maar het bedrijfsleven hekelt een gebrek aan transparantie en onvoldoende adequate informatie voor inschrijving op grensoverschrijdende aanbestedingen. Die klachten gelden vooral voor opdrachten die zich situeren beneden de toepassingsdrempels van de Europese richtlijnen en die daarom niet in heel Europa hoeven te worden gepubliceerd. De ondernemers betreuren ook dat de richtlijnen worden gecompliceerd door omzettingsprocedures die niet altijd transparant zijn (termijnen, vertragingen, enz.) en die vaak aanleiding geven tot specifieke nationale regelingen die er dan ook nog weer bijkomen. Het Comité beseft dat er regelingen voor aanbestedingen moeten zijn, maar pleit wel voor meer transparantie en rechtszekerheid.

4.4

Het Comité is van mening dat de drempels waarboven de beginselen van openstelling, transparantie en publiciteit gelden, de best mogelijke garantie vormen voor bedrijven, en vooral de kleinste daaronder, om aan aanbestedingen te kunnen deelnemen. Binnen de EU zelf vormen aanbestedingen die zich onder die drempels bevinden en waarop desondanks de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie op grond van nationaliteit van toepassing zouden moeten zijn, veelvuldig onderwerp van klachten van mkb's omdat hun de toegang daartoe wordt ontzegd.

4.5

Het idee om net als de Amerikanen quota's in te voeren, vindt geen steun bij de Europese ondernemersfederaties, maar zij zijn zich wel bewust van het belang van krachtig flankerend beleid, vooral met betrekking tot aanbestedingen die beneden de drempels liggen en opdrachten die verband houden met nieuwe technologie, energie-efficiëntie of milieubescherming.

4.6

Het Comité is een groot voorstander van een „routekaart” voor het Europese MKB die bestaat uit een serie nauwkeurige en dwingende bepalingen en vergezeld gaat van een tijdpad en een financieringsplan. Die kaart zou moeten worden gebaseerd op 20 jaar Europees beleid ten behoeve van kleine bedrijven en vooral op het Europees handvest voor kleine bedrijven dat in juni 2000 tijdens de Europese top van Santa Maria de Feira werd goedgekeurd, en ook op de conclusies van de conferentie van Stuttgart over het ambachtsbedrijf en kleine bedrijven (april 2007).

4.7

Voorstellen voor de meest adequate regelingen zijn o.m.:

4.7.1   Wetgevingsvoorstellen met een tijdschema voor goedkeuring:

Een gedragscode om het voor de gunners van opdrachten interessant te maken om ook de kleinste bedrijven de mogelijkheid te bieden om aan aanbestedingen deel te nemen en om goede praktijken te ontwikkelen voor vereenvoudiging en dematerialisatie van procedures.

Unieke Europese regelingen zoals het Gemeenschapsoctrooi en het Europees statuut voor mkb's (zie het desbetreffende EESC-initiatief van 21 maart 2002) die strekken tot vereenvoudiging van het rechtsstelsel van de EU en bevestiging van de „Europese identiteit” van bedrijven.

Versterking van de Richtlijn „Betalingsachterstanden” (zie advies waarin het Comité daarom vraagt (6)).

4.7.2   Mechanismen voor informatieverschaffing over aanbestedingen met een tijdpad voor tenuitvoerlegging:

Steunen en uitbouwen van systemen voor voorlichting en bemiddeling betreffende grensoverschrijdende aanbestedingen en netwerken van bedrijven oprichten door efficiënt gebruik te maken van het nieuwe Europese netwerk „Enterprise Europe Network” (EEN) en lokale initiatieven van verenigingen van mkb's te steunen.

Steunen van proefprojecten voor elektronische aanbestedingen en netwerkvorming van bedrijven, informatieportalen en onestopshop-loketten voor grensoverschrijdende aanbestedingen uitgaande van bestaande en door de economische actoren erkende structuren.

4.7.3   Maatregelen op Europees niveau met toereikende financiering

Invoering van een financieringsschema om de deelname van mkb's aan aanbestedingen te stimuleren, in de vorm van garantie- en waarborgfondsen en kredietverzekeringen waarbij uit de Europese structuurfondsen wordt geput.

Lancering van Europese demonstratie- en opleidingsprogramma's voor het MKB om energie-efficiëntie en milieubescherming te bevorderen (met name in de bouwsector). Deze nieuwe voorziening zou kunnen worden gefinancierd middels de ongebruikte middelen van de Europese fondsen die ieder jaar aan de lidstaten worden terugbetaald.

Uitbreiding van de mechanismen om de deelname van mkb's aan de onderzoeksmaatregelen en –programma's van de Unie te bevorderen (haalbaarheidspremies, onderzoek op coöperatieve basis) en de lidstaten stimuleren om op nationaal niveau dezelfde voorzieningen in te voeren in met name sectoren die verband houden met nieuwe technologie (inclusief defensie en gezondheidszorg).

4.7.4   Raadplegings- en bemiddelingsprocedures

De lang verwachte herziening van de raadplegings- en evaluatieprocedures van de Commissie, waarin vaak geen oog is voor de economische structuur van Europa die immers voor een groot gedeelte uit kleine en middelgrote ondernemingen bestaat: de Commissie zou de „effectmemoranda MKB” moeten consolideren, vaker het Comité om verkennende adviezen moeten verzoeken en zich meer moeten baseren op de standpunten van de representatieve organisaties van het maatschappelijk middenveld.

Versterking van de rol van het EEN. Dit netwerk bestaat uit meer dan 600 contactpunten die bij lokale structuren zijn ondergebracht en door de lokale economische actoren in de Unie worden erkend, alsook versterking van de bestaande ondernemingsverenigingen die bij dit netwerk betrokken zijn om te komen tot een echt Europees netwerk voor waarschuwing van, bemiddeling voor en ondersteuning van het MKB.

Brussel, 29 mei 2008

De voorzitter

van het Europees Economisch en Sociaal Comité

D. DIMITRIADIS


(1)  Canada, Korea, de VS, Hong-Kong (China), IJsland, Israël, Japan, Liechtenstein, Noorwegen, Aruba (Nederland), Singapore en Zwitserland

(2)  Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG van 31 maart 2004

(3)  PB C 287 van 22 september 1997

(4)  Gebonden steun: Annamaria La Chimia: Effectiveness and legality issues in development aid procurement for EU Member States, European Current Law, maart 2008

(5)  PB C 241 van 7 oktober 2002

(6)  PB C 407 van 28 december 1998


Top