EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/211/77

Zaak T-236/07: Beroep ingesteld op 4 juli 2007 — Bondsrepubliek Duitsland/Commissie

OJ C 211, 8.9.2007, p. 41–41 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

8.9.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 211/41


Beroep ingesteld op 4 juli 2007 — Bondsrepubliek Duitsland/Commissie

(Zaak T-236/07)

(2007/C 211/77)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: M. Lumma en J. Müller)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

beschikking C(2007) 1901 def. van de Commissie van 27 april 2007 inzake de goedkeuring van de rekeningen van de betaalorganen van de lidstaten betreffende de door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2006, nietig te verklaren voor zover een bedrag van 1 750 616,27 EUR ten laste van verzoekster komt;

verweerder te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster komt op tegen beschikking C(2007) 1901 def. van de Commissie van 27 april 2007 inzake de goedkeuring van de rekeningen van de betaalorganen van de lidstaten betreffende de door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2006, en vordert nietigverklaring ervan voor zover bepaalde niet-terugvorderbare uitvoerrestituties voor de helft ten laste van verzoekster komen.

Tot staving van haar beroep voert verzoekster in de eerste plaats aan dat de Commissie ten onrechte het forfaitaire systeem van in rekening brengen voor de helft overeenkomstig artikel 32, lid 5, van verordening (EG) nr. 1290/20051 (1) heeft toegepast. Volgens verzoekster is deze bepaling niet van toepassing wanneer het gaat om gevallen waarvan overeenkomstig artikel 5, lid 2 van verordening (EEG) nr. 595/912 (2) kennis is gegeven.

In de tweede plaats stelt verzoekster dat de Commissie in een aantal van de litigieuze gevallen het beginsel van behoorlijk bestuur heeft geschonden door zich niet te houden aan de regels die zij zichzelf heeft opgelegd in de eenzijdige verklaring van 4 mei 1995.


(1)  Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209, blz. 1).

(2)  Verordening (EEG) nr. 595/91 van de Raad van 4 maart 1991 betreffende onregelmatigheden in het kader van de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en terugvordering van bedragen die in dat kader onverschuldigd zijn betaald, alsmede de organisatie van een informatiesysteem op dit gebied en houdende intrekking van verordening (EEG) nr. 283/72 (PB L 67, blz. 11).


Top