EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2007/042/09
Case C-265/05: Judgment of the Court (Grand Chamber) of 16 January 2007 (reference for a preliminary ruling from the Cour de cassation, France) — José Perez Naranjo v Caisse régionale d'assurance maladie (CRAM) Nord-Picardie (Regulation (EEC) No 1408/71 — Articles 4(2a), 10a and 95b — Supplementary old-age allowance — National law making the grant of that allowance conditional on residence — Special non-contributory benefit — Listed in Annex IIa to Regulation No 1408/71)
Zaak C-265/05: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 16 januari 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — José Perez Naranjo/Caisse régionale d'assurance maladie Nord-Picardie (Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Artikelen 4, lid 2 bis, 10 bis en 95 ter — Aanvullende ouderdomsuitkering — Nationale wettelijke regeling die voor betrokken aanvullende uitkering woonplaatsvoorwaarde stelt — Bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie — Uitkering opgenomen in bijlage II bis bij verordening nr. 1408/71)
Zaak C-265/05: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 16 januari 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — José Perez Naranjo/Caisse régionale d'assurance maladie Nord-Picardie (Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Artikelen 4, lid 2 bis, 10 bis en 95 ter — Aanvullende ouderdomsuitkering — Nationale wettelijke regeling die voor betrokken aanvullende uitkering woonplaatsvoorwaarde stelt — Bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie — Uitkering opgenomen in bijlage II bis bij verordening nr. 1408/71)
OJ C 42, 24.2.2007, p. 5–6
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
24.2.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 42/5 |
Arrest van het Hof (Grote kamer) van 16 januari 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — José Perez Naranjo/Caisse régionale d'assurance maladie Nord-Picardie
(Zaak C-265/05) (1)
(Verordening (EEG) nr. 1408/71 - Artikelen 4, lid 2 bis, 10 bis en 95 ter - Aanvullende ouderdomsuitkering - Nationale wettelijke regeling die voor betrokken aanvullende uitkering woonplaatsvoorwaarde stelt - Bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie - Uitkering opgenomen in bijlage II bis bij verordening nr. 1408/71)
(2007/C 42/09)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Cour de cassation
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: José Perez Naranjo
Verwerende partij: Caisse régionale d'assurance maladie Nord-Picardie
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Cour de cassation — Burgerlijke kamer — Parijs — Uitlegging van artikel 4, lid 2 bis, artikel 10 bis, artikel 19, lid 1, en artikel 95 ter van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149, blz. 2), zoals gewijzigd — Nationale wettelijke regeling die aanvullende uitkering van Fonds national de solidarité (Nationaal solidariteitsfonds) onderwerpt aan verblijfsvoorwaarde — Begrip bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie — Uitkering opgenomen in bijlage II bis bij verordening (EEG) nr. 1408/71
Dictum
Een prestatie zoals de aanvullende uitkering, die in bijlage II bis bij verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996, is vermeld onder het opschrift „Frankrijk”, vormt een bijzondere prestatie. Uit het onderzoek van de wijze van financiering van de aanvullende uitkering op basis van het aan het Hof overgelegde dossier blijkt dat een voldoende identificeerbaar verband tussen de Contribution sociale généralisée en de betrokken uitkering ontbreekt, zodat moet worden geconcludeerd dat de aanvullende uitkering niet op premie- of bijdragebetaling berust. Het staat evenwel aan de verwijzende rechter om de juistheid van de in de punten 48 tot en met 52 van het onderhavige arrest uiteengezette elementen te verifiëren teneinde op concludente wijze vast te stellen of deze prestatie op premie- of bijdragebetaling berust.