EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/042/71

Zaak T-411/06: Beroep ingesteld op 22 december 2006 — SO.GE.L.M.A./EBW

OJ C 42, 24.2.2007, p. 40–41 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

24.2.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 42/40


Beroep ingesteld op 22 december 2006 — SO.GE.L.M.A./EBW

(Zaak T-411/06)

(2007/C 42/71)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: SO.GE.L.M.A. Srl (Scandicci, Italië) (vertegenwoordigers: E. Cappelli, P. De Caterini, A. Bandini en A. Gironi, avvocati)

Verwerende partij: Europees Bureau voor wederopbouw

Conclusies

nietig te verklaren de besluiten van het EBW om de aanbesteding voor werken, getiteld „Herstel van de vrije scheepvaart (verwijdering van onontploft oorlogsmateriaal) op de binnenwateren van de Servische Republiek, Servië en Montenegro” (publicatiereferentie nr. Europe Aid/120694/D/W/YU, project nr. 05SER01 04 01), te annuleren en een nieuwe aanbesteding uit te schrijven, meegedeeld bij brieven van het EBW van 9 oktober 2006 (register nr. D (06)DG/MIL/EP2715) en 14 december 2006 (register nr. DG/mie/3313), en alle daaraan voorafgaande of daarmee samenhangende handelingen, met inbegrip van het besluit om verzoekster uit te sluiten, en in ieder geval het Europees Bureau voor wederopbouw te veroordelen om verzoekster de in het verzoekschrift gepreciseerde schadevergoeding te betalen;

de verwerende partij te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

De in geding zijnde aanbesteding betrof de uitvoering van werken, bestaande in de lokalisatie en verwijdering van onontploft oorlogsmateriaal, afkomstig van luchtbombardementen van de NAVO in 1999, teneinde de wateren van de Donau en de Sava te kunnen heropenen voor de binnenvaart.

Nadat haar aanbieding als de voordeligste was beschouwd, ontving verzoekster een eerste verzoek om toelichtingen, die tijdig werden verstrekt. Met name zijn precieze redenen gegeven voor de aanwezigheid, als hoofd van het onderwater-detectieteam, van een persoon met hoge kwalificaties, maar minder beroepservaring dan in de aankondiging van opdracht was gevraagd.

Na contacten met een vennootschap die het Europees Bureau voor wederopbouw in het kader van de betrokken aanbesteding adviseert, welke contacten een positieve uitkomst van de procedure lieten verhopen, werd verzoekster uiteindelijk ingelicht over de annulering van de aanbestedingsprocedure wegens het ontbreken van technisch geschikte inschrijvingen, en over het voornemen om een nieuwe aanbesteding uit te schrijven.

Tot staving van haar conclusies beroept verzoekster zich op schending van artikel 41 van richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (1), en, meer in het algemeen, de beginselen die aan de communautaire regeling inzake procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten ten grondslag liggen, aangezien de annulering van de betrokken procedure het resultaat is van een ondoordachte keuze, zonder grondige evaluatie van het te beschermen openbaar belang. In de tweede plaats beroept verzoekster zich ook op schending van de motiveringsplicht.


(1)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114.


Top